donderdag 30 november 2017

Afval

Afval is een onderwerp van voortdurende zorg. Ik kan me nog herinneren dat er al in het Amsterdam van mijn jeugd een scheiding van afval plaatsvond. Een of twee keer per week kwam de schillenboer met paard en wagen om het keukenafval op te halen. Het paard zag er altijd een beetje mistroostig uit, een mager dier tussen pony en paard in.
Daarnaast kwam de vuilnisman met de vuilniswagen. Hij kondigde zijn komst altijd aan met een ratel. Huisvrouwen - in die tijd was het huishouden meestal een vrouwenzaak - hadden dan nog de gelegenheid om de gegalvaniseerde vuilnisbakken aan de weg zetten. De vuilnisbakken mochten niet de avond van te voren worden buiten gezet omdat er ook toen al vandalen rondliepen.
Toen de welvaart toenam in de jaren zestig hield de schillenboer er mee op en met de schillenboer ook de scheiding van het afval. Alles werd door de vuilophaaldiensten van de gemeenten opgehaald. In de jaren tachtig leidde het afval tot grote, onwelriekende bergen. Bovendien was men zich inmiddels bewust geworden van het feit dat onze voorraden grondstoffen wel eens op konden raken. Een nieuw fenomeen deed zijn intree: hergebruik.

Dat begon met papier. De inzameling van oud papier werd een hele bedrijfstak. Het leverde ook geld op, verenigingen konden met de opbrengst van oud papier een extra inkomen verkrijgen.  Aanvankelijk was het hergebruikte papier duidelijk herkenbaar. Het had vaak een grauwe kleur waarmee je als bedrijf niet goed voor de dag kon komen, zelfs al was het gebruik ervan goed voor je imago. Maar tegenwoordig moet je goed  kijken of het papier dat je gebruikt al eerder is gebruikt; ook op dit terrein schrijdt de techniek voort. En nu is al ongeveer 3/4 van alle papier papier dat werd gerecycled.
Recycling bleek ook geschikt voor andere materialen, maar omdat een beetje doelmatig te doen moesten de burgers (die overigens niet de enige afval makers waren en zijn) in het probleem worden betrokken. Het afval moest worden gescheiden bij de bron: de burger en nu gestuurd van bovenaf. Gemeenten lieten afvalcontainers ontwerpen en verdelen.
Ze hanteerden daarvoor niet allemaal hetzelfde beleid. Als je bij familie in een andere gemeente was moest je toch iedere keer vragen, hoe doen jullie het met het afval. Er kwamen groene containers voor het groente/fruit en tuinafval (GFT), grijze containers voor het restafval, oranje containers voor het plastic, bruine containers met een inwendige verdeling, etc. Er waren natuurlijk ook fysieke problemen die met containers niet zo gemakkelijk konden worden opgelost, bv. in de steden als Amsterdam en Rotterdam met grote hoeveelheden bovenwoningen en smalle trappenhuizen.
Zoals gezegd: afval is een onderwerp van voortdurende zorg. En bovendien kostte het opruimen van afval geld. Dat moest verhaald worden op de burger. Daar viel wat voor te zeggen, want die burger produceerde ook het afval. Maar de burger zat er niet om te springen dat hij voor iedere afval overdracht moest betalen. Door crisis en andere oorzaken steeg zijn salaris niet evenredig met de kosten van de afvalverwerking. De burger dacht zichzelf ook creatief en wierp zijn afval op plaatsen in het buitengebied waarvan hij dacht dat het niet op zou vallen. En zo ontstonden illegale stortplaatsen, een ergernis voor de gemeenten die extra kosten moesten maken om de illegale strotplaatsen weer op te ruimen. 
Toen we in ons huidige appartement kwamen wonen was het scheiden van afval al gewoon. En we hadden een groot gemak: een stortkoker op het balkon voor het restafval. Wat we in de stortkoker wierpen kwam op de begane grond in een container terecht die wekelijks door de gemeente werd geleegd. Naast deze container stond er nog een voor papier en karton en een voor GFT. Voor plastic was een container enkele straten verderop. Daar werd in de loop van de tijd ook een container voor glas en een voor textiel neer gezet. Eigenlijk, als je er van een afstand naar kijkt komen we langzamerhand in een situatie waarbij eigenlijk naast iedere winkel in een winkelstraat een container komt waar de afgedankte artikelen van die winkel weer in terug gegooid kunnen worden. In ons appartement hadden we in ieder geval dus al een afzonderlijk traject voor glas, plastic, kleding, papier, GFT en de rest. Het sorteren kost daarbij nog enig onderzoek, want niet alle plastic gaat in de plastic container. En ook ligt het niet helemaal voor de hand dat gebruikte theezakjes bij het GFT mogen, maar gebruikte koffiepads bij het restafval.
Inmiddels blijft de gemeente zoeken naar mogelijkheden om de afvalinzameling efficiënter te laten verlopen. Dat heeft ertoe geleid dat voor het restafval een container gedeeltelijk in de grond is gebracht die dienst moet doen voor twee flatgebouwen. We mogen ons gelukkig prijzen dat voor onze ondergrondse container een plaats is gevonden tussen de twee flatgebouwen in. Hij had ook een 100 of 200 meter verderop geplaatst kunnen worden. Voor deze nieuwe container moeten we een pasje gebruiken. Niet iedereen mag zomaar in een willekeurige restafvalcontainer zijn afval weggooien.
Maar al met al ging de verandering gepaard met het verdwijnen van de containers onder de stortkokers.
Alleen:
dit proces verliep iets anders dan viel te verwachten: de bewoners kregen een brief waarin de veranderingen werden aangekondigd, maar zonder tijdschema. Het plaatsen van de ondergrondse container was daarbij nog te volgen, we konden het zien gebeuren vanuit onze flat. Daar geen verrassing.
Toen werd het enige tijd stil, tot we een brief kregen met een pasje. De brief vermeldde niet wanneer dat pasje gebruikt kon of moest worden. Ik probeerde het de volgende dag, maar ving bot. Na twee weken probeerde ik het nog een keer en ziet nu werkte het wel. Maar verder bleef het stil. Tot deze week.
Deze week ontmoette ik een van de buren:
'Ze hebben de containers weg gehaald', zei ze.
Dat bleek juist. Alleen niemand, ook het bestuur van de Vereniging van Eigenaren, wist dat het nu zou gebeuren. Een toch wat haperende communicatie met de gemeente. Het had voor de hand gelegen dat eerst de stortkokers zouden zijn afgesloten, want mensen zijn nu eenmaal gewoontedieren.
De winter nadert. En voor de bewoners van ons flatgebouw is een ding zeker: men moet voor het restafval verder lopen. Past vermoedelijk in het gemeentelijk beleid dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig moeten blijven wonen. 

 


 
      

maandag 27 november 2017

Algoritmen 2

Zoals gezegd, de wereld is vol algoritmen. Veel van die algoritmen maken ons leven gemakkelijker; daardoor vergeten we ook wel eens wat er eigenlijk gebeurt. Als u uw betaalkaart in een gleuf bij de kassière in de winkel schuift en uw pincode intoetst is er een algoritme dat controleert of pincode en rekening wel bij elkaar horen, of uw saldo wel voldoende is om de betaling te doen, etc.
Een voorbeeld van zo'n algoritme gaf Jelle Brandt Corstius in Robo Sapiens. Bij de jacht op stropers van groot wild (olifanten, neushoorns) in Kenia worden politiepatrouilles ingezet. Het blijkt dat menselijke patrouilles de neiging hebben routinematig steeds dezelfde wegen te volgen. Stropers maken daar gebruik van door met hun activiteiten buiten deze paden te blijven. Door alle bekende gegevens van de plaatsen waar het wild zich ophoudt en waar stropers zijn gesignaleerd was men in staat voor de politiepatrouilles willekeurige routes uit te zetten, waar stropers niet meer op kunnen anticiperen.   
Je kunt algoritmen natuurlijk ook gebruiken om een voorselectie te doen uit sollicitanten. Uit gegevens uit de VS blijkt dat inmiddels zo'n 70% van de sollicitatiebrieven niet door een mens worden gezien. Algoritmen bepalen in de meeste gevallen of een sollicitant al dan niet geschikt kan worden geacht.
Waarop berust dat oordeel?
Net als in Nederland moet in de meeste gevallen een antecedenten onderzoek worden gedaan. In Nederland leidt dat tot een verklaring omtrent het gedrag. Voor veel functies is zo'n verklaring een vereiste. En als een kandidaat in het verleden vaak in aanraking is gekomen met politie of justitie kan dat leiden tot een aantekening bij de verklaring omtrent het gedrag. Dat is bij de beoordeling van het c.v. een punt waar rekening mee wordt gehouden.
Men hoeft geen profeet te zijn om te kunnen voorspellen dat iemand uit de 'sociaal zwakke' buurten  vaker met de politie en justitie in aanraking komt dan iemand uit de buurt waar welgestelden in duurdere woningen wonen. Een dergelijk gegeven kan natuurlijk rechtstreeks in het algoritme zijn vastgelegd. Maar veelal gaat het subtieler.
De algoritmen maken gebruik van grote hoeveelheden sollicitatiebrieven en onderkennen daarin patronen die door personeelsafdelingen zijn gehanteerd. Daaruit kan blijken dat kandidaten met een aantekening in hun Verklaring omtrent het gedrag door personeelsfunctionarissen vaker niet worden aangenomen dan anderen. Het algoritme 'leert' van die patronen en zal daaruit de criteria afleiden die kunnen worden gehanteerd bij zijn selectie van kandidaten.
Als we daar even over nadenken dan is duidelijk dat als kandidaten op basis van het aantal keren dat ze met politie en justitie in aanraking zijn gekomen worden afgewezen voor een functie - zelfs als de personeelsfunctionarissen zich daarvan nauwelijks bewust zijn -  het algoritme de neiging heeft deze opvatting te versterken.
In het algemeen blijkt dat dit een eigenschap is van algoritmen waarin kwalitatieve criteria gebruikt worden om mensen en instituties te beoordelen. Zie bijvoorbeeld het rangschikken van scholen op basis van de kwaliteit van het onderwijs. Want wat is de kwaliteit van het onderwijs en hoe bepaal je die? Moet je daar de hele schoolloopbaan van de leerlingen bij betrekken? Of de achtergrond van de leerlingen? Heeft het schoolbeleid hierop invloed? Is de 'naam' van de school een factor? Als blijkt dat de kinderen van welgestelde ouders betere resultaten behalen dan die van minder welgestelde ouders, ligt dat dan aan de kwaliteit van het onderwijs?
Het zijn vragen waar ook de algoritmen geen antwoord op hebben. Zij beperken zich veelal tot de gegevens die kwantificeerbaar zijn. Bijv. het aantal leerlingen dat geslaagd is voor het examen.
Wellicht het grootste probleem met dergelijke algoritmen is dat alleen zeer gespecialiseerde mensen in staat zijn de werking ervan te kunnen volgen. Daardoor verdwijnen veel selecties uit het zicht van de publieke opinie.
 



