woensdag 29 juni 2016

Europa

Ok. Nu Brexit er toe lijkt te leiden dat ook in Nederland en Frankrijk sommigen denken dat het voordelig is om de Europese Unie maar te verlaten lijkt het onvermijdelijk een standpunt te bepalen. Al te gemakkelijk wordt Europa afgedaan als een bureaucratich geheel dat ergens ver weg - in Brussel - volstrekt onzinnige besluiten zit te nemen.
Maar wat is Europa?
Goed ik ben maar een oude man en lijd misschien zelf wel aan seniliteit. Maar iets in mij herinnert zich nog de oorlog, de 2e Wereldoorlog wel te verstaan. Ik heb die meegemaakt en heb het haast onwaarschijnlijke geluk gehad dat ons hele gezin de oorlog heelhuids heeft overleefd. Eigenlijk is me niet veel overkomen anders dan de bijna veertig jaar aan nachtmerries.
Toen ik na de oorlog weer op school kwam waren verschillende vriendjes verdwenen. De Transvaalbuurt in Amsterdam was bestond voor een groot deel uit verwoeste huizen, huizen van joden, ontdaan van alle beschikbare hout nodig om de hongerwinter te overleven.
Achteraf zou je de 2e Wereldoorlog kunnen zien als de tot dusver laatste in een reeks oorlogen op het Europese continent over een periode van 1200 jaar, vanaf het verdrag van Verdun in 843. Weet u het nog 843: toen de erfenis van Karel de Grote verdeeld werd tussen Karel de Kale en Lodewijk de Duitser? Eeuw in eeuw uit: oorlog. Iedere oorlog bloediger dan de vorige.
Wie nu langs de frontlinie van de 1e Wereldoorlog loopt van de Belgische kust tot in de Elzas kan zien wat dat betekend heeft. We hoeven niet naar Verdun daarvoor: Op Langemark en Tyne Cot nog geen tien kilometer van Ieper en van elkaar liggen zo' n 100 000 graven van Duitse en Britse jongens tussen de 18 en 22. Gestorven voor het vaderland. Wat is dat vaderland? Een land in oorlog? 
Voor mij was het duidelijk: Frankrijk en Duitsland moesten tot samenwerking gebracht worden en dat gebeurde onder druk van de VS. De EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, symbool voor de belangrijkste grondstoffen voor de wederopbouw) kwam van de grond. Min of meer gelijktijd met een samenwerkingsverband op kleiner schaal: de Benelux.
Wie nu denkt dat was een peuleschil, dat stelde niets voor, heeft geen flauwe notie van wat het betekent een samenwerkingsverband te creeren tussen twee gebieden met een zo verschillende culturele bagage. Maar vergeleken met een Europese eenwording was het inderdaad nog eenvoudig. Later, veel later, aan het eind van mijn carriere heb ik een beetje smaak in de mond gekregen van wat het betekent samen te werken alleen nog maar op regionaal niveau tussen Vlaanderen en Nederland. Maar dat was veel later.
In het begin van mijn carriere kwam ik terecht in de machinekamer van schepen die gedurende de oorlog hadden gevaren, tussen mensen die dat hadden meegemaakt. Ik begon me een voorstelling te maken van wat het betekende in de machinekamer te varen in oorlogstijd. Zorgen dat de machine blef draaien terwijl je niet weet wat er om je heen gebeurt. De mogelijkheid vaan oorlog werd plotseling weer reeel toen ik in 1962 in de buurt van Venezuela voer, terwijl er een pokerstrijd werd gevoerd om de raketten op Cuba. Een werkelijk treffen zou betekenen, enfin ik was toen nog maar pas getrouwd.
Europa voor mij betekende meer dan alleen maar een aantal staten die moeite hebben met elkaar door een deur te gaan. Europa betekende ook een mogelijk perspectief op duurzame vrede in mijn wereld.
Maar Europa voor mij is vooral ook praktisch. Nog even terug naar mijn carriere in de machinekamer van die oude schepen. We moesten als machinist onderhoud plegen en daarvoor hadden we materiaal nodig, reserve onderdelen vooral. Ik nodig iedereen met me mee te voelen als je onderdelen hebt besteld en inderdaad onderdelen krijgt, maar bij die onderdelen is er geen gebruik gemaakt van Whitworthdraad zoals gevraagd; u krijgt moeren met metrische draad. Het vervelende is dat ook uw gereedschap dan niet meer past. Voor een wereld die steeds meer internationaal verkeer heeft is standaardisatie noodzakelijk en onvermijdelijk. Die standaardisatie is een moeizaam en uiterst kostbaar proces. Maar het is een proces dat meer doelmatigheid bevordert dan wat dan ook. Standaardisatie van bijvoorbeeld maten en gewichten zoals die in Groot Brittannie de afglopen jaren plaats vindt is enorm ingrijpend, maar er is maar zelden iemand die zich dat schijnt te realiseren. Europa voor mij betekent ook standaardisatie, praktisch en heel rechtstreeks. Dat vindt u bijvoorbeeld heel platvloers in de stekkertjes die u in Europa moet gebruiken om de verschillende digitale apparaten te voeden. Nog slechts enkele jaren geleden werd ieder apparaat uitgrust met zijn eigen stekker. Nu kunt u met bijna een stekker volstaan. Europa voor mij betekent noodzakelijke standaardisatie.
Maar Europa voor mij betekent ook platvloerse macht tegenover de monopolistische multinationals: zonder de macht van de Europese Unie had Microsoft doorgedrukt dat de Microsoft webbrowser de enige beschikbare browser was. Alleen doordat Europa 450 miljoen consumenten vertegenwoordigde kunt u nu naast de Microsoft browser uw eigen voorkeur laten gelden.
In de praktijk betekent het vrije verkeer van goederen mensen en diensten ook nogal wat: Omstreeks 1988 kocht Benna een bankstel in Belgie. De afspraak was dat ik het van Belgie naar Frankrijk zou brengen. Ik huurde dus een busje en omdat de vracht naar het buitenland moest kreeg ik een rekening mee waarop de Belgische BTW was berekend. Bijna twee uur later kwam ik bij de Belgische douane om de Belgische BTW terug te vragen. Het trof dat het ook voor de douane lunchpauze was, zodat ik na het eten de papieren weer op kon halen en vijf kilometer doorrijden naar de Franse douane waar dan de Franse BTW kon worden afgedragen. Een omslachtige procedure, die je niet altijd moet proberen te volgen. Immers toen Georges bij ons het erf opreed met een gebroken krukas, kon zijn auto naar de schroothoop. Alleen: kun je een Franse auto zomaar op de Nederlandse schroothoop gooien? Nee dus; een telefoontje met de douane leerde dat de auto eigenlijk eerst uit Frankrijk uitgeklaard moest worden, vervolgens in Nederland in geklaard, vervolgens total loss moest worden verklaard voor hij op de schroothoop kon...
Voor het geval u mijn opvatting niet hebt begrepen: ik ben voor verdere integratie van Europa, betere afstemming van regels, betere samenwerking op het gebied van (cyber)criminaliteit, ...

