woensdag 30 december 2015

Verkouden

Ik ben verkouden, dat lijdt geen twijfel. Het is niet zomaar een verkoudheidje. Nee dit is het echte spul. Zo 'n verkoudheid waarbij je het gevoel hebt dat je je hersens aan het aftappen bent. Men zegt dat de snot die je snuit bestaat uit ontstoken slijmvlies, maar zoveel slijmvlies alleen in je ene hoofd is nauwelijks te begrijpen.
Als je zo'n dagje bezig bent krijg je ook een aardig wollig gevoel in je hoofd. Zo'n gevoel dat je je in alle ernst afvraagt of je hersenen wel goed afgesloten zullen zijn.
Maar terwijl je daarover loopt te dubben - ik neem bij voorbaat maar de nodige vitamine pilletjes in - begint het hoesten. En dat hoesten is ook weer niet zomaar hoesten nee het is hoesten zonder rem.
Ik weet niet of u wel eens geprobeerd hebt de motor van een grasmaaier te starten, zo met zo'n touw en dan maar trekken. Als het goed is komt er een moment dat de compressie hoog genoeg is om de motor zelf het werk te laten doen. Maar soms is het niet goed en sta je eindeloos aan het touw te trekken, terwijl de motor je nietszeggend aanstaart.
Wel zo'n gevoel heb ik ook met dat hoesten. Meestal komt er een moment dat de hoestbui een bevrijdend moment kent, zo'n moment waarop je denkt: ha, hij krijgt greep op de voering van mijn keel. Nog een keer hoesten en dan kan ik weer ademhalen.
Maar zo is het dit keer niet. Nee. Als ik ademhaal hoor ik al dat er nog iets zit dat trilt als de losse tong in een harmonica. En na een paar keer ademhalen voel ik het al aankomen; er breekt weer een hoestbui los, maar er is geen voering in mijn keel waarop de hoest op een gegeven ogenblik greep krijgt. Ik zal toch nog wel een voering in mijn keel hebben? Zo'n hoestbui houdt op een bepaald moment ook op, al heb ik geen idee wanneer en hoe ik dat zou kunnen bevorderen.
Natuurlijk laat ik het er niet bijzitten. Ik neem trachitol zuigtabletten en strepsils (idem), maar ik word na verloop van tijd helemaal wee van dat spul. En de vraag is maar of het ergens tegen helpt.
Ik ga bijtijds naar bed, neem extra paracetamol en blijk na verloop van tijd toch te hebben geslapen, want ik word kletsnat wakker en kan mijn lakens onmiddellijk in de was doen.
En dan probeer je 's morgens of je alweer beter bent. Je snottert minder, je hoest wat minder. Dus als Anneke me de ochtend begroet, probeer ik opgewekt te antwoorden. Maar mijn stem slaat over en door het gebruik van mijn luchtwegen wordt opnieuw een hoestbui op gang gebracht die net zoals die van gisteren nergens toe leidt.
Nee deze verkoudheid is een echte goeie.      

vrijdag 11 december 2015

Moderne devotie

In onze omgeving is het niet vreemd om in kamers of restaurants een kruis tegen te komen. Het lijkt me in het algemeen een teken dat de drager of bezitter zich als christen wil laten kennen. En in het teken van het kruis kan men de wereld weer aan, de moeilijkheden van de dag te boven komen, vraagt men om steun voor moeilijke taken. Zo zien we dan ook voetballers afkomstig uit overwegend katholieke landen een kruisje slaan voor ze aan de wedstrijd beginnen. Christus of God zal wellicht helpen de wedstrijd te winnen. Trouwens het is nog niet zo lang geleden dat priesters in naam van diezelfde christus en/of god aan weerszijden van frontlinie met het kruisteken de wapens zegenden in de hoop god te winnen voor hun zaak.
De moderne mens realiseert zich dat het niet voldoende is om op god te vertrouwen. Wil men onheil afwenden dan is het goed, zelf de nodige maatregelen te nemen. Zo heb ik ooit een familielid geadviseerd om god een handje te helpen door ervoor te zorgen dat de blanke koperdraden van de elektriciteit te laten isoleren. De vraag is immers maar of god wel in zal grijpen als het licht uitvalt. Zo lijkt het verstandig om in ruimten waar veel mensen kunnen komen een noodverlichtingsinstallatie aan te brengen. En als men zich toch in een etablissement bevindt waar een brand uit kan breken, een bom gegooid kan worden of iets anders kan gebeuren dat ook erg is, is het handig om een lichtpunt te hebben dat de weg wijst naar buiten al dan niet via de nooduitgang.
Bovendien komt het nog wel eens voor dat er in een café of andere ruimte 'spontaan'een brand uitbreekt. Het is goed dat aanwezigen dan gewaarschuwd worden dat er iets mis gaat. En zo plaatsen we een rookmelder.
Onze seculiere maatschappij heeft geprobeerd zich in te dekken tegen dergelijke gevaren. En zo worden minstens in alle openbare gelegenheden rookmelders aangebracht en wordt de eis gesteld om noodverlichting aan te brengen en verwijzingen naar de uitgang. Onze seculiere mens vertrouwt meer op technische hulpmiddelen om gevaren en risico's op te vangen dan op een niet zichtbare god.
Maar toch niet helemaal, want tussen de parafernalia van de moderne tijd hangt nog altijd dat kruis.
Je kunt maar nooit weten.      

vrijdag 13 november 2015

Kerstmarkt

Voor dit jaar wordt er in Esquelbecq een kerstmarkt georganiseerd. Dat heeft wat voeten in aarde, zelfs voor de argeloze waarnemer die ik ben. Ik zie het effect van de voorbereidingen van dag tot dag vorderen. En het is net alsof de kabouters het werk doen. Op het moment dat ik langs kom is de situatie wel veranderd, maar is er geen mens bezig. We zagen aan de folders aan bomen en huizen in de plaaten in de omgeving de aankondiging van de kerstmarkt.
Vorige week verrees op het parkeerterrein (90 plaatsen) bij het Maison de la Chenaie plotseling een grote party tent.
Twee dagen later verscheen een tweede evengrote partytent naast de eerste.
Ondertussen bij de bakker zag ik dat de zaak zich tijdens de kerstmarkt op de kerstmarkt zou bevinden. Vanmorgen was men al heel ver: naast de beide grote waren nu zeker vier kleine partytenten verschenen, alsmede nog wat andere  bouwsels die er uitzagen als overdekte kramen. Naast de tenten was inmiddels ook een soort draaimolen met wagentjes in de vorm van arresleden verrezen, een hond bekeek zich de zaak, maar hoewel ik hem daartoe aanmoedigde sprong hij niet in een van de sleden. Hij keek me verontwaardigd aan en gin met zijn baas mee.
Het bruggetje over de Yser is inmiddels versierd met kerstgroen en verlichting en ook de weg langs La Table des Geants is verlicht, terwijl een poortje naar de Grand Place is verrezen dat de bezoekers bedankt en tot ziens toewenst.
Esquelbecq lijkt er klaar voor, nu wij nog.

maandag 9 november 2015

Mens en mier

Zoals gezegd keek onze kamer in Tampa uit op de Golf van Mexico. Maar er was niet alleen water te zien. We zagen ook een deel van een van de bruggen die Tampa verbindt met St Petersburg, de Courtney Campbell Causeway. Op die weg zagen we op elk willekeurig tijdstip van de dag een onafgebroken rij auto' s. Auto' s die van links naar rechts door ons beeld gleden, maar haast evenveel de andere kant uit. Goed beschouwd zullen die twee stromen elkaar wel min of meer in evenwicht hebben gehouden. Anders moeten we aannemen dat of de stad leeg zou lopen of overbevolkt raken.
Als ik lang naar zo' n stroom bewegende voorwerpen kijk treedt er weer een gevoel van vervreemding op en valt me de overeenkomst op met de stroom mieren uit een mierennest. Continu twee stromen die elkaar ontmoeten. En als twee mieren elkaar ontmoeten lijkt het wel of ze elkaar even begroeten. Men zegt dat dat is om te controleren of ze wel uit hetzelfde nest komen. In onze mensenmaatschappij zijn we nog niet zover, maar al een heel eind op weg: iedere snelweg wordt met camera' s in de gaten gehouden. Voorlopig nog worden zij die er niet thuis horen achteraf opgespoord met de beelden die vastgelegd zijn. Maar de techniek schrijdt voort, nog even en we kunnen van ieder voertuig vaststellen wie er in zit en of dat wel goed is.
En dan rijst de dwaze vraag: Hoelang zouden mieren er over gedaan hebben om op de wijze waarop ze dat doen in kolonies met een soort stedelijke structuur bijeen te gaan wonen. Eigenlijk weet ik niet zoveel af van de evolutie van de mier. Ik weet trouwens  helemaal weinig van de evolutie van het groepsgedrag van welk dier dan ook. Dat is dus veilig mijmeren.
Stel je voor dat de menselijke stad zoals we die nu kennen een stapje is in de evolutie in de richting die ook de mieren hebben ingeslagen. Om die richting verder op te gaan moeten we waarschijnlijk een aantal zaken verleren, omdat die niet functioneel zijn voor de sociale samenleving waar we naar toe gaan.
We zijn daar denk ik wel aardig mee bezig. Voor de Belgische radio werd vanmorgen een heel betoog gehouden door iemand die vond dat er meer aandacht op scholen en daarbuiten moest worden besteed aan de natuur, want als dat niet wordt gedaan zullen kinderen alle besef van de relatie met de natuur verliezen. Daar heb je het al: onze kennis van de natuur (wat daar dan ook onder moet worden begrepen) wordt geleidelijk rudimentair. Is het misschien al. Terug naar de relatie met de natuur, wandelend door de cultuurbossen in Europa. Hoeveel bomen kunt u nog onderscheiden als ze in blad staan of juist niet? Weet u nog het verschil tussen een salamander en een hagedis? Gaat u het bos in met de zekerheid dat de paddestoelen die u tegenkomt eetbaar zijn?
Gelukkig wordt in onze gestroomlijnde maatschappij ook het eten zorgvuldig voor geselecteerd. Weet u nog waar u klapstuk kunt kopen, toch een haast noodzakelijk onderdeel voor de hutspot? Of weet u - voor de relatie met de natuur - nog van welk deel van de koe dat vlees gesneden wordt? De paddestoelen, hoofdzakelijk champignons staan voor u klaar in bakjes zo uit de kwekerij.
Misschien is voor onze klein- en achterkleinkinderen die regelmatig naar een dieren opvangcentrum gaan en daar een zeehond, of een schildpad in levende lijve leren kennen de ntuur wel een soort aquarium waar dieren in een bak met water verzorgd worden voor de wonden die ze opgelopen hebben. Tegen die tijd immers komt het vlees uit een varkensfokkerij, de forel uit een forellenkwekerij.
Eigenlijk hebben we al die kennis van de natuur niet nodig in onze volgende stap van de evolutie. Als je in de stad woont en werkt, het eten bij de plaatselijke supermarkt inslaat, je afval op de juiste wijze gescheiden wegwerkt, en de rekening voor de electriciteit op tijd betaalt, geeft de televisie eigenlijk alle natuur die je nodig hebt. En nog schoon ook.
Eigenlijk denk ik dat deze evolutie nog goed is voor het milieu ook.

zaterdag 7 november 2015

St. Omer

Ik wil dezer dagen nog wel even naar St. Omer, zei ik.
Nou dan kunnen we dat nu wel doen, was het antwoord.
En zo zaten we drie kwartier later in de auto en richting St. Omer. Kennelijk was daar het eenrichtingsverkeer gewijzigd want we kwamen onbedoeld in een straat terecht waar een groot gebouw open was. Ik kon de auto aan de kant parkeren en we stapten uit.
Het lijkt wel een school, vond Anneke.
Dat bleek juist: We stonden voor het Lycee St Berthin. Het bleek dat het lycee een open dag had georganiseerd. We liepen naar binnen, zeiden dat we belangstellende toeristen waren en konden verder het hele gebouw door, vier etages hoog. We zagen de klaslokalen voor wiskunde, voor de talen, voor de huiswerk ondersteuning, etc. De overheersende indruk was dat het een oude school was. De gangen smal (smaller naar mijn herinnering die van de HBS waar ik zelf heb gezeten en dat was een gebouw uit 1904), de trappen versleten. In een van de lokalen stond een viertal computers die de indruk maakten uit de jaren '90 te stammen. Het gebouw leek aan een opknapbeurt toe.
Op de bovenste etage was een lokaal BDI; de docente die hier stond legde ons uit dat studenten hier werkstukken konden maken en daarvoor de informatie konden opzoeken op de ouderwetse manier door boeken te raadplegen en notities te maken. Om het internet te raadplegen konden ze eventueel gebruik maken van de computerlokalen om dan hun gegevens verder uit te werken in de ruimte van BDI.
We liepen verder en zagen ook een lokaal waar op een aantal computerschermen een geavanceerd tekenprogramma actief was. Voor de klas hing een e-scherm.
In de school is ook een internaat voor ca 50 leerlingen. Kamers voor vier personen. Het internaat is in 2012 opnieuw in gebruik genomen, nu voor jongens en meisjes. De vernieuwing gaat kennelijk stapsgewijs.
Voor 1€ konden we een stuk taart krijgen van een verlegen en onwennige leerling: de opbrengst was bestemd voor de schoolreis naar Spanje.

Uiteindelijk slaagden we erin de auto vlak bij het centrum te parkeren. Inmiddels was het lunch tijd geworden en doken we de '3 kalders'  (les trois caves) in; we kregen veel te veel te eten voor ons geld.
Nademaal bleek dat de VVV was verhuisd naar een pand dat een prachtig uitzicht bood op de enorme kathedraal, waar een van de vele kruisafnames van Rubens hangt. Er hangt ook een lijst met bisschoppen van Terwaan: in 639 kwam hier Audemar (Omer) nadat de post 80 jaar niet bezet was geweest. En met Audemar begon ook de geschiedenis van St Omer dat naar hem is genoemd.
 

zondag 1 november 2015

Verrassing

Het werd een beetje ingewikkeld schema. Maar toen we samen met Freerk in september bij Ieneke gingen eten wist een ieder dat we elkaar weer zouden ontmoeten op Freerks verjaardag, behalve Freerk zelf. En voor hem moest het een verrassing blijven. Dus was het bij het afscheid even oppassen om niet je mond voorbij te praten. Op facebook versprak Ans zich wel toen ze aangaf dat ze nog weekje naar Florida ging.

