woensdag 30 december 2015

Verkouden

Ik ben verkouden, dat lijdt geen twijfel. Het is niet zomaar een verkoudheidje. Nee dit is het echte spul. Zo 'n verkoudheid waarbij je het gevoel hebt dat je je hersens aan het aftappen bent. Men zegt dat de snot die je snuit bestaat uit ontstoken slijmvlies, maar zoveel slijmvlies alleen in je ene hoofd is nauwelijks te begrijpen.
Als je zo'n dagje bezig bent krijg je ook een aardig wollig gevoel in je hoofd. Zo'n gevoel dat je je in alle ernst afvraagt of je hersenen wel goed afgesloten zullen zijn.
Maar terwijl je daarover loopt te dubben - ik neem bij voorbaat maar de nodige vitamine pilletjes in - begint het hoesten. En dat hoesten is ook weer niet zomaar hoesten nee het is hoesten zonder rem.
Ik weet niet of u wel eens geprobeerd hebt de motor van een grasmaaier te starten, zo met zo'n touw en dan maar trekken. Als het goed is komt er een moment dat de compressie hoog genoeg is om de motor zelf het werk te laten doen. Maar soms is het niet goed en sta je eindeloos aan het touw te trekken, terwijl de motor je nietszeggend aanstaart.
Wel zo'n gevoel heb ik ook met dat hoesten. Meestal komt er een moment dat de hoestbui een bevrijdend moment kent, zo'n moment waarop je denkt: ha, hij krijgt greep op de voering van mijn keel. Nog een keer hoesten en dan kan ik weer ademhalen.
Maar zo is het dit keer niet. Nee. Als ik ademhaal hoor ik al dat er nog iets zit dat trilt als de losse tong in een harmonica. En na een paar keer ademhalen voel ik het al aankomen; er breekt weer een hoestbui los, maar er is geen voering in mijn keel waarop de hoest op een gegeven ogenblik greep krijgt. Ik zal toch nog wel een voering in mijn keel hebben? Zo'n hoestbui houdt op een bepaald moment ook op, al heb ik geen idee wanneer en hoe ik dat zou kunnen bevorderen.
Natuurlijk laat ik het er niet bijzitten. Ik neem trachitol zuigtabletten en strepsils (idem), maar ik word na verloop van tijd helemaal wee van dat spul. En de vraag is maar of het ergens tegen helpt.
Ik ga bijtijds naar bed, neem extra paracetamol en blijk na verloop van tijd toch te hebben geslapen, want ik word kletsnat wakker en kan mijn lakens onmiddellijk in de was doen.
En dan probeer je 's morgens of je alweer beter bent. Je snottert minder, je hoest wat minder. Dus als Anneke me de ochtend begroet, probeer ik opgewekt te antwoorden. Maar mijn stem slaat over en door het gebruik van mijn luchtwegen wordt opnieuw een hoestbui op gang gebracht die net zoals die van gisteren nergens toe leidt.
Nee deze verkoudheid is een echte goeie.      

vrijdag 11 december 2015

Moderne devotie

In onze omgeving is het niet vreemd om in kamers of restaurants een kruis tegen te komen. Het lijkt me in het algemeen een teken dat de drager of bezitter zich als christen wil laten kennen. En in het teken van het kruis kan men de wereld weer aan, de moeilijkheden van de dag te boven komen, vraagt men om steun voor moeilijke taken. Zo zien we dan ook voetballers afkomstig uit overwegend katholieke landen een kruisje slaan voor ze aan de wedstrijd beginnen. Christus of God zal wellicht helpen de wedstrijd te winnen. Trouwens het is nog niet zo lang geleden dat priesters in naam van diezelfde christus en/of god aan weerszijden van frontlinie met het kruisteken de wapens zegenden in de hoop god te winnen voor hun zaak.
De moderne mens realiseert zich dat het niet voldoende is om op god te vertrouwen. Wil men onheil afwenden dan is het goed, zelf de nodige maatregelen te nemen. Zo heb ik ooit een familielid geadviseerd om god een handje te helpen door ervoor te zorgen dat de blanke koperdraden van de elektriciteit te laten isoleren. De vraag is immers maar of god wel in zal grijpen als het licht uitvalt. Zo lijkt het verstandig om in ruimten waar veel mensen kunnen komen een noodverlichtingsinstallatie aan te brengen. En als men zich toch in een etablissement bevindt waar een brand uit kan breken, een bom gegooid kan worden of iets anders kan gebeuren dat ook erg is, is het handig om een lichtpunt te hebben dat de weg wijst naar buiten al dan niet via de nooduitgang.
Bovendien komt het nog wel eens voor dat er in een café of andere ruimte 'spontaan'een brand uitbreekt. Het is goed dat aanwezigen dan gewaarschuwd worden dat er iets mis gaat. En zo plaatsen we een rookmelder.
Onze seculiere maatschappij heeft geprobeerd zich in te dekken tegen dergelijke gevaren. En zo worden minstens in alle openbare gelegenheden rookmelders aangebracht en wordt de eis gesteld om noodverlichting aan te brengen en verwijzingen naar de uitgang. Onze seculiere mens vertrouwt meer op technische hulpmiddelen om gevaren en risico's op te vangen dan op een niet zichtbare god.
Maar toch niet helemaal, want tussen de parafernalia van de moderne tijd hangt nog altijd dat kruis.
Je kunt maar nooit weten.