  

maandag 6 november 2017

Verbouwd

De man ontving ons bij de ingang van de ontbijtzaal zeer enthousiast.
Mag ik uw kamer nummer?
Toen we hem dat gegeven hadden mochten we door. We zochten een bord en liepen langs de heerlijkheden van het moderne ontbijtbuffet. Van crackers tot croissants, en van jam tot bacon, het was er allemaal. Het leidt er meestal toe dat ik meer eet dan ik gewoon ben. Het hotel is in het algemeen moeilijk te rijmen met een sober dieet.
Toen we aan tafel zaten kwam de gerant op ons af.
Wat vindt u van de nieuwe inrichting?
We keken eens rond; weliswaar, als we erover nadachten, was het ook ons wel duidelijk dat de inrichting was veranderd. De vorige keer hadden we een tafeltje bij het raam, maar dat was nu zover weg... Er was veel ruimte voor ontbijters met donkere vierkante en ronde tafeltjes. Opvallend was het grote buffet eiland en het glas-in-lood-achtige plafond erboven.
Nou, het is wel opgeknapt, vonden we, hoewel we niet veel herinnering hadden aan de oude inrichting.
Dat vond de gerant ook. Hij werkte nu 32 jaar bij het hotel, maar deze verbouwing was een hele verbetering. Het drong tot ons door dat de verbouwing nog maar net achter de rug kon zijn. Anders zou onze aandacht er niet op gevestigd zijn. Dar bleek inderdaad het geval. De nieuwe zaal was aan het begin van de maand in gebruik genomen. Onze welwillende houding inspireerde de man blijkbaar en hij vroeg wat we kwamen doen in Amsterdam.
Een dagje Amsterdam?
Anneke wees naar buiten.
Het is hier wel goed opgeknapt maar aan het weer hebben jullie niet veel gedaan. Het is kloteweer.
De man verschoot van kleur bij een dergelijk taalgebruik. Hij liep naar een vrouwelijke collega die een paar tafeltjes verderop bezig was.
Zeg, weet je wat die mevrouw zegt?
Er ontspon zich een korte maar onverstaanbare dialoog. Hij kwam weer terug.
Mijn collega zou het k.u.t.weer noemen.
We spraken het niet tegen. Blijkbaar bestaat er een een relatie tussen slecht weer en de menselijke geslachtsdelen. En daarin reageert men tamelijk genderneutraal. Het weer kan van beide geslachten komen.
Toen we de eetzaal verlieten benadrukte de gerant nogmaals dat hij er al 32 jaar werkte.
Fijne dag, mevrouw, meneer.
       

donderdag 12 oktober 2017

Algoritmen 1

Als je het woord algoritme opzoekt dan krijg je als antwoord dat een algoritme een reeks instructies is die van een bepaald beginpunt naar een bepaald doel leidt. Het woord is afkomstig uit het Arabisch en is nog een herinnering aan de vaak ondergewaardeerde Islamitische bijdrage aan onze kennis.
Om zo'n reeks instructies te geven moet je een idee hebben hoe werkelijkheid er uitziet en wat je ermee wilt bereiken.
Een reeks instructies dus, zoals je ze in ieder recept tegenkomt. Bijvoorbeeld voor het maken van hutspot voor vier personen.
Ingrediënten: 500 gram klapstuk, 500 gram aardappelen, 500 gram winterwortelen en uien, laurierblad, peper en zout, water.
Instructies: Trek van het klapstuk bouillon (met laurierblad, zout en peper naar smaak).  (ca twee uur op een laag vuur),
haal het klapstuk uit de bouillon
schil de aardappelen, snijd de schoongemaakte wortels in stukjes,
schil de uien en snijd ze in stukjes.
kook de aardappelen, de wortels en de uien in de bouillon gaar
laat een rookworst in de laatste minuten meekoken
giet het overbodige vocht af
stamp de aardappels, de uien en de wortels tot een egale massa
snij het klapstuk en de rookworst in stukjes
dien de hutspot met klapstuk en rookworst op.

U ziet het: het recept is een algoritme. Onze wereld is vol van die algoritmen. In boekhandels nemen de receptenboeken met recepten uit elke keuken die men maar kan bedenken een belangrijke plaats in. U vindt soortgelijke boeken voor iedere doe-het-zelver. Hoe maak ik een kast, sluit ik een lamp aan, leg ik een vloer? Op YouTube vindt u filmpjes waarin stap voor stap - het algoritme - wordt uitgelegd hoe u het scharnier van uw kast moet verstellen, etc. Het algoritme is overal in ons dagelijks leven.
Het zal u niet verwonderen dat het algoritme ook het uitgangspunt is voor ieder computerprogramma. Immers het computerprogramma is een reeks instructies die de computer uitvoert om iets te doen. Het zijn instructies in machinetaal. Om die als mens te kunnen begrijpen heb je al gauw deskundige hulp nodig. En omdat die machinetaal echt heel erg basaal is heeft men in de loop van de tijd van die instructies in groepjes samengevoegd. Op die manier maakte men programmeertalen. Ook de instructies in die programmeertalen worden voor de goedwillende leek al gauw te ingewikkeld en onleesbaar.
Je moet er maar op vertrouwen dat de programma's goed zijn. Want ze zitten overal die programma's. In uw telefoon en in uw auto, in de televisie en de afstandbediening. En tegenwoordig ook in uw wasmachine en in uw computer. U bent er inmiddels aan gewend en u vertrouwt erop omdat het werkt. U vraagt zich ook niet meer af wat er allemaal voor nodig is aan instructies (recepten) voordat u met uw auto op pad kunt. U vindt het immers vanzelfsprekend dat er een lampje gaat branden als u een deur in de auto niet goed hebt gesloten, of ergens een pieptoon u begint te hinderen omdat u de riem niet hebt omgedaan.
Toch zit achter ieder algoritme iemand die een beeld heeft van wat goed rijgedrag is en dat goede rijgedrag voortdurend aan u voor houdt zolang u in de auto zit. Of anders gezegd: achter ieder computerprogramma zit een algoritme waarin iemand zijn opvattingen heeft neergelegd.
Kijken we nog even terug naar de hutspot: u ziet daar mijn opvatting: u hoeft geen klapstuk te nemen, u kunt de aardappelen, wortels en uien ook in schoon water koken, u kunt de verhoudingen veranderen (meer of minder aardappelen, wortels en uien).
Ieder algoritme weerspiegelt de opvattingen van de maker. Dat kan bijzondere gevolgen hebben. Vanuit mijn perspectief niet altijd even plezierig, maar daarover de volgende aflevering.   

donderdag 5 oktober 2017

Oude mensen en hun digitale sores

Het is al weer een tijd geleden dat onze 7-jarige kleinzoon uit Frankrijk bij ons aankwam en uit de auto van zijn ouders stapte met de kreet:
J'ai un SEGA!!!
Het riep alleen wat vraagtekens op: wat zou een SEGA kunnen zijn?
SEGA bleek een Franse uitvoering van een spelcomputer te zijn. Het was aanleiding voor mijn vrouw, Anneke, om zich ook bezig te gaan houden met computerspelletjes, ze wilde zo goed ogelijk bijblijven met de moderne tijd. Ze ging met zoon Freerk naar de de stad en kocht Super Mario op een diskette.
'En nu?'
Freerk die dat natuurlijk allang wist, had rustig de confrontatie met de werkelijkheid afgewacht
'Ja, nu moet je nog een console hebben waar je de diskette in kunt doen.'
'Ok.'
De console - in feite een kleine computer - was heel wat duurder dan het spel. Ze werd enthousiast ontvangen door onze kleinzoon, want zijn SEGA werkte niet op onze televisie.
Ter toelichting: SuperMario moet om in het spel verder te komen een aantal hindernissen overwinnen en als dat gelukt is gaat hij naar niveau 2 waar een soortgelijke hindernisbaan is uitgezet. Het is allemaal een kwestie van oog-hand coördinatie: als het gevaar nadert, of als er punten te verdienen zijn, moet Mario springen.
En terwijl onze kleinzoon met zijn zeven jaar van niveau naar niveau sprong en rende, bleef Anneke steken op niveau 1. Ze slaagde er niet in de eindstreep te halen.
Een ding is duidelijk: Met de leeftijd gaat het vermogen om snel te reageren op bewegingen achteruit. Er is niet veel zo ontluisterend als te proberen het leervermogen van je kinderen of kleinkinderen te evenaren.
Je kunt het ook anders zeggen: voor volwassenen is de leercurve voor computerspelletjes (maar daar niet alleen; hebt u al eens geprobeerd Memory te spelen met uw kleinkinderen?) veel en veel steiler dan voor kinderen.

Mijn gedachten gaan terug naar de jaren tachtig (ja, van de vorige eeuw). De personal computer was net ingevoerd. Een hele verandering vergeleken met de al dan niet elektrische schrijfmachine.
Ik beschikte over een apparaat met een geheugen van 256 kB (k van kilo, oftewel 1000 en B van Byte, de eenheid waarin geheugen wordt uitgedrukt. Een Byte is 8 bits en ieder bit heeft twee mogelijkheden 0 of 1. Met een Byte kun je, voor een tekst verwerker, 128 tekens weergeven).
Zo'n computer kon met een tekstverwerker werken die slechts beperkte mogelijkheden had. maar we gingen dapper aan het werk. Iedereen kreeg een pc en doorliep de leercurve die nodig was om zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Een van de eerste dingen waaraan je moest wennen bij de tekstverwerker was dat je niet aan het eind van de regel hoefde aan te geven dat een nieuwe regel begon. Dat regelde de machine voor je. Als je in die tijd de teksten zag die via de computer uit de printer kwamen dan bleek iedere regel een einde regelcode te bevatten, zoals dat op de schrijfmachine gebeurde: na iedere regel werd de wagen terug gehaald. In de nieuwe situatie betekende een einde regelcode dat een nieuwe alinea begon.
 
Een jaar later bleek die computer met een geheugen van 256 kB volstrekt verouderd. De nieuwe versie met een geheugen van wel 512 kB, bezat een tekstverwerker met meer mogelijkheden; het was bijv. mogelijk standaard brieven te maken met ruimte voor namen en adressen. Om dat handig toe te passen moest je eigenlijk gebruik kunnen maken van een adresbestand. Daarvoor bleek het rekenblad (beter bekend als spreadsheet) uitermate geschikt. Door deze nieuwigheden moest het tekstverwerkingsprogramma een wat andere indeling hebben. De leercurve die iedereen door moest was nu iets minder steil. Een aantal dingen was nu immers al bekend.

En zo, terwijl de mogelijkheden van de computer snel groeiden met zijn grotere opslagmogelijkheden, betere grafische mogelijkheden en zijn betere mogelijkheden op het gebied van muziek, bleek men naast zijn werk ieder jaar weer een nieuwe leercurve door te moeten, want ondertussen verdwenen de oude mogelijkheden geleidelijk.
De schrijfmachine is nog maar heel moeilijk te krijgen, de cassette recorder is verdwenen, het rolfilmpje is er niet meer. De gramofoonplaat vind je niet meer terug en inmiddels is de videorecorder een artikel voor de antiquair. Wie nu nog zijn oude hobbies wil beoefenen moet iedere keer weer een leercurve doorlopen.
Niet iedereen houdt die race vol. Zo deed onze fietsenmaker zijn rijwielzaak over aan zijn zoon, mede omdat de omscholing naar de digitale elementen in de nieuwe fietsen hem te zwaar werd. En veel collega's stapten uit het proces van voortdurende her- en bijscholing in de hoop dat het hun tijd wel zou duren.
Helaas. In deze periode zijn er cursussen voor mensen die zich genoodzaakt voelen over te stappen op het gebruik van tablet of smartphone. 
Een nieuwe generatie zit daar niet mee. Die treft een stand van de techniek aan alsof die nooit zal veranderen.
Maar die nieuwe generatie weet ook een aantal dingen niet - of is zich daar nauwelijks van bewust....

  
    

