dinsdag 6 september 2022

Opa vertel eens (1)

De familiedag beleefde zijn vijftigste verjaardag. Er was dus alle aanleiding om iets extra's te doen. En zo, met Michèle als spel leidster, onderwierpen we ons aan een quiz, gedeeltelijk over actuele kwesties en gedeeltelijk over muziek. Dat laatste is voor mij altijd een moeilijke kwestie. Niet alleen doordat muziek met mijn falend oor toch al moeilijk te volgen is vooral in een rumoerige omgeving als die van een familiereünie, maar ook doordat ik maar weinig series op radio of tv zolang volg dat me de herkenningsmelodie aan het begin bijblijft. Dus herken ik nog wel de herkennigsmelodie van Paul Vlaanderen (een hoorspelserie uit de jaren vijftig), maar veel verder kom ik ook niet. De quiz werd afgesloten met, zei Michèle, de bonusvraag die ik zou stellen. Het paste niet helemaal in mijn verwachting omtrent het programma, maar goed... Mijn bijdrage had een wat andere achtergrond. Ik heb aal een aantal jaren een boekje met de uitnodigende titel "Opa vertel eens". Omdat je als opa niet verondersteld wordt zelf iets te kunnen bedenken over vroeger, wordt je geholpen door concrete gerichte vragen, waarop je met een pen of potlood - niet aangegeven of dit een kroontjespen, vulpen of ballpoint moet zijn - je antwoorden kunt invullen. Het boekje geeft vervolgens de mogelijkheid foto's toe te voegen. Een soort eigentijdse autobiografie dus. Ik heb daar wat moeilijkheden mee. Ik heb me al meer dan 35 jaar geleden aangewend om teksten van enig omvang te maken met behulp van het toetsenbord van mijn computer met als grote voordeel dat ik eventuele correcties en latere aanvullingen gemakkelijk een plaats kan geven. Bovendien heb ik enkele kastplanken met fotoalbums. Die werden in de loop van de tijd geplunderd ten behoeve van andere belangrijke evenementen. Als ik nu die albums doorblader vallen de oude foto's er uit: de lijm van de fotohoekjes kon de tand des tiids in vele gevallen ook niet weerstaan. En misschien is dat maar goed ook. De kleur van foto's in de beginperiode van de kleurenfotografie was van twijfelachtige houdbaarheid. Als ik ze nu terugkijk zijn ze danig verbleekt. Ik bekeek het boekje Opa vertel dan ook altijd met een zekere scepsis. Maar goed omdat de houdbaarheidstijd van een opa ook beperkt is en ik niet voor de eeuwigheid bezig ben, besloot ik uiteindelijk de pen te pakken en te beginnen. Op blz. 16 kwam ik de vraag tegen: welke boeken las je als kind? Hoever reikt voor een dergelijke vraag de kindertijd? Tellen daarin mee de bijzondere momenten dat Vader voorlas uit de sprookjes van Moeder de Gans. Daarvan had hij een prachtige uitgave met gravures van Gustaf Doree. Dan zat het hele gezin zo'n beetje om hem heen. Als het gasat om mijn lezen: ik denk in ieder geval Bulletje en Bonestaak, Bruintje Beer, Tom Poes, Jochem en de kleine mol in het muizenhol, Belfloor en Bonnevu de twee goede reuzen. Dit laatste boek doet me er plotseling aan denken dat in ons grote gezin eigenlijk iedereen las en veel las. Boeken kregen we met verjaardagen of sinterklaas en we koesterden die boeken als ons eigendom. Belfloor en Bonnevu was daardoor van Cobie, al was het boek door ons allen gelezen. Vele jaren later woonden Anneke en ik in Teteringen en we wandelden op een dag over een boekenmarkt. Uit een nooit vergeten sentiment kochten we daar tweede hands Belfloor en Bonnevu. Niet lang daarna kwam Cobie op bezoek en zij zag Belfloor en Bonnevu op tafel liggen, ze riep: 'hé dat is van mij.' Eigendomsrechten reiken ver. Er was ook een boek, waarvan ik denk dat de titel Boneshaker Billy was en dat ging over een cowboy die model zou hebben kunnen staan voor Lucky Luke. Daar was ook natuurlijk Dick Bos, een strip over een detective die expert was in jiujitsu. Dick Bos werd altijd stiekem gelezen. Het ministerie had de serie als verdorven aangemerkt. Iets later lazen we: Karl May, Jules Verne, Alleen op de wereld, enz. Dan was dar ook nog een boek van Ben: De dierenwereld in een notendop, dat ik verslonden heb. Wij leefden denk ik in de jaren na de oorlog op de grens van oud en nieuw. Dat vinden we terug in een voor mij belangrijk boek uit mijn jonge jaren: Het boek voor de jeugd. Het boek voor de jeugd werd uitgegeven bij de Arbeiderspers in 1937. Het bevat een verzameling populaire teksten uit die tijd, zoals Saidja en Adinda, Het dappere snijdertje, Baron van Münchhausen, De pantoffels van Aboe Kasim, en vele andere. Het is een bonte verzameling gelardeerd met gedichten. Van die gedichten hier twee korte. Het hondengevecht (A.C.W. Staring) Bereisde Roel zag op zijn tochten Geweldig veel!Twee bullebijters vochten Voor 't wijnhuis, in een kleine Poolse stad, Terwijl hij juist aan het venster zat: Zulk vechten, mensen... Zij verslonden Malkander letterlijk. Met iedren hap ging oor Of poot er af - en glad als vet er door! Ons scheiden kwam te laat! Wij vonden Het restjen: - op mijn eer, De staarten en niets meer. 0-0-0 Drukker (Const. Huygens) Mijn drukker leeft in droeve druk; Want 't drukken drukt hem weinig druk 't Waar geen bedrukte drukker Viel het drukken maar wat drukker.

