woensdag 30 mei 2012

Oorzaak en gevolg (2)

Het denken over causaliteit heeft zijn consequenties. Nog even mijn vader: 'Het menselijk doen en denken heeft, zegt hij, als (niet altijd even bewust) uitgangspunt het vaste geloof in onvoorwaardelijke causaliteit. […] De 'wil' van de mens (zo moeten wij wel denken) is deel van zijn wezen en behoort als zodanig tot de elementen van het heden, waaruit langs een onafwendbare keten van oorzaken en gevolgen de toekomst voortkomt. Dus is voor de onbevooroordeeld doordenkende mens de vrije wil 'onzin'.'
Het causale denken kan dus leiden tot een tamelijk deterministische visie op de wereld: een gepredestineerde wereld zogezegd.
Zo zie ik de zaken niet. Ik heb in het vorige stukje aangegeven dat de dood van Pietersen niet eenvoudig kon worden toegeschreven aan één oorzaak. En daar denk ik dat in deze meer gecompliceerde tijd de redenering iets anders zou komen te liggen. Aangezien een gebeurtenis veroorzaakt wordt door veelheid van oorzaken is de uitkomst van het samentreffen van die oorzaken niet bij voorbaat zeker. Er zullen weinig mensen zijn die nu verwachten dat als we de film terugdraaien tot het moment dat Jansen in de auto stapt en minstens enigszins onder invloed naar huis rijdt, dat de uitkomst: precies gelijk zal zijn, men kan er zelfs aan twijfelen kunnen of Pietersen wel dood zal gaan.
We kunnen zeggen dat in de causaliteit van het begin van de 20e eeuw nog te sterk werd gedacht in enkelvoudige causale relaties. Want niet alleen dat een gebeurtenis vele oorzaken kan hebben zo kan ook een enkele gebeurtenis vele gevolgen hebben. Want wie denkt dat hij, als hij met dezelfde ejaculatie van sperma bij dezelfde vrouw dezelfde eicel bevrucht, dat hij dan twee keer dezelfde combinatie eicel spermacel zal krijgen?
Causaliteit, inderdaad; ook bij die bevruchting, maar het is een causaliteit achteraf. Vooraf is het ongewis wat de gevolgen zijn van de gebeurtenissen van vandaag. Heeft daarmee de mens zijn vrije wil terug?

maandag 28 mei 2012

Oorzaak en gevolg

Iedere gebeurtenis heeft een oorzaak. Zo dacht mijn vader die verder constateerde dat causaal denken ons is aangeboren. Daar valt wel wat voor te zeggen. Je zou kunnen zeggen zonder causaal denken kun je niets leren. Dat wordt duidelijk als je je bezint op de vraag hoe een baby eigenlijk leert de impulsen die van buiten komen tot coherente beelden samen te voegen of zijn lichaam te beheersen. Als niet het samentrekken van bepaalde spieren zou leiden tot steeds dezelfde gevolgen zou het kind niet leren grijpen, kruipen lopen of wat dan ook. Causaal denken is echt een noodzakelijke voorwaarde om iets te kunnen leren.
Toch zou ik nog wel eens met mijn vader willen discussiëren over twee dingen:

1. Is een eigenschap een oorzaak, of kan een eigenschap een oorzaak zijn? Dat klinkt wellicht wat vreemd. Maar als we weten dat iemand door een kogel om het leven is gekomen, dan zijn we geneigd om te zeggen dat de door een kogel veroorzaakte wond de doodsoorzaak is. Maar vormen nu de eigenschappen van de kogel een oorzaak?

2. Bestaan er ook gebeurtenissen zonder oorzaak? Vermoedelijk zou mijn vader - als de agnosticus die hij was - zoiets zeggen als: als we niets kunnen vaststellen over een oorzaak, wil dat niet zeggen dat er geen oorzaak is. We kunnen er alleen geen uitspraak over doen. Vermoedelijk komt dat min of meer overeen met: ik weet het niet.

De idee dat alle gebeurtenissen een oorzaak hebben wil ondertussen nog niet zeggen dat het gemakkelijk is om vast te stellen wat die oorzaak dan is. Neem het volgende voorbeeld:

Jansen komt terug van een feestje waar hij net iets te veel heeft gedronken in een auto waarvan de remmen defect bleken te zijn, langs een dode hoek waarvan bekend is dat het uitzicht erg slecht is. Hij rijdt daar Pieterse aan die juist bezig was de straat over te steken om een pakje sigaretten te kopen. Laten we nu eens kijken wat de oorzaak was van dit ongeval. Was het de gedeeltelijk onder invloed zijnde chauffeur? Of was het te wijten aan de kapotte remmen - in welk geval er misschien iets moest worden gezegd tegen de garage waar de auto vorige week was gerepareerd, of kwam het door de dode hoek? Of hebben de kennissen van Pietersen gelijk die zeggen dat als Pieterse niet zo nodig de deur uit was gegaan om sigaretten te kopen, er niets gebeurd zou zijn. En is daarmee de rookverslaving van Pieterse de oorzaak van het ongeluk?

