zondag 23 maart 2014

Watou

DSC02163

Als we naar Esquelbecq gaan rijden we bij voorkeur langs Ieper en Poperinge om dan via Jan ter Biezen in Watou uit te komen naast het Ovenhuis (zie foto). Een goede plek om de lunch te gebruiken; zo’n oud café-restaurant met houten lambrisering, boven de toog een houten fries en ook tegen de muur in het trappenhuis een houten fries. Bij een vorige gelegenheid was ons al verteld dat dit houtwerk afkomstig is van een kerk die gesloopt moest worden. De juffrouw die onze bestellingen opnam wist dat ook, ook al wist ze niet van welke kerk, ze wist al evenmin wat op de beide friezen werd afgebeeld. Het fries op de trap zou wel het laatste avondmaal kunnen zijn, maar er stonden te veel figuren op, een stuk of zestien. Bij nadere beschouwing zou het desondanks het laatste avondmaal wel kunnen zijn. Een waar feestmaal met muziek (de luitspeler op de voorgrond) en een aparte wijnschenker. Achter de tafel zaten inderdaad 12 personen. De fries boven de toog was minder duidelijk; vermoedelijk waren het bijbelse scènes. Na de verleiding van Adam (op de grond liggend) door Eva alreeds met vijgenblad moesten wij naar de betekenis van de afbeeldingen raden. Was dat Simson die zij haar kwijt raakte door het verraad van Delilah. De serveerster bekende dat ze onvoldoende kennis had van de bijbel om ons uitsluitsel te geven. Ooit was er iemand geweest die het had uitgelegd, maar dat had ze niet allemaal onthouden. De kerk waaruit dit houtwerk afkomstig was was niet de kerk tegenover het Ovenhuis. Die staat er nog in volle glorie bij. Een oude kerk, het oudste gedeelte was volgens de deskundigen al tussen 1150 en 1200 gebouwd in Romaanse. De uitbreidingen die tot een hallenkerk hadden geleid waren gotisch. Watou lag in de Eerste Wereldoorlog blijkbaar buiten het bereik van de kanonnen. Het hotel tegenover het Ovenhuis had de opmerkelijke naam Het huis tussen dag en morgen. Na de lunch passeren we de grens bij het Franse dorpje Houtkerque, zo genoemd omdat er in de 11e eeuw een houten kerk stond. Hoewel alle techniek van vandaag aanwezig is, een wereld waar de tijd heeft stilgestaan.

maandag 17 maart 2014

God

Met het optreden van celliste Anna Katarina Grote was het concert een groot succes. We zaten nog wat na te praten met een drankje.
Het haar van Nettie werd bewonderd. Ze was blij zei ze, dat ze er nog was. Het had een tijd geduurd voor de dokters hadden vastgesteld dat ze inderdaad kanker had. Toen de diagnose was gesteld was ze woedend de kerk ingelopen tot voor het altaar en had daar hardop geroepen "Godverdomme", daarna was ze de kerk weer uitgelopen. Buiten had ze zich bedacht en was weer terug gegaan de kerk in. Bij het altaar had ze gezegd: "Neem me niet kwalijk, maar u weet wat ik bedoel." Het was haar manier van communiceren met god.
Ze was genezen, maar nu nog onder controle; inmiddels was ze zeer tevreden over het herstel van haar haargroei. Ze had god gevraagd om mooie lange wimpers, maar ze kreeg nu net zulke dunne wimpers als vroeger. Daar had god bij haar genezing zeker niet aan gedacht.
Nettie geloofde in een leven na dit leven, ze had ook een boek met die titel, van een Amerikaanse professor die een aantal weken in coma had gelegen en had opgeschreven wat hij had meegemaakt. Ze was nu echter nog maar net begonnen met haar tirade tegen het belangrijkste onrecht in deze wereld: de behandeling van de vrouw. Dat begon al, zei ze,  als een vrouw een jaar of veertien was, dan kwamen de maandstonden (ik denk dat er niet veel mensen meer zijn die deze term nog gebruiken); dat was natuurlijk vervelend, maar dan een paar jaar later kwamen de kinderen, dan werd je als vrouw steeds lelijker en je man steeds mooier. Als je als vrouw helemaal misvormd was dan had de man een prachtig gedistingeerd voorkomen. Dat was pas echt onrechtvaardig. Maar als klap op de vuurpijl, als je dan vijftig, vijf- en vijftig was kwam de overgang, dan kreeg je opvliegers en ging je zweten. Dat was volledig overbodig. Dus als zij eindelijk dood zou gaan zou ze god eens flink bij zijn baard grijpen.
Heeft god een baard?
Ja, natuurlijk heeft god een baard. Ze zou hem niet meer loslaten voor hij de overgang had afgeschaft.
'Ik geloof niet dat er een leven na de dood is,' zei mijn buurvrouw voorzichtig, 'kom ik dan al die mensen van vroeger weer tegen?' Ik was vermoedelijk de enige die het hoorde en beaamde dat dat ook een van mijn grootste zorgen zou zijn.