zaterdag 30 juli 2022

Wesp

In DeStem van 30 juli ergert Fee Buurmans zich aan het gezoem over de wespenplaag dat volgens erger is dan de plaag zelf. Het deed me denken aan die wesp in Poperinge... Het was een mooie dag in het begin van deze maand. Ik was met Benna en Georges op pad geweest om een nieuwe BBQ aan te schaffen in Poperinge. Omdat het tegen twaalven liep toen de keus was gemaakt was er alle aanleiding om even wat te gaan drinken en vervolgens te eten. We kwamen terecht op het terras van cafe/restaurant Oud Vlaenderen, waar het om deze tijd nog rustig was. We bestelden een Leffe en vervolgens spare ribs. Terwijl we zaten te wachten op de spare ribs werden de sausjes al op tafel gezet. Aan een tafeltje naast ons zaten twee jonge mannen ook aan het bier. Ze dronken in verschillend tempo. Toen de een zijn glas leeg had stond hij plotseing op en begon de markt af te lopen, de ander werd blijkbaar verrast en wist niet goed wat nu te doen. Hij stond ook op met zijn glas in de hand en probeerde haastig dat leeg te drinken. Moest hij dat glas - bijna leeg - nu terug zetten of meenemen? Hij besloot tot het eerste en ging toen haastig achter zijn maat aan. Mijn aandacht ging weer naar onze eigen tafel. Een wesp was geland op een van de bakjes met een sausje. Nu heb ik er niet tegen dat zo'n wesp wat mee wil eten, er was genoeg voor ons ook. Het bezwaar is echter dat die dieren meestal zo onrustig zijn. Even landen, proeven, dan weer wegvliegen, de omgeving verkennen en terugkomen. Deze wesp bleef rustig zitten op de rand van het sausbakje dat hij had uitegzocht. Maar ook dat kan voorkomen: hij kwam iets te dicht bij de saus en kreeg een druppel aan zijn poot. Eigenlijk moet ik zeggen zij, want bij wespen is het al net als bij bijen, het zijn de werksters die voor eten en drinken van de gemeenschap zorgen en dus op 'rooftocht' gaan. Zij dus trok haar poot in en begon die schoon te maken. Blijkbaar een lastig karwei, want ze had er haar hele aandacht bij nodig. Dat werd haar fataal. Ze gleed uit en kwam met een vleugel en al haar poten in de roomsaus. Ze zwom - althans probeerde te zwemmen - naar de rand van het schalltje. Maar met iedere poging om naar de kant te komen kwam ze dieper in de saus. Ik begreep dat ze ten dode was opgeschreven. Wespen, zoals alle insecten, ademen via tracheeën in het borststuk en achterlijf, dunne buisjes waar de zuurstof doorheen moet. Die kunnen - zoals me vroeger al eens was uitgelegd - niet erg lang worden. Daardoor kunnen insecten ook niet uitgroeien tot de fantasiedieren uit griezelverhalen. Inmiddels zaten Georges en ik te dubben of we deze wesp nog een kans moesten geven. Georges tilde haar met een lepelte uit de saus en zette haar op ons tafeltje. Ze richtte zich op en probeerde weer uit de saus te komen. Maar het was te laat. Na een paar stappen overleed ze, naar mijn inschatting door gebrek aan zuurstof. Benna die even naar het toilet was geweest bekeek het toneel van de doodstrijd en constateerde gelaten dat ze (die wesp) dood was. De ober kwam met onze bestelling en we genoten van onze spare ribs.

