vrijdag 28 december 2012

Regen

La grande Place, het centrale plein in Esquelbecq, heeft vier uitgangen: de Rue de la gare, de Rue de Bergues, een voetpad langs het kasteel en de Rue de Wormhout. De Rue de Wormhout kruist op een meter of vijftig van het grote plein met een weinig opvallende brug de IJzer, beroemde rivier en deel van de Belgische waterlinie. De IJzer ontspringt niet ver hier vandaan en is meestal een tamelijk smal riviertje, maar de afgelopen drie maanden is er meer regen gevallen in deze streek dan anders in een jaar. Volgens de Voix du Nord van vanmorgen is nu een kritische drempel bereikt. De krant toont foto's van overstromingen in de hele streek. Volgens Benna is de IJzer zo gezwollen dat hij over de brug is gestroomd. Dat was vanmorgen niet meer het geval, de brug lag nu weer zo'n anderhalve meter boven het water. De brug is naar mijn schatting het laagste punt in het dorp. Vandaar af gaat de Rue de Wormhout omhoog en als je vanaf de Rue de Wormhout de Rue d'Arneke ingaat stijgt de weg zeker nog twee meter voor je bij het huis van Benna bent. Hier beperkt de overlast door de regen zich tot een tamelijk vochtig erf, waar zich een dikke modderlaag heeft gevormd. De auto's veroorzaken banden sporen, waardoor mijn tocht naar de caravan er steeds een is van voorzichtig manoeuvreren. Wel we weten er inmiddels alles van want toen we hier eind augustus waren had regen de vlonders voor de caravan zodanig glad gemaakt dat we naar huis konden met een gebroken knie bij ons. Anneke heeft nu het dringende advies niet naar de caravan te gaan. Sinds gisteravond is het droog, maar op het programma roept Benna optimistisch staat nog meer regen.

zaterdag 15 december 2012

1e hulp

Woensdag, na de kerstboom en de lunch maakten we ons klaar om nog wat inkopen te doen voor de kerst toen de telefoon ging. Fred: zijn oom was gevallen en kon niet meer overeind komen. Of ik even kon gaan kijken, aangezien ik de sleutel had. Hijzelf zou vanuit Rotterdam over een drie kwartier ook in Breda kunnen zijn. Anneke en ik gingen naar boven en openden de deur. R. lag bij de toegang tot de huiskamer op zijn linkerzij. Ik probeerde hem op te tillen, maar zag er al gauw vanaf, hij had duidelijk hevige pijn en we beperkten ons ertoe een kussen onder zijn hoofd te leggen. R. voelde zich duidelijk zielig. Daar lag hij nou, bijna 92 jaar. Hij was gevallen in zijn hobbykamer en toen hem bleek dat hij niet meer overeind kon komen was hij de ca 8 meter over de grond gekropen naar de telefoon. Het telefoonnummer van zijn huisarts stond - zei hij desgevraagd - in een klein zwart boekje dat op een tafel in de huiskamer lag. In afwachting van de huisarts vroegen we of hij een kaartje van de verzekering had, want als hij naar het ziekenhuis moest was dat het eerste waar men naar zou vragen. Dat kaartje zat zei hij in de portefeuille die bij dat boekje met het telefoonnummer. De huisarts kwam binnen en bekeek de situatie, ze schatte dat de heup van R. zou zijn beschadigd, er moest een foto van worden genomen. Ze nam contact op met het ziekenhuis en de ambulance en liet een briefje achter waarop zei ze, alle medicijnen stonden die R. gebruikte. Toen ze weg was zei R. dat op die lijst nog één medicijn ontbrak. Hij was kennelijk klaar wakker en helder. De ambulancedienst kwam binnen, R. kreeg een infuus en een pijnstiller. En toen kwam Fred, die verder de begeleiding van R. naar het ziekenhuis op zich nam. Aan het eind van de middag bleek dat R. zijn bovenbeen had gebroken, er zou een heup prothese worden aangebracht. En nog weer later bleek dat de operatie nog dezelfde avond plaatsvond. De volgende dag brachten we R. een bezoekje in het ziekenhuis en troffen daar Fred ook aan. Terwijl Fred ons even alleen liet met R. en ging praten met de verzorging, maakte R. de opmerking dat hij nu toch wel met het laatste stukje bezig was. We spraken het niet tegen. Fred vertelde even later dat R. donderdagmorgen toch even buiten bewustzijn was geweest. En Fred vroeg aan zijn oom of hij, indien zich de situatie voordeed, gereanimeerd wilde worden. Het was een vraag waarmee R. zich kennelijk nog niet had bezig gehouden.

donderdag 13 december 2012

De lift

Voor ons dorp met zijn vergrijzende bevolking is de lift een onmisbare voorziening. Storingen sluiten mensen op de hogere etages af van de wereld. En zij die op de lagere etages wonen verzuchten van tijd tot tijd dat ze blij zijn dat ze zo laag wonen, want zij kunnen eventueel nog te voet naar beneden en de straat op. Liftonderhoud en het voorkomen van storingen is dan ook iets waar niemand bezwaar tegen maakt. Aan mij om te zorgen dat de dorpelingen tijdig gewaarschuwd worden. Ik doe dat met een briefje, opgeplakt tegen de wand van de liftcabine. Gisteren was het weer zover. Om half negen meldde de onderhoudsmonteur zich. We praatten even over de planning van zijn aktiviteiten van het volgend jaar. En passant vertelde hij dat er volgend jaar misschien een andere monteur komt want ook bij zijn bedrijf moet bezuinigd worden. Er moet een monteur uit. (Hijzelf niet trouwens). Mevr. R. (van 8) kwam tijdens dat gesprekje met de lift naar beneden en vroeg ongerust hoe lang de lift buiten dienst zou zijn, want zij kreeg om kwart over tien 10 dames op bezoek. De monteur maakte een geruststellende opmerking. Mevr R. stapte weer in de lift en de lift ging op en de lift ging weer neer en Anneke stapte uit op weg naar de fysiotherapeut. Als ze terugkwam zou ze met mevr. dJ de kerstboom optuigen. De heer dJ. zou die tegen die tijd klaar zetten. De liftmonteur ging aan het werk en begon met op alle etages een sticker op de deur te plakken dat de lift buiten dienst was. Ik ging met hem mee en stapte bij mij voor de deur weer uit en ging verder met de tekst waarop ik zat te broeden. Toen ik die als bijlage had weg gestuurd ging de telefoon: Mevr. M.: hoe dat nu moest met de lift. Ze had afgesproken dat ze mee zou helpen de kerstboom op te tuigen. Maar kon Anneke wel beneden komen met haar krukken? Ik keek naar buiten en zei tegen de telefoon: als je nu naar buiten kijkt dan zie je Anneke aankomen. En inderdaad Anneke was op dat moment bezig de straat over te steken. Even later ging de telefoon: Mevr. dJ: Jaap kom je een kop koffie drinken? Piet heeft de verkeerde doos met kerstversiering uit de berging gehaald. Nu gingen ze eerst maar koffie drinken. Ik kwam een kop koffie drinken. De heer dJ uitte zijn verbazing/ongerustheid/zorg over het feit dat zijn computer steeds wisselde van router, tegelijkertijd uitte mevr dJ. haar tevredenheid over de manier waarop ze nu met haar e-mail kon omgaan, ze moest alleen nog... Ik probeerde de twee verhalen te synchroniseren, gelukkig heeft een mens twee oren. Ik vroeg me ondertussen terwijl ik op de klok keek af of de gasten van mevr R. al van de lift gebruik konden maken. Ik ging eens kijken, de briefjes waren van de liftdeuren, de liftschacht was donker, ik ging met de lift naar beneden, maar de monteur was nergens te bekennen. Hij was vermoedelijk al naar de andere lift. Ondertussen kwamen de gasten van mevr. R. geleidelijk aan binnen. Ik liep naar de andere lift. De heer dJ liep met me mee om nu de goede kerstversiering op te zoeken. Omdat de monteur hier niet te zien was hielp ik de heer dJ om de doos met kerstballen terug te vinden. Mevr. dJ kwam aanhollen: er was liftstoring, want de lift bleef halverwege de verdieping hangen. Ik liep weer terug naar de lift van ons straatje, waar zich een inmiddels een aantal bezoekers van mevr. R aan het verzamelen was. Wat was er met de lift? De lift kwam naar beneden en de monteur stapte uit. Hij had de sleutel van de machinekamer weer terug gehangen en had daarvoor de lift even halverwege de etage laten stoppen. De monteur ging naar de andere lift en ik stapte in met enkele gasten van mevr R., terwijl de kerstboom verder werd opgetuigd...

maandag 10 december 2012

Obsolescense programmée

Georges en Anthony maakten zich vrolijk, of waren min of meer verbijsterd door het filmpje op Youtube over obsolescense programmée (geplande levensduur). Het duurde even voor het tot me doordrong waar het op sloeg en wat het betekende. Toen besefte ik dat het eigenlijk ging het probleem dat Vance Packard had aangekaart in de "Waste Makers", het feit dat producenten van producten bewust de bruikbare levensduur van hun producten verkorten om de afzet ervan te vergroten en de consument te noodzaken een nieuw product aan te schaffen. De Waste Makers, is inmiddels meer dan 50 jaar oud, niets nieuws dus. Het enige nieuwe nu is dat de techniek is voortgeschreden en vrijwel alle apparaten voorzien zijn chips, die het mogelijk maken een levensduur in te programmeren. We praatten er nog wat over door in de sauna, maar we gingen daarna weer over tot de orde van de dag... Waar zetten we die olifant neer, vroeg Anneke vanmorgen. De olifant is een huiskamer fontein compleet met pompje en gedemineraliseerd water, dat ze in het weekend van sinterklaas had gekregen. Na enige discussie vonden we een plaats die voldoende dicht was bij een stopcontact - want het pompje wordt aangedreven door elektriciteit en is voorzien van een transformator (alweer één), waarmee de netspanning wordt terug gebracht tot de pompspanning. En hoewel we bij de inrichting van deze flat met opzet overal stopcontacten hebben laten plaatsen, groeit het aantal apparaten dat daarvan gebruik moet maken onevenredig. Tegelijkertijd vullen de kasten en planken die in het zicht zitten zich met spullen die we niet nodig hebben, maar die we krijgen bij diverse gelegenheden en na 50 jaar huwelijk zijn er heel wat gelegenheden om van familie en vrienden en andere relaties iets te krijgen. We aanvaarden die dingen in dankbaarheid en proberen ze een plaats te geven in ons huis. De vrije ruimte neemt daardoor snel af. En dan rijst de vraag: hoelang moet je iets bewaren? Zoals gezegd het gaat vaak om dingen die leuk zijn, maar die je eigenlijk niet gebruikt, of om dingen die hun nuttige leeftijd allang achter de rug hebben. Zoals de speciale bierglazen die ik cadeau kreeg bij de slijter toen ik nog wel eens een Duvel dronk. Eigenlijk zouden we bij de dingen die we geven en die we krijgen een bruikbare levensduur moeten afspreken. Een geplande levensduur: we moeten doen aan obsolescense programmée eigenlijk. Vanmorgen komt K. zei Anneke. K. bleek zich zorgen te maken over zijn vrouw, van wie hij het gevoel had dat het niet helemaal goed ging. In de loop van het gesprek kwam naar voren dat hij overwoog (of zij overwogen) toch hun huidige woning te verlaten en te verhuizen naar een woning die minder bewerkelijk is. En de wijsneus in me kon niet nalaten op te merken dat dat kenmerk is van onze leeftijd: leren omgaan met het loslaten van de dingen die vroeger belangrijk waren. Dingen die nu hun belang gaan verliezen of minder urgent zijn geworden of soms de dingen die we niet meer kunnen. Dingen dus die obsoleet worden. Het handigst is het als je het moment waarop je ze als obsoleet beschouwt zelf kunt bepalen. Obsolescence programmée eigenlijk. Misschien zijn de waste makers zo gek nog niet. Ze helpen ons bij het proces van onthechting.