Met dat bezoek in het hoofd werd ons verblijf in Florida voor het grootste deel voor Freerks verjaardag gepland, terwijl Benna haar verblijf juist zoveel mogelijk na die dag had gepland. Daardoor zouden wij nog een goede week de honden en katten van Benna gezelschap kunnen houden.
Benna liet er in de richting van Freerk geen twijfel over bestaan dat het er niet in zat dat ze naar Florida zou komen. Het zat er financieel gewoon niet in. Ze hadden net dubbele ramen gekocht en Georges had het druk op zijn werk.
Dat alles maakte op Freerk maar weinig indruk. Benna had indertijd beloofd dat ze zou komen en dus zou ze er zijn, hoe dan ook.

Benna hield ondertussen de schijn op. Ze regelde haar verblijf in een B&B huis, ze gaf aan Bart de pop mee die moest worden gevuld als Abraham en deed zelf het masker dat al eerder dienst had gedaan in haar koffer. Op vrijdag werd de pop gevuld en uitgeprobeerd.
Zaterdag kreeg Freerk het consigne thuis te blijven, dat betekende zoveel als: er komt een verrassing. Terwijl we koffie dronken  stond hij met een hal oog naar de voordeur te kijken. Hij verwachtte dat Benna ieder ogenblik te voorschijn zou komen. Het was dan ook niet zo' n grote verrassing voor hem toen de bel ging en er een Abraham op de stoep zat. Hij keek om zich heen en ontdekte natuurlijk al gauw
Benna en Georges die om de hoek stonden toe te kijken. Maar hij was wel compleet verrast toen plotseling ook zijn beide nichten Ans en Ieneke voor zijn neus stonden met hun moeder Gerrie.
Hier had hij hij helemaal niet op gerekend. Het werd een emotionele begroeting...

zondag 25 oktober 2015

Internationaal

De wandeling brengt me in Abacoa, waar ik erin slaag een kop koffie te bemachtigen. Als ik buitenkom is het terras vrijwel vol. Bij een leeg tafeltje op de hoek staat een vrouw in een wat aarzelende houding. Als ik haar vraag of de stoel bij het tafeltje leeg is, antwoordt ze bevestigend. Ze staat te wachten op een vriendin die ze een half jaar niet gezien heeft. Ik ga zitten, ze kijkt even om zich heen en vraagt of ze erbij kan komen zitten.
Ze constateert dat ze maar hoopt dat ze de afspraak goed gemaakt heeft en dat de vriendin het kan vinden. Ze woont in Legend Gardens waar ik net langs gekomen ben. En als ik vertel dat ik uit Nederland komt, reageert ze enthousiast dat haar vriendin in Nederland is geboren.
De vriendin komt aan en na de begroeting gaan ze samen aan mijn tafeltje zitten. De vrouw uit Legend Gardens verdwijnt om koffie te halen. En in die tijd vertelt de vriendin dat ze in Rotterdam is geboren; haar vader heeft in de oorlog gewerkt in Duitsland in het kader van de Arbeidseinsatz, haar moeder moest voor de Duitsers werken in een door de Duitsers in Rotterdam gevorderde instelling. Ze woont nu het zomerseizoen in Griekenland en het winterseizoen in Florida. De toestand in Griekenland, vertelt ze, is ondertussen problematisch: niemand heeft nog geld.
De vrouw uit Legend Gardens is inmiddels terug met de koffie; ze vertelt enthousiast over de vakantietrip in Italie met bezoeken aan Venetie en Florence. Hoogtepunt was de rit met een zestig-jarige fiat 500, die nog moest worden geschakeld met double-clutching. Het is een gebied dat de vriendin goed blijkt te kennen, zij, immers, is getrouwd met een Italiaan.
Wie praat nog over grenzen?
Ik heb nu mijn koffie op en wens de dames nog een plezierige tijd.

zaterdag 24 oktober 2015

Cerabino

Frank Cerabino schrijft vijf dagen van de week een colum in de Palm Beach Post, de krant die hier dagelijks op de oprit wordt gegooid. In die colum kijkt hij naar actuele zaken die zijn aandacht trekken.
Maar Cerabino geeft ook (in het seizoen) wekelijks en lezing over gebeurtenissen die hij denkt dat de aandacht verdienen. Hij doet dat in de aula van de Florida Atlantic University (FAU). Vanmorgen konden we als gast zijn verhaal aanhoren. Dat verhaal heeft iets speels en iets serieus.
Het begon met wat luchtigs: de email van een vrouw die zich afvroeg waarom herten niet oversteken bij de borden waarop een hert staat afgebeeld. Dat zou veel beter zijn en de kans op aanrijdingen met herten sterk verkleinen. Nu is het zo dat een bord met een hert langs de weg wordt geplaatst, terwijl er in geen velden of wegen een hert te zien is. En als je dan na dat bord een heel eind gereden hebt komt er plotseling een hert over de weg. Dat kost alleen maar auto' s.
Het werd mij niet helemaal duidelijk of de schrijfster nu de borden beter geplaatst wilde dan wel de herten beter africhten.
Het leeuwendeel van de lezing ging echter over het lot van Corey Jones. Toch een wat bizar verhaal, dat nog niet lijkt te zijn afgelopen. Corey Jones die huismeester was in een appartementsgebouw speelde in zijn vrije tijd in een of meer bands. Afgelopen zondag had hij een optreden in Jupiter en hij reed vandaar langs de I-95 naar zijn huisadres. Het schijnt dat hij motorpech kreeg en - 's nachts om een uur of twee - zijn auto neerzette aan de kant van de weg op een afrit hier vlak bij in Palm Beach Gardens. Jones belde een vriend die kwam kijken of hij hem kon helpen, maar die kwam tot de conclusie dat de wagen moest worden weg gesleept en ging weer naar huis. Jones bleef bij zijn auto met zijn instrumenten.
Omstreeks 3 uur kwam een politieman in burger met zijn niet als politiewagen gemarkeerde auto langs. Deze dacht dat de wagen in de steek gelaten was en naderde de wagen van Jones. Jones had drie dagen eerder licentie gekregen om een wapen te dragen en had een wapen gekocht. Dat bevond zich in de wagen. Wat zich toen precies heeft afgespeeld is niet duidelijk. Het lijkt erop dat Jones uit de wagen is gekomen en weg gelopen. De politieman vuurde zes schoten af, warvan er drie Jones raakten. Jones overleed ter plaatse. Zijn vuurwapen was niet afgeschoten en werd gevonden tussen Jones en zijn auto.
Een scenario dat alle mogelijke ruimte biedt voor speculatie. Het roept natuurlijk ook de vraag weer op naar de wenselijkheid van beperkingen in het wapenbezit. Een moeilijke zaak.
Florida, betoogt Cerabino, blijft natuurlijk een vreemde staat. Of het de enige staat is die een dergelijke wet heeft is mij niet duidelijk, maar hier is sinds 1888 een wet van kracht die het mensen van verschillend geslacht verbiedt samen te wonen als ze niet getrouwd zijn. Hoewel er verschillende malen pogingen zijn gedaan om de wet buiten werking te stellen, lukt dat niet zomaar. Maar men kan zich voor stellen wat er allemaal kan gebeuren als die wet zou worden afgeschaft.
Nou doet de officier van justitie niet erg zijn best om de wet te handhaven en begrijpelijk. Als ik het getal goed heb onthouden wonen er al meer dan vierhonderduizend van dergelijke onzedelijke koppels samen onder een dak. Hijzelf  is zelf al twee keer gescheiden en woont nu ook al weer samen met iemand van het andere geslacht. Hij heeft bovendien geen zin om alsnog te trouwen met deze nieuwe partner.
Niet zo erg belangrijk deze wet dus. Maar er is nu een nieuwe mogelijkheid verschenen om iets te doen aan deze wet. Volgens de wet is het niet verboden dat twee mensen van hetzelfde geslacht samen wonen zonder getrouwd te zijn. En dat betekent dat de wet discrimineert ten koste van mensen van verschilend geslacht.
Voor een commissie betoogde een vrouw dan ook dat ze niet tegen de wet is, maar wel tegen de discriminatie....  

