dinsdag 30 juni 2009

Onze straat

Men heeft mij met zachte drang benoemd in de technische commissie van ons dorp. Het is niet geheel duidelijk wat dat betekent en wat men van de technische commissie die uit vier personen bestaat, verwacht. Maar minstens kan ik als een soort sleutelbewaarder optreden voor de onderhoudsbedrijven die op onverwachte momenten ineens voor de deur staan en ik kan vervolgens belangrijke reparaties doorgeven aan onze beheerder. Door mijn nieuwe rol kom ik wat meer in contact met de diverse inwoners. Zo ook met mevr. P. die me toevertrouwde dat ze inmiddels 85 is. Ze is 's morgens meestal niet bereikbaar dus als er een onderhoudsmonteur bij haar binnen moet zijn is er enige discussie nodig om toegang te krijgen.
Maar ze had ook last van beestjes die volgens haar uit het riool kwamen. Ze ving er een op mijn verzoek en toen ik kwam kijken bleek het een zilvervisje te zijn. Het leek me onaannemelijk dat deze diertjes uit het riool zouden komen, maar voor de zekerheid gooide ik toch wat riool ontstopper in de openingen van het riool in haar woning. Daar houden zilvervisjes niet van verzekerde ik haar.
Vanmiddag kwam ik haar op de trap tegen, ze mopperde dat de man van de televisie nu morgenochtend zou komen, ze zou haar kinderen wel bellen om dat probleem op te lossen en ze liep verder om de post uit de brievenbus te halen. En die beestjes zijn er ook nog steeds zei ze verwijtend in mijn richting. Wat jij gedaan hebt helpt niets.
Ik voelde me een beetje schuldig en toen ik weer thuis kwam zocht ik op wat ik tegen zilvervisjes kon doen. Het zijn warme dagen deze week, de deuren zullen wel veel open staan bij de meeste mensen. Bij mij ook trouwens en terwijl ik even op het balkon ging kijken om wat frisse lucht te happen, zag ik een ambulance wagen voor de deur staan. Later bleek dat mevr P. was opgenomen in het ziekenhuis.

donderdag 25 juni 2009

Kleinschalig leven

Een flat van 10-verdiepingen is in feite ook een klein dorp. De lift op en neer en het bijhorende trappenhuis is in feite de straat waarop men elkaar ontmoet, beleefdheden uitwisselt en soms elkaar wat meer toelaat in zijn of haar privé leven. Maar dit dorp is een dorp geworden met oude inwoners; ik verbaas me iedere keer weer dat de mensen die ik tegenkom in vele gevallen aanzienlijk ouder zijn dan tachtig. En ze hebben natuurlijk allen hun eignaardigheden. Zoals de heer R., ingenieur in ruste, die eigenlijk nauwelijks iemand toelaat, weliswaar een vriendin heeft, maar de verhouding lijkt tamelijk afstandelijk. De heer R. is bijna 89, viel onlangs en is in het ziekenhuis opgenomen. Het was een gebeurtenis die een aantal inwoners van ons dorp geruime tijd bezig hield, maar anderen weer geheel onberoerd leek te laten. Zoals mevr Rg die net als ik tamelijk matineus is en die al de stad ingaat als ik de krant uit de brievenbus haal. Zij blijft mevrouw, beleefd, afstandelijk. Weer geheel anders dan mevr. B., vriendelijk en betrokken, die regelmatig haar eten buiten het dorp nuttigt, etc.
Een dorp met een relatief groot aantal alleen staande vrouwen, allemaal anders, maar ze zijn met elkaar verbonden door onze liftstraat, de riolering, het warme water en de centrale verwarming, de ruggegraat van deze gemeenschap die geen gemeenschap is.

vrijdag 5 juni 2009

Terug

Maandag zouden we weer naar huis gaan. Toen ik 's morgens om goed zeven uur de televisie aanzette om de weersverwachting te bekijken, was het eerste bericht dat van een vliegtuig van Air France dat boven de Atlantische Oceaan was verdwenen. Een bericht dat nog eens laat zien hoe kwetsbaar en machteloos je bent als je eenmaal in een vliegtuig stapt.
Onze taxi naar het vliegveld zou om vijf voor half negen van het hotel vertrekken. Onze koffers waren gepakt en alles stond klaar. Al bij het ontbijt sprak Bruce Schoeman me aan. Hij dook meteen weer in de discussie die we gisteren hadden afgebroken. In de lounge sloot Anneke zich bij ons aan. We hadden nog twintig minuten. Wat verwachtte hij eigenlijk? Dat wij ons zouden laten bekeren tot een meer religieuze levenswandel? Of was hij geïntrigeerd door onze libertijnse opvattingen? En passant maakte hij de opmerking dat ik een intellectuele blik op de wereld had, zijn vrouw ook. Maar ging het niet om het hart? Verwees hij hiermee naar zijn eigen twijfels?

