woensdag 1 februari 2012

Vasalis

Een koude winteravond bij Oncle Jean. Er is een inleiding over M.Vasalis gehouden door Maaike Meijer, schrijfster van de biografie over M. Vasalis. In aanmerking genomen het betrekkelijk weinig omvangrijke dichtwerk van Vasalis lijkt de biografie disproportioneel groot. Het is een kloek boek van ca 900 bladzijden.
De inleiding maakt duidelijk dat het schrijven van de biografie eigenlijk een zeer moeilijke zaak was. Immers Vasalis vond dat haar werk niet kon worden afgeleid uit haar biografie - ze was dan ook niet zo'n liefhebber van een biografie over haar. Haar gedichten zei Meijer konden niet en moesten dan ook niet biografisch verklaard worden. In de biografie had ze dan ook gepoogd dat wat boven de biografische context uitsteeg, het extra, te benadrukken. Of ze daarin geslaagd is weet ik (nog) niet, want ik heb de biografie die we wel hebben niet gelezen en de vraag is of ik er aan toe zal komen.
De rode draad door alle gedichten zegt Meijer is de feitelijke worsteling met de realiteit en wat daarbuiten ligt. De vraag naar wat ervoor was en wat erna komt. Dat er is dan blijkbaar dit leven. Het lijkt een poging het leven, onze werkelijkheid te zien in een groter geheel en desondanks het hier en nu niet te kunnen veranderen.
Het is een beeld dat me niet onmiddellijk weer loslaat. In mijn eigen beleving van de werkelijkheid bestaan momenten waarin de werkelijkheid zich splitst in een deel waarin ik zelf zit te kijken naar een deel dat een eigen zelfstandigheid lijt te bezitten. Een moment bij een concert in de halfduistere zaal kijk ik naar de handen van de muzikanten die een eigenheid krijgen en zelfstandig bewegen zonder relatie met de mensen waaraan ze vast moeten zitten of de muziek die ze moeten vertolken.
Het ik en wat daarbuiten ligt, soms een schijnbare tweeheid.