zondag 18 oktober 2015

Oude koffie

We stopten bij Wendy's even voor een kop koffie. Afgezien van iemand die buiten gebruik maakte van de drive-in waren we op dit uur de enige bezoekers. Achter de bar stonden drie of vier meisjes de zaak voor te bereiden op de komst van veel meer klanten.
Koffie?
Het duurde even voor we het meisje dat ons hielp zover hadden dat ze slechts de helft van de normale hoeveelheid in een beker schonk. Toen dat gelukt was bleek de koffie al een zekere leeftijd te hebben. Dat proef je onmiddellijk. Dit was geen vers gezet bakje. Maar ook oude koffie is koffie dus we dronken in stilte. Ik reken wel even af zei Anneke.
Dat duurde even, de meisjes raakten in discussie tot er een wat ouder meisje verscheen: de rekening werd opgemaakt: $ 0,0. We hoefden niets te betalen. Sr. stond er voor de koffie op de bon. Krijgen senioren de koffie hier voor niets? Oude koffie voor oude mensen.

 Toen we de zaak verlieten passeerden we in het midden van de lange wand het bordje waarop stond dat WIFI in de zaak gratis is. Mijn oog viel op de braille boodschap onder de tekst. Gelet op het aantal tekens stond daar ook wi-fi.
De vraag die automatisch rijst: hoe weet de slechtziende dat hier een boodschap in braille hangt? Als we aannemen dat hij - als hij het wel weet de braille kan toepassen bij het selecteren van het juiste netwerk.
Het zijn de vragen die de verwonderde reiziger bezig houden.

donderdag 15 oktober 2015

Dali

Het Dali museum in St Petersburg staat aan de Dali Boulevard op nr 1. Meer kun je als kunstenaar eigenlijk niet wensen.
Op de begane grond is alleen de ontvangst met kaartverkoop, de museumwinkel en een koffieruimte. Voor de kunst moeten we twee verdiepingen hoger.
Daar, op de derde verdieping is zien we het werk van Dali zelf - een goed overzicht van het werk dat hij in de loop van zijn leven heeft gemaakt. Aan de andere zijde van het gebouw een komplete verzameling van het werk van Esscher. Het was minstens opmerkelijk dat deze collectie was geleend van Griekenland.

Een docent stond met een groepje kinderen naar de etsen van Esscher te kijken en liet ze vertellen wat ze voor bijzonderheden zagen in de ets Relativiteit. Later zag ik diezelfde docent met zijn kinderen bij een schilderij van Dali.
Weet je, vroeg hij aan de kinderen, wat zo bijzonder is aan dit schilderij van een monnik?
Het is geschilderd met hele kleine streekjes van het penseel.
Dali zat toen noch op de academie en zijn leraar zei: Zo kun je niet schilderen.
En weet je wat Dali zei?
Hij zei: ik ben Dali, ik kan dat wel.
 
Tussen beide tentoonstellingen in is een ruimte die uitkijkt in de vide boven de koffiekamer. Die koffiekamer ligt tegen de glazen buitenwand aan deze zijde van het gebouw. Glazen wand suggereert dat het glas in de wand is opgenomen. Maar dat is niet de indruk die het maakt als je van buiten naar het gebouw kijkt. Daar ziet de wand eruit als een glazen blaar tegen het gebouw. De glazen wand is dan ook niet vlak en niet uit een stuk. Het glas is gevangen in driehoekige vensters die samen een patroon vormen dat aan Esscher kon zijn ontleend.
De glaswand loopt door tot aan het dak boven ons. Er doorheen kijk je op de grote jachthaven van St Petersburg. Een prachtig gezicht vanuit een indrukwekkende ruimte.
In het midden van die ruimte staat een wenteltrap van beneden naar boven die uitloopt in een soort hoorn tot vlak onder het dak. Op de verdiepig van de kunst kun je op de trap stappen.
Weet u, vroeg de man die op ons afkwam toen we naar beneden wilden gaan, waarom de kunst boven in het gebouw is ondergebracht?
?
Dat is om de kunst te beschermen tegen het gevaar van orkanen.
Ik geloof hem graag, maar vraag me ondertussen wel af hoe vaak St Petersburg aan de baai van Tampa wel getroffen zal worden door een orkaan.
En terwijl we verder naar beneden gaan heb ik het gevoel dat er iets vreemds is met het museum.
We waren in 2006 ook in het Dali-museum, maar in mijn herinnering zag het museum er toen heel anders uit. Bij navraag later bleek die indruk juist.
Het huidige gebouw is van 2011.
Ik volg de ontwikkelingen in de kunstwereld toch onvoldoende. Op de foto de trap van beneden af.

Pelikaan

Ons ontbijt bestond uit een muffin en een kop koffie (geen probleem nu ik weet hoe het moet) die we nuttigden op wat we met een weids gebaar ons terras noemden. Op de paal voor ons zat weer een pelikaan. Fotograferen was wat lastig omdat hij als ik stond precies samenviel met een obstakel aan de horizon en een laag standpunt werd bemoeilijkt door het hek voor ons. We zaten deze moeilijkheden te bespreken toen er een man op ons toekwam.
'Sir, I' m an old man, but can I tell you something? '
?
' It  's a joke sir, a joke.'
Je kunt in deze streken niet voorzichtig genoeg zijn.
' Yes, tell me.'
'Well Sir, I have thought it al through, but if after my death I could speak out a wish I would wish to reincarnate as a pelican.
A pelican has it al.'
?
'I love the way he flies, have you seen a pelican flying?'
Ik bevestigde dat ik de pelikaan wel eens had zien vliegen. Er zit iets statigs in zijn vlucht meestal vlak boven het water.
'And he lives in a beautiful environment with all the seafood he can eat.'
Ik bevestigde dat dat toch wel grote waarden waren.
And sir, I' m an old man, the girls don' t look at me any more, but the pelican: you can't see he is old, and he has plenty of girls.
'Yes sir I should wish to come back as a pelican. I thought it all through.'
We keken gedrieen naar het uitzicht, zo nu en dan sprong een vis uit het water. Maar de pelikaan op zijn paal reageerde er niet op.
'Do you understand that? The fish jumps out of the water just a few feet away in front of him and the pelican does not react.
Ik beaamde dat en zei:
'That is because he is not a human, he only eats when necessary, humans eat whenever they see something...'
De man knikte wijsgerig en wenste ons nog een fijne dag.
De pelikaan verroerde zich niet.

De Golf van Mexico

Na een vermoeiende rit door een druk en warm Florida (temp rond de 30g) kijkt onze hotelkamer aangenaam ontspannend uit op de Golf van Mexico.
Die Golf begint al een meter of tien vanaf het raam.
Op twee palen een meter of twintig van ons af zitten twee pelikanen. Als ik er Anneke op wijs zegt ze:
"Die zijn niet echt, want ze bewegen helemaal niet."
Als we enige tijd later gaan eten zijn de pelikanen desondanks verdwenen. Op de ene paal zit nu een meeuw.