maandag 27 juni 2016

Gerontocratie

Toen ik van de HBS kwam (HBS? wat is dat ook al weer?) was de gemiddelde levensverwachting van de mensen in Nederland en de meeste andere rijke landen iets van 60 à 65 jaar. Dat was gunstig voor de pensioenen vermoedelijk, want gemiddeld konden werknemers maar korte tijd van hun pensioen genieten. Zoiets als mij vader die stierf toen hij 69 was.
Sindsdien is de gemiddelde levensverwachting gestegen tot iets in de buurt van de 80 à 85. Dat wordt algemeen beschouwd als een groot goed. Maar het heeft gevolgen. Neem nu ons zelf: we kochten in 1977 een huis dat goed beschouwd niet veel meer dan een bouwval was. Een aannemer die we daar naar vroegen zei: het huis is niet veel waard, maar de grond... Met dat in het achterhoofd kochten we het huis en de grond. En mijn schoonouders kwamen onze aanwinst bekijken, Ze schudden bedenkelijk het hoofd: kind waar begin je aan?
We begonnen natuurlijk toch en leefden 25 jaar gelukkig verder. Ons huis was de beste plek ter wereld.
Toen zocht onze dochter een nieuwe woonstee. Ze vond een oude boerderij en toen we kwamen kijken hadden we het gevoel: nou, voor de paarden is er in ieder geval een geschikte plaats, maar voor de mensen (het gezin bestond inmiddels uit vijf en soms zes personen)... ?
Ik betrapte me erop dat ik dacht: waar beginnen ze aan? Op dat moment zag ik het nieuwe huis niet als een fantastische uitdaging maar als een geval dat dagelijks onderhoud behoefde. En niet zo maar een beetje onderhoud, met een heg van misschien wel tweehonderd meter langs de weg betekende dat veel onderhoud., jaar in jaar uit.
Het is duidelijk, naarmate je ouder wordt verandert je perspectief. Je wordt voorzichtiger, denkt minder aan de toekomst en de uitdaging van het leven, je denkt maar aan de moeilijkheden van het nu die samenhangen met je veranderde perspectief.
Je denkt meer aan het verleden en hoe je denkt dat het toen was. Het was toen natuurlijk niet zo als je nu denkt dat het toen was juist omdat je perspectief op het leven anders was.
En daaraan moet ik dan denken als ik de uitslag van het referendum in Groot Brittannie zie. Gelet op wat we nu weten zou de Engeland voor Europa en de Europese Unie gestemd hebben als de gemiddelde levensverwachting in Engeland beneden de 70 was geweest.
Een jonge Britse zei het heel pregnant: 'De mensen van 90 die maken onze toekomst kapot.'
Een beklemmende gedachte: drie kwart van de jongeren stemt voor Europa: daar zien ze hun toekomst: de banen, de vernieuwing en werk. De ouderen die de risico's niet  meer aandurven bepalen dat die toekomst wordt afgesneden.
Waarom moeten we ook weer steeds ouder worden?  

zaterdag 25 juni 2016

Digitaal

Het uitzicht vanaf ons huisje in Luzy is vanmorgen heel beperkt. Na het onweer gisteravond is de regen gekomen. Die bracht mee 'laaghangende bewolking' waardoor alleen de bomen rondom ons huisje nog zichtbaar zijn. Het is zaterdag en wisseling van de wacht. De bewoners van deze week vertrekken en de bewoners voor de volgende week zullen in de loop van de middag aankomen.
Om kwart voor acht vertrok het gezin met twee jongens van een jaar of vier. Ik had gisteren al geconstateerd dat tegen de voorstoelen twee dvd-spelers waren gemonteerd.