vrijdag 29 september 2017

Ideeën en de werkelijkheid

Er is alle aanleiding om de oorsprong van de westerse beschaving te zoeken in het gebied rond de Noordzee. Hier zien we hoe vanaf de 8e eeuw de handel tussen de Lage landen (met name Vlaanderen), Engeland, het Oostzee gebied en (via de grote rivieren) het Byzantijnse rijk de groeiende welvaart in Noordwest Europa veroorzaakte en onderhield. Het is alleszins aannemelijk dat langs deze route ook informatie naar het Noordwesten vloeit over kennis en opvattingen van klassieke Griekse schrijvers en denkers.
De technische ontwikkeling ging ook in de 8e eeuw door met bijv. de invoering van de halster en stijgbeugel, waardoor uiteindelijk paarden meer geschikt werden zowel voor landarbeid als voor de oorlogsvoering, met de introductie van de ijzeren ploeg die de de opbrengst van de landbouw verhoogde, terwijl watermolens een grotere rol gingen spelen bij de energie­voorziening. De verbeteringen in de scheepsbouw (bij Friezen, Denen en Vikingen) maakten het mogelijk om grotere reizen te doen en zwaardere vrachten te vervoeren.
De gevolgen waren duidelijk: de mens werd in toenemende mate onafhankelijk van de grillen van de natuur. De voedselproductie steeg boven het niveau dat noodzakelijk was voor het bestaansminimum. Er ontstond een steeds grotere diversiteit in beroepen heel nadrukkelijk bijv. in de textielindustrie. We kunnen ook zien hoe in de loop van de 9e eeuw het economisch zwaartepunt geleidelijk verschoof naar het westen.
Met de groeiende welvaart ontstond ook meer ruimte voor de bedenkers van de ideeënwereld. Er was ruimte voor mensen die zich niet noodzakelijk bezig hoefden te houden met de productie van de welvaart waarvan zij genoten. De ideeënwereld en reële wereld groeiden geleidelijk uit elkaar. Daarmee was men in Europa ongeveer weer terug in de situatie die ons is overgeleverd uit de Griekse tijd. Vrije mannen discussieerden over de wereld, waarvan de realiteit werd ingevuld door slaven. Er was een (toch niet onbelangrijk) verschil, in Europa werd de reële wereld ingevuld door vrije boeren en vrije ambachtslieden. Deze vrije boeren en ambachtslieden stuwden geleidelijk de technische ontwikkeling.
In de 18e eeuw was de afstand tussen ideeënwereld en reële wereld zover gegroeid dat mensen als Rousseau en Voltaire volstrekt tegenovergestelde ideeën ontwikkelden over een betere toekomst voor de maatschappij. Het lijkt erop dat de Verlichtingsideeën van Voltaire, c.s. aanvankelijk de overhand hadden.
Op zich niet zo gek: want de technici bouwden door aan het gebruik van de materie. En dat ging steeds met stappen die passen in of die beantwoorden aan wat de Verlichting denkers rationeel noemden. De conclusie is duidelijk: rationaliteit zou de antwoorden geven voor alle vraagstukken van de maatschappij. Eigenlijk zou de maatschappij dus geheel op rationele wijze moeten worden ingericht. Wetenschap en techniek verschaften het paradigma voor de komende tijd. Meten is weten. Meten, analyseren, experimenteren, het gebeurde op elk terrein, tot en met de de mens en zijn hersens toe.
Er zit een kleine maar wel fatale misvatting in de redenering. Men redeneert alsof de maatschappij en de techniek twee afzonderlijke zaken zijn. Maar techniek en mens vormen samen de maatschappij. Zij zijn een geheel. In iedere analyse van de maatschappij moeten dan ook de mens en de technologie waarover hij beschikt in de maatschappij waarin hij leeft gezien worden als een geheel. De acties van de mens zijn steeds actie in en met de beschikbare techniek.
We moeten bij deze beschouwing een paar dingen in aanmerking nemen. Het is de aard van de westerse maatschappij die maakte dat hier een snelle (in vergelijking met andere delen van de wereld) technologische ontwikkeling plaatsvond. Die aard kan men omschrijven als een maatschappij bestaande uit een aantal autonome landen die elkaar eeuwenlang naar het leven stonden, maar ook met elkaar concurreerden en desondanks op wetenschappelijk en technisch gebied intensief informatie uitwisselden. Bovendien een maatschappij die in zich expansief was en is en bij voorkeur haar macht gebruikte om haar wil aan anderen op te leggen. Daardoor groeide die maatschappij als een technologische (en daarmee militaire) grootmacht. Het was de interactie tussen de landen die tot de westerse maatschappij werden gerekend die de snelle groei mogelijk maakte. Gevolg is dat er aan het eind van de 19e eeuw een eerste vorm van globalisering plaats vond waarbij de technologisch minder ontwikkelde landen plotseling geconfronteerd werden met de producten van een andere wereld die de moderne wereld werd genoemd. Het werd een periode van machteloze woede en verontwaardiging die leidde tot conflicten en aanslagen.
Zoals gezegd gaf de welvaart van de westerse wereld ook aanleiding tot steeds verdergaande specialisatie. Er kon een hele groep disciplines ontstaan die na hun vroege jeugd nooit meer in aanraking kwamen met de voortbrengselen van de technische mens. Als zij wel uit hun isolement in de moderne tijd terecht kwamen, ontstond ook een schokervaring, door Toffler zeer adequaat aangeduid als future shock. De future shock zien we bij voorbeeld bij intel­lectuelen aan de rand van de typisch westerse wereld, zoals Oost Europa. Dostojewski bijvoorbeeld en Heidegger. In hun onvermogen in te stappen in de moderniteit richtten zij hun pijlen op de ideeën wereld die naar zij dachten aan de moderniteit ten grondslag, de wereld van de Verlichting: het rationalisme. Door de ratio te betwisten schiepen ze minstens verwarring bij vakgenoten die net zoals zij de feitelijke technische ontwikkeling slecht bij tussenpozen en oppervlakkig ontmoetten. Daardoor kan Tinneke Beeckman constateren dat het postmodernisme de democratie om zeep bracht. Dit lijkt niet geheel terecht. Zoals Zimmerman al in de jaren zestig van de 20e eeuw zei: de automatisering bracht niet zozeer de zijden kousen naar de elite maar zorgde ook voor de nylonkousen van de arbeidersvrouw. En nu in een periode waarin iedereen lijkt te beschikken over een smartphone, een auto en een reisgids voor de noodzakelijke vakantiebestemmingen is het duidelijk dat de technologie democratiserend werkt. Daar komt bij dat er een toenemend wantrouwen lijkt te groeien ten opzichte van kennis en wetenschap. Illustratief is een tv-programma waarin leken het opnemen tegen gediplomeerde artsen en een redelijke kans maken een beter resultaat te hebben bij het stellen van diagnoses. Vervolgens blijkt de ongeletterde bevolking in staat de president te verkiezen van de VS. Democratisering: niet in de ideeënwereld maar in de reële wereld.

Discussies in de ideeënwereld gaan natuurlijk gewoon door. En ondertussen is de techniek zo ver gevorderd dat ze denkprocessen kan nabootsen. Met de vastgeroeste idee dat het gaat om de mens. Als men de techniek niet ziet heeft men niet in de gaten dat het gaat om de mens én zijn techniek.     

donderdag 31 augustus 2017

Brexit?

De teerling is geworpen. Het besluit de Europese Unie te verlaten was in Groot Brittannië gebaseerd op een referendum. Een raadpleging van het volk dus en democratisch want gebaseerd op de gedachte de meerderheid plus 1. Veel groter was de meerderheid ook niet. En als de berichten uit de pers juist waren, waren de gangmakers van Brexit zelf geschrokken van het resultaat en de te verwachten gevolgen. Ze waren dan ook niet bereid de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het vervolg. Te laat bedachten de organisatoren dat een meerderheid van een stem toch wel erg mager was voor een dergelijk besluit.
 Een petitie om het referendum te herhalen kreeg een aanzienlijk aantal (ca 3 miljoen) steunbetuigingen. Volgens de petitie zouden de Brexit voorstanders tenminste 75% van de stemmen moeten halen.
Verder bleek dat het vooral jongeren waren die tegen het besluit waren, omdat zij een toekomst beter gegarandeerd zagen in de EU dan daarbuiten.

Maar besluit is besluit in Groot-Brittannië en herbezinning is onmogelijk, dus trad Cameron af en bij gebrek aan andere kandidaten nam Theresa May het stokje over. Nu had May zich uitgesproken tegen Brexit, haar bereidheid de uitslag van het referendum voor haar rekening te nemen was dus op zijn minst curieus. Maar ze had de wind mee: de peilingen gaven de conservatieve partijgenoten van May een forse meerderheid. Ze moest die alleen mobiliseren in het parlement. May moest er rekening mee houden dat verkiezingen op een later tijdstip minder gunstig zouden vallen en dat een forse meerderheid bij de Brexit onderhandelingen haar positie zou verstevigen.
Ze besloot dus tussentijdse verkiezingen te houden. Die leidden tot een flinke tegenvaller: ze verloor haar conservatieve meerderheid. De uitslag leek duidelijk aan te geven dat een groot aantal kiezers zich aardig genaaid voelde door de enthousiaste Brexit verkopers. Ook deze ervaring gaf echter geen aanleiding voor een moment van bezinning. Uiteindelijk was het besluit al toegestuurd aan de Europese Commissie: er moest en er zou nu uitgetreden worden.
Maar wat verwachtte May eigenlijk? Dat de Europese Unie zou staan juichen dat Groot-Brittannië uit wilde stappen? En dus als vanzelf met een zachte Brexit zou instemmen? Waarom eigenlijk?
Ondertussen werden ook in Frankrijk verkiezingen gehouden en daar bleek dat de meerderheid van de Fransen weinig bereid was het voorbeeld van Groot-Brittannië te volgen. Macron kreeg een onverwacht grote meerderheid achter zich. Niet omdat hij zelf zo populair was, maar hoofdzakelijk omdat hij een alternatief bood. En... Macron kondigde aan dat hij de Europese Unie wilde hervormen. Daar was op zich wel aanleiding voor. In de structuur van de Unie was een aantal regelingen terecht gekomen die leidden tot zeer onevenwichtige resultaten.
Je zou dus zeggen: alle reden om het Britse standpunt nog eens te overwegen en samen met Frankrijk een koers uit te zetten die zou kunnen leiden tot meer of minder ingrijpende hervorming van de Europese Unie. Nu is samenwerking tussen Groot-Brittannië en Frankrijk in de laatste vierhonderd jaar alleen mogelijk gebleken tijdens de twee wereldoorlogen en dan nog alleen om het Duitse gevaar tegen te houden. Dus samenwerking tussen May en Macron lijkt niet iets dat vanzelf zal gaan, maar toch...
Stel dat ze zouden kunnen samenwerken, dan zou wellicht voor Groot-Brittannië zelfs een zachte Brexit mogelijk zijn. Als je er even over nadenkt is de zachtste Brexit die je kunt bedenken er een zonder uittreden. 
            

zondag 20 augustus 2017

Moderne tijd vroeger

Onder de kop: 'Deze straat is puur goud' geeft het Financieel Dagblad op 19 augustus een grote foto van de Knowledge Mile. De knowledge mile blijkt een stuk te zijn van de Wibautstraat in Amsterdam. Ik zou het artikel na oppervlakkig scannen vermoedelijk zonder meer opzij hebben gelegd, maar ik werd getroffen door het zinnetje: 'En recht tegenover zijn (zijn verwijst naar decaan Geleyn Meijer van de Hogeschool van Amsterdam, HvA) raam de hoge stalinistische gevel van het Kohnstammhuis, waar ooit de Belastingdienst in zat.'

Mijn gedachten gaan terug naar (ik denk) 1952. Ik zat op de HBS (de derde vijf) aan de Mauritskade en bezocht het nieuwe kantoor van mijn vader. Mijn vader werkte voor de accountantsdienst en had zijn kantoor tot die tijd gehad in het Oost-Indisch huis, het vroegere hoofdkantoor van de VOC.
Ik had hem daar ook wel eens bezocht, maar heb slechts vage beelden van het gebouw, dat naar mijn herinnering was uitgerust met wat een Jacobsladder werd genoemd, een ketting van open liftcabines die permanent ronddraaide. Als je met de lift naar boven of naar beneden wilde hoefde je slechts te wachten tot de vloer van een cabine ongeveer gelijk was met vloer van de etage waar je je bevond.

Mijn vader toonde me vol trots de inrichting van het nieuwe kantoor dat was uitgerust met een gewone lift. Hij liet me zijn nieuwe kantoor zien en de moderne kantine op de bovenste etage, met schilderijen van de moderne abstracte kunst. Ik kan me herinneren dat mijn vader met de hem eigen lichte ironie raadde naar de betekenis van dat wat afgebeeld stond en waarvan hij probeerde te raden wat het voorstelde.
Vanaf de bovenste verdieping van dat kantoor, waarvan ik toen niet wist dat het het Kohnstamm huis was, hadden we een prachtig uitzicht over de nog vrijwel lege Wibautstraat. In de verte konden we over de spoorlijn die naar het Muiderpoortstation ging het Amstelstation zien.

Vanaf dat nieuwe kantoor - dat nu dus als stalinistisch wordt beschouwd, maar tijden veranderen - kon mijn vader tijdens zijn middagpauze een korte wandeling maken naar het Oosterpark. Het Oosterpark grensde aan onze HBS en werd in die tijd ieder jaar gebruikt voor de Oosterparkloop. In 1953 liep ik ook mee met die wedstrijd (over een afstand van ongeveer 2 km) en mijn vader kwam met een collega kijken. Ze waren niet erg onder de indruk, ik eindigde ergens achter in het peloton.