Toen we eenmaal op het vliegveld zaten te wachten tot we aan boord konden gaan zagen we op nauwelijks 100 meter van ons af de vliegtuigen opstijgen, met tussenpozen van nog geen twee minuten. Het zou wellicht mogelijk zijn uit de stijghoek en stijgsnelheid van de verschillende vliegtuigen de vliegstijl van de piloten af te leiden. Maar de routine waarmee dit gebeurde gaf iets geruststellends en even later vertrokken we voor onze binnenlandse vlucht naar Philadelphia. Een betrekkelijk klein vliegtuig en mooi weer. In Phillie hoefden we ons niet om onze bagage te bekommeren die ging onmiddellijk door naar Amsterdam. Ons vliegtuig bleef lange tijd aan het begin van de startbaan staan en ging toen weer terug naar de gate waar we ingestapt waren. Er was een storing in de air-conditioning. We vertrokken met ruim vijf kwartier vertraging, waarvan we een deel weer inliepen. In de auto, terug naar huis. Omstreeks de middag stapten we weer binnen in onze flat waarin door Jeanne alle deuren en ramen waren opengezet.

maandag 1 juni 2009

Minneapolis

Fred en Jeanie kijken met enige zorg naar de ontwikkelingen in het noorden van de VS. Het uiterst conservatieve North Dakota is sterk aan het verouderen. Wat er aan jongeren nog woont zoekt als het even kan zijn opleidingsmogelijkheden in Minnesota, maar het is niet steeds de intelllectuele elite die hierheen komt. Daardoor is ook de ontwikkeling in Minnesota niet erg florissant. Fred noemde een paar gemeenten in Minnesota waar inteelt van de plaatselijke bevolking zo sterk is dat de overheid heeft moeten ingrijpen.
Het was, gelet op de manier waarop religie hier beleefd wordt, wellicht niet zo handig van Anneke om tegen de man die haar zijn kaartje gaf te zeggen dat zij, net als hij, dominee is. De man in kwestie, Bruce Schoeman, had ons aangesproken omdat hij hoorde dat wij Nederlands spraken. Hij was hier met een groot gezelschap om vandaag een bruiloft te vieren. Maar hij hoopte dat wij kennis zouden kunnen maken met zijn schoonmoeder die van Friese afkomst was. De schoonmoeder hebben we nu (zondagavond) nog niet gezien, maar bij het ontbijt kwam Bruce naar ons toe. WaarAnneke dominee was? en vervolgens wat zij dacht van Jezus. Anneke reageerde voorzichtig, en vervolgens was ik aan de beurt. Wat ik er van vond? Ik wilde de zondagochtend plezierig houden en zei dat hij dat maar beter niet kon vragen. Het werd toch een gesprek dat afgebroken werd toen Bruce met de familie mee moest naar het feest.
Toch is het een opmerkelijk feit dat mensen zich Nederlander kunnen voelen ook na drie generaties. Toen we daarover spraken met Jeanie en Kathryn zeiden die ook dat ze in de VS altijd aangaven dat ze Nederlanders waren.
En zo heb ik een tweetal elementen overgehouden aan deze reis door dit stukje Amerika: Mensen willen hun roots kennen en zich daaraan identificeren en mensen hebben het nodig ergens bij te horen. Dat ergens bij horen wordt in dit lege land inhoud gegeven door de diverse kerkgemeenschappen, want daarvan zijn er vele. Baptisten, mennonisten, kerken van Jezus en kerken van God, noem maar op. In het centrum van Minneapolis, waar we vanmorgen waren, kom je ze tegen in soorten en maten.
We moeten zei Anneke nog even naar die kerk daar aan het eind van de straat, Een prachtig gebouw, met gebrandschilderde gotische ramen. Toen we dichterbij kwamen bleek dat hier een ander soort gemeenschap zat: het was een kantoor van de ING.
Het centrum van Minneapolis viel in zoverre wat tegen dat we er veel te vroeg waren: alles was nog dicht. En op zo'n moment moet ik natuurlijk even naar de wc. We liepen straat in, straat uit maar nergens een gelegenheid waar een toilet kon worden verwacht. Totdat we zagen dat de openbare bibliotheek open was. Overigens een prachtig gebouw, met een coffeeshop er aan. Dit keer geen Starbucks.
Tussen de grote gebouwen in de binnenstad die allemaal erg ontoegankelijk waren, voelden we ons toch een beetje alleen. We gingen naar het volgende punt van onze agenda: The American Mall. Volgens velen de grootste in zijn soort in de VS, gebouwd als een carré. In de ruimte in het midden was een pretpark ingericht, compleet met 8-baan, reuzenwip en wat dies meer zij.
We liepen een zijde van het carré en passeerden twee keer een open ruimte, waar stoelen stonden opgesteld voor toeschouwers. In de ene ruimte was een koor in klederdracht bezig en in de andere was een klein basketbalveldje ingericht. Toen wij iets hadden gegeten gingen we maar een verdieping lager waar een enorme boekhandel van Barnes and Noble is gevestigd. En het is daar toch wel weer aardig om te zien hoe naast de bijbel een boek staat met de veelbelovende titel: goddank dat er evolutie is.
En zo gaan we onze laatste nacht in. Morgenochtend bijtijds naar het vliegveld en dan weer naar huis. In Nederland is het trouwens al morgenochtend. Het lijkt wel of men daar niet kan wachten op onze terugkeer.