zaterdag 26 mei 2012

Ons dorp

We wonen inmiddels al weer vijf jaar in ons dorp. Een tamelijk rustgevende omgeving, waarin eigenlijk niets verandert. Of toch? Neem nu mevr. B. Toen wij hier kwamen een levenslustige dame van net tachtig met een opgewekte en optimistische aard, die met haar auto alle kanten uitreed lange reizen maakte. Wekelijks met haar vriendinnen ging eten, kortom een aardige buurvrouw. Maar gistermorgen belde ze op en vroeg met enige paniek of ik misschien naar beneden zou willen gaan om voor haar de liftdeur open te maken, omdat de kracht daartoe haar ontbrak. Toen ik haar beneden opving vertelde ze dat ze zoveel pijn in haar rug had dat ze de zware liftdeur niet meer kon open drukken. Op mijn vraag naar de plaats van haar pijn wees ze op een plek rechts naast haar wervelkolom. Versleten, he, zei ze, wat wil je als je al 85 bent.
Ze wilde nu nog een keer naar de fysiotherapeut, al verwachtte ze niet dat die er iets aan zou kunnen doen. Maar de fysiotherapeut zou haar op komen halen. Ze ging wat onrustig op de bank zitten in de hal en vertelde ondertussen dat ze haar rollator mee had willen nemen. Maar haar buurman, meneer R. vond dat overdreven. Ze moest gewoon naar de fysiotherapie lopen. Ja zei ze berustend, dat is de ouderdom. Oud worden is helemaal niet leuk. Ik probeerde haar op te monteren door er op te wijzen dat de alternatieven voor ouder worden ook niet erg aantrekkelijk waren. Ze keek me niet begrijpend aan. Het alternatief voor oud worden is dat je er niet meer bent. Oh dat vind ik helemaal niet erg...
Ze stond weer op, althans probeerde dat, maar was blij dat ik haar te hulp schoot. Ze wilde nu al vast Max tegemoet lopen. Ik gaf haar een arm om haar te ondersteunen en liep langzaam met haar in de richting van de hoek van de straat. Ik verwonderde me erover dat ze niet rustig bleef zitten tot Max kwam en ik verwonderde me nog meer dat meneer R die inmiddels al 92 is zich met het rollator gebruik van mevr. B. bemoeide.
We liepen langzaam in de richting van de fysiotherapie aan de overzijde van de boulevard waar we wonen. Het verkeer had te veel haast om voor de zebra te wachten, zodat we daar even moesten wachten. Toen we aan de overkant kwamen kwam Max ons tegemoet. Hij ontfermde zich over mevr. B.
Een klein uur later zag ik ze samen weer terugkomen: mevr. B werd weer thuis gebracht.

vrijdag 4 mei 2012

Getrouwd

Het echtpaar waarvan de vrouw gecremeerd werd was zoals nog werd gememoreerd 59 jaar getrouwd geweest. Ik liet het getal even tot me door dringen. Het was wel een lang huwelijk. Maar in de omgeving waarin ik nu verkeer geenszins het enige huwelijk dat meer dan een halve eeuw heeft geduurd. Trouwens was ik niet zelf al 50 jaar getrouwd? En onze buren vorig jaar en onze andere buren hadden inmiddels al 54 jaar en dat getal had mijn zus ook gehaald. Vijftig jaar getrouwd is eigenlijk helemaal niet zo uitzonderlijk. Daarvoor komt de burgemeester niet meer op bezoek. Wij kregen nog wel een bloemetje van de gemeente. Voor een huwelijk van 70 jaar: daar komt de burgemeester nog wel op bezoek, zoals uit de krant bleek voor enige weken.
In mijn omgeving hoor ik ook mensen zeggen dat zulke langdurige huwelijken wel steeds minder zullen voorkomen, omdat er zoveel huwelijken eindigen in een echtscheiding. In Nederland al wel 40% meldde de krant deze week. In de VS is het percentage zelfs nog hoger. Daar zit wat in: Het is duidelijk een echtscheiding vermindert de kans op een gouden bruiloft: meer echtscheidingen minder gouden bruiloften. Maar daar staat wat tegenover. Want hoe is het met de 60% die kennelijk niet scheidt?
Huwelijken eindigen niet alleen door echtscheiding, maar ook door het overlijden van een van de partners. Eigenlijk is dat wel zeker: hoe lang een huwelijk ook duurt, de dood van een van de partners maakt er een eind aan. Dus de huwelijksduur wordt ook bepaald door de sterftekans.
De meeste mensen trouwen na hun twintigste en moeten dus een een leeftijd van boven de 70 bereiken om 50 jaar getrouwd te kunnen zijn. En daar zit de kneep: we hebben in de AOW-discussie kunnen zien dat toen de AOW werd ingevoerd de gemiddelde levensverwachting in Nederland niet ver boven de 65 lag, terwijl die gemiddelde levensverwachting nu niet ver van de 80 ligt. Een 'winst' van ongeveer 15 jaar. Daar komt bij dat in de meeste huwelijken de man ouder is dan de vrouw. De man moet dus nog ouder worden om die begeerde gouden bruiloft te bereiken. Maar zijn kansen waren wat dat betreft slechter dan tegenwoordig; immers terwijl de levensverwachting van de vrouw was vroeger aanzienlijk hoger dan die van de man.
Die combinatie maakte vroeger - laten we zeggen ten tijde van de invoering van de AOW - de kans op een gouden huwelijk inderdaad tamelijk klein was.
Maar ook de bevolking is in aantal toegenomen, is nu de kans op een gouden bruiloft voor jongelui die nu trouwen nu eigenlijk toegenomen of afgenomen?