Op onze kamer is ook een koffiezet apparaat om een kopje tegelijk te zetten. Het apparaat staat op een koelkast.
Naast de koelkast staat een tafel waarop we onze bagage kunnen zetten. En achter de tafel tegen de muur zit een dubbel stopkontakt.
Er is slechts een probleem: het snoer van het koffiezetapparaat dat los langs de koelkast hangt is te kort om bij de
stopcontacten te komen. Je kunt niet alles hebben.
Als ik het koffieding op de tafel zet kan ik de stekker met geen mogelijkheid in het stopkontakt steken. Het zichtbare deel met de openingen voor de stekker verdwijnt haast geheel in de muur maar geeft niet op. Gelukkig staat er op het bureau een bureaulamp met een stopkontakt in de voet. Dat helpt. Ik kan koffie zetten.
Als ik later het koffieding weer terug zet valt mijn oog op een stopkontakt op de voet van de muurlamp. Bij uitproberen blijkt dat voor dit stopkontakt het snoer wel lang genoeg is.
Het is mooi weer en vanuit Tampa kijken we naar het westen over de Golf. Nog een uurtje en dan zal de zon wel ondergaan.
We eten in het restaurant dat ook uitkijkt op de Golf. Hiervandaan kunnen we zonsondergang goed zien.
Het duur ogend restaurant blijkt uiteindelijk tamelijk eenvoudig, wanneer ik een Riesling bestel komt die in een plastic glas. (zie foto)
Het meisje dat ons bedient doet even denken aan het Hooters restaurant waar we bij een vorige gelegenheid terecht kwamen. Maar de hooters van dit meisje vallen nog in het betamelijke.
Geleidelijk verandert het licht en zakt de zon. Het heeft lijkt me weinig zin de zon op deze manier rechtstreeks te fotograferen, maar als ik me omkeer zie ik de weerkaatsing van de ondergaande zon in het raam van het restaurant. Niet alleen dat de zon zo minder fel is, de ondergaande zon wordt nu ook mooi ingekaderd.

dinsdag 13 oktober 2015

Toenemende routine

Wij zaten voor onze vlucht naar Orlando in de comfortklasse. Dat geeft niet meer zoveel voordelen als voorheen toen Arke nog Arke was. Arke is nu Tui. In de voortdurende concurrentiestrijd is die verandering ten koste gegaan van het mee te nemen gewicht (was 35 kg, nu nog 20). De comfortklasse is plezierig want dan heb je - zegt men - meer beenruimte. 8 centimeter meer beenruimte scheelt aanzienlijk op een vlucht van bijna 10 uur.
Maar het moet uit de lengte of uit de breedte. Dus met in het grootste deel van het toestel 9 stoelen naast elkaar en twee tussenpaden worden de zetels niet al te breed. Als je het vliegtuig inkomt met de kleding van buiten en je wilt je wat comfortabel installeren zul je je buurman of -vrouw vriendelijk aan moeten kijken en je bij voorbaar excuseren voor het ongemak dat optreedt als je jas uittrekt.
De relatief nieuwe Boeing 787 kan tussen de 250 en 335 passagiers vervoeren. Als het toestel zoals nu volzit zijn dat toch veel mensen. Het lijkt dan ook druk. Gewoonlijk moeten de reizigers gecontroleerd op alles wat verkeerd is. Metaal doet alle sensoren bellen. Alle metalen delen moeten dan ook van het lichaam verwijderd worden en in aparte bakken worden door gelicht.
De installatie waar die bakken opstaan is de laatste jaren sterk verbeterd: ze rijzen op uit de tafel (als de borden in sommige keukens) en worden na de controle weer ergens in gestoken en terug gevoerd naar het begin. Lopende band werk zou je zeggen. Voor de mensen die de controle moeten uitvoeren een routine klus.
Dat is te verwachten: hoewel een terrorist een hoop deining kan veroorzaken, is het aantal terroristen in zo' n gezelschap van vakantiegangers meestal te verwaarlozen. Het wordt je dan ook aangeraden je niet helemaal uit te kleden maar je metalen voorwerpen (horloge, portemonnee, sleutelring, etc. maar in de zak van je jas te steken en de hele jas door het scanapparaat te laten gaan. Daar zitten getrainde mensen naar het scherm te kijken en die zien al die voorwerpen langskomen. Er hangt een ontspannen sfeer. Ach, iedereen kent de routine. Paspoort tonen, instapkaart gereed houden, drie keer laten controleren, iedereen ondergaat het gelaten.
Hetzelfde speelt zich min of meer af op de plaats van aankomst in dit geval Orlando. Op de betrekkelijk kleine luchthaven van Sanford is het aantal controles beperkt. Maar het duurt een tijd voordat die honderden mensen door de paspoortcontrole heen komen. Daar wordt immers de foto in het paspoort vergeleken met de persoon die het aanbiedt. Die moet dan zijn vingerafdrukken geven: eerst vier vingers van de rechterhand, vervolgens de rechterduim, dan de vier vingers van de linkerhand en de bijbehorende duim. Ter afsluiting wordt dan nog een foto gemaakt, of is het alleen een opname van de iris? Het kost veel tijd.
Om de een of andere reden behoef ik dit keer mijn vingerafdrukken niet te geven. Ben ik te oud geworden, of is mijn paspoort te nieuw? Misschien speelde wel mee dat het met mij niet helemaal glad liep. Ik had voor deze reis mijn zomerhoed opgezet, en hield, tijdens de korte wandelimg naar de beambte in de ene hand mijn handbagage en in de andere hand mijn paspoort, meer handen had ik niet. En omdat ik niet onbeleefd wilde lijken wilde ik mijn hoed afzetten voor de man van de paspoortcontrole. Ik moest iets loslaten, dat werd de handbagage. Maar daardoor struikelde ik min of meer verder. De man van de paspoort controle keek het welwillend aan. Hij zei zoiets van:
"You don't need to show all your decorations, sir"
en liet me vervolgens door zonder vingerafdrukken te controleren.
Ondertussen was een vrouw met een hond langs de hele rij gelopen. De hond snuffelde langs de reizigers, vermoedelijk op zoek naar drugs. Het leverde niets op voor zover ik kon beoordelen. Na de paspoortcontrole konden we onze koffers van de band halen en door een laatste controle van de bagage. Maar er werden slechts enkele mensen voor nadere controle van de bagage uitgezocht. De grote meerderheid liep rechtstreeks naar buiten.
Alles routine. Routine brengt ontspanning. En ontspanning geeft het risico van onnauwkeurigheid.
En onnauwkeurigheid...

