vrijdag 29 juni 2012

Het weer

 

DSC00615

Op dinsdag waren onze Engelse buren alweer verdwenen, sindsdien staat hun huisje leeg. Op woensdag was er een Indonesische maaltijd in het restaurant van de camping. Tijdens deze maaltijd waarvan 58 mensen mee-aten maakten we wat beter kennis met onze buren: Piet en Thea uit het huisje naast ons en Peter en Diane die met een caravan een eindje verderop staan. Piet hoopt nog eens helemaal met de fiets de camping in te rijden maar het is hem tot nog toe niet gelukt door de steile helling van het laatste stuk.

Gisteravond tegen zeven uur was ik bezig met de voorbereiding van de maaltijd toen uit de donkergrijze wolken die steeds dichterbij kwamen gerommel weerklonk. Er was een onweer in aantocht, maar de temperatuur was hoog en er was geen wind; we konden gewoon toekijken hoe het onweer over het dal voor ons langs trok. Het bleef zelfs nagenoeg droog. Ondertussen was al wel te zien dat na de blauwe lucht die volgde op de onweersbui een nieuwe bui zich aan het vormen was, of misschien was hij er al wel en was hij alleen nog maar ver weg. Terwijl we nog naar de lucht stonden te kijken kwam een man langs om bij ons eens polshoogte te nemen, voor als de volgende bui echt hevig zou worden. Hij constateerde dat het huisje naast ons leeg stond, zodat hij met zijn partner daar wel op het balkon kon schuilen als het nodig was. Hij bivakkeerde in een lage tent.  

Enfin een goed uur later bereikte de bui onze heuvel met wat meer geweld dan de eerste. Hij werd zelfs vergezeld door een hagelbui. En hoewel sommige hagelkorrels al aardige afmetingen hadden, was er niets om ons zorgen te maken. En terwijl de bui verder trok kwamen de bewoners van de huisjes weer naar buiten en verzamelden hagelstenen om te laten zien hoe groot ze wel waren. Ondertussen scheen de maan in het eerste kwartier door het nieuwe gat in de wolken. Een ieder liep nog steeds bloot en er was geen wind. Het was duidelijk nog steeds warm.

Aan de wolken achter het gat was overigens wel te zien dat er nog meer buien op ons af kwamen. En inderdaad weer een uur later het was inmiddels elf uur en we stonden op het punt naar bed te gaan. Begon het onweer opnieuw, nu met een vrijwel onafgebroken ontlading van lichtflitsen. Op het dak van ons huisje harde klappen: alsof iemand met stenen gooide. Wel dat was ook zo, alleen was er niet iemand. Het was het weer. Het weer smeet nu met echt grote hagelstenen. Toen ook deze bui voorbij was zaten er vele butsen in het dak van de auto. Op de foto hierboven een van de stenen die op onze veranda terecht kwam.

Vanmorgen bleek natuurlijk dat de meeste auto’s schade hadden opgelopen. Op die van mij zie je het beter omdat die licht zei Piet. Onderweg naar de ingang passeerden we de caravan van Peter en Diane: hebben jullie nog schade? Ja er is een hagelsteen dwars door de ruit van de caravan heen gegaan. We bewonderden de schade en zagen ondertussen om ons heen dat hun caravan niet de enige was met moeilijkheden.

woensdag 27 juni 2012

Montceau-les-Mines

 

DSC00595

Van oudsher is deze streek rijk aan delfstoffen. Zo zagen we in het museum van Bibracte dat de Galliërs hier al goud wonnen. Dat moet een moeizaam proces zijn geweest. Het erts zoals wij het zagen bevatte minieme korreltjes goud, je zag hier en daar een glinstering. Maar in de 18e en 19e eeuw werd Bourgondië een belangrijke mijnstreek die zich concentreerde rond Le Creusot en Montceau-les-Mines. Ik was al verscheidene malen in Le Creusot geweest. Daar had de familie Schneider –afkomstig uit de Elzas -  een wereldbedrijf gesticht, dat vooral bekend was in de 19e eeuw door de wapenfabricage. De bevolking van Le Creusot werkte voor Schneider, werd opgeleid door Schneider en kreeg pensioen van Schneider. Er is zelfs een petitie ingediend om Le Creusot te hernoemen tot Schneiderville.  Het is er niet van gekomen. De Schneiders leefden in wat eens de kristalfabriek van Marie-Antoinette was geweest: een Versailles in het klein. Die fabriek is er nog steeds, nu als museum. 