Hoewel mijn vader een voor die tijd encyclopedische kennis had werd de Wibautstraat toch niet gezien als een kennis straat bij uitstek, maar de HvA was er toen ook nog niet gevestigd.      

vrijdag 18 augustus 2017

Publiciteit

Men kan denken van Trump wat men wil - en laat ik duidelijk zijn: ik vind hem een ramp voor de V.S. - men kan er nauwelijks om heen dat hij erin slaagt dag in dag uit in het nieuws te komen. Daarbij volgt hij het in de politiek niet ongebruikelijke mantra: het geeft niet wat ze over me zeggen, als ze maar over me praten.
Publiciteit krijgen en publiciteit houden, Trump is er een meester in.
Zijn uitspraken zijn weinig samenhangend en getuigen van weinig kennis van wat dan ook anders dan het promoten van Trump. De waardering voor zijn werk als president is laag (lager dan van enige president na de oorlog op dit punt in zijn presidentschap), maar hij heeft desondanks een opmerkelijke stabiele groep aanhangers die vindt dat hij het goed doet.
Publiciteit is alles als je je ideeën wilt verspreiden. Publiciteit lijkt dan ook het enige wat televisie makers, krantenmakers interesseert. Dankzij het ongeremde gedrag van Trump is extreem rechts in de VS dan ook weer ruimschoots in de publiciteit geweest.
Ook IS is een meester in het bespelen van de media en maakt dankbaar gebruik van de gratis publiciteit, want hoe walgelijk de ideeën van deze groep ook zijn, ook hij slaagt er in iedere keer in de aandacht te trekken. En dan vooral in negatieve zin door aanslagen. De beste aanslagen zijn die waarbij veel doden vallen.
Die leveren immers de meeste publiciteit. Ik kan me dan ook voorstellen dat aanhangers van IS ademloos aan de buis zijn gekluisterd als er weer een aanslag is gepleegd. Het effect is hoger als een aanslag terroristisch kan worden genoemd (want terroristische aanslagen zijn erger dan andere), er meer doden zijn gevallen en de aanslag - al dan niet terecht - is geclaimd door IS.
De televisie geeft deze publiciteit alle ruimte: alle zenders nemen het nieuws over. Verslaggevers hijgen ademloos achter de gevolgen van de aanslag aan. Hoeveel doden zijn er al geteld? Kunnen we niet nog een paar beelden presenteren van hoe erg het was? Beelden met slachtoffers op de straat bijv. en uitgebrande auto's die doen het ook goed.
Liefst een stukje interview met een slachtoffer om de kijker mee te laten gruwelen van de chaos de pijn en het verdriet.
Weten we al wie de dader(s) was (waren)? Wat weten van die man?  We schakelen met de verslaggevers mee heen en weer van de plaats van de ramp naar de politie en de slachtoffers.  Is het aantal doden al toegenomen? Dan weer terug naar de commentatoren, etc.
Moet dit zo? Ik was opgelucht toen Le Monde besloot voortaan niet meer de namen te noemen van de aanslagplegers: ze werden anders onnodig tot helden gemaakt. Het lijkt mij dat een wat minder op sensatie gerichte verslaglegging ook mogelijk moet zijn met minder gratis publiciteit voor extremistische groepen. Er vallen immers meer doden; zo is het aantal moorden in Nederland dit jaar hoger dan het vorig jaar en in de Europese Unie vallen ongeveer 25000 doden per jaar, dat is ruwweg 75 per dag. Die vinden hun weg niet of nauwelijks naar de media.
      

vrijdag 21 juli 2017

Innovatie

Op de maandagse markt in Bergues (in Nord/Pas de Calais, Frankrijk) lopen we met zijn zessen langs de verschillende kramen, alle zes met een verschillende interesse, maar ook min of meer intuïtief op elkaar wachtend. Nauwelijks bewust blijf ik staan voor een kraam waar iemand worstjes staat om te draaien. Het duurt even voor ik me realiseer dat het hier niet gaat om de worstjes. Die kramen zijn er ook. Je kunt op de markt hier je maaltijd van de dag gemakkelijk verzamelen. Sterker dat hebben we in het verleden al verschillende malen gedaan. Tussen de kramen met luchtige zomerkleding, vind je hier groente en fruit, kip aan het spit met gebakken aardappelen, kaas en worst in vele variëteiten. Maar daar gaat het bij de kraam waar ik sta niet om. Trouwens de bak waarin de worstjes liggen wordt niet verwarmd en de worstjes liggen niet in de olie.
In feite gaat het om de tang waarmee de worstjes opgepakt worden en in lengterichting gekanteld om dan weer neergelegd te worden. Die tang - typisch zo' n tang voor gebruik bij de BBQ - is een enkelvoudige vier a vijf millimeter gebogen staaf  die aan beide uiteinden voorzien is van een wieltje. De worstjes die opgepakt worden tussen de wieltjes draaien door hun eigen gewicht om, waarna ze met een enkele beweging onderste boven weer neergelegd kunnen worden.
De tang blijkt in drie maten voorhanden en is natuurlijk niet alleen geschikt voor worstjes: je kunt er elke voorwerp mee keren dat je om wat voor reden dan ook liever niet met de hand draait. Een worst, een stuk vlees, een geverfde stok. Je pakt het met deze tang aan een kant vast en door zijn gewicht draait het zwaartepunt vanzelf met de wieltjes mee en hoeps: het voorwerp is omgekeerd.
Dit is innovatie.
Ik realiseer me dat dit gebeurt over de hele wereld, overal zijn mensen die bezig zijn en is er iemand die er naar staat te kijken en denkt: dat kan beter.

Onbedoelde gevolgen

Het heeft naar alle waarschijnlijkheid niets met elkaar te maken. Het bericht van vanmorgen dat Fort Oranje in een maand tijd en na de overname door de gemeente Zundert plotseling tweemaal zoveel bewoners heeft, maar toch kon ik niet verhinderen dat mij gedachten even terug gingen naar een andere gebeurtenis uit 2004 die van het volle aquarium.
De camping Fort oranje is al jaren een doorn in het oog van de gemeente. Het zou een broedplaats zijn van criminaliteit en het onderhoud zou daar al jaren verwaarloosd zijn. Ten einde raad besloot de gemeente dit jaar het beheer over de camping geheel over te nemen, teneinde de camping te kunnen sluiten en op die manier de zaak te saneren. Voor de zeshonderd bewoners zou alternatieve woonruimte worden geregeld.
Tja, en daarmee kwamen de bewoners van Fort Oranje met prioriteit op de lijst van woningzoekenden. Binnen die groep kregen de gezinnen met kinderen nog weer voorrang. Vermoedelijk wilden wel meer mensen met prioriteit op die lijst komen en kennelijk is de solidariteit in de gemeenschap die de camping bevolkt wel zo groot dat men plotseling ook bereid is de kinderen te delen. Het effect is interessant: het bericht van vanmorgen hield in dat de bevolking van de camping da afgelopen maand is verdubbeld. zodat de gemeente nu voor twaalfhonderd inwoners een onderkomen moet zien te vinden, terwijl bovendien het aantal gezinnen met kinderen blijkt te zijn gegroeid: kinderen worden blijkbaar verdeeld over de beschikbare caravans.
Zoals gezegd het heeft er naar alle waarschijnlijkheid helemaal niet mee te maken. In 2004 overleed mijn goede vriend Wouter. Wouter had zijn liefde voor de natuur o.m. uitgedrukt in het bezit en dus beheer van een flink aquarium. Ik denk dat het aquarium wel een meter lang was (en de overige afmetingen waren navenant). Wouter had voor het verversen van het water van het aquarium een ingenieuze installatie aangelegd, die uitkwam op het toilet een verdieping lager. De laatste jaren van zijn leven werd het onderhoud wat belemmerd doordat hij met een herseninfarct ook een belangrijk deel van zijn kennis was kwijtgeraakt. Ook de kennis van de installatie die hij had ontworpen. Na zijn dood zat zijn vrouw - die de liefde voor het aquarium niet deelde - met een probleem. Wat te doen met de vissen en hoe van het aquarium af te komen. Ze besloot in ieder geval maar te beginnen met het voeren van de vissen te stoppen in de hoop dat dan de vissen door voedselgebrek elkaar zouden opeten en uiteindelijk overlijden. En omdat er nog heel wat te regelen viel duurde het enige tijd voor ze weer naar dat aquarium ging kijken. Tot haar grote verbazing was het water bevolkt door een grote hoeveelheid jonge visjes een ware explosie van vis. De verklaring van deze wonderbare visvermenigvuldiging is voor mij wat minder eenvoudig dan die van de plotselinge bevolkingsgroei op Fort Oranje.

woensdag 10 mei 2017

Verleden

In Robot aan het stuur - wat naar mijn gevoel overigens een goed boek is - constateert de schrijver Jochanan Eynikel:
'Zeker op technologisch vlak zijn daar lange tijd nauwelijks wezenlijke veranderingen aan toegevoegd.'
Volgens de schrijver zou een modale burger niet veel verschil merken als hij van 1500 n.Chr. plotseling naar de tijd van 1500 v.Chr zou zijn verplaatst.
Categorische uitspraken als deze roepen bij mij altijd wat vraagtekens op. Is dat nu zo?
Het is een bekend verschijnsel dat steeds weer het gevoel wordt gewekt dat onze tijd bijzonder is. Misschien is dat wel zo. Maar tegelijkertijd zit er iets in van wat mijn vader noemde 'onderschatting van het verleden'. En ook zou ik wel eens iemand willen zien die in staat was een innovatieindex te ontwikkelen: een index die aangeeft het aantal innovaties per 1000 bewoners van deze aarde. Daarbij moet worden rekening gehouden met de beschikbare communicatiesnelheid om vernieuwingen te verspreiden en te delen.
Wat gebeurde er eigenlijk in die 3000 jaar die nauwelijks veranderde?
We zouden kunnen beginnen natuurlijk met de overgang van de bronstijd naar de ijzertijd. Om die overgang mogelijk te maken moest de mens technieken ontwikkelen om erts voldoende te verhitten. Een aantal fundamentele doorbraken die de samenleving grondig hebben veranderd.
Laten we ook eens denken aan de uitvinding van papier, waardoor de verspreiding van kennis met sprongen vooruit kon gaan.
Het is een uitvinding die de vergelijking met de uitvinding van de halfgeleider kan doorstaan.
En laten we eens denken aan de ontwikkeling van de watermolen en later de windmolen waardoor de mens energie kon ontwikkelen die onafhankelijk was van zijn eigen lichamelijke mogelijkheden. Zonder deze vormen van energieopwekking zou er geen elektriciteit zijn geweest. Hoeveel innovaties op het gebied van hout en metaalbewerking waren nodig om een werkend waterrad te fabriceren?
Of denkt men nu dat er iemand zomaar is begonnen aan het bouwen van een watermolen?
Wat te denken van de ploeg, het gareel, de stijgbeugel en het halster? Of de scheepsbouw?

Allemaal innovaties die de wereld veranderden. Allemaal innovaties voor 1500 die geleidelijk de beheersing van de voedsel voorziening verbeterden waardoor de wereldbevolking kon toenemen en de bevolking na 1500 kon beginnen met het veroveren van de wereld.

Wat redelijk zeker lijkt is dat de bevolking op aarde na 3000 v.Chr. is toegenomen. Als de innovatieindex (het aantal innovaties per 1000 bewoners per jaar en per regio met meer dan 10 inwoners per km2) nu eens constant zou zijn gebleven, hoeveel innovaties zouden er dan vandaag de dag moeten zijn om gelijke tred te houden met het innovatietempo van het verleden?
Wat in de hedendaagse beschouwingen over de snelheid van verandering naar mijn gevoel te weinig in rekening wordt gebracht is dat de technische ontwikkeling in het verleden niet alleen betrekking heeft op de handigheid in het maken van energie opwekkende apparaten of machines maar op alle leefgebieden van de mens. Dus ook op de chemie die nodig was om bepaalde kleuren van het schilderspalet te maken. Op het maken van de beste soorten linnen en wol. Op het ontstaan van zijde aardewerk en drukwerk, enz.
Wat deze/onze tijd bijzonder maakt is, denk ik, dat we nu de integratie beleven van al deze technische ontwikkelingen. Het is de tijd van technische integratie. We komen er nu pas achter wat we allemaal aan kennis en kunde hebben verzameld doordat al die technieken worden geïntegreerd in de apparatuur die de mens maakt.
Wat het interessante is dat al die verzamelde en geïntegreerde kennis begint te lijken op de mens: we noemen hem Robot.

zondag 7 mei 2017

Denken

'Weet jij,' vroeg ik aan het meisje dat me koffie kwam brengen, 'wat denken is?'
Ze keek me verschrikt aan, maar herstelde zich onmiddellijk.
'Wat zegt u?'
Ik herhaalde mijn vraag.
'Maar meneer, en dat op de vroege ochtend.'
De vroege ochtend (het was inmiddels ongeveer kwart over tien) is kennelijk geen goede tijd om filosofische vragen te stellen of gesprekken aan te gaan. Ze draaide zich om met het blad in de hand.
'Ik zal er eens over denken,' beloofde ze.
Of dat enig resultaat heeft gehad weet ik niet, want ze heeft het onderwerp niet meer aangesneden. Een vreemde vraag van een vreemde oude  man...