zaterdag 10 oktober 2015

Gedigitaliseerd

De telefoon ging en toen ik hem op nam hoorde ik de bekende stem van de buurman:
Jaap, kun je even helpen, mevr C. heeft iets met Samsung en ik begrijp er niets van.
Nu geeft de buurman die wel in staat is zijn email te verzorgen, via het internet het verloop van zijn vermogen bij te houden en de betaalkaart uitgaven van zijn vrouw te volgen me vaak het gevoel dat hij wat koketteert met zijn digitaal analfabetisme. Het kan ook zijn dat hij probeert te voorkomen dat hij voortdurend te hulp wordt geroepen bij dingen waar hij geen zin in heeft. Aan de andere kant blijken de opgaven waarvoor men in deze digitale wereld wordt geplaatst niet altijd vanzelfsprekend te zijn.
Dus ging ik toch maar kijken wat het probleem was.
Mevr. C. had met haar man - die overigens in de discussie geen enkele rol speelde - een nieuwe televisie gekocht, zoals u kunt bevroeden van het merk Samsung. Het was een toestel dat viel in een cash-back actie van het wereldbekende merk. Maar om van die aanbieding gebruik te maken moest mevr C. zich registreren bij Samsung en het uitgeprinte bewijs van de registratie samen met de aankoopbon en de barcode van de verpakking opsturen.
Het was, had de man in de winkel gezegd, allemaal zeer eenvoudig.
Omdat mevr C. geen printer heeft had ze zich tot de buurman gewend, maar die had het probleem zoals we zagen inmiddels aan mij gedelegeerd.
Daar zat ik dus, volgde de instructies op en al gauw kwamen we op het punt dat mevr C. een wachtwoord moest bedenken. Het bedenken van een wachtwoord blijkt een penibele zaak. We hoorden onlangs al iemand die de toegangscode tot haar ipad kwijt was zeggen dat het misschien wel 'moos' was, want ze gebruikte altijd 'moos'; alleen: voor de ipad was dat niet zo' n voor de handliggende oplossing omdat de toegangscode voor de ipad bestaat uit 4 cijfers.
We slaagden erin een redelijk wachtwoord voor mevr C. te maken en completeerden de registratie. Om de registratie te af te ronden kreeg mevr. C. een email toegestuurd dat ze moest bevestigen om aannemelijk te maken dat ze inderdaad zichzelf was.
Het was te verwachten was dat de email binnen zou komen op de computer van mevr. C.
Oh, zei mevr. C., als ik dat geweten had, zou ik mijn laptop al gestart hebben, want dat duurt altijd wel even.
Ze verdween naar haar eigen woning.
Ik waarschuw wel als ik zover ben, zei ze nog.
De buurman en ik keken elkaar aan en wachtten geduldig. Na een kwartier was ons geduld op en belden we aan bij mevr. C.
Bij mevr C. stond de laptop op tafel. Hij was via een kabel verbonden met een router onder de nieuwe televisie.
Kijk, zei de buurman, dit is hem nou.
Ik keek en zag dat het een mooie tv is.
Ik richtte mijn aandacht op de laptop.
Op het scherm herkende ik het moeizame opstarten van Windows XP. Het was duidelijk een oud beestje. Zo oud dat het eigenlijk al nergens meer op reageerde. Ik zette hem uit en startte opnieuw.
Hij is wel een beetje langzaam, he?
Ik kon niet anders dan bevestigen, en besloot het advies te geven om een ander besturingssysteem te gaan gebruiken.
Mevr. C. was het met me eens, maar ze zou een nieuwe computer kopen, al zag ze er wel tegen op aan iets nieuws te beginnen.
Inmiddels was de laptop opgestart en kon mevr. C. haar email bevestigen.
We gingen nu naar mijn computer en wikkelden de de cash-back aanvraag verder af.
Heel eenvoudig zei de winkelier, maar die hield geen rekening met de mate waarin de klant digibeet was.

  

dinsdag 6 oktober 2015

Papierloos kantoor

De voorzitter had met alles rekening gehouden. voor hem stond de i-pad met de stukken en daarnaast zijn mini i-pad met de agenda. Tijdens de terugkoppeling van vermeldenswaardige zaken werd de aankondiging dat het papierloze kantoor weer een stukje dichterbij was gekomen. Er zou in het vervolg alleen nog maar een papierafdruk worden gemaakt van de begroting en de rekening. mensen zouden er gauw aan wennen dat ze hun stukken op de ipad moesten lezen.
Nou ja lezen wel, maar:
de voorzitter pakte op dit moment een stukje papier van de tafel en begon aantekeningen te maken.
Het stukje papier was het adres etiket dat was bijgesloten in een plastic verpakking van een promotieboekje. ik had de plasticverpakking tien minuten eerder geopend en het boekje doorgebladerd. het adresetiket was ongeveer 8x10 centimeter, maar de achterkant was wit.
Uitermate geschikt voo het maken van aantekeningen. vooralsnog gemakkelijker dan het gebruiken van een derde tablet om aantekeningen te maken.

zondag 4 oktober 2015

Bloesem

In het Haags gemeentemuseum zijn verschillende zalen gewijd aan het werk van Mondriaan. Mondriaan heeft ons daarom iets te zeggen omdat hij zijn jeugd heeft doorgebracht in Winterswijk. Nu nog staat daar een stalen raam opgesteld dat de plaats aangeeft vanwaar Mondriaan zijn gezicht op de Jacobskerk heeft geschilderd; toevallig de kerk waar wij getrouwd zijn. Een uiterst herkenbaar beeld.

In het museum is met enige fantasie de ontwikkeling van Mondriaan te volgen van de realistische schilderijen van de dorpsomgeving in Winterswijk naar een steeds verdergaande abstractie.
Ik geef onmiddellijk toe dat ik meestal de voorkeur geef aan het realisme boven het abstracte, en ik geef ook onmiddellijk toe dat ik veel van het abstracte volstrekt niet begrijp. Het bijgaande schilderij echter spreekt me aan. Ik ben gecharmeerd door het spel van lijnen en niet te felle kleuren. Het geeft de rust van een grote vijver met de bladeren van waterlelies en gele plomp.

Maar als ik naar de titel van het schilderij kijk kan ik een gevoel van verbazing niet onderdrukken. Blijkbaar gebeuren er bij de schilder twee uiteenlopende dingen die naar mijn gevoel niet synchroon lopen.
Als we het schilderij zoals zich dat ons voordoet bekijken lijkt dat al een sterke mate van abstractie te hebben gekregen. Het is een abstract beeld. Het afgebeelde: een bloeiende appelboom is echter allerminst abstract. Het is die titel die me geestelijk doet struikelen.
Wij hebben jaren lang zowel appel- als perebomen in de tuin gehad en omdat ik wist welke bomen peren zouden voortbrengen en welke appels kon ik aangeven wat de bloeiende appelbomen waren. Aan de bloei kon ik het, stadsmens die ik ben, niet zien. Maar Mondriaan vermoedelijk wel die groeide ermee op.
En toch, ik zou wel eens willen weten wie in staat zou zijn aan de hand van dit schilderij vast te stellen welke boom hier bloeit. Het beeld is geabstraheerd, maar het afgebeelde niet. Het afgebeelde is realistisch: het is een boom, niet zomaar een boom: een appelboom en wel een bloeiende appelboom.
Daar moet ik toch even over nadenken. 

woensdag 30 september 2015

Wie staat ziet toe dat hij niet valle

De buurvrouw deed open, ze had een lelijke bloeduitstorting onder haar rechteroog. 'Hoe kom je daaraan?' vroeg ik.
'Ik ben gevallen,' moest ze bekennen, 'ik ben deze week al twee keer gevallen. Mijn knieën zie je.'
Ik zag het niet onmiddellijk. Dat je valt, waar dan ook is niet zo'n wonder. Er hoeft maar een kleine oneffenheid op je pad te liggen en hoep, daar ga je. En vooral als je ouder wordt is vallen een van de meest vervelende dingen die je kan overkomen. Als je een klein beetje ongelukkig terecht komt blijkt dat je een arm of been gebroken hebt.
Misschien heeft het iets te maken met een verminderde veerkracht. Minder veerkracht laat je bij het lopen ook minder veerkrachtig gaan. Je tilt je voeten mogelijk iets minder hoog op en blijft achter kleinere oneffenheid haken. Je gaat wat sloffen denk ik. Dat is wel de werkelijkheid die je overal tegenkomt, oude mensen die zich sloffend voortbewegen langs de weg. Ze zoeken met hun voeten schuifelend een weg, bang het wankel evenwicht te verliezen. En daarmee worden kleine oneffenheden grote obstakels.
En toch is de remedie vrij eenvoudig zoals ik tegen de buurvrouw zei: Je moet gewoon je voet op het juiste moment optillen.
De buurvrouw beaamde dat: daar kwam het wel op neer, maar ze wreef zich vervolgens over de knie. Daar had ze meer last van dan van de bloeduitstorting.