In Montceau-les Mines was ook een staalbedrijf, maar sociaal gezien het tegendeel van dat van de Schneiders. De arbeiders werden spreekwoordelijk uitgebuit. Het bedrijf heeft niet zo’n goede naam gekregen. Ik was eigenlijk benieuwd wat er nog over was in Montceau uit die tijd. De gids geeft weinig bijzonderheden over Montceau. Er is een mijnbouwmuseum dat ‘s middags open is. Montceau ligt een kleine 50 kilometer hiervandaan dus toen wij daar aankwamen liep het tegen twaalven (we vertrokken pas om kwart voor elf). We namen dus een lunch in een brasserie waarvan ik de naam niet heb onthouden, maar waarvan ik zou zeggen: de keuken was niet Haute Cuisine. Na de lunch dus naar het museum dat niet in Montceau zelf staat, maar in het aangrenzende Blanzy. We vonden het museum maar bleven voor de deur staan: het is inderdaad ‘s middags open , maar alleen op zaterdag en zondag en feestdagen. Of voor groepen op afspraak.

Montceau is wel de plaats voor de monumenten voor de mijnwerkers. Het beeld hierboven staat voor de fabriek. 

dinsdag 26 juni 2012

Uchon

DSC00581Er zou zondag een brocante zijn in Uchon. Dus wij op pad. Uchon is een dorp van niets; Bonny – onze tomtom – liet zien dat in het centrum van Uchon zeker twee huizen stonden. De weg naar Uchon toe is licht stijgend, met een gemiddelde helling van ca 10% vanaf Estang sur Arroux, en navenant s-bochten die onderweg een prachtig uitzicht boden over het dal. Typisch mijn soort weg. Toen Bonny vond dat we onze bestemming bereikt hadden stonden daar  drie gebouwen en een van de drie was de kerk. Maar voor de brocante moesten we verder naar boven. In de verwachting dat de brocante onmogelijk ver weg kon zijn, parkeerden we de auto en gingen te voet verder omhoog. Na een goede twintig minuten waren we op een soort plateau, een kruispunt van wegen. Langs de weg omhoog waren we geen bebouwing van betekenis tegengekomen; wel was er een soort klooster, maar dat was gesloten en zou pas in de loop van de middag open gaan. De brocante was nog verder: vanaf het kruispunt naar rechts. Anneke ging er even bij zitten en ik ging maar terug om de auto op te halen. Toen we samen weer verder gingen ging de weg ook weer verder omhoog.

Maar uiteindelijk kwamen we op een punt waar rechts van de weg een weiland was ingericht als parkeerterrein en links van de weg de beloofde brocante. Een interessante uitstalling van objecten waar mensen kennelijk vanaf wilden. Maar wel uitgebreid. Nadat we een welverdiende koffie hadden genoten, liepen we de kraampjes langs. Maar er was niets van onze gading. Het was typisch spul dat van de ene zolder verhuist naar de andere.

Maar later in de buurt van Autun, zagen we aankondigingen die in dat opzicht duidelijker waren: Vide grenier. 

zondag 24 juni 2012

Janus

 

DSC00590

Autun is al een oude plaats. Men zegt dat Autun gesticht is nadat Vercingetorix was verslagen door de troepen van Cesar. Autun moest in de plaats komen van Bibracte. Bibracte is dus nog ouder, maar leeft voort in de naam van Mont Beuvray. Voor de toerist zijn alleen de oude dingen van belang; we zagen het reeds aan de kerk in Digoin die niet voorkomt in de gids. Daarom is de tempel van Janus, net buiten de Porte d’Arroux bij Autun zeker interessant. Zoals te zien op de foto is het een kolossaal bouwwerk, maar misschien vooral indrukwekkend omdat het helemaal vrij staat. We kennen Janus als de god met de twee gezichten. Maar achteraf blijkt de tempel van Janus niets met Janus te maken te hebben en ook al geen tempel te zijn. Volgens de huidige inzichten is het gebouw van Gallische makelij al lijkt de metseltechniek afgekeken van de Romeinen. Waartoe het gebouw wel gediend heeft is niet duidelijk. Wel lijkt het dat er rondom een galerij is geweest op de begane grond. We zijn er omheen gelopen en waren gepast onder de indruk.