'Hardstikke handig,' zei de buurman. 'Je doet er een dvd in en de kinderen kijken naar de film, en als na anderhalf uur de film is afgelopen denk je verrek, het is tijd om wat te drinken. Geen centje pijn.'
Wat deden wij als we met de kinderen in de auto zaten? We zongen vaak een liedje; een aantal van die liedjes is inmiddels op het internet terecht gekomen, maar dat is dankzij onze kleinzoon, die van een jongere generatie is. Of we lieten de kinderen tellen hoeveel rode auto' s we passeerden of tegenkwamen. We moesten er als ouders wel iets aan doen.
Dat is dus nu een stuk eenvoudiger. Met een dvd-speler per kind achter in de auto heb je er als ouders geen omkijken meer naar.
En ondertussen lees ik verder in 'Digitale dementie', misschien gebruik ik het boek nog. Manfred Spitzer, een Duitse hersenonderzoeker, laat zien dat de digitale revolutie slecht tot zeer slecht is voor de ontwikkeling van onze hersenen. De stelling: Als je je hersenen niet oefent gaan ze achteruit. De analogie is eenvoudig. Er zal wel niemand willen  beweren dat topsporters zonder training kunnen. En als ik er al iets over hoor in de krant of elders, dan lijkt trainingsarbeid van drie tot zes uur per dag heel normaal. Het ligt dan ook voor de hand dat als je herens wilt ontwikkelen dan moet je ze regelmatig trainen. Voor zover schaken iets met topsport te maken heeft of met hersenarbeid: topschakers trainen ook drie tot zes uur per dag. Het aardige is dat we tegenwoordig de veranderingen in de hersenen kunnen meten. We kunnen vaststellen dat door oefening - bijv. voor jongleren, of voor muziek, bepaalde delen van de hersenen groeien. Zonder oefening groeien die niet, sterker dan sterven er hersencellen af.
Bij regelmatig beeldschermgebruik (in Duitsland en in de VS zitten jongeren tussen 13 en 18 ca 7 uur per dag te kijken naar een beeldscherm) nemen de leerprestaties af. Spitzer signaleert dat van verschillende kanten mensen zich realiseren dat ze het gevoel hebben dat nu ze regelmatig zoeken op het internet, ze het gevoel hebben dat ze zich moeilijker kunnen concentreren op lange teksten. Ondertussen blijkt dat bij jonge mensen soms een schrijnend gebrek aan algemene kennis wordt geconstateerd. Een meisje dat op High School als belangrijk bijvak astronomie had gekozen en daarvoor een goed cijfer had gehaald moest het antwoord schuldig blijven op de vraag hoeveel manen de aarde heeft.
Trouwens, als ik eerlijk ben: ik volg regelmatig de serie NCIS, een serie die regelmatig wordt herhaald. Maar eigenlijk maak ik me er niet zo druk om wat er nu precies aan de hand is. De hoofdfiguren spelen hun vaste rol, in mijn ogen vaak van een stupide banaliteit. En aan het eind van de aflevering, die een kloktijd duurt van een uur, maar na aftrek van de reclame nog maar 38 minuten filmtijd geeft) is het probleem opgelost. Dan hebben de goeien met etrokken pistool of revolver de slechten verslagen. Vraag me niet om uit te leggen wat nu wezenlijk het probleem was.
De kinderen van onze campingburen hebben in ieder geval een rustige reis met film onderweg naar huis.
En ik moet hier stoppen, anders wordt mijn blog te lang om nog te worden gelezen.