donderdag 29 november 2012

In the cloud

Je moet Dropbox gebruiken, zei iemand om bestanden door te sturen naar iemand anders. Want in Dropbox kun je meer opslaan dan in je e-mailbox. En als je foto's gaat versturen dan krijg je te maken met steeds grotere bestanden als de resolutie van je camera toeneemt. Enig zoekwerk maakte duidelijk dat Dropbox een opslagruimte is die je kunt huren op het internet. Dat huren is voor de eerste 2 GB gratis. Dus ik nam een account bij Dropbox, want ik maak nog steeds wat foto's. Later begreep ik dat de opslagruimte op het internet, zoals die van Dropbox deel uitmaakt van wat tegenwoordig wordt genoemd de cloud. De wolk dus. En in het jargon van tegenwoordig spreken we dus van het uploaden van bestanden naar de cloud. Het aardige van Dropbox was eigenlijk dat als je iemand anders ertoe overhaalde om ook een Dropbox account te nemen, je eigen gratis opslagruimte toenam. Dropbox herken je als een map op het bureaublad van je computer. Uploaden van bestanden naar de cloud gebeurt dan door die bestanden naar die map te copiëren. Een fluitje van een cent en eigenlijk algemeen bekend. Toen ik de gelegenheid kreeg om een gmail adres te nemen deed ik dat ook. Ik deed dat op voorstel van Freerk die mopperde omdat mijn gmailadres zo onhandig was. Dat had ik zelf moeten ingeven. Gmail is een emailvoorziening van Google. Maar Google deed meer. Google gaf de mogelijkheid om documenten aan te maken en zelfs zo dat je met iemand anders aan zo'n document kunt werken. Zolang je de documenten laat in het formaat van Google kost dat geen opslagruimte en dat is leuk. Maar de ontwikkeling ging door en inmiddels heeft Google zich aangesloten bij de cloud, zodat je met je gmailaccount nu de beschikking hebt over een opslagruimte voor niets van 2 Gb. Daar kun je aardig mee werken. En je hebt altijd de mogelijkheid om die ruimte uit te breiden, voor een redelijke huurprijs. Google noemt die opslagruimte de Drive. Het is inmiddels wel bekend dat ik een voorkeur heb voor open software en in dat verband heb ik Ubuntu op mijn computer geïnstalleerd en vorig jaar kwam ook Ubuntu met een voorziening in de cloud. Ubuntu One. Gratis en voor niets had ik bij de nieuwe Ubuntu-versie ook 5 GB beschikbaar in Ubuntu One. En vandaag kon ik mijn kooplust weer niet bedwingen en kocht ik een tablet, de Asus Transformer. Tot mijn grote vreugde bleek dat Asus gratis 8 GB aan opslag in de cloud aanbood. En zo heb ik inmiddels al 20 GB aan opslagruimte in de cloud. Die cloud moet een lucratieve bezigheid zijn, want iedere internet firma biedt daarin ruimte aan. De grap is natuurlijk dat de vrije ruimte wel leuk is, maar met 2000 foto's van 5 MB heb je toch al gauw 10 GB in gebruik, en wat is nu 2000 foto's tegenwoordig? Mijn computer is nu regelmatig bezig de mappen op mijn computer te synchroniseren met de mappen in de cloud. Dat gaat geweldig. Ik zou eigenlijk al die mappen in de cloud moeten kunnen samenvoegen. Maar zover gaat de synchronisatie toch weer niet. Mijn opslag in de cloud is dus of verdeeld of gaat geld kosten.

vrijdag 23 november 2012

Kruk

Sinds donderdag mag Anneke weer meer. Het been dat tot nu tot 50% mocht worden belast mag nu geleidelijk weer meer. Nu is het lastig te bepalen hoeveel druk je uitoefent als je 50% belasting op je been mag zetten. In feite is het de belasting die je hebt als je rechtop staat zonder krukken. We hebben gezien dat we met het WII-plateau een aardige schatting kunnen maken. De vorige week heeft Anneke geoefend met een kruk. De gedachte is dan dat het lichaamsgewicht over stok en linkerbeen wordt verdeeld. Voorlopig loopt ze echter veiligheidshalve buiten nog met twee krukken. Om er even uit te zijn gingen we naar Turnhout. En midden in een winkel kreeg Anneke ineens hoge nood. Dat kan gebeuren. Maar waar vind je een winkel met toilet? Bij Panos, zei de juffrouw aan wie ik het vroeg. Panos was een 50 meter verder; een heel eind als je je nog niet zo veilig voelt met krukken. Maar het lukte. Panos bleek een zak te zijn die broodjes, snacks en taartjes verkocht. Voordat we de zaak weer uitliepen kochten we allebei een koek. Maar een koek eten onderweg met twee krukken is niet eenvoudig. Dus ik nam een van de krukken en liet Anneke met de andere kruk lopen. Nu ik toch die kruk in handen had, probeerde ik het ook: de helft van mijn gewicht op die kruk. Het kostte enige moeite om het juiste ritme te vinden. Maar na een meter of twintig had ik het al aardig onder de knie. En al koekhappend liep ik verder. Naarmate ik verder liep kon ik weer beter op mijn omgeving letten en ik zag de meelevende blikken van de mensen die naar mijn kruk keken en ik zag hoe men ruimte maakte om me door te laten. Het was net echt. Maar ik liep natuurlijk veel te hard. En toen ik na verloop van tijd eens omkeek zag ik Anneke een eind verderop zwaaiend dat ze haar kruk terug wilde en was ik weer invalide af.

maandag 29 oktober 2012

Murphy (2)

Had ik nu maar niet tevreden achterover geleund en een kop koffie gedronken, maar mijn werk beter gecontroleerd... Gistermiddag troffen we Adri en Free in hotel Bor in Scheveningen. Op zich een hele onderneming. Hotel Bor is een hotel in de Haagse Straat in Scheveningen. Maar we hadden verzuimd bij de reservering te vermelden dat we graag twee kamers op de begane grond wilden hebben. Nu kregen we al kostte dat enige discussie een kamer op de begane grond en een kamer op de 1e verdieping, alleen te bereiken via een tamelijk smalle en steile trap met een bocht vlak voor kamer 12. Anneke vond dat zij best naar boven kon, dan konden Adri en Free later op de begane grond slapen. Dus ik bracht onze bagage naar boven en ried Anneke aan maar achterwaarts op haar billen de trap op te gaan. Met krukken en een bruikbaar been leek me deze trap een hachelijke zaak. Dat lukte wonderwel, maar toen Anneke boven was moest ze van zittend op de grond weer overeind zien te komen. Dat leidde tot een schuifpartij over de vloer van onze kamer die uiteindelijk eindigde op bed. Wellicht was mijn idee om achterwaarts de trap op te gaan toch voor verbetering vatbaar. Een goed half uur later kwamen Adri en Free, die hun kamer op de begane grond betrokken en de situatie in ogenschouw namen. Ze kwamen tot de conclusie dat we beter van kamer konden wisselen. Dus onze bagage naar beneden, Anneke nu met krukken de trap af - het principe had ze juist de afgelopen week van de fysiotherapeute geleerd. Uiteindelijk ging dat beter dan ik vreesde. Toen de bagage van Adri en Free naar boven en van kamersleutel gewisseld. Jaap, weet je wat wij gisteren heb zitten doen, vroeg Adri, toen we eenmaal rustig zaten met een kop koffie, dat raad je niet. Omdat ik het inderdaad niet raadde, vulde ze daarom maar zelf aan: enveloppen zitten schrijven. De adressen zaten aan de verkeerde kant van het vel met etiketten... Maar zei Anneke, toen we uitgelachen waren; je had in ieder geval alle adressen. We hebben er toch nog een aantal meer zitten schrijven, zei Adri.

donderdag 25 oktober 2012

Murphy

De wet van Murphy - in mijn interpretatie - zegt dat als er in een systeem iets mis kan gaan het zeker een keer mis zal gaan. Een heel eenvoudig voorbeeld is mijn onderbroek. Ik heb al eens eerder geschreven over het ontwerp van (heren/mannen) onderbroeken, maar dat is er sindsdien niet veel beter op geworden. je zou kunnen zeggen mijn geschrijf helpt niet veel. Maar goed. Ik draag tegenwoordig maar boxershorts. Daarmee kan niet veel mis gaan zou je zeggen. Maar het geval wil dat ook boxershorts een voor- en een achterkant hebben. Voor- en achterzijde zijn niet alleen herkenbaar aan het feit dat aan de voorkant een gulp zit, vaak met een buitengewoon onhandig knoopje, maar ook door het etiket van de fabrikant. U raadt het al: de ene fabrikant hangt zijn etiket aan de voorkant en de andere aan de achterkant. In de niet altijd sterk verlichte omgeving waarin ik mijn onderbroek aantrek is dat etiket een handig hulpmiddel om voor- en achterkant te onderscheiden; als je tenminste weet van welk merk je onderbroek is, en aangezien ik niet erg merkvast ben, moet dat een keer misgaan en trek ik mijn onderbroek achterstevoren aan. dat merk ik dan pas als ik later op de dag op een bij voorkeur vreemd toilet sta en de gulp in mijn onderbroek probeer te gebruiken voor het doel waarvoor hij bestemd is. Dat is echt lastig bij een gulp die op je rug zit... murphy was zeker aan het werk toen we gisteren etiketten wilden printen. We hebben daar al jaren een perfecte oplossing voor: Davi-adres. Al onze adresgegevens zitten erin. Davi-adres draaide al onder Windows 95, ging zonder problemen mee naar Windows 98, Millennium, XP en draaide zelfs zonder mankeren onder Windows Vista. Het zou een keer mis moeten gaan dacht ik en installeerde het weer maar met weinig hoop op de laptop met Windows 7. Alles leek goed te werken, zodat we getroost weer alle adresgegevens hadden bijgewerkt. Tot gisteren. Toen moesten met de deadline van vandaag een selectie etiketten uitgedraaid worden. De selectie werd gemaakt en gecontroleerd, en toen ging het mis. Davi-adres slaagde er niet in de etiketten naar de printer te sturen. Alles gecontroleerd, Davi-adres opnieuw gestart, laptop opnieuw gestart. Maar als het eenmaal mis is is het ook goed mis. De printer bleef onbereikbaar. Dit alles kostte de hele middag. Nu had ik in de loop van de laatste jaren al eens verschillende adresprogramma's bekeken, maar ze misten alle de eenvoud en volledigheid van Davi-adres. Er was nog wel een andere oplossing. Libre-Office geeft de mogelijkheid etiketten uit te draaien, ik was daar al eens mee bezig geweest, maar het etiketformaat moest nog worden aangepast en de adres selectie was onvolledig. Met de aanvulling en verbetering ging de rest van de middag en het begin van de avond heen. Maar het werkte. En om een uur of negen had ik de benodigde etiketten. Ik besloot tevreden een kop koffie te nemen en legde een pad in het senseo apparaat. Daar komt natuurlijk bij dat ik ook voor Anneke een kop koffie maakte, maar op dit moment drinkt zij andere koffie dan ik. Dus ik wisselde nadat haar kop was gevuld snel de pad..., maar het pad in het apparaat bleef met padhouder aan de klep van het senseo-apparaat hangen en viel er toen af, precies in de kop koffie die net gevuld was. Die hield het niet en viel om, zodat ik eerst het aanrecht kon aandweilen voor ik een kop koffie kon drinken. De wet van Murphy.

donderdag 27 september 2012

Vrouwenprobleem

Anneke gebruikt make-up, maar niet erg veel. Daardoor kan ze lange tijd toe met sommige dingen. Bijvoorbeeld met de poederdoos. Ik zeg poederdoos, maar dat is volgens Anneke niet juist. Het is een rond doosje dat als je het opent klapt in de ene helft een spiegeltje heeft en in de andere helft een bakje met samengeperste poeder en een kwastje. Als dat kwastje nu geen kwastje maar een kussentje was geweest... Maar goed, nu Anneke haar linkerbeen niet kan gebruiken, besloot ik op pad te gaan en iets nieuws te gaan halen. Na enig overwegen kwam ik bij het Kruidvat. Er stond een meisje make-up artikelen te sorteren dus ik vroeg haar of ze zoiets had met poeder van dezelfde kleur - ik liet haar mijn poederdoos zien. Ze verwees me naar de make-up afdeling, waar iemand me wel verder zou helpen. Op de make-up afdeling was niemand dus ik keek eerst maar eens of er iets was dat leek op mijn doos, maar aarzelde de verschillende verpakkingen open te maken. Toen ik alle personeel had ingeschakeld, kwam het meisje dat me in eerste instantie had doorverwezen me helpen. Maar ze had geen doosje, of ze had geen doosje in de goede kleur. In ieder geval ze verwees me naar de Hema, want die had ook een make-up afdeling. Bij de Hema was ik gauw klaar. Bij het Kruidvat had ik inmiddels zoveel ervaring opgedaan dat het duidelijk was dat de Hema me niet kon helpen. Ondertussen was ik ICI-Paris gepasseerd, daar moesten ze toch wel zoiets hebben. Het meisje dat me daar na enig wachten hielp, constateerde in de eerste plaats dat ze het merk van mijn poederdoos niet (meer) voerden. Maar ze ging vervolgens vol vertrouwen op zoek naar een make-up van de goede kleur. Voor mij altijd een hachelijke zaak,want ik ben in zekere mate kleurenblind, dus ik moet vertrouwen op het onderscheidingsvermogen van mijn verkoopster. Die kwam na enig zoeken bij een stelling waarin een poeder lag van minstens ongeveer de goede kleur. En toen gebeurde er iets wonderlijks. Je verwacht eigenlijk dat de verkoopster een lege poederdoos pakt en daarin de gevonden kleur poeder deponeert. Doos uit de ene kast en poeder uit de andere kast en klaar is Kees. Een beetje handige verkoopster slaagt er in het zo te verkopen dat de consument de poeder in de doos doet. Maar zo werkt het niet. Blijkbaar worden poederdoos en kleur als een geheel met elkaar verkocht. En toevallig had men die combinatie niet in huis. Een inefficiënte en dure werkwijze. Het maakt in ieder geval duidelijk waarom vrouwen moeite hebben de juiste make-up te vinden. Ik ging onverrichter zake weer naar huis.