Voor mij was de vraag niet zo vreemd. Ik had zitten lezen in het boek 'Machines die denken'. Een kloek boek weer. Het is me iedere keer een raadsel hoe men er in slaagt, zoveel bladzijden (544) met tekst te vullen. Nu is dit boek een compilatie van een grote hoeveelheid teksten van verschillende schrijvers. Die schrijvers zijn niet zomaar Jan en alleman; velen van hen zijn hoogleraar of wetenschapsredacteur, zoals Steven Pinker die een leerstoel bekleedt aan de faculteit Psychologie van Harvard. Of Nick Bostrom, hoogleraar University of Oxford.
Deze mensen hebben wel een mening. Steven Pinker zegt:
'Om te beginnen hebben we nog tijd genoeg voor een goede planning. AI op een menselijk niveau ligt nog steeds vijftien tot vijfentwintig jaar in de toekomst, en dat was altijd al zo.'
Vooral dat stukje tekst na de komma stelt me voor raadsels.
Maar ook John Markoff (wetenschapsredacteur van The New York Times) heeft duidelijk een mening:
'Niets wijst erop dat we binnenkort over machines beschikken die op een menselijke manier denken, maar er bestaat ook weinig twijfel dat in een wereld waarin alles door internet met elkaar verbonden is de kunstmatige intelligentie weldra veel zal imiteren van wat de mens doet, zowel op het fysieke als op het intellectuele vlak.'

Er is voor mij een klein, maar niet geheel onbelangrijk detail: geen van deze schrijvers neemt de moeite uit te leggen wat eigenlijk denken is. Dat zou ik toch moeten weten wanneer ik een beeld wil krijgen hoe het denken van de mens 'denken op een menselijke manier' verschilt van dat wat een machine doet. Want er is blijkbaar een menselijke manier van denken.
Ik 'denk' vermoedelijk te eenvoudig in die dingen. Alan Turing heeft indertijd een test voorgesteld die wat mij betreft hierop neerkomt: als ik niet kan zien wie ik voor me heb en een probleem aan een mens en een machine voorleg en ik kan niet vast stellen of het antwoord van de mens of van de machine komt, dan 'denken' ze op hetzelfde niveau.
Een praktische uitvoering van de Turing test zou je kunnen vinden in de manier waarop in de afgelopen dertig tot veertig jaar de computer wordt getest in spelsituaties. Stapsgewijs heeft IBM zijn machines uitgeprobeerd in het schaken in Jeopardy! en in Go. Over dit laatste constateert Eynikel:
'Zonder altijd alle mogelijkheden te moeten berekenen - wat een onbegonnen taak is - leerde AlphaGo almaar beter inschatten in welke situaties welke spelbeweging tot meer en minder succes leidt. AlphaGo speelde met andere woorden steeds meer op basis van ervaringen en ... intuïtie.'

Mijn indruk is dat de snelheid waarmee de technologie zich ontwikkelt nog steeds en bij voortduring wordt onderschat, enerzijds omdat men aan de eigenschappen van de mens vaak mystieke kwaliteiten toekent, anderzijds omdat men zich te weinig realiseert dat technische ontwikkeling van de computer niet alleen plaats vindt door mensen die aan computers werken, maar het resultaat is van ontwikkelingen in alle kennisgebieden tegelijkertijd, ontwikkelingen die elkaar beïnvloeden; synergie noemt men dat.
Er is alle aanleiding om aan te nemen dat we niet nog alle tijd hebben, maar dat we al te laat zijn. Om wezenlijk invloed op het toekomstig gedrag van denkende machines te hebben zou er al lang een internationale organisatie bezig moeten zijn die aan de producenten van denkende machines oplegt met welke waarden machines moeten worden geprogrammeerd. Asimov realiseerde zich dat al. Maar sinds we drones inzetten als wapen zijn zijn opvattingen duidelijk achterhaald.

Ik ben eigenlijk benieuwd of dat meisje van vanmorgen nog heeft nagedacht over denken.

donderdag 30 maart 2017

Lentemijmering

De zon draait snel weg van de plek waar ik zit. Nog even en dan valt de schaduw van een grote boom vlak voor mijn terras over me heen. Het is stil hier buiten. Of zijn de geluiden langzamerhand te zacht voor mijn oren die erkend achteruit gaan. 
Een koolmees springt heen en weer door de beukenhaag die mijn huisje scheidt van het volgende. Het is een zeldzaam mooie week deze laatste week van maart. De bomen en struiken zijn nog kaal maar aan de takken en twijgen zijn de knoppen zichtbaar van het blad dat de komende dagen zal komen. 
Het droge blad van het vorig jaar ligt verschrompeld op de grond tussen de bomen, beschenen door de zon. Zo nu en dan beweegt een blad; het willekeurig karakter van de beweging intrigeert me. 
Is het alleen maar een enkel blad dat door de wind wordt meegenomen? Of zit daar een muis? Of een mus? Of een mees die op de grond naar voedsel zoekt? Uit een ooghoek zie ik een ander blad bewegen. Mijn hoofd draait in die richting, maar ook hier wordt de vraag een enkel blad of een dier niet beantwoord. 
In de verte zo’n dertig meter van me af glinstert een draad van spinrag, de reflectie van de zon klimt en daalt door de beweging die de draad maakt. Een specht tikt even tegen een boom, houdt hij inspectie? 
De koolmezen zijn nog bezig een partner uit te zoeken, maar de pimpelmezen zijn al verder. Ze vliegen af en aan met materiaal voor het nest. Daar is hier met dit droge weer genoeg van, hele stukken mos kunnen ze mee nemen. Een stuk is zelfs zo groot dat de pimpelmees het niet goed over een tak heen krijgt. Hij moet een tijdlang verwoed aan het werk om zijn buit in veiligheid te brengen. Een eenzame pad kruipt over mijn terras. Hij is vermoedelijk op weg naar het water, al is hij dan wel een eind uit de richting. Een eekhoorn flitst aan mijn oog voorbij, terwijl op mijn terras een paar merels komen kijken of er iets te halen valt. 
Ik denk dat het voorjaar nu echt is begonnen. 

vrijdag 10 februari 2017

Rectificatie?

U had het al begrepen. Het bericht over Betsy DeVos van gisteren was nep: het was ontleend aan een stukje uit een satirische tekst in de Huffington Post.
Er is dus een redelijke kans dat het wereldbeeld van Betsy DeVos minder plat is dan het leek.
Maar dat ze nog wel wat problemen zal hebben de komende tijd lijkt duidelijk.

Ze (of iemand uit haar naam) begon op twitter met een vraag:

 Day 1 on the job is done, but we’re only getting started. Now where do I find the pencils? :)

Het antwoord liet niet lang op zich wachten: 

@BetsyDeVos At the store. Something you should know: we teachers buy pencils and supplies for our classes with our OWN money.

of: 

 @BetsyDeVos I think a grizzly bear came in at ate them all. Good thing you came to the rescue! 

en veel soortgelijks.

Wederom de Huffington Post.


donderdag 9 februari 2017

Gaat het nog goed met Amerika

Zomaar een paar berichten:
- Donald Trump heeft laten weten dat alle negatieve kritiek op zijn regering gelogen is. We komen dan in de wereld blijkbaar van de alternative facts.
- Omstreeks de inauguratie van Trump als president beleefde de klassieker 1984 van George Orwell een grote hausse in de verkoop. Zoals bekend schetst Orwell omstreeks 1949 de wereld zoals die er omstreeks 1984 uit zou komen te zien. In die wereld bewaakt het ministerie van Liefde (Minilief), zoals het ministerie in de nieuwspraak wordt aangeduid de orde en regels. Iedere afwijking wordt gestraft. Er is toenemende zorg over de ontwikkelingen in de VS.
- Betsy de Vos, de nieuwe minister van Onderwijs in de regering Trump die ternauwernood de benoemingsprocedure haalde, heeft om te beginnen opdracht gegeven om alle globes op de scholen plat te maken, zodat de aarde er precies zo uitziet als god hem heeft geschapen (dat hij plat zou zijn geschapen staat overigens nergens in de bijbel). En de bijbel is in de ogen van Betsy de Vos het beste wetenschappelijke boek dat ooit werd geschreven. (Dit bericht was een sarcastische blog bijdrage van de comedian James Schlarmann voor de Huffington Post. Het is dus goed mogelijk, nee zelfs waarschijnlijk,  dat dit een fake bericht was. )

Een platte aarde? Baarlijke nonsens?
Laten we toch even bij dit laatste bericht stilstaan. De idee van een platte wereld werd in de jaren vijftig ook gelanceerd: de wereld is een plat cirkelvormig voorwerp met de noordpool in het midden. Ik maakte mijn vader erop attent. Die verwierp de gedachte onmiddellijk en wel op de wiskundige overweging dat dan allang en uit ervaring zou zijn gemerkt dat de omtrek van de aarde op het zuidelijk halfrond (dat dan natuurlijk geen halfrond zou zijn maar ik heb even geen betere aanduiding) veel groter is dan op het noordelijk deel en dus zeereizen daar noodzakelijkerwijs langer zouden duren.
Weg dus met de opvatting van een platte aarde. Of toch niet geheel? Ik herinnerde me een boekje: Wegwijs in de Wiskunde: daar stond toch iets in over een platte aarde...
Ik heb dat boekje nog (wie wat bewaart heeft wat) en ja hoor. Er was een hoofdstukje gewijd aan het heelal van Poincaré. Stel u daarom voor.
Dit heelal ligt binnen een cirkel. In het middelpunt is de temperatuur tamelijk hoog, maar als u zich van het middelpunt verwijdert, wordt de temperatuur lager en bereikt op de omtrek het absolute nulpunt. 
Beweegt zich een voorwerp in deze wereld, dan wordt de grootte door de temperatuur beïnvloed. We nemen aan dat de lengte evenredig is met de temperatuur T. Op de omtrek is de temperatuur 0 en zal ook de lengte van een voorwerp tot 0 zijn verminderd. De breedte gedraagt zich als de lengte. 
De bewoners van deze wereld merken de temperatuur niet, ze hebben daarvoor geen zintuig, ze hebben ook geen thermometers (die hebben ook geen zin: als je geen orgaan hebt dat reageert op temperatuur heeft het geen zin die te meten). Maar in onze wereld is er geen verschil in uitzetting. Is iemand in het centrum 1,5 m lang, dan is hij dat in een kouder deel ook. Als zijn lengte is gehalveerd dan is zijn meetlat dat ook. Maar, zal iemand tegenwerpen (mijn vader bijvoorbeeld), hij zal toch opmerken dat op de omtrek de grootte nihil zal zijn? Het antwoord is dat hij de omtrek nooit zal bereiken. Want als iemand naar de omtrek gaat, zal zijn grootte - door ons gezien - afnemen; hoe dichter hij bij de omtrek komt, hoe vlugger de vermindering gaat. Voor hemzelf lijkt het alsof zijn stappen even lang zijn; voor ons lijken zijn stappen steeds kleiner te worden. Hoeveel stappen hij ook neemt, nooit zal hij de omtrek bereiken.          
Tot zover de schrijver (W.W.Sawyer). Wiskundig is er dus niets aan de hand met een platte aarde. In dit model van Poincaré zouden we niet weten dat we niet in een platte wereld leven als we geen thermometers hadden. DeVos moet dus eigenlijk ook alle thermometers verbieden en ons gevoel voor warm en koud. Dat zou trouwens een hoop verwarmingsenergie schelen.

Goed, Trump heeft inmiddels al enkele van zijn ideeën gelanceerd. Voor zover ik het kan overzien hebben de maatregelen - een muur op de grens met Mexico, verhoging van de import tarieven, immigratie-ban op mensen uit het midden-oosten, doorbreken van de handelsakkoorden - alle een effect dat tegengesteld is aan dat wat hij beoogt.
Niet alleen in Nederland maar ook in de VS zegt men dat Trump zichzelf in de voet schiet. Naïeve ideeën, maar net als de platte aarde leuke denkbeelden.

Aanhangers van die ideeën hier en in de VS beseffen onvoldoende dat onze welvaart bestaat dankzij enerzijds de internationale handel en anderzijds door de tolerante houding van onze beschaving tegenover de kennis en capaciteiten van immigranten. Die tolerantie heeft de dominantie positie van de VS op het gebied van wetenschap, techniek en economie mogelijk gemaakt. De snelle opkomst van Nederland in de 17e eeuw is te danken aan het feit dat Jodenvervolging in Duitsland, Hugenotenvervolging in Frankrijk, kettervervolging in Spanje en Engeland de wetenschappelijke top van Europa naar het tolerante Nederland werd gedreven, later terecht kwam in het tolerante Engeland en nog later in de tolerantie Verenigde Staten (denk even aan de atoombom en de joden vervolgingen). De neergang van iedere beschaving ging steeds gelijk op met toenemende intolerantie met name ten opzichte van ras, etniciteit en geloof, zoals we die nu zien groeien.

Nee ik geloof niet dat het goed gaat met de VS.