Digitaal

Het uitzicht vanaf ons huisje in Luzy is vanmorgen heel beperkt. Na het onweer gisteravond is de regen gekomen. Die bracht mee 'laaghangende bewolking' waardoor alleen de bomen rondom ons huisje nog zichtbaar zijn. Het is zaterdag en wisseling van de wacht. De bewoners van deze week vertrekken en de bewoners voor de volgende week zullen in de loop van de middag aankomen.
Om kwart voor acht vertrok het gezin met twee jongens van een jaar of vier. Ik had gisteren al geconstateerd dat tegen de voorstoelen twee dvd-spelers waren gemonteerd.
'Hardstikke handig,' zei de buurman. 'Je doet er een dvd in en de kinderen kijken naar de film, en als na anderhalf uur de film is afgelopen denk je verrek, het is tijd om wat te drinken. Geen centje pijn.'
Wat deden wij als we met de kinderen in de auto zaten? We zongen vaak een liedje; een aantal van die liedjes is inmiddels op het internet terecht gekomen, maar dat is dankzij onze kleinzoon, die van een jongere generatie is. Of we lieten de kinderen tellen hoeveel rode auto' s we passeerden of tegenkwamen. We moesten er als ouders wel iets aan doen.
Dat is dus nu een stuk eenvoudiger. Met een dvd-speler per kind achter in de auto heb je er als ouders geen omkijken meer naar.
En ondertussen lees ik verder in 'Digitale dementie', misschien gebruik ik het boek nog. Manfred Spitzer, een Duitse hersenonderzoeker, laat zien dat de digitale revolutie slecht tot zeer slecht is voor de ontwikkeling van onze hersenen. De stelling: Als je je hersenen niet oefent gaan ze achteruit. De analogie is eenvoudig. Er zal wel niemand willen  beweren dat topsporters zonder training kunnen. En als ik er al iets over hoor in de krant of elders, dan lijkt trainingsarbeid van drie tot zes uur per dag heel normaal. Het ligt dan ook voor de hand dat als je herens wilt ontwikkelen dan moet je ze regelmatig trainen. Voor zover schaken iets met topsport te maken heeft of met hersenarbeid: topschakers trainen ook drie tot zes uur per dag. Het aardige is dat we tegenwoordig de veranderingen in de hersenen kunnen meten. We kunnen vaststellen dat door oefening - bijv. voor jongleren, of voor muziek, bepaalde delen van de hersenen groeien. Zonder oefening groeien die niet, sterker dan sterven er hersencellen af.
Bij regelmatig beeldschermgebruik (in Duitsland en in de VS zitten jongeren tussen 13 en 18 ca 7 uur per dag te kijken naar een beeldscherm) nemen de leerprestaties af. Spitzer signaleert dat van verschillende kanten mensen zich realiseren dat ze het gevoel hebben dat nu ze regelmatig zoeken op het internet, ze het gevoel hebben dat ze zich moeilijker kunnen concentreren op lange teksten. Ondertussen blijkt dat bij jonge mensen soms een schrijnend gebrek aan algemene kennis wordt geconstateerd. Een meisje dat op High School als belangrijk bijvak astronomie had gekozen en daarvoor een goed cijfer had gehaald moest het antwoord schuldig blijven op de vraag hoeveel manen de aarde heeft.
Trouwens, als ik eerlijk ben: ik volg regelmatig de serie NCIS, een serie die regelmatig wordt herhaald. Maar eigenlijk maak ik me er niet zo druk om wat er nu precies aan de hand is. De hoofdfiguren spelen hun vaste rol, in mijn ogen vaak van een stupide banaliteit. En aan het eind van de aflevering, die een kloktijd duurt van een uur, maar na aftrek van de reclame nog maar 38 minuten filmtijd geeft) is het probleem opgelost. Dan hebben de goeien met etrokken pistool of revolver de slechten verslagen. Vraag me niet om uit te leggen wat nu wezenlijk het probleem was.
De kinderen van onze campingburen hebben in ieder geval een rustige reis met film onderweg naar huis.
En ik moet hier stoppen, anders wordt mijn blog te lang om nog te worden gelezen.