vrijdag 21 september 2012

In 't holst van de nacht

Mijn bovenbuurman kwam het parkeerterrein afrijden terwijl ik naar onze auto liep. Hij draaide zijn raampje open en vroeg of ik er iets van wist. Hij had van de mevrouw op 1 gehoord dat de mevrouw op tien met een hoogwerker uit haar appartement was gehaald en met een ambulance afgevoerd. Ik zei dat ik van niets wist, maar dat het me wat onaannemelijk leek, want de mevrouw op 10 (mevr. Br.) woont al enkele maanden in huize de Werve. Oh, nou dan weet ik het ook niet, zei de buurman, hij draaide zijn raampje weer dicht en reed weg. Een half uur later bij de kleine supermarkt om de hoek werd ik aangesproken door meneer vI uit de andere straat van ons dorp: - Weet jij wat er aan de hand was vannacht; de politie had de straat afgezet, de brandweer was er met een hoogwerker en er stond een ambulance. - Ik heb er niets van gemerkt, moest ik bekennen. Toen ik even later weer terugliep was meneer vI inmiddels in gesprek met de heer M. en mevr. J. - Aha, zei M. hier komt de man die alles weet. - Nou, zei vI. hij weet er ook niets van, hetgeen ik moest beamen. Inmiddels was het me wel duidelijk dat er vannacht iets moest zijn gebeurd. Mevr. J. voegde er aan toe dat zij wakker was geweest en aan de brandweer had gevraagd of er brand was, maar dat was niet het geval geweest en dat had haar enigszins gerustgesteld. Waarschijnlijk was er iets met mevr. vG dacht mevr J. Ik zag aan de overkant van de straat de gezusters L., dames die doorgaans goed op de hoogte zijn van wat er gebeurt in ons dorp. Maar in dit geval hadden de dames ook niets gemerkt. Op dat moment kwam de auto van B. aanrijden. Mevr. B. constateerde dat het toch een hele toestand was geweest vannacht. Mevr. vG was op een brancard met een hoogwerker weg gebracht. Zij hadden het hele geval kunnen volgen. De brancard had maar net in het bakje van de hoogwerker gepast... Ik liep weer naar huis. In de loop van de middag belde mevr. L. Mevr vG. bleek te zijn gevallen in de badkamer, ze was vannacht om drie uur al weer thuis gekomen, vermoedelijk met een hersenschudding...

dinsdag 18 september 2012

Buren

Het is langzamerhand geen geheim: de gemeenschap die ons dorp is, veroudert. In dat opzicht verschilt ons dorp niet van de situatie in het hele land. Van belang is daarom dat er in ons dorp ook inderdaad een gemeenschapsgevoel bestaat. Dat komt natuurlijk naar voren in een periode als deze. Anneke ligt het grootste deel van de dag op bed, zodat ze voor haar verzorging aangewezen is op hulp. Ze kan zelfs het bed niet uit om de deur open te doen voor bezoekers. Aangezien de hulp voornamelijk van mij moet komen zou ik ook aan huis gebonden zijn, ware het niet dat diverse buren hun hulp hebben toegezegd. We maken daar ruimhartig gebruik van. Zo zijn er twee buurvrouwen die niet alleen op de bel willen passen maar eventueel ook voor een maaltijd willen zorgen en er is een buurvrouw die aangeboden heeft de was te strijken. Dat geeft me de mogelijkheid om boodschappen te doen en om mee te doen aan andere zaken die tot mijn verplichtingen horen. Zo kon ik gisteren op maandagmorgen een extra reisje naar Den Haag maken voor een belangrijk gesprek van Cobie met haar arts. Omdat er op dat traject nog wel eens treinen uitvallen, nam ik het zekere voor het onzekere en ging met de auto. Toen ik om kwart over acht vertrok dacht ik ruimschoots op tijd te zijn. En ik vertrouwde op mevr. M. die omstreeks half tien de ziekenzorg op zich zou nemen. Ik was goed en wel op weg op de A16, toen via de radio een file van 8 kilometer werd aangekondigd voor de Brienenoordbrug als gevolg van een ongeluk, maar alle rijstroken waren inmiddels weer vrij werd er aan toegevoegd. Desondanks kwam ik voorbij Dordrecht toch min of meer vast te zitten. Het doet een beetje denken aan onze economie. jarenlang leven we met een begrotingstekort en dan komt de VVD die hard op de rem trapt, zodat de economie jaren nodig heeft om weer op gang te komen. Mijn vertraging duurde in dit geval totdat ik op de A13 in de buurt van Delft was. En uiteindelijk kwam ik net op tijd - vijf minuten voor tienen - aan bij het huis van Cobie.

woensdag 12 september 2012

Broeken buiten

Terwijl de regen steeds harder begon te vallen wees de gids op de barokke poort van het begijnhof in Diest. Vroeger, zei hij, ging de grote poort dicht en dan moesten de begijnen eventueel 's avonds door het kleine poortje dat werd bewaakt door de poortwachteres. Hij wees naar het getraliede venster waarachter de poortwachteres zich zou hebben bevonden. Overdag liepen er nog wel wat mannelijke werklieden rond op het begijnhof, maar als de zon onderging liep de poortwachteres met een bel door de straatjes en riep met luider stem: Broeken buiten. Dan moesten alle mannen naar buiten. Zelfs de pastoor moest eruit, maar die hoefde niet zover te lopen: zijn woning stond achter ons. We liepen mee door de poort naar binnen en naar de kerk op het begijnhof in de nu stromende regen en over de hobbelige kinderkopjes. 17e eeuwse bestrating. Ad die in afwachting van een heup operatie een rolstoel mee had genomen kon hier niemand vinden die hem kon voortduwen. Hij moest dit stukje lopen of in de regen blijven staan. Hij deed het eerste en de rolstoel werd hem nagedragen. In de kerk hangen, zei onze gids schilderwerken van 17e eeuwse meesters, maar ze waren in erbarmelijke staat net als de kerk zelf. Mooi was wel de barokke preekstoel en de andere gebeeldhouwde figuren. Wellicht dat er dit najaar geld beschikbaar kwam voor de restauratie. We moesten toch weer naar buiten om een blik te werpen op het huis waar pestlijders werden ondergebracht, op het oude ziekenhuis, de bakkerij en de brouwerij. De begijnen bleken recht te hebben op drie liter bier per dag, weliswaar licht bier, maar toch; het was vermoedelijk gezonder dan water. Door de regen werd onze wandeling door dit stratenbegijnhof drastisch ingekort. Er waren zei onze gids ook huisbeeldjes, maar de originelen daarvan werden nu bewaard in het museum. 's Middags in het museum, terwijl de regen langzamerhand ophield, kregen we meer informatie over die huisbeeldjes. Die dienden in feite om de huizen te identificeren; in die tijd bezaten de huizen nog geen huisnummers. Opmerkelijk was het beeld van Dionysius, die met zijn hoofd in zijn handen stond. Het verhaal was dat Dionysius met twee metgezellen werd onthoofd op Montmartre, maar het niet eens was met de plaats waar hij zou worden begraven, hij pakte zijn hoofd op en liep naar Saint Denis, dat was zijn begraafplaats. De gids had regelmatig scholieren op bezoek en dan vroeg hij ze waarom Dionysius daar stond met zijn hoofd in zijn handen. Een opmerkelijk antwoord van een de scholieren was: hij paste anders niet in de nis die voor het beeld was uitgespaard...

vrijdag 7 september 2012

Botten en benen

Sommige mensen hebben betere botten dan andere. Dat die van Anneke niet van vooroorlogse kwaliteit zijn hebben we al geconstateerd, maar ze is dan ook een oorlogskindje. Voor mensen met botten van die kwaliteit is het beste maar dat ze niet vallen. Dat bleek al bij mijn broer Freerk die zijn eerste arm brak in 1945 en dat was mijn schuld. Want we waren aan het stoeien zoals we bijna dagelijks deden en ik zou hem een trucje leren om zijn tegenstander op de grond te werken. Het trucje werkte, want Freerk kwam op de grond terecht en brak zijn arm. Ook in zijn latere leven heeft hij regelmatig blijk gegeven over botten te beschikken van marginale kwaliteit. De eerste keer dat we er bij Anneke mee te maken kregen was in 1975, toen ze na een vakantie in Les Landes last bleek te hebben van wat ze later noemde startpijnen. Het laconieke commentaar van chirurg dr. Smithuis was: Oh, dat is artrose, daar is niets aan te doen. Onze huisarts, geconfronteerd met dat vonnis, vond dat Anneke toch wel kon proberen wat kalk in te nemen. Baatte het niet, het zou ook niet schaden. Die kuur hield na verloop van tijd zonder resultaat op. Kalk wordt op die manier niet of nauwelijks opgenomen. En dus volgde in begin 1984 de eerste operatie: Mac Murray werd hij genoemd. Toevallig vrijwel gelijktijdig met de behandeling van een gebroken heup van broer Freerk. Artrose openbaart zich met name in de gewrichten en heeft te maken met de kalkhuishouding van het kraakbeen. Er is vooralsnog geen kruid tegen gewassen, maar doet zich vooral voor bij mensen ouder dan de 35 jaar die Anneke toen had. Bij de breuk van afgelopen week ging het echter om osteoporose, en dat, zei onze dokter, is heel iets anders. Osteoporose ontstaat door ontkalking van het bot waardoor de structuur van het been verandert - en vooral slechter wordt. Als ik het goed begrijp veroorzaakt artrose vooral pijn in de gewrichten en breek je gemakkelijker je been als gevolg van osteoporose. Onze huisarts stelt nu voor een behandeling met vitamine D en kalk. Tja...

woensdag 5 september 2012

Een kwestie van sleutels

Toen ik maandag terugkwam uit Frankrijk had ik een flinke was bij me. En nog voordat ik de auto geparkeerd had besloot ik met de was naar boven te gaan en alvast een lading in de wasmachine te gooien. En zo gebeurde. Ik zette de wasmachine op bonte was, veranderde de wastemperatuur in 40 graden en startte de machine. Vervolgens ging ik terug naar beneden haalde de rest van de bagage uit de auto, ging naar boven en zette een kop koffie alvorens de post te bekijken. Toen ik na verloop van tijd de wasmachine bekeek stond hij op 1 resterende minuut. Maar omdat die minuut me te lang duurde schakelde ik de knop naar uit en trok vergeefs aan de deur. Die was geblokkeerd. Na enig geprobeer de machine nog maar eens laten draaien met een snel en gemengd programma. Dat werkte naar verwachting. En al was de wastijd daardoor tamelijk lang, hij was vermoedelijk wel schoon. De was ging in de droger en een nieuwe lading in de wasmachine. Daarbij ook mijn broek, die ik weer lang genoeg had gedragen. Opnieuw koos ik de bonte was en een temperatuur van 40 graden. En opnieuw bleef de machine hangen op 1 minuut. Het was een herhaling van zetten. Was de wasmachine kapot? Of deed ik iets niet goed?

Omdat de koelkast al kapot was kon ik maar weinig eetbaars tegelijk halen. Ik ging naar de winkel om de hoek en constateerde en passant dat ik de autosleutel miste in mijn achterzak. Had ik die zeer ongewoon op het bureau laten liggen? Toen ik weer boven kwam bleek dat de sleutel nog in de achterzak van de juist gewassen broek. Hij was nu ook en zeer langdurig gewassen. Wel de sleutel kwam heelhuids uit mijn broek, maar de afstand bediening werkte niet meer. Een gesprekje met de garage leerde dat men verwachtte dat de sleutel wel weer zou werken als hij droog was. Het beste was een dag wachten.

IK wachtte een dag. Vanmorgen naar beneden, om de krant op te halen en de sleutel te proberen. Met de afstandbediening op de auto gewezen en ja hoor het licht ging aan en uit. Terug in de lift vond ik een sleuteletui met een set sleutels. Even moest ik denken aan de sleutels van mevr. M. Maar ik wilde ze niet hier in de lift laten liggen en nam ze mee naar binnen. Ik legde mijn eigen sleutels op de plaats waar ik ze normaal bewaar en liep met de gevonden sleutels weer naar buiten. Toen ik de deur achter me dicht had getrokken realiseerde ik me dat ik mijn eigen deur niet meer in kon… Al traplopend had ik al gauw gevonden dat de gevonden sleutels van mevr. R op 8 waren; maar zij bleek niet thuis. Dus ik naar de heer dJ. die een sleutel heeft van ons huis en ik leende onze eigen sleutel, waarmee ik weer binnen kon komen. Nu maar een briefje in de lift gehangen dat ik een set sleutels had gevonden en afwachten wat er zou gebeuren. Mevr. R. kwam terug van de kerk en haalde haar sleutels op.