De tempel van Janus laat weer eens zien hoe weinig we eigenlijk weten van het verleden. Om de een of andere reden moet ik nu denken aan de Etna. In 1963 probeerde ik lucht te verkopen en kwam daarbij ook in Breda bij de gieterij van de Etna, een bekend bedrijf in die dagen. Toen we in 1970 in Breda kwamen was de gieterij al ter ziele – nee niet door mijn lucht. Nu moet je al ouder zij  dan veertig om nog te weten dat daar ooit een gieterij heeft gestaan. Nu is de Etna voer voor archeologen.  

Digoin en zaterdag

 

DSC00559DSC00569

Digoin ligt aan de Loire; het is als plaats de moeite waard vanwege het aquaduct met sluis over de Loire heen. Het Canal du Centre kruist hier de rivier. De kerk van Digoin word in geen gids genoemd, hij is dan ook niet zo oud: de bouw startte in het laatste kwart van de 19e eeuw en de laatste toren werd er pas in het midden van de 20e aan toegevoegd. Toch leek me de kerk architectonisch opvallend: volgens de informatie in de kerk zelf, Neo-romaans – Byzantijns. Het gebouw deed me nog het meest denken aan het Alhambra in Granada.

Zaterdag is de dag van de wisseling van bewoners. Dat is logisch want deze huisjes worden per week ingaande zaterdag verhuurd. Van het rijtje van zes waarin wij verblijven zijn er vanmorgen drie verlaten en inmiddels zijn ze weer bewoond. n nu zijn dus onze Belgische buren vervangen door Engels(sprekende). 

vrijdag 22 juni 2012

De ochtend en de avond

DSC00546DSC00556

Hier twee foto’s vanaf ongeveer hetzelfde punt genomen – de veranda van ons chalet – links in de ochtend, de opening gevormd door de takken van de boom rechts en de struiken eronder valt nauwelijks op. Rechts in de avond met de zon als tegenlicht waardoor de struiken onder een verlichte krans vormen en de opening los komt van de bomen op de achtergrond. Vandaag – toen de foto’s genomen werden stond er vrij wat wind. In de loop van de middag kwam een stevige onweersbui met zware windvlagen over, zo hevig dat we door de regen het dal niet meer konden zien, dat de takken van de bomen werden gerukt en de hagelstenen op ons dak vielen (en niet alleen daar natuurlijk). Dat duurde al met al drie kwartier. Toen we daarna weer buitenkwamen, zei de buurvrouw: vandaag begint de zomer.

Eerder deze week toen we een zonnige maar vrijwel windstille avond hadden kon ik binnen de omlijsting van de opening op de foto insecten heen en weer zien vliegen. Dor de verschillende bewegingen die ze maakten leek me toe dat het ook verschillende insecten moeten zijn geweest: snelle die het hele vlak in een keer doorkruisten, maar ook langzame die bijna op hun plaats bleven licht op en neer dansend, alsof je door de ruit van een aquarium keek naar watervlooien. Zo’n beeld laat mensen mijmeren. Vroeger misschien zou ik dichterbij zijn gegaan om de verschillende insecten te identificeren. Nu vergenoeg ik me ermee er naar te kijken.   

donderdag 21 juni 2012

Nevers

 

DSC00523

Nevers is hier toch zo’n 80 km vandaan, niet direct de naaste omgeving van Luzy; bovendien heeft Nevers maar een beperkt aantal curiositeiten. Een daarvan is zeker de kathedraal gesticht ter ere van St Cyr en Ste Julitt. Die heeft een romaans koor en een gotisch koor. Op de foto is het gotisch koor te zien. En rechts is zelfs een preekstoel te zien. Dat geeft mij, als scepticus, te denken. In feite zou je hier drie kerkdiensten tegelijk kunnen houden, maar vermoedelijk zou dat aanleiding geven tot een Babylonische spraakverwarring. Meer bijzonder is het eigentijdse (d.w.z. uit onze tijd) glas in lood, dat op de foto niet zo goed uitkomt, maar een bijzonder effect heeft. De kerk was enigszins beschadigd na een bombardement per vergissing in 1944.

En natuurlijk heeft Nevers ook Bernadette. Men zegt dat Bernadette heeft ontdekt dat Maria onbevlekt was ontvangen en dat heeft de paus toen overgenomen. Ze ligt overigens niet in de kathedraal.

Met de Place Carnot heeft Nevers vervolgens een leuk plekje om wat te drinken. 

woensdag 20 juni 2012

Luzy (gewoonten)

 

DSC00519

Gecondoleerd, zei de man die Duits en Frans sprak op de Mont Beuvray. Op de Mont Beuvray waren we om nog eens naar Bibracte te kijken, het Keltische oppidum. We waren daar overigens niet voor het eerst en zagen dat het museum flink is uitgebreid. Er is veel archeologisch onderzoek gedaan, wat veel nieuws heeft gebracht over de leefwijze van de Kelten. Vanaf het museum waren we verder gegaan naar de top van de berg, vanwaar we een prachtig uitzicht zouden hebben gehad als het weer helder was geweest, zelfs de Mont Blanc zou daarvandaan gezien moeten kunnen worden. Toen het gesprek plaatsvond stonden we bij oratoire gewijd aan St Martinus. Op de pilaar was nog te zien hoe hij de helft van zijn mantel aan een bedelaar gaf. Het duurde enkele seconden voor het tot me door drong dat de man naast me het over voetbal had. De wedstrijd tegen Portugal was alweer een paar dagen geleden en ik was al niet optimistisch toen hij begon. Ik was niet alert genoeg om hem te feliciteren met de plaatsing van Duitsland. Hij ging overigens allervriendelijkst verder en constateerde dat 90% van de bezetting van de Franse campings bestaat uit Nederlanders. Zijn er nu nog Nederlanders in Amsterdam? Nee, daar zitten nu de Duitsers en de Amerikanen.

Het is natuurlijk slechts een onbetekenend detail, maar nationaliteiten van mensen blijken toch herkenbaar aan heel kleine dingen. En zo kun je op de foto zien dat het huisje naast het onze – het derde huisje van rechts – wordt gebruikt door Belgen. Het is het enige van de zes huisjes (inderdaad de vijf andere worden bezet door Nederlanders), waarvan de luiken ‘s nachts dicht gaan. Heeft iemand een idee waarom je juist in Nederland ‘s avonds in iedere huiskamer kunt kijken? 

dinsdag 19 juni 2012

Timpaan van de kathedraal te Autun

 

DSC00495

Autun

In oude Franse steden werd de kerk op een heuvel gebouwd. Autun is wat dat betreft geen uitzondering. Al was dus de richting waarin we de oude kathedraal moesten zoeken al van verre te zien, toch kostte het enige moeite hem met de auto te bereiken. En zo bevonden we ons plotseling in een zeer small straatje waar ik met vol gas met moeite omhoog kwam (in de 2e versnelling). Het lukte om een parkeerplaats te vinden en toen stonden we plotseling voor de kerk. Volgens de gegevens is al aan de aan Lazarus gewijde kerk begonnen in 1120. Zijn beenderen liggen daar ook zegt men. En dat blijkt uit een verlichte ruimte in het altaar waarin een kerkje staat.
Maar eigenlijk gaat het om het tympaan met een dominante Jezus boven de ingang die opmerkelijk genoeg slechts een paar meter van het cafe ertegenover is. Gelukkig is het portaal vrij diep. anders was het tympaan nauwelijks te bekijken geweest.
En verder zijn de meer dan honderd kapitelen bezienswaardig, zij het dat die zo hoog zitten dat je ze in het half donker van deze kerk die in Romaanse stijl werd begonnen en later Gothisch uitgebreid, maar met moeite kunt bekijken. Toch een imposant bouwwerk, waarvan we nog na konden genieten op het grote plein in het centrum onder het genot van een blonde Grimbergen en een eenvoudige lunch. Maar het bier en de zon werken slaapverwekkend.

zondag 17 juni 2012

Luzy

Als je op een kampeerterrein zi is er altijd wel een reden om naar de stad te gaan. Stad is een iets te weidse aanduiding voor Luzy, maar desondanks. Bovendien had het geregen vannacht en was het vanmorgen te koud om buiten te zitten. In Luzy werden de kerkklokken geluid als oproep aan de gelovigen om naae de mis te komen. We lieten ons niet overtuigen op deze vaderdag, maar gingen naar de plaatselijke supermarkt.
Toen we weer terug gingen viel het op dat we nu al drie maal het weggetje naar de camping hebben gereden zonder tegenliggers tegen te komen. Dat weggetje is drie kilometer lang en op sommige stukken vraag je je af wat te doen als er wel iemand van de andere kant komt. Enfin toen we bij ons chaletje waren we mooi op tijd om de zon te zien doorbreken. En tegelijkertijd kwamen alle bewoners naar buiten.

Luzy

Het huisje - een chaletje - heeft een vrij complete uitrusting, zij het dat er maar een stopcontact is voor magnetron, koffiezetapparaat en waterkoker. Dat heeft iets met de zekeringen te maken denk ik. Want overigens zijn er opmerkelijk veel stopcontacten. Je kunt haast overal je telefoon, laptop of e-reader opladen. Zelfs op het balkon of de veranda. Er is geen tv. Dus voor de voetbal vanavond moeten we naar de oranje tent bij de receptie. We hebben wel drie kamers.
Gisteren was het prachtig weer. Om uren in de zon te zitten. Vanmorgen is het weer anders.

zaterdag 16 juni 2012

Frankrijk

Toul heeft een middeleeuws stadsdeel met een plein met fontein in het midden en een kathedraal aan de kant. De kathedraal is een stuk opgeknapt sinds we hier de laatste keer waren. Het dak is dicht, er zijn nieuwe glas in lood ramen, en de netten die de overlast van de duiven moeten verhinderen zijn verdwenen. De kathedraal is opvallend hoog en licht.
Ons hotel is dicht bij de fontein in de rue Gambetta. Een rustige omgeving. Het restaurant er tegenover is wel aardig, maar de kwaliteit is niet om over naar buis te schrijven. Dat doe ik dan ook maar niet.

dinsdag 5 juni 2012

Ons dorp (vervolg)

Toen ik de volgende morgen naar beneden ging om de krant op te halen keek ik meteen hoe de situatie na de ruitbreuk er uitzag. Van beneden was te zien dat er een gat zat in het glas, maar de afstand was toch te groot om een goed beeld te krijgen. Het parkeerterrein was volledig schoon.
Ik liep terug naar de voordeur en kwam onderweg een van de mensen tegen die aan de gevel hadden gewerkt, Hij was bezig de overgebleven stenen te af te voeren. We naderen het eind van het karwei. Nu weer naar binnen en naar boven naar de tiende verdieping en een halve verdieping naar beneden waar een ruit was ingeslagen. In de sponning zat nog een aantal scherven, een venijnige waarschuwing. Wat gaat er in je om als je van die plaats zo'n sprong maakt?
Terug beneden kwam ik M tegen, die me vertelde dat hij de hele nacht niet had geslapen,ieder ogenblik weer dat beeld van die vrouw uitgestrekt op de stenen... Het bleek dat hij de klap ook gehoord had, want hij was op zijn balkon en wilde juist weer naar binnen gaan toen het gebeurde... Hij was onmiddellijk naar beneden gegaan en had de situatie bekeken, maar het was hem al gauw duidelijk dat hulp hier niet meer zou helpen. De vrouw lag daar met open ogen en haar gezicht vertoonde volgens M. een serene rust.
Ik probeerde contact te krijgen met onze beheerder om zo snel mogelijk het raam gerepareerd te krijgen, maar dat kostte toch veel moeite.
In de loop van de ochtend kreeg ik een telefoontje van mw K. Haar zoon werkt bij de politie en inmiddels was bekend wie de vrouw was. Het was geen familie van iemand in ons dorp. Vraag was alleen hoe ze het gebouw binnen had kunnen komen. De afspraak is dat onbekenden niet worden toegelaten.
Ook op die vraag kwam in de loop van de dag een antwoord: vermoedelijk was ze binnengekomen met de apotheker die medicijnen had afgeleverd. En zo kwamen stap voor stap meer details naar voren.
's Middags kwam de glaszetter een het gat voorlopig afdichten. Een definitieve ruit zou in de loop van de volgende week worden geplaatst.
De volgende week is inmiddels al weer een eind op streek. Maandagmorgen vroeg kwam ik de leidster van de schoonmaakploeg tegen.
– Wat een toestand hè, zei ze.
– Ja, maar wij waren in Nijmegen en hebben er pas achteraf van gehoord.
– Het was een vriendin van mij, zei ze, het is toch wel gek om nu hier rond te lopen als je dat weet...
Het is opmerkelijk hoe dicht bij zo'n gebeurtenis plotseling kan komen. Een uur later stond de glaszetter voor de deur met het definitieve glas. En terwijl hij de restanten van het gebroken glas verwijderde vroeg hij hoe het gebeurd was. Hij was altijd benieuwd hoe mensen dachten die zoiets deden. Mijn moeder, zei hij, heeft ook zelfmoord gepleegd.

zaterdag 2 juni 2012

Consternatie in ons dorp

Omdat Steve jarig was gingen Anneke en ik samen, maar dit keer per auto naar Den Haag, naar Cobie. We troffen haar in bed; ze was na het wassen weer terug gegaan omdat ze erg moe was. Dat leek geen gunstig teken. Het was ook nog niet eerder voorgekomen sinds ze haar tegenwoordige behuizing heeft. Ze was overigens goed te spreken, maar na een uur van ons bezoek viel ze bijna in slaap en lieten we haar alleen.
– Als we nu eens binnendoor naar Nijmegen gaan opperde Anneke. Steve is toch niet thuis voor half vijf.
Wel, binnendoor is een rekbaar begrip. Maar Bonnie ging ijverig aan het zoeken naar een route die de snelwegen vermeed. Het leidde tot een tocht die via de buitenwijken van Leiden naar Bodegraven leidde. Daar was het bijna één uur en tijd voor de lunch. Om half twee gingen we verder en ruim drie uur later nadat we een groot deel van de reis over de kronkelige dijken van het rivierengebied hadden gereden, kwamen we inderdaad bij Steve aan. Hij liet vol trots de nieuwe inrichting van zijn kamer zien met de comfortabele fauteuil en het dressoir die hij beide op straat had gevonden. Na het voortreffelijke eten en een spelletje Afrikaans tarot gingen we weer naar Breda in een stromende regen. Al met al een vermoeiende dag; ik verheugde me erop mijn kleren uit te trekken, mijn benen op een stoel te leggen en een drankje te nemen. Het was tegen kwart voor tien toen we onze auto parkeerden.
– Kom eens even, riep de heer dJ. met veel nadruk vanaf zijn balkon. Kom eens even.
Wij kwamen even.
– Ik zag jullie aankomen. Ik moet je iets vertellen.
Het leek erop dat hij op onze thuiskomst had zitten wachten. Hij stak dan ook onmiddellijk van wal zonder – en dat was zeer ongebruikelijk – ons een drankje aan te bieden. Mw dJ zat met haar benen omhoog in een stoel. Ze had haar ledematen kennelijk wat geforceerd in de loop van de dag.
- Ik stond vanmiddag mijn auto te wassen, zei dJ, en toen ik daar bijna mee klaar was, kwamen er een heleboel glasscherven met veel lawaai naar beneden, dus ik dacht: ik zet mijn auto maar in de garage. De garage stond nog open. Maar ik was nog niet ver toen ik een doffe klap hoorde; toen ik opkeek lag er een vrouw op haar rug op de grond. Terwijl ik nog stond te kijken kwam de heer M. aangerend die voelde aan haar pols. Ik ben naar binnen gegaan en heb 112 gebeld. Maar ja er was al niets meer aan te doen, ze was al dood.
– Willen jullie iets te drinken?
– Ja, geef ons nu maar een borrel.
De eerste opwinding was er af en toen we onze borrel hadden ging dJ weer door.
– Terwijl we op de politie wachtten heb ik haar shirt wat naar beneden getrokken, want haar buik was bloot. De politie kwam na een paar minuten en daarna de ambulance.
– Ik heb nog gekeken of ik moest reanimeren, vulde mevr dJ aan, maar dat had weinig zin.
– Het hele stuk werd afgezet met dat rood witte lint. De mensen van de ambulance legden een wit laken over haar heen. Na twee uur werd het lichaam afgevoerd met de ambulance.
– Weten we om wie het gaat? Maar dat bleek niet het geval, de dode vrouw was vooralsnog een onbekende. Maar de politie was alle flats langs geweest om een verklaring te vinden voor het feit dat de vrouw het trappenhuis had kunnen binnenkomen.
– Toen de ambulance weg was hebben we met een aantal mensen de glasscherven opgeruimd. Ik heb, zei mw dJ het glas op de tiende verdieping opgeruimd. Daar is een raam kapot. Dat was natuurlijk het raam waardoor de vrouw naar buiten moest zijn gesprongen.
Afgezien van het bloed op de handen van de dode vrouw was er opmerkelijk weinig bloed geweest.
Het gesprek liep door. Meneer dJ. was nog duidelijk geëmotioneerd en geschokt door de gebeurtenis, waar hij wel vlak naast had gestaan.
Een uur en nog een borrel later besloten we maar naar bed te gaan. Morgen zou er wel meer bekend worden. Dan kon ik ook iets gaan doen aan het herstel van het gebroken glas...