En voor wat het waard is: ook niet met Nederland. Het lijkt min of meer een spel: schelden op de EU, de euro, buitenlanders, incompetent geachte regeringen, etc., maar is het niet. Men is doelbewust aan het zagen aan de poten van onze maatschappij.
Het is daarbij kenmerkend voor het bestuurlijk onbenul van alle politieke partijen en voor de gevoeligheid van de kiezers voor het populisme dat vrijwel niemand aandacht heeft voor het effect van digitalisering en robotisering.
Maar daarover een andere keer.      

maandag 6 februari 2017

De dag na de superbowl

De verwachting was dat in de wedstrijd van de Patriots tegen de Falcons ongeveer 59 punten zouden worden gescoord met de Patriots algemeen favoriet.  Maar daar zag het eigenlijk vooralsnog niet naar uit. Vlak voor het einde van het eerste kwartier stonden de Falcons voor met 20 tegen 0. Goed voor mij want  in de loterij zou ik bij die score winnen. Er waren nog 3 seconden te gaan toen de Patriots hun eerste punten kregen: 28-2, weg prijs.
Het hele gezelschap was voor voor de Falcons, hoewel niemand daarmee eigenlijk een relatie had. Er was een uitzondering: Joyce kwam net als de Patriots uit New England. Haar sympathie lag bij de Patriots.
Voor haar was er op dat moment nog niet veel te juichen. Een groot deel van het gezelschap stond ondertussen slechts zo nu en dan naar het spel op de tv te kijken, er werd voornamelijk gepraat, gedronken en gegeten. In dit overwegend democratisch gezelschap kreeg ik verschillende malen te horen dat het niet goed ging met de VS.
Maar zie het spel kantelde en terwijl in de tweede helft de Falcons enkele dodelijke maakten kwamen de Patriots nu pas op dreef. Aan het eind van de speeltijd was de stand gelijk. In de verlenging maakten de Patriots het uit. Joyce was de enige die voluit juichte.
Na de wedstrijd was het bezoek eigenlijk binnen een kwartier verdwenen.
Wij zaten met de restanten. Nog wat wings, cuopcakes,salades, chips etc. Om half twaalf was alles weer normaal en vanmorgen herinnerden eigenlijk alleen de ballonnen en de cupcakes nog aan het feest.
Het was mooi weer zo op maandag morgen uitkijkend op het terras. Freerk genoot van een voor hem zelden voorkomende rust. We brachten de geleende tafel terug en een stapel platholders. Rijdend door de buurt waar de platholders thuishoorden zagen huizen met en huizen zonde Amerikaanse vlag. Freerk veronderstelde dat het Presidentsday was. Zou je aan de hand van de vlaggen het aantal Republikeinen kunnen tellen?
Rond elf uur werd de rust verstoord. Er was een computercrash en Freerk moest aan het werk.
Tegen half twaalf besloten we maar te beginnen aan de lunch om daarna op weg te gaan voor de 2,5 uur durende rit naar Sanford.
Onze vakantie zat erop.

zondag 5 februari 2017

Water

Het is de dag van de Superbowlparty. Dat betekent dat alles aan de kant moet en schoon voor de party begint. Daar hoort ook de patio bij. Nu is de patio aan het begin van ons verblijf voorzien van een nieuwe deklaag. Het blijkt dat deze deklaag waterafstotend werkt. Daardoor wordt de patio niet nat maar blijven de waterdruppels na het schoonspuiten ook als waterdruppels op het terras liggen. Dat droogt ook in de temperatuur van boven de twintig gisteren maar heel langzaam. Vanmorgen lag dus de patio er min of meer bij zoals hij gisteravond was achtergelaten: een plat vlak met plasjes water.
Hoe krijg je die weg?
Gelukkig is er een wisser - weliswaar niet direct voor dit soort oppervlakte, maar alleszins bruikbaar.
Het doet je denken: zijn er geen alternatieve mogelijkheden.
Je zou het water er af kunnen blazen met de slang bijv. van een stofzuiger andersom gebruikt (de stofzak er uit halen!),

of een stofzuiger gebruiken die ook water kan opzuigen. We hadden er zo een in Teteringen. Zwaar maar bruikbaar.

En tenslotte zou je er een waterzuigende robot op los kunnen laten. Deze laatste mogeelijkheid leidt tot speculatie. Freerk ziet het al gebeuren - er is immers geen afscheiding langs het zwembad - de robot die over de rand van het zwembad kiepert en dan gewoon door blijft zuigen. Het hele zwembad leeg, en als je thuis komt staat de robot op de bodem van het zwembad nog wat na te gorgelen.

We zijn het met elkaar eens: de vraag die rijst : waar blijft het water?

Het geheel doet even denken aan de Mythbusters die dit soort situaties op uitvoerbaarheid testen. Maar wellicht nog meer aan de baron van Munchhausen. Die bereikte immers - achtervolgd door het Turkse leger - nog net de poorten van Wenen die bezig waren te sluiten. De poort werd in mijn beleving afgesloten door een vallend hek of valdeur. De baron reed door tot aan de fontein midden in de stad en liet zijn paard daar drinken. Het paard bleef maar drinken. Tot de baron eens achterom keek en zag dat de achterste helft van zijn paard buiten de poort was achtergebleven. De valdeur had zijn paard doormidden gesneden. In de haast had de baron daar niets van gemerkt. Ik zie nog de tekening van het gebeuren voor me.
Maar ach dat zijn de verhalen van vroeger.
Nu probeer ik het terras maar met de wisser in de hand droog te maken.

vrijdag 3 februari 2017

Vergissing

Het is me niet geheel duidelijk, omdat er iedere keer ook andere dingen tussen komen, maar als ik het goed heb speelt Betty tweemaal in de week bridge in een ruimte naast de Joodse academie vermoedelijk met adres Hood Road. Dat was ook vandaag het geval en opdat Anneke en ik van de auto verder gebruik kunnen maken rijd ik dan als een soort privéchauffeur van Betty.
Anneke wilde naar een winkel Sur la Table, maar ik vergiste me toen we Betty hadden afgezet en ging een stoplicht te vroeg rechtsaf. Op zich geen punt, ik moest alleen een stukje omrijden.
Maar, zei Anneke, we kunnen ook wel naar Bed, Bath and Beyond.
BB&Book is ook weer een keten van warenhuizen, maar met een voor mij onduidelijk assortiment. Bed en Bath lijkt duidelijk genoeg om iets te zeggen over de producten die men daar kan krijgen, maar door het Beyond worden de grenzen van wat men daar kan kopen onduidelijker, Dat loopt van stofzuigers via tuinstoelen tot beddegoed. We reden dus door naar Bed, Bath and Beyond en omdat het daar druk was liet ik Anneke uitstappen en ging zelf de auto parkeren. In de verwachting dat ik haar wel weer tegen zou komen wandelde ik op mijn gemak langs de verschillende stellingen en  kwam daardoor door de afdeling schoonheidsmiddelen.
Voor een van de stellingen stond een vrouw van zekere leeftijd. Er was verder niemand in de buurt, de vrouw stond haar hele arm in te smeren met een middel uit een van de uitgestalde flesjes of potjes.
Het leek me een beetje vreemd en toch ook weer niet aardig voor degeen die het betreffende middel wilde kopen. Die zou wellicht een aangebroken fles meekrijgen. Maar misschien is het wel heel gewoon om dingen op die manier uit te proberen.
Ik vroeg of ik mocht passeren, ze keek verontschuldigend op en zei:
Sure, terwijl ze aan haar arm rook. Ik kon het weer niet laten.
Do you like the smell?
Ze keek me even aan en strekte toen haar arm uitnodigend uit. Ik ging op de uitnodiging in en rook.
What do you think?
En op mijn weinig enthousiaste reactie:
So, so eh?
Ik bevestigde dat het niet mijn keus zou zijn.
En terwijl ik me omdraaide om verder te lopen hoorde ik haar zeggen:
Thank you, I wasn't sure but now I will take something else.
Ik kwam kennelijk op het juiste moment langs.

donderdag 2 februari 2017

Ginger

Anneke wilde in deze weken nog eens naar het Norton museum of Art. Als ik het goed begrepen heb in de eerste plaats voor de museum winkel. Haar animo nam af toen bleek dat het museum - in West Palm Beach - bezig was met een ingrijpende verbouwing, een verbouwing die wel zal duren tot  ver in 2018. Gedurende de verbouwing zal de museum winkel gesloten zijn. En bovendien gaat het pas om 12 uur open.
We besloten toch die kant uit te gaan, een trip van ca. 20 km. Maar op dit moment kijk ik niet meer op van een ritje meer of minder. De auto van Betty rijdt comfortabel en ik ken de omgeving inmiddels aardig. Dus nadat ik Freerk weg had gebracht pikte ik Anneke op voor de reis naar het zuiden. Een van de dingen die me iedere keer weer verbaast is de hoeveelheid verkeer die de wegen hier bevolkt. Er zijn op niet al te grote afstand van elkaar verschillende min of meer parallel lopende wegen noord-zuid. Daar is in de eerste plaats Military Trail een weg met 2x drie rijstroken; dan meer naar het oosten de AltA1A, idem; nog meer naar het oosten de US1 die iets smaller is maar nog altijd 2x 2 rijstroken heeft. De US1 trouwens, is een weg die zich niet beperkt tot Florida maar vlak langs de kust doorgaat tot de omgeving van New York. En dan is er tussen Military Trail en AltA1A ook nog de I(nterstate) 95, een snelweg waarop je meestal 65 m/ph ofwel ongeveer 105 km ph mag rijden tegen op de andere wegen 35 tot 45. Lang alle vier deze noord-zuid verbindingen is een constante dichte stroom van verkeer bezig.
Goed wij namen dus de I95 en die bracht ons rond half elf in City Place, een omgeving die wij wel gezellig vinden. Met een aaneensluiting van winkels en eet- en drinkgelegenheden. Alleen op de tijd waarop wij daar rond flaneerden was nog maar een deel van de zaken open. Gelukkig was het mooi weer want dezer dagen gaat er een koudegolf over Florida. De temperatuur 's morgens om 8 uur is omstreeks 8 graden, niet veel verschillend van die in Breda. De zon stuurt echter de temperatuur al gauw in de buurt van de 20 en dat is goed uit te houden.
Het is vervelend dat Barnes and Noble inmiddels hier verdwenen is. Veel vestigingen van B&N zijn trouwens verdwenen. Maar nu zien we dat ook Macy's wordt gesloten. Macy's is zo'n warenhuis waar je alles kunt kopen, Maar op dit moment gaat het kennelijk niet zo goed als vroeger. Dat moet een klap zijn voor City Place.
Voor alle zekerheid controleren we of Sweet Ginger er nog is, Sweet Ginger is een oosters restaurant, waar Freerk en ik enkele jaren geleden terecht kwamen, terwijl Betty en Anneke door Macy's dwaalden. We namen een biertje, maar de oosterse schone bleek een geweldig verkooptalent te hebben. Ze smeerde ons in de kortste keren een paar heerlijke loempia's aan en toen Betty en Anneke zich bij ons voegden kletste ze tot we een hele lunch verwerkten. Sindsdien is Sweet Ginger een vast punt als we op City Place komen.
Sweet Ginger is er nog. We werden nu geholpen door een meisje dat bekende uit Indonesië te komen, toen we vertelden dat wij in Nederland woonden. Een gemeenschappelijk verleden dus. Ook deze Ginger medewerkster hield niet op de kwaliteit van haar producten aan te prijzen, Het aardige van Sweet Ginger is dat de maaltijden - naast heerlijk - nog te overzien zijn en niet voorzien van de haast onvermijdelijke 'sides'.
Het Norton museum was inderdaad duidelijk bezig met een verbouwing, er waren nog een paar zalen toegankelijk, maar daar stond tegenover dat de toegang zolang als de verbouwing duurt gratis is.
We gingen terug naar het noorden langs de US1 in een heel wat trager tempo.
 

maandag 30 januari 2017

Bridge

Terwijl we op het punt stonden onze reis naar Amsterdam te beginnen zagen we twee bekenden uit de de naburige flat. We spraken ze nog even aan en daarbij merkte de vrouw op dat haar man bezoek had gekregen van vriend Alzheimer. Het leek me een opmerkelijke manier om wat algemeen wordt gezien als een ziekte aan te duiden. Ik moest er weer aan denken toen we deze week gingen lunchen bij Dolly en haar man Mike. De zussen Betty en Dolly verschillen in verschillende opzichten van elkaar. Zo speelt Betty regelmatig wedstrijd bridge en doet ze mee aan bridgetornooien, terwijl Dolly wel bridge speelt maar zich beperkt tot huiskamerbridge met een aantal vriendinnen. Daarbij is Betty democraat en Dolly republikein. Dit laatste verschil verschil maakte dat ons werd aangeraden niet over de recente politieke ontwikkelingen te beginnen.