NU met de auto naar de mediplus om te zien of ze een rolstoel hadden voor Anneke. Maar mijn autosleutel werkte niet. Dat is vervelend, want ik kan de auto wel in zonder afstand bediening, maar dan gaat het alarm af en bovendien start de auto niet. Ik besloot op de fiets te stappen en naar de garage te gaan om te zien of ze de afstand bediening weer aan de gang konden krijgen. Na verloop van een half uur verteld de man van de garage dat hij er niet in slaagde. Maar er was een manier om de auto ook met sleutel te openen, te starten en te sluiten…

zondag 2 september 2012

Uitstel

 

DSC00797

Tussen het moment dat Anneke het ziekenhuis werd binnengebracht en het moment dat Steve en ik daar aankwamen had Anneke in ieder geval bezoek gehad van de chirurg die haar zou opereren. De man maakte een heel onzekere haast mensenschuwe indruk. Hij keek eigenlijk niemand aan en na de diagnose zei dat hij zou proberen Anneke die vrijdag nog te opereren en anders zaterdagmorgen. Nu bleek zaterdagmorgen een rekbaar begrip. De operatie zou plaats vinden tussen 8:00 en 14:00. Niemand kon zeggen wanneer precies, het was uiteindelijk de afdeling spoedgevallen en ieder volgend geval kon meer spoed hebben dan het vorige. Aan de andere kant voor het bezoek doet men ook niet moeilijk. Er is een doorlopende mogelijkheid van bezoek tussen 11:00 en 20:00. Zaterdag, terwijl de familie zich langzamerhand bij Benna verzamelde, was het even afwachten wat er nu precies zou gebeuren. Nu was het plezierig dat Céline in dit ziekenhuis werkt. Zij kende de mensen en belde een poosje heen en weer. Uiteindelijk bleek dat Anneke tegen elf uur zou worden geopereerd. En Anneke belde zelf met de mededeling dat ze verwachtte om een uur of twee wel weer uit de narcose bij te zullen komen. Toen Céline om een uur of twee nog eens poolshoogte nam, bleek de operatie achter de rug, maar Anneke zou nog wel tot half vier op de uitslaap kamer liggen.

Toen wij Céline en Richard, Ieneke en ik om goed vier uur aankwamen lag Anneke nog steeds op de uitslaapkamer. Eindelijk om half vijf kwam ze boven op haar kamer – Céline had uitgezocht welke dat was – en wonder boven wonder de arts kwam ook even kijken. Hij bleek zeer bereidwillig de resultaten van de operatie te laten zien en ook de toestand van het been van Anneke. Hij dacht dat Anneke wel tot dinsdag of woensdag zou moeten blijven. Dat betekent woensdag zeiden de verplegers die hem kennen. Maandag zou het gips worden vervangen door een lichter harnas van kunsthars, maar toen we vanmiddag kwamen kijken bleek dat ook weer een dag te zijn uitgesteld. 

zaterdag 1 september 2012

Geen goed been

Steve en ik reden op een tamelijk ingewikkelde manier van Breda, waar Steve me had opgehaald naar Esquelbecq. Toen we vertrokken was het ongeveer elf uur en Steve had er al de trip van Nijmegen naar Breda op zitten. Het was duidelijk dat we onderweg iets zouden proberen te nuttigen. Al bij St Job in ‘t Goor raakten we in de file. Een harmonicafile die zoals we via de radio vernamen zou duren tot Antwerpen Borgerhout. We besloten toen we uiteindelijk zover waren de Liefkenshoektunnel te nemen, asl we dan al niet veel zouden winnen in tijd hadden we in ieder geval het gevoel dat het opschoot. De ring om Antwerpen geeft na de tunnel de mogelijkheid te kiezen voor de richting Antwerpen of voor de richting Brugge. We kozen voor de richting Brugge hoewel ik wist dat er langs die weg geen enkel restaurant ligt (of staat). Maar toen we eenmaal de weg naar Aalter waren ingeslagen stond er bij een stoplicht een drietal bordjes met restaurant namen. We sloegen linksaf en reden kilometer na kilometer maar de restaurants waren ver weg en bleken dan gesloten. Uiteindelijk troffen we een uitspanning de Jagershof, waar men ons welwillend een croque-monsieur voorzette. Toen we weer op de weg zaten bleek dat we niet ver meer van Aalter af waren. Vandaar wees de weg zich min of meer vanzelf. Steve reed en ik dommelde langzaam weg. Tot (we waren al een eind voorbij het kruispunt Jabbeke) de telefoon ging; dat was Benna  die de telefoon al gauw doorgaf aan Anneke. De verbinding was slecht, maar ik verstond gebroken knie en ziekenhuis Rosendael. Wie heeft een gebroken knie? Ik zei Anneke. Benna is hier, die wordt straks wel thuis gebracht door Céline.

Een gebroken knie kwam wel erg slecht uit voor het familieweekend. Maar Steve realiseerde zich – een geluk bij een ongeluk – dat we door de weg die we hadden gekozen nu vlak langs dat ziekenhuis zouden komen. Dat ziekenhuis is overigens een centre hospitalier. Een enorm gebouw. We parkeerden de auto van Steve en liepen naar binnen, waar we werden doorverwezen naar de spoedopname afdeling, want daar was Anneke nog. Het duurde nog een kwartier tot één van ons werd toegelaten. En zo kwam ik bij het bed van Anneke in een heel klein kamertje. Ze lag er wel opgewekt bij maar haar wangen waren iets te rood, ze lag aan een infuus met paracetamol en wilde in de eerste plaats haar avontuur vertellen. Ze was gewoon de vorige avond om half elf naar de caravan gegaan met de nodige spullen, voor de caravan was ze blijkbaar uitgegleden over de houten vlonders die daar liggen. Gelukkig had ze haar mobieltje en de tegenwoordigheid van geest om Benna te bellen. Die had haar samen met Georges opgetild en in bed gelegd. De nacht was Benna bij haar gebleven, maar ‘s morgens bleek wel dat het niet vanzelf over zou gaan. Nu lag ze in bed en liet me haar linkerbeen zien dat zwaar was opgezwollen. Maar weer haar linkerbeen. Aan dat been was ze begonnen met de MacMurry-operatie, vervolgens tien jaar later een nieuwe heup, weer tien jaar later een breuk vlak boven de enkel en nu dus een breuk in wat werd genoemd het tibia plateau.

Het was afwachten wat de chirurg zou doen, die had beloofd een operatie uit te voeren misschien vrijdag nog en anders zaterdag… 

woensdag 22 augustus 2012

Masochisme

Nederlanders lijken voorzien van een behoorlijke dosis masochisme. Dat kan haast niet anders. Ze genieten van de crisis en willen dat graag dat die zo lang mogelijk duurt. Men zegt dat de economie zeer sterk bepaald wordt door het optimisme van de consument. In tijden van crisis wordt de consument voorzichtiger en stelt zijn uitgaven uit tot betere tijden. In deze tijd waarin de consument het af laat weten zou je zeggen dat positieve signalen worden opgepakt en versterkt en zo: In het afgelopen kwartaal groeide de Nederlandse economie met 0,1% en deed het daarmee beter dan de Belgische die met 0,2% afnam. Een positief signaal, tijd voor optimisme, maar niet in Nederland. De dag na dit positieve bericht meldde de krant dat er geen reden was voor optimisme, want dat het toch erg slecht ging met ons. Via de media worden we onmiddellijk terug gefloten op het moment dat enig optimisme zou kunnen ontstaan, waaruit onze consumptie zou kunnen toenemen. Ik ben het eens met prof Eijffinger die gisteren voor de radio constateerde dat in deze verkiezingstijd de meest idiote voorstellen en standpunten worden gelanceerd. Het ging in dit geval over Brinkman betoogd dat Nederland maar voor binnenlands gebruik een florijn moest invoeren. Eijffinger gaf aan dat het uitstappen uit de Euro de Nederlandse economie direct ca 2200 miljard zou kosten en door secundaire effecten omstreeks 4000 miljard! Maar idiote voorstellen krijgen in onze media een zeer breed forum. De media genieten van het afbreken van de euro en rechts-radicale opvattingen. Anders zouden deze niet zoveel aandacht krijgen. We constateren dat Nederland het moet hebben van de handel. Ons nationaal inkomen wordt voor ca 70% gevormd dankzij onze export en van die 70% is meer dan de helft afkomstig uit Europa, waaronder Griekenland. Steun aan Griekenland betekent niet geld gooien in een bodemloze put zoals sommigen menen te denken. Steun aan Griekenland is een poging onze inkomstenbron in stand te houden.

vrijdag 10 augustus 2012

Duurzaam

Vandaag een tochtje naar Zutphen voor een bezoekje aan een oude vriendin. Oud gaat in dit geval niet direct over de leeftijd maar over de duur van de vriendschap, al wordt zij al net als wij er niet jonger op. Ze heeft het in haar leven niet zo gemakkelijk gehad. En de laatste jaren heeft ze te kampen met een aantal fysieke problemen. Ze heeft een nieuwe knie en dat ging helemaal goed, alleen na verloop van tijd kreeg ze veel pijn en het enige wat de specialist kon uitbrengen was dat het niet aan de knie lag. Een tamelijk onbevredigend antwoord. Het gesprek liep door en ik luisterde maar ik moest voor me zelf vast stellen, dat hoewel ik het hele verhaal volgde, ik na drie minuten niet meer wist wat ze had gezegd, wel dat het over haar zelf ging en hoeveel baat ze had bij de osteopaat. Na de middag een tweede bezoekje in Velp. Opnieuw een alleenstaande vrouw, 15 jaar ouder dan de eerste, een oud familielid. Ze zit in een rolstoel en toen we aankwamen zat ze bij de hersengymnastiek in het zorgcentrum waar ze woont. Toen ze ons zag onderbrak ze de bijeenkomst en nam ze ons mee naar haar kamer. Met haar rolstoel manoeuvrerend in haar keukentje zette ze thee. Ze vroeg ondertussen hoe het met ons ging. Ook deze vrouw heeft geen gemakkelijk leven gehad, maar haar eigen ongemakken kwamen niet aan de orde. Ze volgde met aandacht de wereld om haar heen. Twee vrouwen, een opmerkelijk contrast. Terug in Breda besloten we een hapje te gaan eten in een restaurant dat de laatste jaren een aantal malen van eigenaar is veranderd en sinds kort een nieuwe start heeft gemaakt. Op de kaart stond tonijn (duurzaam gevangen)..., een kwalificatie die tot nadenken stemt, temeer omdat deze aanduiding niet bij de andere visgerechten stond. Waren die vissen niet duurzaam gevangen? Betekende dat dat ze nog weer zouden kunnen ontsnappen? We vroegen het aan de dame die ons bediende. Zij vertelde dat de duurzaamheid zat in de manier waarop de vis werd gevangen, n.l. met een haakje i.p.v met een net. Want in een net werd de vis over de zeebodem gesleept en was dan aan alle kanten beschadigd en voorzien van beurse plekken voor hij boven water kwam. Ik twijfelde en ging voor de heilbot waarvan de dame op dat moment niet zeker wist of hij duurzaam gevangen was, maar ze zou het telefonisch navragen. Het resultaat was voorspelbaar: ook de heilbot was duurzaam gevangen. Een geruststellende mededeling, want stel je voor dat hij verdween tussen de keuken en de tafel. En toch... toen ik de heilbot op had had ik het gevoel dat er weinig duurzaams meer aan was.

dinsdag 7 augustus 2012

Ons dorp

Mevr B. ligt in het ziekenhuis. Dat bleek toen ik haar 91-jarige buurman tegenkwam. Hij vertelde dat hij mevr. B had moeten helpen uit haar bed te komen. Ze kon van de pijn haast helemaal niets meer. De heer R. had ervoor gezorgd dat de ambulance was gekomen die haar had meegenomen. De heer R. zei erbij dat hij niet verwachtte dat mevr B nog terug zou komen. Ik zei dat dat jammer was, zoals ik al eerder heb aangegeven mevr. B is een gewoon een heel aardige vrouw. De heer R. keek me eens aan en zei min of meer schouderophalend, ach we moeten toch allemaal dood. Hij had natuurlijk gelijk en hij heeft recht van spreken en maakt ook niet de indruk zich erg druk te maken over zijn eigen verscheiden. Wel rijdt hij nog iedere zondagmorgen naar een Albert Heijn in de buurt waar een goede parkeergelegenheid is en zorgt hij zelf voor zijn natje en zijn droogje. Ergens in april, denk ik, kreeg ik een telefoontje van iemand met de naam R. die me vroeg om eens te kijken hoe het met R. was. De beller was een neef en jarig die dag en R. had hem gebeld om hem te feliciteren, maar toen de neef hem had willen terugbellen, had hij geen gehoor gekregen. Toen ik naar het huis van R. ging en belde eed hij vrijwel meteen open. Hij beloofde zijn neef terug te bellen. Daar blijkt dan toch maar uit dat R. goede contacten heeft binnen zijn familie en aan die familie blijkbaar heeft verteld dat wij een sleutel hebben van zijn huis. Na haar laatste bezoek aan de fysiotherapeut had ik Anneke gevraagd eens bij mevr B. binnen te lopen. Dat heeft Anneke ook gedaan. Haar bezoek werd op prijs gesteld, maar ook daaruit bleek dat mevr. B. het niet erg vond om dood te gaan, maar ze hoopte nog wel haar 85e verjaardag te halen. Die verjaardag was 3 augustus. Dat heeft ze dus gehaald al vind ik het jammer dat ze die dag niet thuis heeft kunnen vieren.

donderdag 2 augustus 2012

Pas op voor de meeuwen

We gingen naar Den Haag met de trein die dit keer op tijd reed en een tram die zo leeg was dat we verschillende haltes konden overslaan. Cobie zat te kijken naar de televisie, maar zette die uit toen we binnen kwamen. We vroegen hoe het ging en Cobie informeerde naar onze gezondheid. Een gewoon bezoekje dus. Alleen: om ongeveer elf uur moest Cobie nodig en ze drukte dus op haar alarmhorloge. Na verloop van tijd kwam de stem van Graciella, ook wel weer een bijzondere naam die op de melding van Cobie dat ze naar de w.c. moest, antwoordde dat het personeel bezig was met de overdracht, dus Cobie moest nog maar even wachten. Omdat het gezicht van Cobie toch enige zorg uitdrukte hebben wij haar geholpen. Maar na een half uur was er van de toegezegde hulp nog steeds niemand. Ik raak in die situaties altijd een beetje geïrriteerd. Toen we weg gingen hebben we er Graciella op aangesproken. Die erkende onmiddellijk schuld, maar vond overigens dat ze het wel erg druk had met de overdracht en de voorbereiding vna de lunch en…

Meestal maken we van ons bezoek in Den Haag gebruik voor een bezoekje aan Garoeda aan de Kneuterdijk, maar dit keer hadden we het eten over gebleven van gisteren al klaar staan en we besloten wel op de Kneuterdijk uit te stappen, maar dit keer de andere kant uit te lopen naar de viskraam naast het Binnenhof voor een broodje paling. Terwijl ik in de rij stond hoorde ik de visboer al iemand waarschuwen voor de meeuwen. Ik keek eens om me heen en zag een aantal zilvermeeuwen bedrijvig heen en weer lopen, grote vogels met een snavel van ca. 5 cm. Toen ik mijn broodjes met paling had en er mee weg wilde lopen, zei de visboer opnieuw: pas op voor de meeuwen. Dus ik bracht die boodschap over aan Anneke. Anneke vroeg: zei die visboer dat, en op mijn bevestigend antwoord. Ik ga hier toch even zitten. Er stonden een stuk of tien tuinstoelen met de rug naar de hofvijver. Ik ging naast haar zitten. Op dat moment waren er eigenlijk geen meeuwen in zicht, alleen duiven liepen er rond te scharrelen. Al die vogels zijn gewend aan de mensen om hen heen en zo brutaal als wat. We namen een hap en keken om ons heen naar de mensen die van en naar het Binnenhof liepen. Plotseling hoorde ik een geluid en voelde een heftige beweging naast me. Toen ik die kant op keek was Anneke haar broodje met paling kwijt en voor ons liepen drie of vier meeuwen de buit te verdelen. Een van hen had in een duikvlucht komende van achter ons haar broodje gestolen. Gelukkig had ik al een groot deel op zei Anneke…

Van de schrik hebben we aan de Korte Poten toen maar een kop koffie genomen.

vrijdag 27 juli 2012

Opa

Ik heb een cadeautje voor je, zei Steve, toen hij in Esquelbecq binnenkwam. Steve kwam rechtstreeks uit Nijmegen, waar hij met veel enthousiasme de 4-daagse had gevierd. Want het feest had 8 dagen geduurd. Vier dagen van voorbereiding en dan vier dagen van wandelen. Hij had zelf niet meegelopen, maar wel langs de kant staan aanmoedigen. Vier uur lang in je handen klappen zei hij. Maar donderdags was hij ziek geweest, hij kon niet meer tegen zoveel bier. Ik verwonder me over dat soort uitspraken uit de mond van een 23-jarige. Ze verwijzen naar een lang verleden van veel bier... Maar tijdens de vier-daagse had hij dus een cadeautje voor me gevonden. Ik pakte het uit: een luierpakje, maar dan een voor een wel heel kleine baby.
En zo kun je een rol vervullen in het leven.

dinsdag 24 juli 2012

Frans

Als we in Frankrijk zijn - zelfs als we maar naar onze caravan in Esquelbecq gaan - ga ik 's morgens graag naar de dichtstbijzijnde bakker om de krant te halen en een broodje voor Anneke en mij. Dat soort eenvoudige genoegens geeft me het gevoel in Frankrijk te zijn. In Esquelbecq is tegenover de bakker een café en als dat open is doe ik opnieuw op zijn Frans, loop naar binnen, geef de aanwezigen een hand en vraag een kop koffie. Zo ook vanmorgen. Er stond maar één man aan de bar, iemand die ik deze week al eerder had gezien en die met de vrouw achter de bar stond te praten. Maar toen deze laatste een nieuwe klant ging helpen die een lot wilde kopen, richtte hij het woord tot mij. Ik verstond hem niet goed en ging iets dichter bij hem staan. Hoewel zijn tekst nu duidelijker was kon ik er toch geen touw aan vastknopen. Dit leek me onvervalst ch'ti. Gelukkig had Steve die de vorige avond in Esquelbecq was aangekomen een filmpje van het internet gedownload. Het was een filmpje over hoe je kunt doen alsof je Frans spreekt. Echt een heel praktisch filmpje in vijf stappen. Ik ging er van uit dat het filmpje voor andere talen die je niet beheerst ook van toepassing zal zijn. Trouwens deze eerste stap lijkt me te werken bij iedere gesprekspartner die graag zichzelf hoort praten. De eerste stap is: aanmoedigend knikken en bevestigende stemgeluiden maken. Deze eerste stap was voor mij dit keer voldoende: ik deed dus of ik de man verstond en moedigde hem met gebaren en gezichtsuitdrukkingen aan. De vrouw achter de bar kwam er weer bij staan en keek of ze er ook niet veel van begreep. Maar tegen die tijd had ik mijn koffie op; ik legde mijn vertering op de bar, nam mijn krant en de broodjes en ging terug naar de caravan. Zou die man er in getrapt zijn?

maandag 23 juli 2012

Verhuizen

We hadden er eigenlijk niet veel mee te maken, maar omdat we toch in Frankrijk waren mochten we mee gaan kijken en helpen. Odile zou verhuizen naar het huis dat  Alain inmiddels gehuurd had in Wormhout. We gingen om negen uur naar het appartement van Odile. Georges had een busje van de zaak geregeld. Wij reden met Benna mee en toen we het busje hadden opgehaald reed Georges achter ons aan. Het was toen wel wat later dan negen uur, maar in het appartement van Odile was niemand.

Weet je wel zekere dat we hier moeten zijn vroeg Georges. Bel ze eens.

Benna belde, maar kreeg een voicemail; ze controleerde het telefoonnummer en belde nog eens. Nu kreeg ze contact: Alain was in aantocht en verscheen ook na korte tijd. De deur van het appartement ging open en bood een chaotische uitstalling van meubilair, dozen pakjes en losse voorwerpen. Het maakte niet de indruk dat Odile zorgvuldig had vooruitgekeken. Maar er stond een pot koffie op de koelkast die nog werkte naast de vrieskast die ook nog werkte.

Na enig beraad begonnen de broers van Georges op te pakken en uit te ruimen wat voor de hand lag. Op die manier maakten ze ook de weg vrij naar de zaken die daar achter stonden en lagen. Ik besloot een paar stoelen naar beneden te brengen. Stoelen hebben het voordeel dat ze niet zo zwaar zijn (meestal) en veel ruimte in nemen, maar het nadeel dat ze zo’n onhandig formaat hebben dat je er niet meer dan twee tegelijk kunt vervoeren. Het appartement van Odile ligt op de derde etage van een gebouw zonder lift. Ieder stuk van de inboedel moest dus drie trappen afgedragen worden. Toen ik dat drie keer gedaan had en al aardig buiten adem was vond Benna dat het tijd werd dat we eens gingen kijken naar de plaats waar het meubilair heen moest. Toen we daar aankwamen – het was toen half twaalf geworden en Benna had wat boodschappen gedaan – vonden we een huis waarvan de openslaande achterdeuren open stonden, maar er was niemand in huis. Er stonden stoelen genoeg en het weer was niet slecht, zodat we er maar bij gingen zitten. Na verloop van tijd verscheen Odile met de nodige sleutels. Ze deed de garagedeur open en even later kwam het busje met Georges en Jean-Bernard. Het busje was om half een uitgeladen – maar ik ben benieuwd of Odile haar spullen weer kan terugvinden, want afgezien van de stoelen en de tafel waren alle dozen en pakken naar boven gebracht - waarna iedereen er bij ging zitten: het was tijd voor het aperitief. 

Of toch niet; het wachten was nog op het tweede busje, waarin Alain ook brood etc. voor de lunch zou meenemen. Om twee uur werd zelfs Georges een beetje ongeduldig; hij belde zijn broer; die schatte zijn aankomst over drie kwartier. En inderdaad tegen drieën kwam Alain met de lunch en de rest van het verhuispersoneel. We zaten nu met dertien man om de tafel. Een zeer ontspannen gezelschap. Verhuizen is in zo’n situatie een gezelschapsspel. Tegen kwart voor vier ging het gezelschap weer op stap voor een volgende lading en de rest.

Wij gingen weer naar huis, zoals gezegd eigenlijk hadden we er niet rechtstreeks mee te maken. Dus hoe het verder gegaan is weet ik niet, vermoedelijk was aan het eind van de dag toch de inboedel van Odile verplaatst. Georges was tegen negen uur weer thuis.

donderdag 12 juli 2012

Hoogtevrees

Ik heb last van hoogtevrees, en aangezien ik niet beter weet dan dat ik hoogtevrees heb is dat geen zaak om me al te druk over te maken. Maar als ik merk dat mijn dochter ook hoogtevrees heeft komt wel eens de vraag op: is het erfelijk? of heb ik mijn vrees op haar overgedragen? Maar ik heb ook last van zeeziekte en dat was lastig toen het begin van mijn carrière op zee bleek te liggen. Er waren verschillende verklaringen in omloop, een daarvan die speciaal op mij van toepassing was, was de omstandigheid dat ik geen alcohol gebruikte. Wat later zei mijn baas (de 2e machinist) dat mijn zeeziekte te maken had met mijn evenwichtsorgaan. Dat heeft me steeds een heel plausibele verklaring geleken; bovendien een mankement aan mijn evenwichtsorgaan zou natuurlijk heel gemakkelijk erfelijk kunnen zijn. Het betekende echter dat ik niet meer de steile trappen af mocht waarlangs we de ladingtanks controleerden. Nog niet zo lang geleden bedacht ik dat mijn hoogtevrees ook met dat evenwichtsorgaan te maken zou kunnen hebben. Een aantrekkelijke gedachte: iets wordt minder erg als je het kunt verklaren. Toch is het met hoogtevrees wel vreemd gesteld. Mijn eerste herinnering eraan stamt uit mijn HBS-tijd: toen we nog konden zwemmen in het Amsterdam-Rijnkanaal ter hoogte van waar toen een hoogspanningsmast stond. Een soort Eiffeltoren in het klein die natuurlijk beklommen moest worden. Ik kwam niet veel verder dan drie meter van de grond. Enkele jaren later had ik daarentegen geen enkele last met het uitzicht van het Empire State Building. Kennelijk is de omgeving een belangrijke factor. Hoogtevrees lijkt ook een eenmalige gebeurtenis te kunnen zijn. Zo vertelde een collega ooit dat hij ooit uitgenodigd was om in het kraaiennest van een jager van de marine te komen kijken. Hij genoot van het uitzicht, maar toen hij het luikje opende waardoor hij weer naar beneden moest werd hij bevangen door de hoogte en heeft het uren geduurd voor hij weer naar beneden durfde. Iets soortgelijks vertelde een kennis me nog deze week. Hoogtevrees is wijdverbreid. Zo ging ik deze week met twee buurmannen op bezoek bij iemand op de tiende verdieping omdat er iets mankeerde aan het kozijn van zijn raam. Ik moest - het balkon betredend - iets overwinnen om te doen of het gewoon was, maar mijn tochtgenoten gaven luid en duidelijk uiting aan hun vrees om bij het hek van het balkon te komen. Bovendien treedt een zekere gewenning op. Dat was ook met zeeziekte, als je langere tijd op zee zit wen je geleidelijk aan de deining - en wellicht je evenwichtsorgaan ook. Zo is het met hoogte ook. Een van mijn grootste hoogte problemen - een probleem dat ik niet steeds kan vermijden - is het rijden in de bergen. Als de weg omhoog gaat verstart mijn lichaam en stokt mijn adem. En vooral in de haarspeldbochten van wegen die maar net breed genoeg zijn om naast mijn auto ook nog een tegenligger door te laten. Ik begrijp niets van de mensen die vol vertrouwen in de techniek zulke wegen inrijden alsof het vanzelf spreekt. Maar wonder boven wonder: ook daar is sprake van een zekere gewenning. Als je dezelfde weg een aantal malen gereden hebt blijkt wat zich eerst voordeed als uitermate steil geleidelijk te veranderen in iets dat gewoon is.

woensdag 4 juli 2012

Galliërs

 

DSCN5770DSCN5757

Het is moeilijk een goed beeld te krijgen van de wereld van de Galliërs. Mijn neiging was voortdurend het begin van de romanisering van het gebied min of meer te laten samen vallen met de gewapende bezetting door Caesar die zoals bekend in 52 vC in de slag bij Alésia Vercingetorix versloeg. Die slag en de omstandigheden ervan worden met de modernste hulpmiddelen weergegeven in het splinternieuwe Muséoparc bij Alésia. (zie de foto linksboven.