vrijdag 1 juni 2012

Oorzaak en gevolg (3)

Wie dit blog leest zal zich vermoedelijk afvragen waarom mijn vader zo belangrijk lijkt. Een onverwerkt jeugdtrauma misschien. U kunt gerust zijn, dat is niet het geval. Mijn oog viel min of meer toevallig op deze oude tekst, terwijl ik bezig was met een beschouwing over een veranderend wereldbeeld. De redenering van mijn vader lijkt te passen in dat oude wereldbeeld. We vinden van dat beeld ook voorbeelden in andere wetenschappen bijv. in de geschiedenis: Von Ranke (ca 1830) uit Duitsland wilde dat de geschiedenis zou worden verteld zoals het geweest was, feiten en gebeurtenissen konden worden gezien als evenzovele objectieve blokjes, die los staan van de waarnemer. Die opvatting hebben historici gevolgd tot het begin van de 20e eeuw, maar is nu helemaal verlaten en soms is men bang dat de relativering van de geschiedenis zover gaat dat er alleen nog maar persoonlijke visies zijn op de geschiedenis. We zien het ook in de economie waar volgens de klassieken een onzichtbare hand zorgde voor een optimale verdeling van prijzen en hoeveelheden, van werkgelegenheid en rijkdom, als iedereen maar in staat werd gesteld zijn eigen belang te volgen. Economische subjecten zijn volstrekt onafhankelijk van elkaar.
In deze tijd begint de opvatting te overheersen dat een opvatting waarbij je de waarnemer en dat wat hij waarneemt los van elkaar kunt zien verouderd is en geen recht doet aan de werkelijkheid. Men beseft steeds meer dat alles met alles samenhangt. Het overlijden van meneer Pietersen hangt nauw samen met de dronkenschap van meneer Jansen, maar ook met de distributie van de sigarettenverkoop en dus met de winkelsluitingstijden. Dat laatste hangt dan weer samen met onze opvattingen over de gevolgen van roken en onze opvattingen over de gezondheid in het algemeen. Enfin, een eindeloze reeks samenhangen.
Dat is niet leuk voor de mensen, want die willen misstanden onmiddellijk uit de weg ruimen. Zij verlangen naar de tijden van vroeger toen alles nog eenvoudig leek. Toen Nederland nog Nederland leek en Frankrijk Frankrijk.
Zij zien met lede ogen hoe het opheffen van de bepaling dat handelsbanken niet ook investeringsbanken mochten zijn in Amerika, leidt tot een financiële crisis is Europa.
Het is jammer dat veel politici de neiging hebben net te doen alsof de wereld nog zo eenvoudig is als ze denken dat hij vroeger was.