Digitaal

Het uitzicht vanaf ons huisje in Luzy is vanmorgen heel beperkt. Na het onweer gisteravond is de regen gekomen. Die bracht mee 'laaghangende bewolking' waardoor alleen de bomen rondom ons huisje nog zichtbaar zijn. Het is zaterdag en wisseling van de wacht. De bewoners van deze week vertrekken en de bewoners voor de volgende week zullen in de loop van de middag aankomen.
Om kwart voor acht vertrok het gezin met twee jongens van een jaar of vier. Ik had gisteren al geconstateerd dat tegen de voorstoelen twee dvd-spelers waren gemonteerd.
'Hardstikke handig,' zei de buurman. 'Je doet er een dvd in en de kinderen kijken naar de film, en als na anderhalf uur de film is afgelopen denk je verrek, het is tijd om wat te drinken. Geen centje pijn.'
Wat deden wij als we met de kinderen in de auto zaten? We zongen vaak een liedje; een aantal van die liedjes is inmiddels op het internet terecht gekomen, maar dat is dankzij onze kleinzoon, die van een jongere generatie is. Of we lieten de kinderen tellen hoeveel rode auto' s we passeerden of tegenkwamen. We moesten er als ouders wel iets aan doen.
Dat is dus nu een stuk eenvoudiger. Met een dvd-speler per kind achter in de auto heb je er als ouders geen omkijken meer naar.
En ondertussen lees ik verder in 'Digitale dementie', misschien gebruik ik het boek nog. Manfred Spitzer, een Duitse hersenonderzoeker, laat zien dat de digitale revolutie slecht tot zeer slecht is voor de ontwikkeling van onze hersenen. De stelling: Als je je hersenen niet oefent gaan ze achteruit. De analogie is eenvoudig. Er zal wel niemand willen  beweren dat topsporters zonder training kunnen. En als ik er al iets over hoor in de krant of elders, dan lijkt trainingsarbeid van drie tot zes uur per dag heel normaal. Het ligt dan ook voor de hand dat als je herens wilt ontwikkelen dan moet je ze regelmatig trainen. Voor zover schaken iets met topsport te maken heeft of met hersenarbeid: topschakers trainen ook drie tot zes uur per dag. Het aardige is dat we tegenwoordig de veranderingen in de hersenen kunnen meten. We kunnen vaststellen dat door oefening - bijv. voor jongleren, of voor muziek, bepaalde delen van de hersenen groeien. Zonder oefening groeien die niet, sterker dan sterven er hersencellen af.
Bij regelmatig beeldschermgebruik (in Duitsland en in de VS zitten jongeren tussen 13 en 18 ca 7 uur per dag te kijken naar een beeldscherm) nemen de leerprestaties af. Spitzer signaleert dat van verschillende kanten mensen zich realiseren dat ze het gevoel hebben dat nu ze regelmatig zoeken op het internet, ze het gevoel hebben dat ze zich moeilijker kunnen concentreren op lange teksten. Ondertussen blijkt dat bij jonge mensen soms een schrijnend gebrek aan algemene kennis wordt geconstateerd. Een meisje dat op High School als belangrijk bijvak astronomie had gekozen en daarvoor een goed cijfer had gehaald moest het antwoord schuldig blijven op de vraag hoeveel manen de aarde heeft.
Trouwens, als ik eerlijk ben: ik volg regelmatig de serie NCIS, een serie die regelmatig wordt herhaald. Maar eigenlijk maak ik me er niet zo druk om wat er nu precies aan de hand is. De hoofdfiguren spelen hun vaste rol, in mijn ogen vaak van een stupide banaliteit. En aan het eind van de aflevering, die een kloktijd duurt van een uur, maar na aftrek van de reclame nog maar 38 minuten filmtijd geeft) is het probleem opgelost. Dan hebben de goeien met etrokken pistool of revolver de slechten verslagen. Vraag me niet om uit te leggen wat nu wezenlijk het probleem was.
De kinderen van onze campingburen hebben in ieder geval een rustige reis met film onderweg naar huis.
En ik moet hier stoppen, anders wordt mijn blog te lang om nog te worden gelezen.