Maar mijn beeld van de wereld van de Galliërs werd wel wat onderuit gehaald, o.a. door de vaas van Vix. Het is een bronzen vaas van 1m 60 hoog  en hij staat op een sokkel van 75 cm diameter. Hij is kennelijk gebruikt voor wijn en kan daarvan zo’n 1100 liter bevatten. Je kunt er eigenlijk wel een bad in nemen. De vaas werd (in 1953) gevonden in de buurt van Mosson waar wij verbleven Maar het bijzondere is dat deze ‘vaas’ al 2500 jaar oud is, dat wil zeggen zo’n 400 jaar ouder dan de trektocht van Caesar. Hij – de vaas – schijnt gemaakt te zijn in Zuid-Italië in brons volgens de verloren wasmethode. Volgens welke maatstaf dan ook: een dergelijke vaas (de grootste die ooit in West-Europa werd gevonden) vertegenwoordigt een vermogen. En dat wil zeggen dat er in die tijd een uitgebreide handel moet zijn geweest tussen het gebied van de Galliërs en het gebied rond de Middellandse Zee. Het gebied rond Chatillon sur Seine en Mosson lag op een route waarlangs tin werd vervoerd vanuit Engeland en (blijkbaar) wijn en andere dingen de andere kant uit. Met dergelijke handelsbetrekkingen moet de romanisering van Gallië al veel eerder zijn begonnen dan ik dacht.

Tempeliers

 

DSCN5802

Onze gastheer voor het weekend in Mosson is geïnteresseerd in het lot van de Tempeliers en stelde – nadat hij ons verteld had dat de Tempeliers in 1314 hadden opgehouden te bestaan - een tocht voor door de streek opzoek naar de sporen die ze hadden achtergelaten. We kwamen uiteindelijk terecht in Bure-les-Templiers. Als de Tempeliers niets anders hebben achtergelaten dan is in ieder geval de naam overgebleven. In Bure moet een commanderij geweest zijn. Onze voorbereiding was niet geheel perfect, want volgens de folder die we hadden – maar natuurlijk slechts gedeeltelijk gelezen, want waar heb je een reisleider voor? – zou wat er over was van de commanderij om half drie open zijn voor bezichtiging en wij kwamen om kwart over 12. We hadden geluk want uit de ruïne kwam een jongeman die weliswaar bedenkelijk naar zijn horloge keek (voor hem was het waarschijnlijk ook lunchtijd) maar ons desondanks een rondleiding gaf door het complex. We stonden opdat moment voor een kerkje uit de 11e eeuw met voor ons rechts een aanbouw uit de 14e.  Aan de andere kant – dus links – was de gerestaureerde gevel van wat eens de commanderij moet zijn geweest. Het hele complex was gekocht en opgeknapt in 1516 door Jacques Aymer de la Chevallerie, lid van een familie die het geheel lange tijd in zijn bezit heeft gehad, maar uiteindelijk was het geheel toch vervallen. Maar nu was het cultureel erfgoed en hadden de inwoners van Bure er de schouders onder gezet om het weer in toonbare toestand te krijgen. Er wonen in Bure ook nog geen tweehonderd gezinnen, zodat de gemeentelijke bijdrage van ruim € 800 000 alleen voor de kerk toch een geweldige opgaaf lijkt.

In onze moderne tijd echter hangt er rond de tempeliers een sfeer van geheimzinnigheid die wordt onderstund door verhalen als de Da Vinci –code. In ieder geval heeft in 1958 nog iemand een stuk van het complex opgeblazen op zoek naar de schat van de tempeliers die toch ergens moest zijn. Na de explosie zag het complex er min of meer uit als op de foto. Het betekent een hoop extra werk voor de mensen die de zaak proberen te herstellen.

vrijdag 29 juni 2012

Het weer

 

DSC00615

Op dinsdag waren onze Engelse buren alweer verdwenen, sindsdien staat hun huisje leeg. Op woensdag was er een Indonesische maaltijd in het restaurant van de camping. Tijdens deze maaltijd waarvan 58 mensen mee-aten maakten we wat beter kennis met onze buren: Piet en Thea uit het huisje naast ons en Peter en Diane die met een caravan een eindje verderop staan. Piet hoopt nog eens helemaal met de fiets de camping in te rijden maar het is hem tot nog toe niet gelukt door de steile helling van het laatste stuk.

Gisteravond tegen zeven uur was ik bezig met de voorbereiding van de maaltijd toen uit de donkergrijze wolken die steeds dichterbij kwamen gerommel weerklonk. Er was een onweer in aantocht, maar de temperatuur was hoog en er was geen wind; we konden gewoon toekijken hoe het onweer over het dal voor ons langs trok. Het bleef zelfs nagenoeg droog. Ondertussen was al wel te zien dat na de blauwe lucht die volgde op de onweersbui een nieuwe bui zich aan het vormen was, of misschien was hij er al wel en was hij alleen nog maar ver weg. Terwijl we nog naar de lucht stonden te kijken kwam een man langs om bij ons eens polshoogte te nemen, voor als de volgende bui echt hevig zou worden. Hij constateerde dat het huisje naast ons leeg stond, zodat hij met zijn partner daar wel op het balkon kon schuilen als het nodig was. Hij bivakkeerde in een lage tent.  

Enfin een goed uur later bereikte de bui onze heuvel met wat meer geweld dan de eerste. Hij werd zelfs vergezeld door een hagelbui. En hoewel sommige hagelkorrels al aardige afmetingen hadden, was er niets om ons zorgen te maken. En terwijl de bui verder trok kwamen de bewoners van de huisjes weer naar buiten en verzamelden hagelstenen om te laten zien hoe groot ze wel waren. Ondertussen scheen de maan in het eerste kwartier door het nieuwe gat in de wolken. Een ieder liep nog steeds bloot en er was geen wind. Het was duidelijk nog steeds warm.

Aan de wolken achter het gat was overigens wel te zien dat er nog meer buien op ons af kwamen. En inderdaad weer een uur later het was inmiddels elf uur en we stonden op het punt naar bed te gaan. Begon het onweer opnieuw, nu met een vrijwel onafgebroken ontlading van lichtflitsen. Op het dak van ons huisje harde klappen: alsof iemand met stenen gooide. Wel dat was ook zo, alleen was er niet iemand. Het was het weer. Het weer smeet nu met echt grote hagelstenen. Toen ook deze bui voorbij was zaten er vele butsen in het dak van de auto. Op de foto hierboven een van de stenen die op onze veranda terecht kwam.

Vanmorgen bleek natuurlijk dat de meeste auto’s schade hadden opgelopen. Op die van mij zie je het beter omdat die licht zei Piet. Onderweg naar de ingang passeerden we de caravan van Peter en Diane: hebben jullie nog schade? Ja er is een hagelsteen dwars door de ruit van de caravan heen gegaan. We bewonderden de schade en zagen ondertussen om ons heen dat hun caravan niet de enige was met moeilijkheden.

woensdag 27 juni 2012

Montceau-les-Mines

 

DSC00595

Van oudsher is deze streek rijk aan delfstoffen. Zo zagen we in het museum van Bibracte dat de Galliërs hier al goud wonnen. Dat moet een moeizaam proces zijn geweest. Het erts zoals wij het zagen bevatte minieme korreltjes goud, je zag hier en daar een glinstering. Maar in de 18e en 19e eeuw werd Bourgondië een belangrijke mijnstreek die zich concentreerde rond Le Creusot en Montceau-les-Mines. Ik was al verscheidene malen in Le Creusot geweest. Daar had de familie Schneider –afkomstig uit de Elzas -  een wereldbedrijf gesticht, dat vooral bekend was in de 19e eeuw door de wapenfabricage. De bevolking van Le Creusot werkte voor Schneider, werd opgeleid door Schneider en kreeg pensioen van Schneider. Er is zelfs een petitie ingediend om Le Creusot te hernoemen tot Schneiderville.  Het is er niet van gekomen. De Schneiders leefden in wat eens de kristalfabriek van Marie-Antoinette was geweest: een Versailles in het klein. Die fabriek is er nog steeds, nu als museum. 

In Montceau-les Mines was ook een staalbedrijf, maar sociaal gezien het tegendeel van dat van de Schneiders. De arbeiders werden spreekwoordelijk uitgebuit. Het bedrijf heeft niet zo’n goede naam gekregen. Ik was eigenlijk benieuwd wat er nog over was in Montceau uit die tijd. De gids geeft weinig bijzonderheden over Montceau. Er is een mijnbouwmuseum dat ‘s middags open is. Montceau ligt een kleine 50 kilometer hiervandaan dus toen wij daar aankwamen liep het tegen twaalven (we vertrokken pas om kwart voor elf). We namen dus een lunch in een brasserie waarvan ik de naam niet heb onthouden, maar waarvan ik zou zeggen: de keuken was niet Haute Cuisine. Na de lunch dus naar het museum dat niet in Montceau zelf staat, maar in het aangrenzende Blanzy. We vonden het museum maar bleven voor de deur staan: het is inderdaad ‘s middags open , maar alleen op zaterdag en zondag en feestdagen. Of voor groepen op afspraak.

Montceau is wel de plaats voor de monumenten voor de mijnwerkers. Het beeld hierboven staat voor de fabriek. 

dinsdag 26 juni 2012

Uchon

DSC00581Er zou zondag een brocante zijn in Uchon. Dus wij op pad. Uchon is een dorp van niets; Bonny – onze tomtom – liet zien dat in het centrum van Uchon zeker twee huizen stonden. De weg naar Uchon toe is licht stijgend, met een gemiddelde helling van ca 10% vanaf Estang sur Arroux, en navenant s-bochten die onderweg een prachtig uitzicht boden over het dal. Typisch mijn soort weg. Toen Bonny vond dat we onze bestemming bereikt hadden stonden daar  drie gebouwen en een van de drie was de kerk. Maar voor de brocante moesten we verder naar boven. In de verwachting dat de brocante onmogelijk ver weg kon zijn, parkeerden we de auto en gingen te voet verder omhoog. Na een goede twintig minuten waren we op een soort plateau, een kruispunt van wegen. Langs de weg omhoog waren we geen bebouwing van betekenis tegengekomen; wel was er een soort klooster, maar dat was gesloten en zou pas in de loop van de middag open gaan. De brocante was nog verder: vanaf het kruispunt naar rechts. Anneke ging er even bij zitten en ik ging maar terug om de auto op te halen. Toen we samen weer verder gingen ging de weg ook weer verder omhoog.

Maar uiteindelijk kwamen we op een punt waar rechts van de weg een weiland was ingericht als parkeerterrein en links van de weg de beloofde brocante. Een interessante uitstalling van objecten waar mensen kennelijk vanaf wilden. Maar wel uitgebreid. Nadat we een welverdiende koffie hadden genoten, liepen we de kraampjes langs. Maar er was niets van onze gading. Het was typisch spul dat van de ene zolder verhuist naar de andere.