zaterdag 19 maart 2022

Alles is anders: behalve verkiezingen

De grote klacht na het bekend worden van de uitslag van de gemeenteraaadsverkiezingen van 2022 was de lage opkomst van de kiezers. De lage opkomst is problematisch, hij laat zien dat de kiezer weinig interesse vertoont voor het gebruik van zijn stem. Het kan natuurlijk ook betekenen dat de kiezer redelijk tevreden is over het resultaat van het politiek geharrewar, hoewel dat niet zo voor de hand ligt als we letten op het vele protest tegen het 'overheidsbeleid'. Een ding verbaast me iedere keer: het feit dat we de maatschappelijke verandering niet door laten werken in de manier waarop we onze democratie inrichten. Laten we eens kijken. Het is inmiddels een leuk spelletje voor opa, zijn kinderen en kleinkinderen: Weet je nog wat dit is? Een band-/cassetterecorder. Wat kon je daarmee? Waarom doe je dat fototoestel weg? Je kunt er geen films meer voor krijgen. Films? Opa we zijn net op wintersport geweest. O, ja? Wintersport? Wat doe je tegenwoordig? Ik ben visagiste. Wat?? Hoe betaal je dat? Met de betaalapp. De maatschappij waarin wij leven is in elk opzicht veranderd. Wat de samenstelling van de bevolking betreft, haar religieuze oriëntatie, nationale achtergrond, enz. De middelen waarmee we onze levens inrichten: woningen, isoleren, elektrische voorzieningen, communicatiemiddelen, digitale uitrusting, alles is veranderd. De mensen zelf zijn veranderd in de manier waarop ze met elkaar omgaan, de problemen die van belang zijn, hun nationale en internationale oriëntatie. Een ding is gelijk gebleven: de manier waarop wij onze vertegenwoordigende lichamen in het leven roepen en onderhouden. In 1956 werd voor het laatst de Tweede Kamer uitgebreid van 100 naar 150 zetels. Dat was met een bevolking van bijna elf miljoen mensen. Nu ruim 65 jaar later moeten die 150 kamerleden een bevolking vertegenwoordigen die ruim 60% groter is dan toen. En dat in een wereld waarin de technologie vrijwel ons gehele dagelijks leven beheerst. Technologie die voor het grootste deel volledig onbekend was in 1956, maar die wel onze nationale en internationale relaties bepaalt. Die groeiende technologie betekende ook een toename van het aantal kennisgebieden en disciplines, waar men toen geen weet van had. En dat betekende weer dat een groot deel van de bevolking is opgekomen in beroepen die toen nog niet bestonden. Hoe wordt dit deel van de bevolking vertegenwoordigd in onze volksvertegenwoordiging? Gelukkig hebben we nog wat overblijfselen uit een voorbije era: Partijen zijn rechts of links, meer rechts of minder links. In die verdeling past het vermoedelijk om wel of niet voor windmolens of kerncentrales te kiezen. Door dezelfde procedure voortdurend toe te passen komt wonder boven wonder ook steeds hetzelfde groepje aan de macht. Met dezelfde beperkte blik op de maatschappij. Hun afstand tot wat wij de maatschappij noemen lijkt steeds groter te worden. Is het vreemd dat in de gemeenten lokale partijen een kanaal menen te zien waarlangs zij zich wel vertegenwoordigd voelen? Is het vreemd dat de opkomst maar laag is? Overigens: In 1970 werd in Nederland de opkomstplicht afgeschaft. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van dat jaar scoorde Breda een opkomst van 54%.