donderdag 12 juli 2012

Hoogtevrees

Ik heb last van hoogtevrees, en aangezien ik niet beter weet dan dat ik hoogtevrees heb is dat geen zaak om me al te druk over te maken. Maar als ik merk dat mijn dochter ook hoogtevrees heeft komt wel eens de vraag op: is het erfelijk? of heb ik mijn vrees op haar overgedragen? Maar ik heb ook last van zeeziekte en dat was lastig toen het begin van mijn carrière op zee bleek te liggen. Er waren verschillende verklaringen in omloop, een daarvan die speciaal op mij van toepassing was, was de omstandigheid dat ik geen alcohol gebruikte. Wat later zei mijn baas (de 2e machinist) dat mijn zeeziekte te maken had met mijn evenwichtsorgaan. Dat heeft me steeds een heel plausibele verklaring geleken; bovendien een mankement aan mijn evenwichtsorgaan zou natuurlijk heel gemakkelijk erfelijk kunnen zijn. Het betekende echter dat ik niet meer de steile trappen af mocht waarlangs we de ladingtanks controleerden. Nog niet zo lang geleden bedacht ik dat mijn hoogtevrees ook met dat evenwichtsorgaan te maken zou kunnen hebben. Een aantrekkelijke gedachte: iets wordt minder erg als je het kunt verklaren. Toch is het met hoogtevrees wel vreemd gesteld. Mijn eerste herinnering eraan stamt uit mijn HBS-tijd: toen we nog konden zwemmen in het Amsterdam-Rijnkanaal ter hoogte van waar toen een hoogspanningsmast stond. Een soort Eiffeltoren in het klein die natuurlijk beklommen moest worden. Ik kwam niet veel verder dan drie meter van de grond. Enkele jaren later had ik daarentegen geen enkele last met het uitzicht van het Empire State Building. Kennelijk is de omgeving een belangrijke factor. Hoogtevrees lijkt ook een eenmalige gebeurtenis te kunnen zijn. Zo vertelde een collega ooit dat hij ooit uitgenodigd was om in het kraaiennest van een jager van de marine te komen kijken. Hij genoot van het uitzicht, maar toen hij het luikje opende waardoor hij weer naar beneden moest werd hij bevangen door de hoogte en heeft het uren geduurd voor hij weer naar beneden durfde. Iets soortgelijks vertelde een kennis me nog deze week. Hoogtevrees is wijdverbreid. Zo ging ik deze week met twee buurmannen op bezoek bij iemand op de tiende verdieping omdat er iets mankeerde aan het kozijn van zijn raam. Ik moest - het balkon betredend - iets overwinnen om te doen of het gewoon was, maar mijn tochtgenoten gaven luid en duidelijk uiting aan hun vrees om bij het hek van het balkon te komen. Bovendien treedt een zekere gewenning op. Dat was ook met zeeziekte, als je langere tijd op zee zit wen je geleidelijk aan de deining - en wellicht je evenwichtsorgaan ook. Zo is het met hoogte ook. Een van mijn grootste hoogte problemen - een probleem dat ik niet steeds kan vermijden - is het rijden in de bergen. Als de weg omhoog gaat verstart mijn lichaam en stokt mijn adem. En vooral in de haarspeldbochten van wegen die maar net breed genoeg zijn om naast mijn auto ook nog een tegenligger door te laten. Ik begrijp niets van de mensen die vol vertrouwen in de techniek zulke wegen inrijden alsof het vanzelf spreekt. Maar wonder boven wonder: ook daar is sprake van een zekere gewenning. Als je dezelfde weg een aantal malen gereden hebt blijkt wat zich eerst voordeed als uitermate steil geleidelijk te veranderen in iets dat gewoon is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten