donderdag 29 november 2012

In the cloud

Je moet Dropbox gebruiken, zei iemand om bestanden door te sturen naar iemand anders. Want in Dropbox kun je meer opslaan dan in je e-mailbox. En als je foto's gaat versturen dan krijg je te maken met steeds grotere bestanden als de resolutie van je camera toeneemt. Enig zoekwerk maakte duidelijk dat Dropbox een opslagruimte is die je kunt huren op het internet. Dat huren is voor de eerste 2 GB gratis. Dus ik nam een account bij Dropbox, want ik maak nog steeds wat foto's. Later begreep ik dat de opslagruimte op het internet, zoals die van Dropbox deel uitmaakt van wat tegenwoordig wordt genoemd de cloud. De wolk dus. En in het jargon van tegenwoordig spreken we dus van het uploaden van bestanden naar de cloud. Het aardige van Dropbox was eigenlijk dat als je iemand anders ertoe overhaalde om ook een Dropbox account te nemen, je eigen gratis opslagruimte toenam. Dropbox herken je als een map op het bureaublad van je computer. Uploaden van bestanden naar de cloud gebeurt dan door die bestanden naar die map te copiëren. Een fluitje van een cent en eigenlijk algemeen bekend. Toen ik de gelegenheid kreeg om een gmail adres te nemen deed ik dat ook. Ik deed dat op voorstel van Freerk die mopperde omdat mijn gmailadres zo onhandig was. Dat had ik zelf moeten ingeven. Gmail is een emailvoorziening van Google. Maar Google deed meer. Google gaf de mogelijkheid om documenten aan te maken en zelfs zo dat je met iemand anders aan zo'n document kunt werken. Zolang je de documenten laat in het formaat van Google kost dat geen opslagruimte en dat is leuk. Maar de ontwikkeling ging door en inmiddels heeft Google zich aangesloten bij de cloud, zodat je met je gmailaccount nu de beschikking hebt over een opslagruimte voor niets van 2 Gb. Daar kun je aardig mee werken. En je hebt altijd de mogelijkheid om die ruimte uit te breiden, voor een redelijke huurprijs. Google noemt die opslagruimte de Drive. Het is inmiddels wel bekend dat ik een voorkeur heb voor open software en in dat verband heb ik Ubuntu op mijn computer geïnstalleerd en vorig jaar kwam ook Ubuntu met een voorziening in de cloud. Ubuntu One. Gratis en voor niets had ik bij de nieuwe Ubuntu-versie ook 5 GB beschikbaar in Ubuntu One. En vandaag kon ik mijn kooplust weer niet bedwingen en kocht ik een tablet, de Asus Transformer. Tot mijn grote vreugde bleek dat Asus gratis 8 GB aan opslag in de cloud aanbood. En zo heb ik inmiddels al 20 GB aan opslagruimte in de cloud. Die cloud moet een lucratieve bezigheid zijn, want iedere internet firma biedt daarin ruimte aan. De grap is natuurlijk dat de vrije ruimte wel leuk is, maar met 2000 foto's van 5 MB heb je toch al gauw 10 GB in gebruik, en wat is nu 2000 foto's tegenwoordig? Mijn computer is nu regelmatig bezig de mappen op mijn computer te synchroniseren met de mappen in de cloud. Dat gaat geweldig. Ik zou eigenlijk al die mappen in de cloud moeten kunnen samenvoegen. Maar zover gaat de synchronisatie toch weer niet. Mijn opslag in de cloud is dus of verdeeld of gaat geld kosten.

vrijdag 23 november 2012

Kruk

Sinds donderdag mag Anneke weer meer. Het been dat tot nu tot 50% mocht worden belast mag nu geleidelijk weer meer. Nu is het lastig te bepalen hoeveel druk je uitoefent als je 50% belasting op je been mag zetten. In feite is het de belasting die je hebt als je rechtop staat zonder krukken. We hebben gezien dat we met het WII-plateau een aardige schatting kunnen maken. De vorige week heeft Anneke geoefend met een kruk. De gedachte is dan dat het lichaamsgewicht over stok en linkerbeen wordt verdeeld. Voorlopig loopt ze echter veiligheidshalve buiten nog met twee krukken. Om er even uit te zijn gingen we naar Turnhout. En midden in een winkel kreeg Anneke ineens hoge nood. Dat kan gebeuren. Maar waar vind je een winkel met toilet? Bij Panos, zei de juffrouw aan wie ik het vroeg. Panos was een 50 meter verder; een heel eind als je je nog niet zo veilig voelt met krukken. Maar het lukte. Panos bleek een zak te zijn die broodjes, snacks en taartjes verkocht. Voordat we de zaak weer uitliepen kochten we allebei een koek. Maar een koek eten onderweg met twee krukken is niet eenvoudig. Dus ik nam een van de krukken en liet Anneke met de andere kruk lopen. Nu ik toch die kruk in handen had, probeerde ik het ook: de helft van mijn gewicht op die kruk. Het kostte enige moeite om het juiste ritme te vinden. Maar na een meter of twintig had ik het al aardig onder de knie. En al koekhappend liep ik verder. Naarmate ik verder liep kon ik weer beter op mijn omgeving letten en ik zag de meelevende blikken van de mensen die naar mijn kruk keken en ik zag hoe men ruimte maakte om me door te laten. Het was net echt. Maar ik liep natuurlijk veel te hard. En toen ik na verloop van tijd eens omkeek zag ik Anneke een eind verderop zwaaiend dat ze haar kruk terug wilde en was ik weer invalide af.