Mike ondertussen heeft bezoek gehad van zijn vriend Alzheimer. Hij zei niet veel , maar toen we ons hadden geïnstalleerd aan de lunchtafel op het terras had hij een mooi uitzicht op het water waar luxe jachten lagen aangemeerd. Er waren niet veel schepen in beweging, maar toen er een schip langskwam wees Mike erop en ik bevestigde zijn waarneming. We waren het er over eens dat het niet druk was.
Over de voorbij varende boot heen hadden we uitzicht op de huizen aan de overzijde. Dolly die makelaar is, wees op een groot huis, dat geheel was opgeknapt. De eigenaar wilde het verkopen voor $ 45 miljoen, Het had haar moeite gekost duidelijk te maken dat die prijs iets te hoog was. Maar het zegt iets over de orde van grootte waarin men hier denkt als het over huizen dicht bij de kust gaat. Er staan meer van die stulpjes.
Ik luisterde maar half naar het gesprek en volgde met Mike de passerende jachten, grote en kleine, trage en snelle. Er passeerde zelfs  een duwboot die een kraaninstallatie verplaatste. Het gesprek tussen de drie dames verschoof langzamerhand in de richting van bridge en de bridge conventies.

Zoals bekend bestaat bridge hoofdzakelijk uit twee fases: bieden en spelen. Het bieden is in beginsel het maken van een afspraak tussen twee spelers over het aantal slagen dat men gezamenlijk denkt te kunnen maken. Maar omdat het simpel vermelden van een bod - zeg 3 Harten - onvoldoende informatie geeft zijn er biedsystemen ontwikkeld, waardoor zich aan de bridgetafel hele gesprekken in code afspelen. Bij wedstrijdbridge is een behoorlijke kennis van een of meer biedsystemen tegenwoordig onontbeerlijk. Veel thuis bridgers maken zich daar niet druk over. Dolly heeft dan ook geen boodschap aan bridgesystemen en de daarin opgenomen conventies. Ze vindt daarin in Anneke een soortgenoot. Maar...
Sommige conventies beaamt ook Anneke zijn toch wel handig. Dat zijn conventies die gebaseerd zijn op het bod 1 zonder troef, sans atout in het Frans, en no trump in het Engels. En daar zie ik Anneke aarzelen. No trump is immers niet ver af van no Trump, Door een wat ongelukkige opmerking in het Engels zou je onbedoeld toch in een discussie over de recente politieke gebeurtenissen hier kunnen komen. Gelukkig gaat het goed. No trump is duidelijk contextgevoelig.
De lunch was uitstekend in een mooie omgeving en een fraai uitzicht. Toen we weg gingen lieten we Mike achter op het terras kijkend naar de passerende jachten.

zaterdag 28 januari 2017

Dicht bij

Dit is een foto van het uitzicht vanuit het huis van Betty en Freerk. Daar is dus niet veel bijzonders aan, zou je zeggen. Dat zien we iedere dag. Maar dat is niet het geval. Eigenlijk had ik het nog niet meegemaakt dat er boven het water dergelijke nevels opstegen. Een zeldzame combinatie van temperatuur van de lucht en die van het water met praktisch geen wind.

Op de foto is trouwens ook te zien - aan met name de oever aan de links dat het water laag staat. Dat blijkt een gevolg van de geringe regenval gedurende het afgelopen jaar. We zagen die lage waterstand op verschillende plaatsen in deze omgeving.

Magnolia Bay Circle ligt als een ring om de huizen van Magnolia Bay. Het is een ruime weg, twee rijstroken breed. Op verschillende plaatsen is een straat die met een T-kruising op de Circle uitkomt. Op ieder van de kruispunten moet het verkeer dat op de Circle wil komen een STOP bord passeren. De toegestane snelheid op de Circle is 20 mile/h (32 km/h). Dat lijkt een hoop regelgeving voor een weg waarop eigenlijk alleen de bewoners van Magnolia Bay en hun bezoekers rijden en die gemakkelijk 70 km/h toe zou laten. Er is alles aan gedaan om ongelukken te voorkomen.

Wellicht is er echter wel degelijk een goede reden voor deze regelgeving. Betty maakte de opmerking dat er maar weinig eekhoorns verongelukken op deze weg, terwijl die eekhoorns toch in grote getale op die weg en er langs aan het fourageren zijn. Het zou kunnen zijn dat een snelheid van ca 30 km/h nog een snelheid is waarmee de eekhoorns kunnen werken dwz. op tijd reageren als ze een auto aan zien komen. Je ziet in ieder geval ook zonder dat je hoeft af te remmen de eekhoorns bijtijds uitwijken en oversteken. Misschien is er nooit op die manier tegen aan gekeken, maar het lijkt te werken.  

maandag 23 januari 2017

Greatgrandpa

Onder dezelfde titel als vandaag schreef ik vier jaar geleden (21 jan 2013) in mijn blog over de rol van (over)grootvaders. Inmiddels is er het een en ander veranderd en is mijn aantal achterkleinkinderen gegroeid. Ook de tweeling Spencer en Trent is gegroeid. Voor hen heeft een bezoekje aan de mall niet meer dezelfde bekoring als toen. Dus gisteren gingen we met dezelfde auto als vier jaar geleden niet naar de mall maar naar het science museum in Fort Lauderdale. Dat betekende een rit van meer dan een uur naar het zuiden. Maar zie: nu waren Spencer en Trent zo groot geworden dat zij achter de achterbank konden zitten en Anneke en ik met goede beenruimte op de achterbank. De kinderen staan iets minder centraal en de ouderdom wordt behandeld met respect. Nog sterker, de kinderen hebben na een aantal uren museum en autorijden, dezelfde neiging als alle kinderen. Ze gaan de onderlinge communicatie aan en worden daarin steeds luidruchtiger. Er ontstaat een handgemeen, waarbij ieder de schuld geeft aan de ander. Tot het niveau dat ouderlijk ingrijpen onvermijdelijk is.
In dit geval zat het ouderlijk gezag (ad interim) op de voorbank, dus van daaruit moest de rust over de hoofden van de overgrootouders heen hersteld en gehandhaafd worden. Dat geeft altijd een wat ongemakkelijk gevoel.

Ondertussen bleken de demonstraties die opkwamen tegen de racistische en seksistische kreten waarmee Trump de verkiezingen heeft gewonnen een groot succes. Niet alleen in de VS, maar ook in  Europa en Australië gingen mensen de straat op. Zo iets, dan laten deze demonstraties wel zien hoe belangrijk de VS nog steeds zijn in de wereld. De behoefte aan iemand die Amerika weer groot en belangrijk wil maken lijkt dan ook wereldwijd niet zo erg groot.
En hier weet men nog niet goed hoe zich op te stellen. Paul Krugman zei vanmorgen in zijn column (van links) dat dit kabinet corruptie en onkunde combineert tot een gevaarlijk mengsel. Een extreem voorbeeld van onkunde is wel Betsy DeVos (beoogd minister van onderwijs) die nog niet het verschil kon aangeven tussen kennis en ontwikkeling.
Een ander voorbeeld is Rex Tillerman, voorgedragen als minister van buitenlandse zaken, die en passant verklaarde dat Amerika de toegang van China tot haar bases in de Zuid-Chinese Zee zou tegenhouden en zich blijkbaar niet bewust was dat hij een oorlog zou beginnen als China zich van die bluf niets aan zou trekken. Maar de idee van een oorlog schrikt tegenwoordig al niet meer zo af. De generatie die de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt is aan het uitsterven en het collectief geheugen is niet erg sterk.
Zoals commentator (van rechts, Mona Charen) daar aan toevoegde het lijkt erop dat Trump nog niet de betekenis kent van de handel voor de welvaart van de VS. Hij ziet handel als oorlog en wordt daarin gesteund door het triumviraat (Wilbur Ross, Robert Lighthizer en Peter Navarro) dat de portefeuille van Handel moet gaan bemannen. Hier is, zegt Mona, toch iets dat de Republikeinen aan het denken moet zetten: als de grote zakenman Donald Trump een handelsoorlog ontketent dan zullen de stemmers opnieuw leren dat 'die vrije markt republikeinen het weer voor elkaar gekregen hebben: Kapitalisme betekent depressie.'

Het lijkt er ondertussen op dat de eerste rechtszaak tegen Trump wegens belangenverstrengeling nu wordt voorbereid. Een aardig begin voor een president.

zondag 22 januari 2017

Beschaving

Wereldrijken komen en gaan. En veel wordt gefilosofeerd over oorzaken zowel van hun ontstaan en bloei als van hun ondergang. Van het Romeinse rijk wordt bijvoorbeeld gezegd dat de ondergang te danken was aan te sterke uitbreiding zodat de legers de uitgestrektheid niet meer konden beheersen, aan klimaat verandering, aan de invallen van barbaren, etc.

Een interessante stelling verkondigt Amy Chua (Day of Empire). Zij zegt, zonder dat ze daarbij de andere mogelijke oorzaken ontkent of bestrijdt, dat de groei van wereldrijken steeds samengaat met wat ze noemt een strategische tolerantie.
En dat achteruitgang en ondergang van de wereldrijken steeds gelijk opgaat met toenemende intolerantie.
Strategische tolerantie kan begrepen worden aan de hand van de groei van het Romeinse rijk. De strategie was dat de volken die werden onderworpen gelegenheid kregen Romeins burger te worden. Het gevolg was dat Rome op zijn hoogtepunt onderdak bood aan alle goden ter wereld, aan mensen van de meest uiteenlopende etniciteit, achtergrond en huidskleur. Al deze nieuwe burgers hadden de mogelijkheid om op te klimmen tot de hoogste rangen en posities in het Romeinse rijk en deden dat ook. Het gevolg was dat deze nieuwe burgers zich ook loyaal toonden aan het Romeinse rijk en het rijk verdedigden als militair. De belangrijkste voorwaarden voor het Romeinse burgerschap waren: trouw aan de keizer en de wetten van het rijk.

De tolerantie blijkt echter ook steeds - in alle voorbeelden die Chua onderzoekt - het zaad van de ondergang in zich te dragen. Zo ook in het Romeinse rijk. Hier speelt de komst van het christendom blijkbaar een belangrijke rol. Als onderdeel van de algemene tolerantie ten opzichte van godsdiensten kregen de christenen onder de opeenvolgende keizers meer of minder acceptatie. Maar uiteindelijk constateert Chua:

'In 303 AD startte Diocletianus de zogenaamde Grote Vervolging tegen het christendom. In die tijd stortte de Pax Romana in, waarbij Germaanse stammen binnenvielen vanuit het noorden en de Perzen aanvielen vanuit het oosten. In een poging om de Glorie van het verleden te herstellen - ironisch genoeg door maatregelen die tegengesteld waren aan de waarden van de gouden eeuw - besloot Diocletianus de on-Romeinse christenen te elimineren en weg te sturen...'

Ik kon niet voorkomen hieraan te denken toen ik Trump hoorde zeggen: 'we will make America great again' en vervolgens dat een halt moet worden toegeroepen aan de immigratie van moslims en andere ongure elementen.
Het worden - zei Freerk - vier lange jaren.