zondag 19 juni 2016

Voorbereiding

Boodschappen doen voor ons huishouden levert weinig moeilijkheden op. Ik doe het alle weken. Maar vlak voor we met vakantie gaan is het doen van boodschappen niet vanzelfsprekend. We hebben maar een paar artikelen nodig: het lijstje is kort en ongewoon. En sommige dingen op mijn lijstje kunnen eigenlijk ook wel wachten tot na de vakantie.
Als ik bij de schoonmaakartikelen sta en zoek naar een fles Cif die altijd geel was, komt er een dame van zekere leeftijd naast me staan.
'Waar hebben ze de ...' , ze begint te mopperen dat alle artikelen steeds weer ergens anders staan. Eigenlijk zijn ze nergens terug te vinden.
Ik hoor haar aan en geef haar gelijk. Eigenlijk zouden de supermarkten hun artikelen altijd op dezelfde plaats moeten zetten, de fabrikanten alle verpakkingen van de artikelen die ze op de markt brengen steeds gelijk houden. Voor het boodschappen doen zou dat...
Ze onderbreekt de conversatie: zeheeft haar wasmiddel gevonden. Op dat moment zie ik ook de Cif. Is deze groene fles nu de juiste, of moet ik...
' Ach,' zegt ze, 'ik zou hem maar meenemen. Als het niet goed is zeg je geoon dat ze het dan zelf maar moet doen.'
Ze gaat er vanuit dat ik niet zelf het lijstje heb opgesteld.
We lopen verder ieder met zijn eigen lijstje; bij de kassa komen we elkaar weer tegen. Verschillende lijstjes, dezelfde doorlooptijd. Maar nu het ijs gebroken is groeten we elkaar vriendelijk.
Voor haar wordt een nieuwe kassa geopend.

donderdag 2 juni 2016

Mening

Soms denk ik nog wel eens aan mijn vader. Die kon als zich iets nieuws voordeed waarover zijn mening werd gevraagd min of meer wanhopig verzuchten:
'Men denkt tegenwoordig maar dat je overal een mening over hebt.'
Het is de vraag of een man zoals hij die een mening alleen wilde geven als hij zich goed had georiënteerd zich op zijn gemak zou voelen in deze tijd, waarin alles tegelijk gebeurt en moet worden beoordeeld. Achtergronden en feiten lijken nauwelijks nog relevant. Misschien is de wereld wel te complex geworden om nog tijd te kunnen nemen voor een bezonken oordeel. Ik neem de krant van een willekeurige ochtend en zie de koppen:
'Er is weer werk in West-Brabant'
'Amphia: Wij vegen niets onder tapijt.'
'Ruzie over missie in Mali.'
'Kleurtje en een dure bak? Aan de kant.'
'Staking op staking; Belg wordt er wanhopig van.'
'Minister van ongelijke kansen moet aan de bak'
'Hollands glorie bij supertunnel.'
'Vleesvervangers zijn ook niet altijd gezond'
'Volleman voorop in de strijd'
 'Maak van je ontslag het keerpunt in je leven'
En toch: het maakt op mij allemaal de indruk dat het komkommertijd aan het worden is in de krant. Ik scan 's morgens de koppen en vind eigenlijk dat er niets gebeurd is. Tot ik een buurman tegen het lijf loop die vraagt: heb je dat stukje gezien over Van der Veer? Ik moet toegeven dat ik de kop gezien heb, maar niet zover ben gekomen de tekst te lezen. Van der Veer is oud-topman van de Shell die kennelijk een paar dagen geleden is geïnterviewd. Twee lectoren van de NHTV geven commentaar op het interview of liever op de uitspraken die van der Veer volgens de krant heeft gegeven. Als ik het goed begrijp wordt het Van der Veer aangerekend dat de Shell nog niet onmiddellijk alle olieboringen heeft stop gezet en op volle kracht op weg is naar duurzame energie. Hoewel dus Van der Veer niet meer werkt bij de top van de Shell en dus zeker minder invloed heeft op het beleid van het bedrijf dan voorheen wordt hij aangesproken op het beleid van het bedrijf. En in niet mis te verstane termen.
Een heel opmerkelijk commentaar als men in aanmerking neemt dat heel recent op de aandeelhouders vergadering van de Koninklijke Shell een voorstel om het beleid drastisch om te buigen met 94% van de stemmen werd afgewezen. Wat kan Van der Veer met dit commentaar?
Natuurlijk: Het is een mening in de nieuwe rubriek meningen van de krant, maar niet over de mogelijkheden op welke termijn en in welke mate dan ook over te gaan op duurzame energie, maar het is een mening over een ex-werknemer van een bedrijf. En die mening is stuitend.
Mijn vader had gelijk het is praktisch onmogelijk om overal een mening over te hebben. Dat beseffen de lectoren van de NHTV ook, maar ze hebben blijkbaar zelfs geen mening over zaken waarover ze die wel zouden moeten hebben en slaan uit wanhoop driftig om zich heen.     
  
 
   

woensdag 1 juni 2016

Doel

Het is niet altijd even gemakkelijk om te accepteren dat het leven geen doel heeft. Maar als je even nadenkt over het ongelooflijke toeval van ons bestaan en over de evolutie dan kun je er toch moeilijk onder uit. De evolutie is ongericht, de mutaties in ons erfelijk materiaal hebben geen richting. Er zal dan ook geen doel zijn. Misschien moeten we daar met Jaap van Heerden wel blij om zijn. Dat wil echter niet zeggen dat ons leven geen zin heeft. Maar dan moeten we de wereld wel vanuit een breder perspectief zien dan alleen vanuit ons (menselijk) oogpunt of belang.
Volgens de huidige opvattingen is alles met alles verbonden en zeker alles wat leeft. Mensen en dieren kunnen voor hun leven niet zonder zuurstof. Dat is duidelijk, maar als alle mensen en dieren gezamenlijk de beschikbare hoeveelheid zuurstof zouden opnemen duurde het niet lang of iedereen zou zonder adem zitten. Gelukkig wordt zuurstof ook weer voortdurend aangemaakt en wel door (groene) planten, de enige wezens die met behulp van het pigment chlorofyl het licht van de zon om kunnen zetten in energie en... zuurstof. Al die miljarden en  miljarden groene blaadjes en bladeren van planten en bomen zijn gedurende de dag voortdurend bezig om zuurstof te produceren.
Nu is zuurstof in grote hoeveelheden tamelijk agressief. Een te hoge concentratie zou heel vervelende gevolgen kunnen hebben.
Het is dan ook maar goed dat mensen en dieren zoveel zuurstof gebruiken. Gezien vanuit de plant heeft de mens dus een zeer nuttige functie. De mens (samen met de rest van de dierenwereld) houdt de zuurstofconcentratie binnen de grenzen. Als het leven van de mens dan al geen doel heeft, zin heeft het zeker.
We moeten het leven alleen meer bekijken vanuit het perspectief van de plant. Trouwens (met dank aan Oudemans in Plantaardig), wie zegt dat de planten niet intelligent zijn. Weliswaar bewegen ze zich maar heel langzaam, maar ze verspreiden zich toch maar over de hele aarde.
En als u naar de bijgaande foto kijkt kunt u nu zeggen wie hier ten dienste staat van wie? Is dat de rijst die zijn vrucht moet dragen en dan de mens van voedsel voorziet of is dat de mens die zich uitslooft om het de rijst naar de zin te maken en zijn best doet om de rijst over de wereld te verspreiden?