maandag 25 mei 2020

Op kuikenjacht

Bent u een natuurfotograaf?
Vroeg de vrouw die me aan het eind van de Langendijk passeerde. Ik moest toegeven dat ik ook wel eens foto's nam als ik in de natuur ben.
Natuur is natuurlijk betrekkelijk. Alle natuur in onze omgeving is door de mens aangelegd en georganiseerd. Maar we zijn al blij met een klein stromend riviertje met een wandelpad en groene planten er omheen.
Als je hier in gaat kom je langs een gans die jongen heeft.
Ik volgde de aanwijzingen en ontmoette de gans, het was een week na mijn ontmoeting met de reiger.
Als ik hem goed gedetermineerd heb is het een Canadese gans. Hij, of zij, dat kon ik niet zo goed zien liep daar rond en bewaakte vier jongen. Pluizige vogeltjes op hun eerste ontdekkingstocht in deze wereld.
 

Kleinschalige schoonheid

De regering propageert het kleinschalig genieten van de schoonheid in Nederland of andersom natuurlijk: het genieten van kleinschalige schoonheid in onze omgeving.
Daarom neem ik nu de camera mee bij mijn zondagse wandelingen. En hier hemelsbreed nog geen vijfhonderd meter van ons huis staat deze reiger op de uitkijk naar passerende vis bij de stroomversnelling in de Aa of Weerijs.

Hij heeft daar denk ik zijn vaste stek.

De foto werd genomen in mei. Eigenlijk verwachtte ik al veel vogels bezig met broeden of al met jongen maar dat was vermoedelijk nog te vroeg. Het was erg stil.

zaterdag 23 mei 2020

Data

Miriam Rasch heeft een boek geschreven onder de titel Frictie. Nu heb ik dat boek niet gelezen, maar alleen de weerslag ervan, naar aanleiding van een interview met Miriam Rasch in het Financieel Dagblad.
Wat me opviel was de opmerking: De wereld is niet in data te vangen. Als ik de tekst goed begrijp dan heeft Miriam bezwaar tegen de drang ons leven te versimpelen in data. Het is een begrijpelijke vrees.

En toch gaan mijn gedachten weer terug naar de jaren zeventig. (van de 20e eeuw wel te verstaan). In de eerste helft van de 20e eeuw vierde het reductionisme hoogtij. Men ging er van uit dat men het functioneren van mensen en dieren (eigenlijk de hele wereld) kon begrijpen door hun onderdelen te begrijpen. En dus werden mensen en dieren, werd de wereld ontleed en de onderdelen werden verder ontleed, enz. En zo kon men van alle onderdelen precies bepalen wat ze deden en hoe ze werkten.

Alleen bleef één vraag onbeantwoord: hoe komt het nu dat die onderdelen samen een mens of een dier vormen? Het leidde tot de magische uitspraak: het geheel is meer dan de som van de delen.
Het bleek de essentie van een nieuwe manier van naar de wereld kijken: de systeemtheorie.

Op een andere manier gesteld was de vraag: Wat is eigenlijk leven?
Ik heb in mijn leven verschillende malen bij een sterfbed gestaan. Je staat erbij en kijkt er naar. Het ene moment is de persoon levend en het volgende is hij dood. Wat gebeurt er op dat moment?

We zijn nu een halve eeuw verder. De wetenschap heeft de onderdelen steeds verder geanalyseerd. Inmiddels weten we precies hoeveel genen een mens heeft, we kennen de samenstelling van DNA. Door experimenten weten we nu ook dat als je sommige genen verandert, dat dan ook de mens of het dier verandert. Maar hoe het komt dat de ene cel leeft en de ander niet is nog steeds een niet beantwoorde vraag.

In die halve eeuw heeft de computer zijn intree gedaan in ons leven en het internet. Grote bedrijven verzamelen alle mogelijke gegevens - data over ons. Want nog steeds geldt zoals in de tijd voor de systeemtheorie dat meten is weten. Maar weten we nu na het verzamelen van al die data wat we lekker vinden en waarbij we ons goed voelen? Miriam heeft daar wat moeite mee en probeert haar data spoor zo klein mogelijk te houden. Maar zo klein mogelijk betekent nog niet klein. En in feite stelt ze weer dezelfde vraag: wat is eigenlijk leven?
Misschien moeten we wel leren leven zonder antwoord op die vraag.