We kwamen overigens voor iets anders. De I-pad van haar dochter. Die deed niets meer. Dus keken we naar de I-pad met de ogen van de kenner, maar dat hielp in dit geval niet veel. We kwamen niet veel verder dan een scherm waarop een startcode van vier cijfers moest worden ingevuld.
'Wat is de startcode,' vroegen we aan de dochter, maar die bleef het antwoord schuldig. Ze wist van geen startcode en van geen wachtwoord.
Hoe kom je in zo'n geval verder. Het internet gaf als antwoord dat je dan via I-tunes iets moest doen. Maar hoe kom je aan I-tunes? Moeder noch dochter had een computer waarop I-tunes draait.
'Ga maar mee naar mijn huis, zei ik, want wij hebben wel zo'n voorziening.
Het hielp niet veel, want de nieuwere I-pad heeft weer een ander aansluitkabeltje dan de vorige generatie, zodat ons kabeltje niet paste en de dochter had haar kabeltje niet bij zich.
We schoten niet veel op zo. We gingen daarom maar terug en belden aan. Toen de deur werd open gedaan, hoorden we een klap alsof er een tafel omviel.
Het was niet een tafel, maar wel de buurman die die doodstil op zijn zij op het balkon lag. Hij was gevallen. Er zat bloed aan zijn hoofd. Toen we dichterbij kwamen begon hij te bewegen. Na enig gesjor slaagden we erin hem in een stoel te krijgen. De wond op zijn hoofd viel mee en na enige tijd zei hij dat hij zich weer goed voelde.
Bij de reconstructie kwam naar voren dat hij voor de bel was opgestaan, maar toen bleek dat de deur al werd opengedaan, was hij omgekeerd om naar zijn stoel terug te gaan. Daarbij was zijn voet even blijven haken achter de poot van eenandere stoel. waardoor hij zijn evenwicht had verloren.        

dinsdag 29 september 2015

Franse kinderen

Het was zaterdagochtend. We hadden er, na een tussenstop in Brussel, inmiddels 240 kilometer opzitten. Het was tijd voor koffie. En terwijl die werd in geschonken kwam de jonge moeder met ons nieuwste achterkleinkind de kamer in. Het kind dat zou moeten luisteren naar de Poolse naam Marek, was inmiddels 4 dagen oud en lag rustig te slapen. Hij bleef slapen ook toen de zes volwassenen vol bewondering naar dit nieuwe wereldwonder stonden te kijken. Even later kreeg hij de borst en het leek erop dat hij inderdaad zoog. Het was de eerste borstvoeding die hij zwijgend tot zich nam.
Marek werd in een soort stoeltje op tafel gezet, terwijl de volwassenen twee meter verder aan tafel met elkaar zaten te praten en geen enkele poging deden om hun stem te dempen. Marek vond alles best, hij leek te slapen, de handjes enigszins opgetrokken op de buik. Zo nu en dan rekte hij zich een beetje uit, knipperde een beetje met zijn oogleden alsof hij van plan was ze open te doen, maar bleef rustig en stil. Een rustig kind zo te zien. Maar dan:
'Franse kinderen gooien niet met eten', heet het boek dat laat zien zien hoe Franse moeders in tegenstelling tot hun Amerikaanse soortgenoten er in slagen kinderen tot nette kinderen op te voeden. Het grote wachtwoord is volgens de schrijfster: attend. Het kind moet in de eerste plaats leren dat het deel uitmaakt van een groter geheel en dat de wereld niet alleen om hem draait, terwijl Amerikaanse moeders (en vaders) voortdurend achter hun kind aan lopen om het te behoeden voor elke tegenslag, zitten Franse moeders rustig met elkaar te praten op de rand van de zandbak. De meeste problemen die een kind daar tegenkomt, lost het zelf wel op. Daar heeft het de ouders niet voor nodig.
Wacht maar even. Zo leer je discipline.
En dat na vier dagen?
Ach, misschien is dit wel gewoon een heel rustig en tevreden kind.
Kan ook haast niet anders met zulke overgrootouders.         

vrijdag 25 september 2015

Plaktekst

Dit jaar is het Van Goghjaar. Iedere zich zelf respecterende plaats waar Vincent van Gogh is geweest of heeft geschilderd probeert dus mee te zeilen op het succes van de schilder.
Zo ook Princenhage, waar de schilder zeker geweest moet zijn: zijn grootvader Vincent, was dominee in Breda, maar zal zeker ook van tijd tot tijd ingevallen zijn in de kerk van Princenhage en zijn oom Vincent die in Princenhage een galerie had en daar een grote villa liet bouwen woonde er.
We maakten onder leiding een rondwandeling door Princenhage en zagen de plaatsen waar de Van Goghs hun sporen hadden achter gelaten. Dat was zeker het geval op de begraafplaats waar de drie Vincenten hun laatste rustplaats hebben gevonden. Om er de aandacht op te vestigen had het comite dat een tentoonstelling had georganiseerd in het Princenhaags museum een aanzienlijk aantal vensterruiten versierd met tekstfragmenten uit brieven van Van Gogh zoals op de foto hierboven.
De letters van de tekst zijn plakletters; het aanbrengen ervan is nog niet helemaal vanzelfsprekend. Ik zag het gebeuren in het café waar ik met een kop koffie zat te wachten.
De uitbaatster van het café was, toen mijn oog erop viel, bezig met grote zorgvuldigheid een soort poster tegen het raam te bevestigen. Althans zo leek het. De poster werd bevestigd met plakband  en toen hij op zijn plaats zat en er gecontroleerd was of hij precies recht was opgehangen werd boven de poster, maar precies erlangs nog een stuk plakband aangebracht. Dit laatste stuk was duidelijk bedoeld om de plaats te markeren waar de poster moest komen. Dat was mijn indruk toen de poster zelf weer werd weg gehaald en de uitbaatster de poster ontdeed van de papieren beschermlaag. Ze hield nu een doorzichtige poster met tekst over die voorzien was een plaklaag.
De poster werd nu bevestigd precies tegen de strip plakband. En toen ging er iets mis: Voordat onze uitbaatster de poster glad kon strijken sloeg de onderkant met een klap tegen de ruit, vermoedelijk als gevolg van statische elektriciteit. Onze uitbaatster trok de onderkant weer los, maar het kwaad was al geschied: op de ruit was een aantal letters achter gebleven en die zaten zowel te hoog als scheef. Deze letters werden met enige moeite weg gekrabd en de poster werd verder glad gestreken en de doorzichtige folie eraf getrokken.
Nu zag ik wat de bedoeling was. Het was informatie over de openingstijden van het café.
Eronder stond nog iets: 'Binne' las ik in spiegelschrift. Curieuze uitnodiging die trouwens even later werd verwijderd.
Nu heeft dat café twee toegangen en toen ik naar de andere ingang keek zag ik wat de bedoeling was.
'Binnen gratis Wifi.'
Dat heb ik niet meer uitgebrobeerd. 
   