Maar later in de buurt van Autun, zagen we aankondigingen die in dat opzicht duidelijker waren: Vide grenier. 

zondag 24 juni 2012

Janus

 

DSC00590

Autun is al een oude plaats. Men zegt dat Autun gesticht is nadat Vercingetorix was verslagen door de troepen van Cesar. Autun moest in de plaats komen van Bibracte. Bibracte is dus nog ouder, maar leeft voort in de naam van Mont Beuvray. Voor de toerist zijn alleen de oude dingen van belang; we zagen het reeds aan de kerk in Digoin die niet voorkomt in de gids. Daarom is de tempel van Janus, net buiten de Porte d’Arroux bij Autun zeker interessant. Zoals te zien op de foto is het een kolossaal bouwwerk, maar misschien vooral indrukwekkend omdat het helemaal vrij staat. We kennen Janus als de god met de twee gezichten. Maar achteraf blijkt de tempel van Janus niets met Janus te maken te hebben en ook al geen tempel te zijn. Volgens de huidige inzichten is het gebouw van Gallische makelij al lijkt de metseltechniek afgekeken van de Romeinen. Waartoe het gebouw wel gediend heeft is niet duidelijk. Wel lijkt het dat er rondom een galerij is geweest op de begane grond. We zijn er omheen gelopen en waren gepast onder de indruk.

De tempel van Janus laat weer eens zien hoe weinig we eigenlijk weten van het verleden. Om de een of andere reden moet ik nu denken aan de Etna. In 1963 probeerde ik lucht te verkopen en kwam daarbij ook in Breda bij de gieterij van de Etna, een bekend bedrijf in die dagen. Toen we in 1970 in Breda kwamen was de gieterij al ter ziele – nee niet door mijn lucht. Nu moet je al ouder zij  dan veertig om nog te weten dat daar ooit een gieterij heeft gestaan. Nu is de Etna voer voor archeologen.  

Digoin en zaterdag

 

DSC00559DSC00569

Digoin ligt aan de Loire; het is als plaats de moeite waard vanwege het aquaduct met sluis over de Loire heen. Het Canal du Centre kruist hier de rivier. De kerk van Digoin word in geen gids genoemd, hij is dan ook niet zo oud: de bouw startte in het laatste kwart van de 19e eeuw en de laatste toren werd er pas in het midden van de 20e aan toegevoegd. Toch leek me de kerk architectonisch opvallend: volgens de informatie in de kerk zelf, Neo-romaans – Byzantijns. Het gebouw deed me nog het meest denken aan het Alhambra in Granada.

Zaterdag is de dag van de wisseling van bewoners. Dat is logisch want deze huisjes worden per week ingaande zaterdag verhuurd. Van het rijtje van zes waarin wij verblijven zijn er vanmorgen drie verlaten en inmiddels zijn ze weer bewoond. n nu zijn dus onze Belgische buren vervangen door Engels(sprekende). 

vrijdag 22 juni 2012

De ochtend en de avond

DSC00546DSC00556

Hier twee foto’s vanaf ongeveer hetzelfde punt genomen – de veranda van ons chalet – links in de ochtend, de opening gevormd door de takken van de boom rechts en de struiken eronder valt nauwelijks op. Rechts in de avond met de zon als tegenlicht waardoor de struiken onder een verlichte krans vormen en de opening los komt van de bomen op de achtergrond. Vandaag – toen de foto’s genomen werden stond er vrij wat wind. In de loop van de middag kwam een stevige onweersbui met zware windvlagen over, zo hevig dat we door de regen het dal niet meer konden zien, dat de takken van de bomen werden gerukt en de hagelstenen op ons dak vielen (en niet alleen daar natuurlijk). Dat duurde al met al drie kwartier. Toen we daarna weer buitenkwamen, zei de buurvrouw: vandaag begint de zomer.

Eerder deze week toen we een zonnige maar vrijwel windstille avond hadden kon ik binnen de omlijsting van de opening op de foto insecten heen en weer zien vliegen. Dor de verschillende bewegingen die ze maakten leek me toe dat het ook verschillende insecten moeten zijn geweest: snelle die het hele vlak in een keer doorkruisten, maar ook langzame die bijna op hun plaats bleven licht op en neer dansend, alsof je door de ruit van een aquarium keek naar watervlooien. Zo’n beeld laat mensen mijmeren. Vroeger misschien zou ik dichterbij zijn gegaan om de verschillende insecten te identificeren. Nu vergenoeg ik me ermee er naar te kijken.   

donderdag 21 juni 2012

Nevers

 

DSC00523

Nevers is hier toch zo’n 80 km vandaan, niet direct de naaste omgeving van Luzy; bovendien heeft Nevers maar een beperkt aantal curiositeiten. Een daarvan is zeker de kathedraal gesticht ter ere van St Cyr en Ste Julitt. Die heeft een romaans koor en een gotisch koor. Op de foto is het gotisch koor te zien. En rechts is zelfs een preekstoel te zien. Dat geeft mij, als scepticus, te denken. In feite zou je hier drie kerkdiensten tegelijk kunnen houden, maar vermoedelijk zou dat aanleiding geven tot een Babylonische spraakverwarring. Meer bijzonder is het eigentijdse (d.w.z. uit onze tijd) glas in lood, dat op de foto niet zo goed uitkomt, maar een bijzonder effect heeft. De kerk was enigszins beschadigd na een bombardement per vergissing in 1944.

En natuurlijk heeft Nevers ook Bernadette. Men zegt dat Bernadette heeft ontdekt dat Maria onbevlekt was ontvangen en dat heeft de paus toen overgenomen. Ze ligt overigens niet in de kathedraal.

Met de Place Carnot heeft Nevers vervolgens een leuk plekje om wat te drinken. 

woensdag 20 juni 2012

Luzy (gewoonten)

 

DSC00519

Gecondoleerd, zei de man die Duits en Frans sprak op de Mont Beuvray. Op de Mont Beuvray waren we om nog eens naar Bibracte te kijken, het Keltische oppidum. We waren daar overigens niet voor het eerst en zagen dat het museum flink is uitgebreid. Er is veel archeologisch onderzoek gedaan, wat veel nieuws heeft gebracht over de leefwijze van de Kelten. Vanaf het museum waren we verder gegaan naar de top van de berg, vanwaar we een prachtig uitzicht zouden hebben gehad als het weer helder was geweest, zelfs de Mont Blanc zou daarvandaan gezien moeten kunnen worden. Toen het gesprek plaatsvond stonden we bij oratoire gewijd aan St Martinus. Op de pilaar was nog te zien hoe hij de helft van zijn mantel aan een bedelaar gaf. Het duurde enkele seconden voor het tot me door drong dat de man naast me het over voetbal had. De wedstrijd tegen Portugal was alweer een paar dagen geleden en ik was al niet optimistisch toen hij begon. Ik was niet alert genoeg om hem te feliciteren met de plaatsing van Duitsland. Hij ging overigens allervriendelijkst verder en constateerde dat 90% van de bezetting van de Franse campings bestaat uit Nederlanders. Zijn er nu nog Nederlanders in Amsterdam? Nee, daar zitten nu de Duitsers en de Amerikanen.

Het is natuurlijk slechts een onbetekenend detail, maar nationaliteiten van mensen blijken toch herkenbaar aan heel kleine dingen. En zo kun je op de foto zien dat het huisje naast het onze – het derde huisje van rechts – wordt gebruikt door Belgen. Het is het enige van de zes huisjes (inderdaad de vijf andere worden bezet door Nederlanders), waarvan de luiken ‘s nachts dicht gaan. Heeft iemand een idee waarom je juist in Nederland ‘s avonds in iedere huiskamer kunt kijken? 

dinsdag 19 juni 2012

Timpaan van de kathedraal te Autun

 

DSC00495

Autun

In oude Franse steden werd de kerk op een heuvel gebouwd. Autun is wat dat betreft geen uitzondering. Al was dus de richting waarin we de oude kathedraal moesten zoeken al van verre te zien, toch kostte het enige moeite hem met de auto te bereiken. En zo bevonden we ons plotseling in een zeer small straatje waar ik met vol gas met moeite omhoog kwam (in de 2e versnelling). Het lukte om een parkeerplaats te vinden en toen stonden we plotseling voor de kerk. Volgens de gegevens is al aan de aan Lazarus gewijde kerk begonnen in 1120. Zijn beenderen liggen daar ook zegt men. En dat blijkt uit een verlichte ruimte in het altaar waarin een kerkje staat.
Maar eigenlijk gaat het om het tympaan met een dominante Jezus boven de ingang die opmerkelijk genoeg slechts een paar meter van het cafe ertegenover is. Gelukkig is het portaal vrij diep. anders was het tympaan nauwelijks te bekijken geweest.
En verder zijn de meer dan honderd kapitelen bezienswaardig, zij het dat die zo hoog zitten dat je ze in het half donker van deze kerk die in Romaanse stijl werd begonnen en later Gothisch uitgebreid, maar met moeite kunt bekijken. Toch een imposant bouwwerk, waarvan we nog na konden genieten op het grote plein in het centrum onder het genot van een blonde Grimbergen en een eenvoudige lunch. Maar het bier en de zon werken slaapverwekkend.

zondag 17 juni 2012

Luzy

Als je op een kampeerterrein zi is er altijd wel een reden om naar de stad te gaan. Stad is een iets te weidse aanduiding voor Luzy, maar desondanks. Bovendien had het geregen vannacht en was het vanmorgen te koud om buiten te zitten. In Luzy werden de kerkklokken geluid als oproep aan de gelovigen om naae de mis te komen. We lieten ons niet overtuigen op deze vaderdag, maar gingen naar de plaatselijke supermarkt.
Toen we weer terug gingen viel het op dat we nu al drie maal het weggetje naar de camping hebben gereden zonder tegenliggers tegen te komen. Dat weggetje is drie kilometer lang en op sommige stukken vraag je je af wat te doen als er wel iemand van de andere kant komt. Enfin toen we bij ons chaletje waren we mooi op tijd om de zon te zien doorbreken. En tegelijkertijd kwamen alle bewoners naar buiten.

Luzy

Het huisje - een chaletje - heeft een vrij complete uitrusting, zij het dat er maar een stopcontact is voor magnetron, koffiezetapparaat en waterkoker. Dat heeft iets met de zekeringen te maken denk ik. Want overigens zijn er opmerkelijk veel stopcontacten. Je kunt haast overal je telefoon, laptop of e-reader opladen. Zelfs op het balkon of de veranda. Er is geen tv. Dus voor de voetbal vanavond moeten we naar de oranje tent bij de receptie. We hebben wel drie kamers.
Gisteren was het prachtig weer. Om uren in de zon te zitten. Vanmorgen is het weer anders.

zaterdag 16 juni 2012

Frankrijk

Toul heeft een middeleeuws stadsdeel met een plein met fontein in het midden en een kathedraal aan de kant. De kathedraal is een stuk opgeknapt sinds we hier de laatste keer waren. Het dak is dicht, er zijn nieuwe glas in lood ramen, en de netten die de overlast van de duiven moeten verhinderen zijn verdwenen. De kathedraal is opvallend hoog en licht.
Ons hotel is dicht bij de fontein in de rue Gambetta. Een rustige omgeving. Het restaurant er tegenover is wel aardig, maar de kwaliteit is niet om over naar buis te schrijven. Dat doe ik dan ook maar niet.

dinsdag 5 juni 2012

Ons dorp (vervolg)

Toen ik de volgende morgen naar beneden ging om de krant op te halen keek ik meteen hoe de situatie na de ruitbreuk er uitzag. Van beneden was te zien dat er een gat zat in het glas, maar de afstand was toch te groot om een goed beeld te krijgen. Het parkeerterrein was volledig schoon.
Ik liep terug naar de voordeur en kwam onderweg een van de mensen tegen die aan de gevel hadden gewerkt, Hij was bezig de overgebleven stenen te af te voeren. We naderen het eind van het karwei. Nu weer naar binnen en naar boven naar de tiende verdieping en een halve verdieping naar beneden waar een ruit was ingeslagen. In de sponning zat nog een aantal scherven, een venijnige waarschuwing. Wat gaat er in je om als je van die plaats zo'n sprong maakt?
Terug beneden kwam ik M tegen, die me vertelde dat hij de hele nacht niet had geslapen,ieder ogenblik weer dat beeld van die vrouw uitgestrekt op de stenen... Het bleek dat hij de klap ook gehoord had, want hij was op zijn balkon en wilde juist weer naar binnen gaan toen het gebeurde... Hij was onmiddellijk naar beneden gegaan en had de situatie bekeken, maar het was hem al gauw duidelijk dat hulp hier niet meer zou helpen. De vrouw lag daar met open ogen en haar gezicht vertoonde volgens M. een serene rust.
Ik probeerde contact te krijgen met onze beheerder om zo snel mogelijk het raam gerepareerd te krijgen, maar dat kostte toch veel moeite.
In de loop van de ochtend kreeg ik een telefoontje van mw K. Haar zoon werkt bij de politie en inmiddels was bekend wie de vrouw was. Het was geen familie van iemand in ons dorp. Vraag was alleen hoe ze het gebouw binnen had kunnen komen. De afspraak is dat onbekenden niet worden toegelaten.
Ook op die vraag kwam in de loop van de dag een antwoord: vermoedelijk was ze binnengekomen met de apotheker die medicijnen had afgeleverd. En zo kwamen stap voor stap meer details naar voren.
's Middags kwam de glaszetter een het gat voorlopig afdichten. Een definitieve ruit zou in de loop van de volgende week worden geplaatst.
De volgende week is inmiddels al weer een eind op streek. Maandagmorgen vroeg kwam ik de leidster van de schoonmaakploeg tegen.
– Wat een toestand hè, zei ze.
– Ja, maar wij waren in Nijmegen en hebben er pas achteraf van gehoord.
– Het was een vriendin van mij, zei ze, het is toch wel gek om nu hier rond te lopen als je dat weet...
Het is opmerkelijk hoe dicht bij zo'n gebeurtenis plotseling kan komen. Een uur later stond de glaszetter voor de deur met het definitieve glas. En terwijl hij de restanten van het gebroken glas verwijderde vroeg hij hoe het gebeurd was. Hij was altijd benieuwd hoe mensen dachten die zoiets deden. Mijn moeder, zei hij, heeft ook zelfmoord gepleegd.