zondag 9 maart 2014

Een perfecte afvalmachine

 

DSC02109

La Chicoree, hier op de foto gezien vanaf de Place Rihour in Lille beslaat vrijwel een hele wand van het plein. Het is een groot restaurant. De tenten met de glazen wanden worden  door het restaurant gezien als ‘buiten’, hetgeen betekent dat de gasten die willen roken in deze ruimte niets in de weg wordt gelegd. Binnen is dat verboden. Er is verwarming in die tenten, zodat de meeste mensen daar ook in de winter gaan zitten. De tenten bieden samen misschien wel ruimte aan 200 gasten. Zaterdag waren vrijwel alle tafels bezet, zodat wij min of meer gedwongen waren binnen te gaan zitten, waar we met ook nog veel mensen zaten te eten. De obers hadden het druk; ze renden met een man of vijf heen en weer van de keuken naar buiten met een blad met eetwaren. Wat er met die eetwaren gebeurde konden we vanaf onze zitplaats niet zien. Er is reden om aan te nemen dat een deel ervan werd opgegeten. Het enige wat wij konden waarnemen was dat de obers met ongeveer gelijke snelheid bladen met etensresten (afval) naar binnen brachten. Een constante stroom van eetwaren op weg naar buiten en een constante stroom van afval naar binnen. Een perfecte afvalmachine zo te zien.

Voor de dranken werd een schakel ingelast. De bladen met drank werden met evenzeer grote snelheid naar buiten gebracht en werden even later met lege glazen weer binnen gebracht. Wat er met de inhoud gebeurde konden we wederom niet waarnemen, al hadden we een vermoeden. Gelijktijdig echter was er een constante stroom van gasten naar binnen door de eetzaal langs onze tafel naar beneden, waar we wisten dat de toiletten zich bevonden; korte tijd later liepen ze weer langs onze tafel naar buiten.  Een andere vorm van afval productie. Een fascinerend proces.

dinsdag 4 maart 2014

Virus

In Vlaanderen - zowel in België als in Frankrijk - treft men de reuzen. Ieder plaats zijn eigen reus. Soms in een plaats een hele familie van reuzen. In Cassel zien we bijv. Reuze Papa en Reuze Mama en in Wormhout de tweeling Mitron (de ene helft van de tweeling is 80 en de andere helft 20 jaar). En in Steenvoorde komen we Jan de Houthakker tegen. De reuzen van vandaag zijn van papier maché, ze worden gedragen (de echte) of rijden op wieltjes (de moderne). Maar al met al stammen deze namaak reuzen uit de 19e eeuw. Daarvoor moeten er echte reuzen zijn geweest. Dat moet wel, want het staat in de bijbel en wat in de bijbel staat is waar. Dat zijn de reuzen als Goliath en Hercules en Atlas vermoedelijk ook. Er waren natuurlijk ook reuzen nodig om de hunnebedden te bouwen en vermoedelijk hebben ze geholpen bij Stonehenge. Maar die reuzen zijn allemaal uitgestorven. Vermoedelijk waren ze niet erg vruchtbaar na hun reuzenopdrachten. Maar misschien:
In het nieuws kwam het naar voren: In de permafrost is een reuzenvirus gevonden. De permafrost is de permanent bevroren steppe die vooral in de poolstreken in het noordelijkste deel van het tegenwoordige Rusland wordt aangetroffen. Het reuzenvirus is inderdaad reusachtig: als ik het goed onthouden hebt is een gewoon virus ongeveer 80 -150 nanometer groot. Het reuzenvirus wel anderhalve micrometer. Gelukkig zijn er nog geen mensen aangetroffen in de permafrost, anders zou het reuzenvirus misschien voor mensen gevaarlijk kunnen zijn. Maar misschien zijn de reuzen wel uitgestorven door het reuzenvirus. Het wachten is nu op het eerste diepgevroren reuzenlijk.  

zondag 2 maart 2014

Liebsteraward

http://frommymindtoyourmind.files.wordpress.com/2014/02/liebsteraward_zps7355e943.png
De Liebster Award? De Liebster Award is in het leven geroepen om de kleine bloggers in de schijnwerpers te plaatsen. Hoe klein is klein? Deze maand is het vijf jaar geleden dat ik met dat blog begon.
De kleine bloggers kunnen zo worden gestimuleerd en gemotiveerd. Misschien kunnen we ze een beetje leren kennen door ze elf vragen te stellen. Ik werd genomineerd door Sabine (Frommymindtoyourmind) ;  ze stelde de volgende vragen (voor het gemak heb ik mijn antwoorden er maar bij gezet.)

  1. Wat is je allergrootste droom/wens?
    Wensen worden geleidelijk minder belangrijk. Maar liefst zou ik mijn kinderen niet overleven.
  2. Welk boek dat je hebt gelezen zou jij zelf hebben willen schrijven?
    Oef, dat zijn er nog al wat. Maar bijv. 'The Web of Life' , van Fritjof Capra, dat je een andere manier van kijken naar de wereld meegeeft.
  3. Wat zou je overnieuw willen doen?
    Die vraag betekent eigenlijk dat je denkt dat een andere keus op sommige momenten in je leven beter zou zijn geweest. Maar je maakte die keus omdat je was die je was in de omstandigheden die toen golden. De wereld kan niet terug gedraaid worden. Zou ik anders hebben willen zijn? Ik denk het niet. Ik wist toen niet wat me te wachten stond en zou het opnieuw niet weten als ik een andere keus had gemaakt.
  4. Wat is naast lezen en schrijven je favoriete bezigheid?
    Ach, er is niet zomaar één favoriete bezigheid. Maar als ik alles bij alles eens optel, zou ik wellicht fotografie moeten noemen.
  5. Wie is je allergrootste voorbeeld en waarom?
    Ik moet me realiseren dat ik menselijkerwijs in de laatste fase van mijn leven zit en in dat leven het geluk heb gehad dat ik met een aantal geweldige mensen in aanraking ben gekomen. Mensen die gedurende kortere of langere tijd voor mij uitermate belangrijk waren. Maar als je met alle geweld een naam wilt horen dan denk ik aan tweede machinist Wiessner, die op volle zee een ladingpomp uit de pompkamer haalde met gereedschap dat daar eigenlijk niet geschikt voor was;
  6. Als je moest kiezen tussen nooit meer zelf schrijven of nooit meer een boek lezen, wat zou je dan kiezen?
    Hoe kun je me nu zo'n keus voorleggen? Dat is net zoiets als de keus tussen nooit meer eten of nooit meer poepen.
  7. Waar ben je het meest trots op?
    Op mijn kinderen en mijn kleinkinderen – een geweldig stel.
  8. Wat zou je graag willen leren?
    Ik kan eigenlijk alles, maar alles op een amateuristisch niveau; en iedere keer denk ik voor ieder van de dingen die ik kan of ken: ik zou dat beter willen kunnen of kennen.
  9. Wat is je allergrootste angst?
    Dat sluit eigenlijk aan bij vraag 1 en vraag 7. De allergrootste angst is eigenlijk de angst voor dat telefoontje dat er iemand uit je naaste omgeving is overleden, uit je leven is verdwenen.
  10. Als je één dag met iemand mocht ruilen, wie zou dat dan zijn en waarom?
    Ik heb weinig behoefte om iemand anders te zijn. De ultieme ruil zou zijn met mijn vrouw om te weten hoe het is met mij samen te leven.
  11. Als je moest emigreren, waar ging je dan naartoe?
    Ik heb in de loop van de jaren van de buitenkant naar veel landen gekeken, er zijn weinig plekken die voldoen aan mijn wensen. Het fanatisme bedreigt in de meeste landen de toekomst en vermindert daardoor de leefbaarheid. Mijn sympathie gaat naar India, maar daar is het al zo druk. Het zou waarschijnlijk Frankrijk worden.