Toeval

Voelen jullie er wat  voor om in deze weken nog een keer naar Las Vegas te gaan? Dan kunnen we er een paar dagen voor uit trekken en bijv. naar de Gran Canyon gaan en naar de Hooverdam?
Op zich zelf was het plan wel aantrekkelijk. Er waren echter enkele dingen die maakten dat ik er toch wat tegen op zag. Het was de eerste dag van ons verblijf  hier en we waren nog bezig te wennen aan de zes uur verschoven dag. Daarnaast betkende het een binnenlandse vlucht in de VS en de vorige keer dat we zo' n korte vlucht hadden gemaakt was het dalen gepaard gegaan met hevige pijn in mijn oren. Tijdens onze vlucht naar Orlando was ik nog eens herinnerd aan die situatie toen ons vliegtuig kort voor het binnenvliegen van de VS van 12 naar 10 kilometer hoogte daalde en ik weer die pijn in mijn oren voelde. Ik was in dit geval niet de enige trouwens.
Freerk realiseerde zich trouwens wel dat we bij een bezoek aan Las Vegas wellicht gauw uitgekeken zouden zijn op casino na casino. We gokken niet zo vaak en dan naar de Hooverdam en de GranCanyon betekende langdurig in de auto zitten. Al met al een tamelijk vermoeiend vooruitzicht. Het plan werd wat vooruit geschoven.
Om de een of andere reden kwamen die avond ook Nederlandse cabaretiers ter sprake en de vraag of ze al hadden op getreden bij de oudejaarsconferences.
Brigitte Kaandorp niet, maar die had ooit wel een fraaie conference gehouden over de vakantie met haar zuster naar Griekenland. We slaagden erin die conference bij youtube terug te vinden en luisterden hoe Brigitten haar zus in de zomerse hitte aan de voet van de Acropolis stonden te kijken naar de mensen die utgeput van de laatste klim weer beneden kwamen. Dat bracht hun op de idee de klim naar boven niet te maken. Dat scheelde een stuk. Maar om te voorkomen dat ze daarop aangesproken zouden worden zorgden ze wel voor de nodige documentatie. Dit principe hanteerden ze vervolgens de rest van de vakantie.  Zittend op hun balkon bedachten ze alle mogelijke excursies die ze vervolgens niet uitvoerden. Ze bespaarden zo veel geld en energie en hadden een geweldige vakantie.
Terwijl we nog na zaten te praten vroeg Freerk of we nog een film wilden zien. Een feel-good movie dan. Dat werd 'Only Fools rush in'. Het is een liefdes geschiedenis tussen een projectleider uit New York en een Mexicaanse vrouw die elkaar ontmoeten in ... Las Vegas. Zij hield van de rust van de Gran Canyon en uiteindelijk krijgt zij haar eerste kind midden op de Hooverdam.  Al met al kregen we goede reportage over Las Vegas, de Gran Canyon en de Hooverdam, de reis die we niet hadden gemaakt.  
Eigenlijk konden we goed met Brigitte meevoelen.

vrijdag 20 januari 2017

Bommelding

Voor we vertrokken had Betty al een berichtje gekregen dat in of bij de Joodse universiteit een bom was gesignaleerd en dat het wel eens zo kunnen zijn dat het bridgen moest worden verplaatst of afgelast. Betty besloot eerst ter plekke te gaan kijken voor ze zou besluiten wat verder moest gebeuren. De Joodse Academie ligt naast het gebouw waar het bridgen was gepland.
Maar toen we bij de inrit van het complex kwamen bleek dat het hele terrein was afgezet. Het was duidelijk: hier zou vanmiddag niet worden gebridged. We keerden weerom en Betty nam contact met de kennis die haar in eerste instantie had gewaarschuwd. Ze zouden elkaar ontmoeten op een andere locatie die zo'n 15 kilometer verderop lag.
De bommelding zelf veroorzaakte geen opwinding. Zoiets van:
O ja? Nou dan gaan we toch ergens anders bridgen.
Ondertussen bleek of werd tenminste gezegd dat er bommeldingen waren voor diverse Joodse lokalen verspreid over Florida. Betty nam dit voor kennisgeving aan en speelde zeer succesvol in een zaaltje naast een Presbyteriaanse kerk. We hebben al eerder gemerkt dat er veel kerkgenootschappen zijn in de VS.
De volgende dag moest Betty weer bridge spelen en weer reden we naar de zaal naast het gebouw van de Joodse Academie. Er was niets meer te merken van enige extra bewaking. Maar ditmaal was Betty niet zo succesvol met haar spel. De bommelding verdween in de drukte rond de inauguratie van Trump.


dinsdag 17 januari 2017

Eten

Onze vliegreis werd periodiek onderbroken door versnaperingen en zelfs een complete maaltijd. Voor de maaltijd hadden we de keus tussen vegetarische lasagne of kip. Het is niet helemaal duidelijk hoe ik die maaltijd zou moeten aanduiden: is het de lunch of het diner. Uiteindelijk: tijdens deze reis overbruggen we in tien uur zes uur tijdverschil. Ons vertrek was om tien voor twee en onze aankomst om half zeven. Maar goed, op de desbetreffende vraag van Freerk, vond ik dat ik nog wel trek had in wat spareribs...
Bij een vorige gelegenheid waren we voor een soortgelijke actie terecht gekomen bij de 'Hooters', een gelegenheid waar schaars geklede dames met flinke boezem bedienen. Alleen bleek toen na het eten dat we aan de verkeerde kant van Orlando terecht waren gekomen en een heel eind om moesten rijden om in Palm Beach Gardens te komen. Dat moest dit keer beter. Dus nu maar eens vertrouwen op de tomtom. Maar in de omgeving van Sanford Airport is het aantal eetgelegenheden tamelijk beperkt, terwijl de richting waarin we moesten lastig te bepalen viel door de infrastructuur van het viegveld.
Eerst maar van het vliegveld af.
Voor ons reed een auto met een sticker die vermoedelijk nog over gebleven was uit de verkiezingstijd:
'Vote for a criminal and get a second one for free.' met een verwijzing naar de Clintons.
'Ja,' zei Freerk, 'Dit is duidelijk Trump country.'

Met steun van TomTom gingen we op pad naar iets waarvan we de naam even snel vergaten als we hem hadden gekozen. Maar onderweg passeerden we iets van Wings. Een gelegenheid die er door het aantal ervoor geparkeerde auto's redelijk vertrouwenwekkend uitzag. Hier werden we ontvangen door meisjes in gympakjes en met aantrekkelijke borstpartijen. Het bleek dat ze hier ook spareribs leverden en de kipfilet naakt (dat wil zeggen ongepaneerd). Het was een geschilte gelegenheid en het eten was goed.
We waren tegen tienen hier, maar Freerk had wel het gevoel dat zes uur rijden - drie heen en drie terug - toch wel wat ongemak in zijn voet had veroorzaakt.

Veilig?

In het niemandsland tussen controles op paspoort en contrabande aan de ene kant en het instapstation (de gate) zijn nog een aantal winkels met luxe artikelen, zoals drank, tassen en hoofdkussentjes, en een Ako boekwinkel. We kijken hier rond, drinken nog een kop koffie en gaan dan naar gate G5. Daar vindt de laatste controle plaats: past onze instapkaart wel bij het vliegtuig waar we in willen stappen? Dat blijkt het geval en dus komen we via de slurf die wachtruimte en vliegtuig verbindt in het vliegtuig. De ruimte met rijen van zeven stoelen blijkt niet geheel vol. Al voordat we vertrekken vinden de nodige stoelwisselingen plaats voor meer comfort.

Als we naar de landingsbaan (die in dit geval dus een startbaan is) taxiën worden de veiligheidsmaatregelen in het vliegtuig doorgenomen. Het cabinepersoneel beweegt routinematig met de door de intercom gesproken instructies mee. Ik heb niet de indruk dat de passagiers erg onder de indruk zijn. Als ik om me heen kijk is men druk bezig met andere dingen. De meesten zijn blijkbaar ervaren reizigers. Ach, in 99 van de honderd gevallen biedt de routine controle voldoende zekerheid. Maar ergens in mijn achterhoofd is er altijd nog die ene keer dat het misliep. Toen de purifier vastliep. Toen had de routine controle alleen maar geconstateerd dat het oliepeil voldoende was, maar was niet gebleken dat de verbinding tussen purifier en peilglas verstopt was. Het leek alsofhet oliepeil nooit veranderde.

Ik verdiep me verder niet in de vele mogelijkheden en pak het boek waar ik mee bezig was over de moorden die zuster Fidelma oplost in Araglin. Zuster Fidelma vormt eigenlijk een ode aan het rechtssysteem van de Keltische gemeenschap in Ierland in de 7e eeuw en een scherpe kritiek op de nieuwe tijd die wordt ingevuld door de Rooms-katholieke opvattingen. Een groot deel van de reis moet ik hebben geslapen, want de tien uur gingen verrassend snel voorbij.

Orlando/Sanford is een betrekkelijk klein vliegveld. Maar, wellicht door de verbinding die wij gebruiken, toch een internationaal vliegveld. De reizigers met bestemming Miami mogen het eerst uitstappen: zij moeten hun bagage inklaren en dan met hun bagage in de hand opnieuw inchecken. Zij staan dan ook voor ons in de rij voor de paspoort controle. We zien weer hoe de reizigers worden verdeeld over negen loketten, eerst hun hand en vervolgens hun duim op de scanner leggen en dan verder mogen. De rij vordert traag maar uiteindelijk zijn wij  aan de beurt. Ook Anneke wordt vergeleken met haar foto, haar vingerafdrukken, zowel links als rechts, worden gecheckt tegen wie weet welke databases. Maar als de ambtenaar mijn personalia bekijkt en nog eens mijn foto vergelijkt met de werkelijkheid mag ik zonder vingerafdrukcontrole verder. Leeftijdsdiscriminatie? Zou best eens kunnen, ik had al eerder gehoord dat sommige veiligheidsmaatregelen niet meer worden toegepast op boven tachtig-jarigen. Criminelen worden geen tachtig.

We gaan verder naar de bagage-afhaal-ruimte. Zoals gezegd: dit is geen groot vliegveld: er zijn maar twee transportbanden en die staan allebei stil. De bagage van onze vlucht is al van de band afgehaald en ligt er ongesorteerd naast. Het kost weinig moeite onze koffers te vinden, en nu weer verder. De douaneambtenaren zitten met hun voeten omhoog en elkaar te kletsen. Maar besteden verder geen aandacht aan de reizigers. Dat hebben we nog niet eerder meegemaakt. Dus we lopen een beetje aarzelend langs hun post heen: ze kunnen nog van gedachte veranderen, immers. Maar nee, we kunnen ongehinderd doorlopen naar de laatste controle. Voor we door de deur naar buiten kunnen staat er nog een man die als hij ons ziet aankomen een stapeltje formulieren in de prullenmand gooit en ons douaneformulier in ontvangst neemt. We hebben geen groente of fruit bij ons, hebben ons ook niet bemoeid met gevogelte en ander gedierte: we kunnen naar buiten.

Daar kijken we in het vallende duister (de zon is hier bijna of helemaal onder) om ons heen. Even onwennig in de lauwe avondlucht. Als Anneke naar het toilet gaat en ik de bagage bewaak zie ik ook Freerk en Betty aan komen. We zijn in Florida.
  

maandag 16 januari 2017

Veilig

Het aantal veiligheids maatregelen op Schiphol is duidelik toegenomen sinds de laatste keer dat we hier waren. Van ons hotel naar de aankomsthal is missechien honderdvijftig meter, maar die toegang is afgesloten. In de aankomsthal is nu eenrichting verkeer voor de voetgangers. We moete dan ook een eind om de hal heen om naar binnen te kunnen. Er is een ingang en een uitgang en bij beide staan mensen die duidelijk een officiele functie hebben en alle passanten zorgvuldig bekijken. In de hal zowel beneden bij de aankomsten als boven bij de vertrekken lopen gewapende mannen waakzaam rond. Als we een kop koffie genomen hebben en er even bij gaan zitten zie ik op een tiental meters afstand een man met schietwapen het paspoort controleren van hen die er langs willen. Je begint hier haast als vanzelf te filosoferen over beveiliging. Er komt een man met een bagagetrolley die vlak voor de bewaker een tas met doosjes verliest. De doosjes maken nogal wat lawaai - reden waarom mijn aandacht trokken - en de man begint met verontschuligende gebaren in de richting van de bewaker zijn spullen weer bij elkaar te zoeken. Niets aan de hand.
Maar stle je nu eens voor dat het omvallen van de tas een berekende afleidingsmanoeuvre was die anderen de gelegnehid wilde bieden om... Ik kijk haast automatisch om me heen. Ik zie niets verdachts tussen al die mensen die hier in de richting van de bewaker proberen te komen. Niets verdachts, maar waaraan herken je 'iets verdachts'? Het is hier zoals gewoonlijk een komen gaan van mensen uit alle windstreken. Mensen die zich met meer of minder routine voortbewegen. Maar verdacht?
Bij de incheck balie is het ongebruikelijk chaotisch. De machines voor de instapkaarten werken niet goed, maar de sfeer is gemoedelijk. We worden vlot geholpen en gaan met de instapkaart door de eerste controle - eerste? eigenlijk was het verkrijgen van de instapkaart al een controle - en lopen dan met een grote boog naar de persoonlijke controle. Alle handbagage wordt gescand, ons lichaam wordt gescand en dan kunnen we op zoek naar gate G. maar er is een extra paspoort controle ingevoerd. Met gezichtherkenninga apparatuur wordt de foto op ons paspoort vergeleken met de werkelijkheid. Daarvooor had ik mijn bril maar afgezet.
Maar alles gaat goed en we zitten nu in de ruimte die uitkijkt op de vliegtuigen. Een soort niemandsland, maar wel een waar we nog boodschappen kunnen doen.