zaterdag 2 juni 2012

Consternatie in ons dorp

Omdat Steve jarig was gingen Anneke en ik samen, maar dit keer per auto naar Den Haag, naar Cobie. We troffen haar in bed; ze was na het wassen weer terug gegaan omdat ze erg moe was. Dat leek geen gunstig teken. Het was ook nog niet eerder voorgekomen sinds ze haar tegenwoordige behuizing heeft. Ze was overigens goed te spreken, maar na een uur van ons bezoek viel ze bijna in slaap en lieten we haar alleen.
– Als we nu eens binnendoor naar Nijmegen gaan opperde Anneke. Steve is toch niet thuis voor half vijf.
Wel, binnendoor is een rekbaar begrip. Maar Bonnie ging ijverig aan het zoeken naar een route die de snelwegen vermeed. Het leidde tot een tocht die via de buitenwijken van Leiden naar Bodegraven leidde. Daar was het bijna één uur en tijd voor de lunch. Om half twee gingen we verder en ruim drie uur later nadat we een groot deel van de reis over de kronkelige dijken van het rivierengebied hadden gereden, kwamen we inderdaad bij Steve aan. Hij liet vol trots de nieuwe inrichting van zijn kamer zien met de comfortabele fauteuil en het dressoir die hij beide op straat had gevonden. Na het voortreffelijke eten en een spelletje Afrikaans tarot gingen we weer naar Breda in een stromende regen. Al met al een vermoeiende dag; ik verheugde me erop mijn kleren uit te trekken, mijn benen op een stoel te leggen en een drankje te nemen. Het was tegen kwart voor tien toen we onze auto parkeerden.
– Kom eens even, riep de heer dJ. met veel nadruk vanaf zijn balkon. Kom eens even.
Wij kwamen even.
– Ik zag jullie aankomen. Ik moet je iets vertellen.
Het leek erop dat hij op onze thuiskomst had zitten wachten. Hij stak dan ook onmiddellijk van wal zonder – en dat was zeer ongebruikelijk – ons een drankje aan te bieden. Mw dJ zat met haar benen omhoog in een stoel. Ze had haar ledematen kennelijk wat geforceerd in de loop van de dag.
- Ik stond vanmiddag mijn auto te wassen, zei dJ, en toen ik daar bijna mee klaar was, kwamen er een heleboel glasscherven met veel lawaai naar beneden, dus ik dacht: ik zet mijn auto maar in de garage. De garage stond nog open. Maar ik was nog niet ver toen ik een doffe klap hoorde; toen ik opkeek lag er een vrouw op haar rug op de grond. Terwijl ik nog stond te kijken kwam de heer M. aangerend die voelde aan haar pols. Ik ben naar binnen gegaan en heb 112 gebeld. Maar ja er was al niets meer aan te doen, ze was al dood.
– Willen jullie iets te drinken?
– Ja, geef ons nu maar een borrel.
De eerste opwinding was er af en toen we onze borrel hadden ging dJ weer door.
– Terwijl we op de politie wachtten heb ik haar shirt wat naar beneden getrokken, want haar buik was bloot. De politie kwam na een paar minuten en daarna de ambulance.
– Ik heb nog gekeken of ik moest reanimeren, vulde mevr dJ aan, maar dat had weinig zin.
– Het hele stuk werd afgezet met dat rood witte lint. De mensen van de ambulance legden een wit laken over haar heen. Na twee uur werd het lichaam afgevoerd met de ambulance.
– Weten we om wie het gaat? Maar dat bleek niet het geval, de dode vrouw was vooralsnog een onbekende. Maar de politie was alle flats langs geweest om een verklaring te vinden voor het feit dat de vrouw het trappenhuis had kunnen binnenkomen.
– Toen de ambulance weg was hebben we met een aantal mensen de glasscherven opgeruimd. Ik heb, zei mw dJ het glas op de tiende verdieping opgeruimd. Daar is een raam kapot. Dat was natuurlijk het raam waardoor de vrouw naar buiten moest zijn gesprongen.
Afgezien van het bloed op de handen van de dode vrouw was er opmerkelijk weinig bloed geweest.
Het gesprek liep door. Meneer dJ. was nog duidelijk geëmotioneerd en geschokt door de gebeurtenis, waar hij wel vlak naast had gestaan.
Een uur en nog een borrel later besloten we maar naar bed te gaan. Morgen zou er wel meer bekend worden. Dan kon ik ook iets gaan doen aan het herstel van het gebroken glas...

vrijdag 1 juni 2012

Oorzaak en gevolg (3)

Wie dit blog leest zal zich vermoedelijk afvragen waarom mijn vader zo belangrijk lijkt. Een onverwerkt jeugdtrauma misschien. U kunt gerust zijn, dat is niet het geval. Mijn oog viel min of meer toevallig op deze oude tekst, terwijl ik bezig was met een beschouwing over een veranderend wereldbeeld. De redenering van mijn vader lijkt te passen in dat oude wereldbeeld. We vinden van dat beeld ook voorbeelden in andere wetenschappen bijv. in de geschiedenis: Von Ranke (ca 1830) uit Duitsland wilde dat de geschiedenis zou worden verteld zoals het geweest was, feiten en gebeurtenissen konden worden gezien als evenzovele objectieve blokjes, die los staan van de waarnemer. Die opvatting hebben historici gevolgd tot het begin van de 20e eeuw, maar is nu helemaal verlaten en soms is men bang dat de relativering van de geschiedenis zover gaat dat er alleen nog maar persoonlijke visies zijn op de geschiedenis. We zien het ook in de economie waar volgens de klassieken een onzichtbare hand zorgde voor een optimale verdeling van prijzen en hoeveelheden, van werkgelegenheid en rijkdom, als iedereen maar in staat werd gesteld zijn eigen belang te volgen. Economische subjecten zijn volstrekt onafhankelijk van elkaar.
In deze tijd begint de opvatting te overheersen dat een opvatting waarbij je de waarnemer en dat wat hij waarneemt los van elkaar kunt zien verouderd is en geen recht doet aan de werkelijkheid. Men beseft steeds meer dat alles met alles samenhangt. Het overlijden van meneer Pietersen hangt nauw samen met de dronkenschap van meneer Jansen, maar ook met de distributie van de sigarettenverkoop en dus met de winkelsluitingstijden. Dat laatste hangt dan weer samen met onze opvattingen over de gevolgen van roken en onze opvattingen over de gezondheid in het algemeen. Enfin, een eindeloze reeks samenhangen.
Dat is niet leuk voor de mensen, want die willen misstanden onmiddellijk uit de weg ruimen. Zij verlangen naar de tijden van vroeger toen alles nog eenvoudig leek. Toen Nederland nog Nederland leek en Frankrijk Frankrijk.
Zij zien met lede ogen hoe het opheffen van de bepaling dat handelsbanken niet ook investeringsbanken mochten zijn in Amerika, leidt tot een financiële crisis is Europa.
Het is jammer dat veel politici de neiging hebben net te doen alsof de wereld nog zo eenvoudig is als ze denken dat hij vroeger was.

woensdag 30 mei 2012

Oorzaak en gevolg (2)

Het denken over causaliteit heeft zijn consequenties. Nog even mijn vader: 'Het menselijk doen en denken heeft, zegt hij, als (niet altijd even bewust) uitgangspunt het vaste geloof in onvoorwaardelijke causaliteit. […] De 'wil' van de mens (zo moeten wij wel denken) is deel van zijn wezen en behoort als zodanig tot de elementen van het heden, waaruit langs een onafwendbare keten van oorzaken en gevolgen de toekomst voortkomt. Dus is voor de onbevooroordeeld doordenkende mens de vrije wil 'onzin'.'
Het causale denken kan dus leiden tot een tamelijk deterministische visie op de wereld: een gepredestineerde wereld zogezegd.
Zo zie ik de zaken niet. Ik heb in het vorige stukje aangegeven dat de dood van Pietersen niet eenvoudig kon worden toegeschreven aan één oorzaak. En daar denk ik dat in deze meer gecompliceerde tijd de redenering iets anders zou komen te liggen. Aangezien een gebeurtenis veroorzaakt wordt door veelheid van oorzaken is de uitkomst van het samentreffen van die oorzaken niet bij voorbaat zeker. Er zullen weinig mensen zijn die nu verwachten dat als we de film terugdraaien tot het moment dat Jansen in de auto stapt en minstens enigszins onder invloed naar huis rijdt, dat de uitkomst: precies gelijk zal zijn, men kan er zelfs aan twijfelen kunnen of Pietersen wel dood zal gaan.
We kunnen zeggen dat in de causaliteit van het begin van de 20e eeuw nog te sterk werd gedacht in enkelvoudige causale relaties. Want niet alleen dat een gebeurtenis vele oorzaken kan hebben zo kan ook een enkele gebeurtenis vele gevolgen hebben. Want wie denkt dat hij, als hij met dezelfde ejaculatie van sperma bij dezelfde vrouw dezelfde eicel bevrucht, dat hij dan twee keer dezelfde combinatie eicel spermacel zal krijgen?
Causaliteit, inderdaad; ook bij die bevruchting, maar het is een causaliteit achteraf. Vooraf is het ongewis wat de gevolgen zijn van de gebeurtenissen van vandaag. Heeft daarmee de mens zijn vrije wil terug?

maandag 28 mei 2012

Oorzaak en gevolg

Iedere gebeurtenis heeft een oorzaak. Zo dacht mijn vader die verder constateerde dat causaal denken ons is aangeboren. Daar valt wel wat voor te zeggen. Je zou kunnen zeggen zonder causaal denken kun je niets leren. Dat wordt duidelijk als je je bezint op de vraag hoe een baby eigenlijk leert de impulsen die van buiten komen tot coherente beelden samen te voegen of zijn lichaam te beheersen. Als niet het samentrekken van bepaalde spieren zou leiden tot steeds dezelfde gevolgen zou het kind niet leren grijpen, kruipen lopen of wat dan ook. Causaal denken is echt een noodzakelijke voorwaarde om iets te kunnen leren.
Toch zou ik nog wel eens met mijn vader willen discussiëren over twee dingen:

1. Is een eigenschap een oorzaak, of kan een eigenschap een oorzaak zijn? Dat klinkt wellicht wat vreemd. Maar als we weten dat iemand door een kogel om het leven is gekomen, dan zijn we geneigd om te zeggen dat de door een kogel veroorzaakte wond de doodsoorzaak is. Maar vormen nu de eigenschappen van de kogel een oorzaak?

2. Bestaan er ook gebeurtenissen zonder oorzaak? Vermoedelijk zou mijn vader - als de agnosticus die hij was - zoiets zeggen als: als we niets kunnen vaststellen over een oorzaak, wil dat niet zeggen dat er geen oorzaak is. We kunnen er alleen geen uitspraak over doen. Vermoedelijk komt dat min of meer overeen met: ik weet het niet.

De idee dat alle gebeurtenissen een oorzaak hebben wil ondertussen nog niet zeggen dat het gemakkelijk is om vast te stellen wat die oorzaak dan is. Neem het volgende voorbeeld:

Jansen komt terug van een feestje waar hij net iets te veel heeft gedronken in een auto waarvan de remmen defect bleken te zijn, langs een dode hoek waarvan bekend is dat het uitzicht erg slecht is. Hij rijdt daar Pieterse aan die juist bezig was de straat over te steken om een pakje sigaretten te kopen. Laten we nu eens kijken wat de oorzaak was van dit ongeval. Was het de gedeeltelijk onder invloed zijnde chauffeur? Of was het te wijten aan de kapotte remmen - in welk geval er misschien iets moest worden gezegd tegen de garage waar de auto vorige week was gerepareerd, of kwam het door de dode hoek? Of hebben de kennissen van Pietersen gelijk die zeggen dat als Pieterse niet zo nodig de deur uit was gegaan om sigaretten te kopen, er niets gebeurd zou zijn. En is daarmee de rookverslaving van Pieterse de oorzaak van het ongeluk?