zaterdag 1 september 2012

Geen goed been

Steve en ik reden op een tamelijk ingewikkelde manier van Breda, waar Steve me had opgehaald naar Esquelbecq. Toen we vertrokken was het ongeveer elf uur en Steve had er al de trip van Nijmegen naar Breda op zitten. Het was duidelijk dat we onderweg iets zouden proberen te nuttigen. Al bij St Job in ‘t Goor raakten we in de file. Een harmonicafile die zoals we via de radio vernamen zou duren tot Antwerpen Borgerhout. We besloten toen we uiteindelijk zover waren de Liefkenshoektunnel te nemen, asl we dan al niet veel zouden winnen in tijd hadden we in ieder geval het gevoel dat het opschoot. De ring om Antwerpen geeft na de tunnel de mogelijkheid te kiezen voor de richting Antwerpen of voor de richting Brugge. We kozen voor de richting Brugge hoewel ik wist dat er langs die weg geen enkel restaurant ligt (of staat). Maar toen we eenmaal de weg naar Aalter waren ingeslagen stond er bij een stoplicht een drietal bordjes met restaurant namen. We sloegen linksaf en reden kilometer na kilometer maar de restaurants waren ver weg en bleken dan gesloten. Uiteindelijk troffen we een uitspanning de Jagershof, waar men ons welwillend een croque-monsieur voorzette. Toen we weer op de weg zaten bleek dat we niet ver meer van Aalter af waren. Vandaar wees de weg zich min of meer vanzelf. Steve reed en ik dommelde langzaam weg. Tot (we waren al een eind voorbij het kruispunt Jabbeke) de telefoon ging; dat was Benna  die de telefoon al gauw doorgaf aan Anneke. De verbinding was slecht, maar ik verstond gebroken knie en ziekenhuis Rosendael. Wie heeft een gebroken knie? Ik zei Anneke. Benna is hier, die wordt straks wel thuis gebracht door Céline.

Een gebroken knie kwam wel erg slecht uit voor het familieweekend. Maar Steve realiseerde zich – een geluk bij een ongeluk – dat we door de weg die we hadden gekozen nu vlak langs dat ziekenhuis zouden komen. Dat ziekenhuis is overigens een centre hospitalier. Een enorm gebouw. We parkeerden de auto van Steve en liepen naar binnen, waar we werden doorverwezen naar de spoedopname afdeling, want daar was Anneke nog. Het duurde nog een kwartier tot één van ons werd toegelaten. En zo kwam ik bij het bed van Anneke in een heel klein kamertje. Ze lag er wel opgewekt bij maar haar wangen waren iets te rood, ze lag aan een infuus met paracetamol en wilde in de eerste plaats haar avontuur vertellen. Ze was gewoon de vorige avond om half elf naar de caravan gegaan met de nodige spullen, voor de caravan was ze blijkbaar uitgegleden over de houten vlonders die daar liggen. Gelukkig had ze haar mobieltje en de tegenwoordigheid van geest om Benna te bellen. Die had haar samen met Georges opgetild en in bed gelegd. De nacht was Benna bij haar gebleven, maar ‘s morgens bleek wel dat het niet vanzelf over zou gaan. Nu lag ze in bed en liet me haar linkerbeen zien dat zwaar was opgezwollen. Maar weer haar linkerbeen. Aan dat been was ze begonnen met de MacMurry-operatie, vervolgens tien jaar later een nieuwe heup, weer tien jaar later een breuk vlak boven de enkel en nu dus een breuk in wat werd genoemd het tibia plateau.

Het was afwachten wat de chirurg zou doen, die had beloofd een operatie uit te voeren misschien vrijdag nog en anders zaterdag… 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten