vrijdag 29 november 2013

Voorbereiding

Een van de heel fraaie uitdrukkingen die ik in mijn carrière als ambtenaar ben tegen gekomen is er een die ik aan wethouder Broeders toeschrijf. Toen ik hem leerde kennen in 1970 was hij de belangrijkste man in het college. Broeders beheerde de gemeentelijke financiën en ging over onderwijs. Hij liep wat mank en had een opvallende uitspraak van sommige woorden. Zo sprak hij altijd van het collège in plaats van college. Broeders had grote ervaring niet alleen als raadslid en wethouder voor de KVP en later CDA maar ook als vakbondsbestuurder. In de voorstellen die hij moest verdedigen in de gemeenteraad kende hij de dossiers wel zo goed dat hij, zoals hij dat noemde, vaak kon spelen op zien komen. 
Spelen op zien komen. Eigenlijk betekent het dat je naar je vergaderingen en bijeenkomsten afgaat zonder je al te druk te maken over wat je daar te wachten staat. Ik betrap me er vaak op dat in een bijeenkomst blijkt dat ik me te weinig heb voorbereid. Meestal heb ik me niet afgevraagd met welke hersenkronkels mensen mijn ideeën, teksten voorstellen zouden kunnen benaderen. Dat heeft gevolgen. De laatste jaren waarin ik deelnam aan de schaakcompetitie, bleek regelmatig dat ik tegen tegenstanders die zeker niet sterker waren dan ik, al met een slechtere stelling uit de opening kwam. Maar ja ik deed ook weinig of niets aan het bestuderen van de opening.
Gelukkig is ook de voorbereiding in vele gevallen een kwestie van routine. Zorgen dat je laptop werkt, dat je presentatie uitgeprobeerd is, etc. allemaal routine. Maar verder?
Nu de cursus creatief schrijven achter de rug is blijkt een aantal deelnemers zonder cursusleider verder te willen gaan. Er is een locatie vastgesteld, een datum en een tijdstip. Maar verder? In zo'n situatie heb ik de neiging om maar op zien komen te gaan spelen. Voor de hand ligt dat je elkaars verwachtingen probeert te peilen, wat beter te weten zien te komen waar iedereen mee bezig is.
Maar de groep bestaat uit mensen die kennelijk de discussie voor een deel willen structureren. We moeten elkaar feedback geven - overigens een zeer gezonde activiteit - en zo kreeg ik alvast een feedback formulier: op welke punten wil ik feedback. Daar moet ik even over nadenken.
Voorlopig eerst maar eens op zien komen spelen.    

zondag 24 november 2013

Creatief schrijven

De laatste opdracht:
Beschrijf een korte scene in niet meer dan 150 woorden en geef die aan je buurman. 
Ga met de tekst die je zo krijgt aan de slag en beschrijf de scene à la Queneau in twee stijlen.
(Queneau heeft een boekje geschreven Excercises de Style, waarin hij dezelfde scene beschrijft in 99 stijlen. Dat werd vertaald in het Nederlands door Rudy Kousbroek, maar is ook in het Engels verschenen).
Tekst van Sabine












Een kleine ode aan het tuincentrum met kerst

Dra maken we ons weer op
Voor het jaarlijks kerstgebeuren
Maar onbetwist aan de top
Het tuincentrum met zijn kleuren
In sprookjesachtig rood en groen

Het tuincentrum in dit seizoen
Met kerstman en (kunst) engelenhaar
Van spar- en dennengeuren zwaar.
't Is nu advent en gauw het echte feest
Toch bekoort het tuincentrum 't meest.


Of:
Minimalistisch

't Is net een sprookje. Maar hoe mooi het tuincentrum nu ook is ik laat me niet verleiden.
Ik heb genoeg kerstversiering.

Of:
Horror-achtig
Ik krijg nog een gevoel van onbehagen als ik aan het tuincentrum denk waar ik gisteren even rondkeek. Zo'n gevoel of je de haren ten berge rijzen. De grijns van die Kerstman..., maar laat ik niet teveel vooruit lopen. Ik ging dus naar het tuincentrum om eens te kijken of ik nog iets kon vinden als aanvulling op mijn kerstversiering. Nou ze hadden het weer prachtig versierd, de kerstbomen op de juiste plaats het engelenhaar en de slingers en kaarsjes het gaf allemaal de juiste sfeer mooier nog dan vorig jaar. Maar toch was er iets dat niet klopte. Ik vond het benauwd. De geur van dennen was kunstmatig versterkt en gaf, toen ik wat verder het centrum inliep, een drukkende atmosfeer. Er was zoveel uitgestald aan ballen, klokjes, kerstmannetjes en engeltjes dat het me teveel werd. Er ontstond door deze opstelling ook een labyrinthachtig geheel met veel onverwachte, donkere hoekjes, waar dan plotseling een lamp aanging. Het ging allemaal goed en ik stond al op het punt naar de uitgang te lopen, toen ik in zo'n verscholen hoekje tegen een buitenmodel Kerstman aanliep met een levensechte, gemene grijns op zijn gezicht. Het was al donker in deze hoek van de zaak, maar toen ik dit hoekje binnenliep ging plotseling een lamp aan die die Kerstman verlichtte. Ik schrok me lam en draaide me om maar in de verkeerde richting. Toen liep ik tegen die engel aan; die hing daar een beetje laag, maar haar oog loensde een beetje, ronduit griezelig. Maar door dat ik de verkeerde kant was uitgelopen, was ik mijn oriëntatie kwijt en heb ik wel een kwartier rond lopen dwalen voortdurend met dat stomme gebulder van die Kerstman in mijn oren. Ik kreeg het helemaal benauwd. Ik was blij dat ik iemand van het personeel zag die me de weg naar de kassa kon wijzen. Ik heb niets meer gekocht, want ik bedacht dat ik eigenlijk genoeg heb. Maar de grijns van die Kerstman blijft me nog steeds achtervolgen.



zondag 10 november 2013

Veroudering

Voor deze kleine klas is het niet zo moeilijk de reunie bij een van de klasgenoten aan huis te organiseren. Zelfs niet als de partners meekomen. Bovendien was een van de klasgenoten al overleden en een andere was door ziekte verhinderd. En zo bevonden we ons dit keer 10 man sterk in Bilthoven, waar de gastheer zich opvallend moeilijk voortbewoog. Het bleek dat de gewrichten in zijn benen te lijden hadden van artrose, maar de chirurg had aangegeven dat hij niet wilde opereren zolang de pijn niet permanent was. Het zijn de verschijnselen die met de onvermijdelijke veroudering gepaard gaan. De handicap was intussen voor hem wel van dien aard dat hij het oorsronkelijke plan om naarhet museum van Speeldoos tot Pierement wilde opgeven. Immers de binnenstad van Utrecht was door opengebroken straten haast onbereikbaar. De excursie naar het speeldoos museum was vermoedelijk ingegeven door de gemakkelijke overweging dat de vroegere directeur en oprichter van het museum, een van de klasgenoten was. Het voorstel had desondanks wel wat verwondering gewekt. De klas was al eens in het museum geweest. Maar Jan Jaap had niet geprotesteerd en zijn relaties aangesproken om van dit bezoek iets bijzonders te maken. De afspraken hiervoor te laten vallen was heel erg lastig. Jan Jaap Haspels is een bijzondere figuur. Als zoon van een dominee in Groenlo had hij al van heel jong een grote belangstelling gehad voor speeldozen, klokken en muziek. Een carriere in de muziek was niet geheel dat wat zijn vader wilde aanmoedigen. Jan Jaap studeerde Engels, maar promoveerde in de muziekgeschiedenis. Hij verzamelde en bouwde muziekdozen, die hij tentoonstelde op zijn kamer in Utrecht. Hij maakte een bordje museum en liet kaartjes drukken met dr. Haspels, directeur. Bij een vorige reunie had hij ons al eens door het museum  en de binnenstad van Utrecht geleid. En door zijn aanstekelijke manier van vertellen had hij als een modern soort rattenvanger van Hamelen, in de kortste keren een heel gezelschap achter zich aan gekregen.
Het museum en Jan Jaap hadden een wereldwijde bekendheid gekregen.
Bij deze gelegenheid had Jan Jaap ervoor gezorgd dat er enkele speciale stukken uit de collectie werden klaargezet. Maar hij voelde zich wat onzeker over zijn vermogen het verhaal goed te vertellen en een van de medewerkers gevraagd ons rond te leiden. Die medewerker kwam echter nauwelijks aan het woord. De gaten in het geheugen van Jan Jaap waren niet voldoende om de magie uit zijn verhaal te halen. Het pronkstuk uit de collectie was het spinet dat Jan Jaap vroeger zelf had gebouwd. Over het maken, draaien afwerken van de onderdelen, had hij drie jaar gedaan. Elk onderdeel had hij zelf getekend. Maar nu stond hij erbij en voelde zich onzeker over hoe hij het spinet, waarin enkele melodieen waren geprogrammeerd moest bedienen. Na de demonstratie werd het spinet weer zorgvuldig weg gezet.

donderdag 7 november 2013

Creatief schrijven


Ik volg de cursus creatief schrijven en kreeg als opdracht een beeldverhaal bij een van de aangeboden afbeeldingen. Hier is de afbeelding die ik koos en het verhaal erbij.


Kapper Peter
Het is een van die kleine winkeltjes langs de gracht. Ingeklemd tussen de herenhuizen zijn er nog een paar overgebleven. De meeste zijn dichtgespijkerd en verkeren in bouwvallige staat. Een paar huizen verderop was vroeger in zo'n huisje een snoepwinkeltje, Daar kwam ik vaak als kind. Dat winkeltje is ook al lang over de kop. Maar in dit huisje zit mijn kapper. Kapper Peter. Hij zit hier al jaren en ik kom hier ook al jaren. Eens in de zes weken houdt Peter mijn haar in de vorm. Hoe vaak zou ik hier nu al niet geweest zijn? Acht keer, negen keer per jaar? Het is geen bijzonder kapsel, want op mijn leeftijd hoeft ik geen modieuze bewerkingen meer op mijn hoofd. Het is goed zoals het is. En op een dag als deze is de kleine kapperszaak voor mij een rustgevende omgeving. Het is mooi weer in de nog vroege zomer. Aan de overkant van de gracht strijkt het zonlicht langs de gevel en kan ik nog net het groen zien van de bomen die daar staan. De deur van de kapperszaak staat open. Van de straat klinken de geluiden die bij deze omgeving horen. Wat me iedere keer weer verbaast is dat de kade aan de overkant zo hoog is boven het water. Maar dat zullen ze wel uitgezocht hebben.
Gelukkig mag ik van Peter onder deze omstandigheden rustig mijn sigaartje roken terwijl ik zit te wachten tot ik aan de beurt ben. Eigenlijk weet ik niet zoveel van Peter. Ach maar waarom ook. Ik kom hier voor een half uurtje, een uurtje rust; niet voor gesprekken over zijn familie. Wel heb ik gehoord dat zijn vrouw er vandoor is met een andere man. Maar dat is tegenwoordig nauwelijks abnormaal. Huwelijken worden gesloten en ze vallen weer uit elkaar. En eigenlijk is het een wonder dat als ik straks thuis kom, mijn vrouw er nog is. Wat zou ik doen als bleek dat ze weg was?
Hé, ik schrik ervan, was ik even echt in slaap gevallen? Wat moet dat ongure type daar in de deuropening? Die vent met die pet en die zonnebril. Eigenlijk heb ik de pest aan dat soort figuren. Kijk hem daar nou staan met dat leren jasje. Zou het een drugsdealer zijn? Dat zou zo maar kunnen in deze buurt. Er lopen meer van die figuren rond in deze omgeving. Peter zal toch niet aan de drugs zijn? Je weet het maar nooit. Maar als dat zo is moet ik er nog eens over na denken of ik hier nog weer terug zal komen. Volgens mij komt die vent uit die auto die daar tegen de gracht geparkeerd staat. Het valt me mee het is maar een Volkswagen en niet zo'n protserige BMW.
Peter lijkt die vent te kennen. Dat lijkt helemaal verdacht.
Wat zegt die vent nu? Hij komt de auto van Peter terugbrengen? Hij heeft hem laten repareren bij de garage? Nou zie ik het pas. Hij heeft de autosleutel van Peter in zijn hand. Zie je wel, er is niets aan de hand. Dat heb ik aldoor al gedacht. Natuurlijk kon Peter niet zelf naar de garage. Ik heb me er aldoor al over verwonderd dat zijn auto er niet stond. Oh, dat was zijn zwager?

Nou, ik kan nog net mijn sigaartje oproken, gelukkig is dat niet uitgegaan.