donderdag 27 augustus 2015

Professioneel

De Stem had ongetwijfeld gelijk. Van de zes voorgedragen wethouders voor het nieuwe college heeft er maar één een aantal jaren ervaring als wethouder. Van de overige vijf is er een die anderhalf jaar als wethouder achter de rug heeft en zijn er vier die als bestuurlijk debutant aantreden. Van dat alles was niet veel te merken bij de presentatie van het bestuursakkoord van de politieke partij die nu nieuw in het college kwam na anderhalf jaar in de oppositie te hebben gezeten. In het betoog van de presentator, sinds drie maanden fractievoorzitter, kwam regelmatig het woord professioneel voor. Het was mij niet goed duidelijk wat nu professioneel was, nog minder wat met professioneel wordt bedoeld. Vermoedelijk niet veel meer dan dat hij vond dat het goed was gegaan. Want wat wordt anders bedoeld met een bestuursakkoord dat professioneel tot stand is gekomen? Het is duidelijk dat de leden van het college, ook wanneer ze geen enkele bestuurlijke ervaring hebben als professionele bestuurders moeten worden aangemerkt, tenminste als professioneel iets te maken heeft met het feit dat ze ergens hun beroep, hun professie van maken. Ik denk altijd dat een professionele bestuurder iemand is die betaald wordt voor het werk dat hij als bestuurder doet.
Toch heb ik het gevoel dat professioneel in de huidige wereld een zelfde lading heeft als wetenschappelijk. Het zegt niets maar het geeft minstens het goede gevoel dat het verantwoord is. In die zin kan ik nog wel leven met een professioneel proces.
Lastiger wordt het als men gaat praten over een professionele transparante overheid.  Wat zou ik me daar nu bij moeten voorstellen? Neem nu het begrip overheid. Mijn indruk is dat bij het woord overheid weer alle mogelijke organen en diensten op een hoop worden gegooid. Als ik tegen mijn buurman zeg: de overheid zegt dat je voor je winkel geen terrasje mag aanleggen zonder vergunning, wie is dan de overheid? Er is een redelijke kans dat mijn buurman denkt aan ambtenaren die regels hanteren - zo niet maken. En als een politieke partij roept wij willen een professionele overheid, waar hebben ze het dan over? Gaat het dan over het lokale of het provinciale bestuur, of worden daar de gemeentelijke diensten ook in mee genomen?
Misschien is het wel geen echt probleem want als ik het betoog volg is er niemand in de redelijk goed gevulde zaal die er op aanslaat. Ook niet als het gaat over een transparante overheid. Iedereen heeft blijkbaar het gevoel: transparant dat zal wel goed zijn. Betekent transparant niet zo iets als doorzichtig. Nou een doorzichtige overheid daar zijn we eigenlijk als vanzelfsprekend voor. Maar wanneer is een overheid doorzichtig? En als we het hebben over een professionele transparante overheid, slaat dat professionele dan op transparante of op overheid? Professioneel transparant, dat moet wel goed zijn. Niemand die zich daar een buil aan kan vallen.
Het programma sluit grotendeels aan bij dat wat het demissionaire college heeft gedaan, uiteindelijk was het programma van dat college niet zo slecht. We kunnen zelfs een succesje boeken door de lasten te verlichten, wat minder OZB, maar zeker kunnen we vooruit met de nieuwe Mark en de verdere verbetering van de Aa of Weerijs. Misschien kan de Mark in de binnenstad wel verdiept worden en kan er een aanlegsteiger komen. En wellicht komt er wel een oplossing voor het parkeerterrein van Mols.
Het nieuws van de afgelopen weken, eigenlijk de gehele periode van de onderhandelingen over dit nieuwe bestuursakkoord zijn gevuld met beelden van stromen asielzoekers, ze veroorzaken moeilijkheden in Calais, ze steken de grens over in Hongarije, en de verwachting is dat er wel 800 000 in Duitsland zullen binnentrekken. Er zal een nieuw aanmeldcentrum komen in Gilze-Rijen. Maar deze problematiek, waarvan te voorzien is dat hij de komende jaren de bestuurlijke agenda zal bepalen vindt geen weerklank in het bestuursakkoord voor de komende twee jaar van professionele transparante overheid.
In Breda brengt men de Aa of Weerijs op diepte, maar denkt men niet na over de gevolgen van de aanzwellende stroom asielzoekers.
   

vrijdag 14 augustus 2015

Afval: gescheiden of samen

Het is alweer een paar weken geleden dat we besloten onze reis naar Esquelbecq via Oostende te laten lopen. Het leek een geschikte plaats om even te lunchen. We vonden een parkeerplaats tussen het centrum en de haven, een groot terrein waar ampel ruimte was. Het terrein vlak voor het station maakte een beetje desolate indruk.
We liepen het parkeer terrein af via de route die onze auto ook had genomen. Voordat we neerstreken bij een veelbelovend, maar achteraf gezien wel wat duur restaurant, liepen we het grote plein rond waar ook de kerk stond. Die was op dit uur gesloten, het was uiteindelijk lunchtijd.
Na de lunch iepen we terug naar onze auto. Aangezien we een slagboom hadden moeten passeren en een parkeerkaartje hadden mee gekregen zochten we naar betaalautomaat. Die vonden we gemakkelijk doordat we een iets andere route naar de parkeerplaats volgden. Toen we ons omkeerden stonden voor wat we op de eerste foto hebben vastgelegd; een wat ongebruikelijke scheiding van afval: niet naar soort afval maar naar de herkomst, personeel of niet. Toch een vorm van discriminatie? Hoewel?

Ik heb al vaker betoogd dat men in Frankrijk iets gemakkelijker is met de scheiding tussen heren en dames toiletten dan in Nederland. Vaak treft men in Frankrijk maar een toilet, waar mannen en vrouwen beiden gebruik van maken - maar dat men thuis ook toch?
Toch was ik nog niet eerder deze mededeling tegen gekomen in het bordje op de deur naar de toiletten: Toilettes mixtes. Ook een vorm van afvalverwerking, maar zeker geen discriminatie.
Dit was in St. Omer, in een grote brasserie schuin tegenover het oude gemeentehuis.

vrijdag 31 juli 2015

St Omer

Het klooster van St Bertijn is gesticht zegt men door St Bertijn aan het eind van de 7e eeuw, in opdracht van de bisschop van Therouanne.

Rond het klooster is de stad St Omer ontstaan. Volgens sommigen de plaats waar de wieg stond van de westerse beschaving, een opvatting waarop we ongetwijfeld nog terug zullen komen. Het klooster is uitgegroeid tot een enorm
complex, een van de belangrijkste in het Frankische rijk. Pepijn de Korte verbande hier de laatste Merovingische koning heen. Nu staat er alleen nog de ruïne van de grote kerk van het klooster. Maar ook de ruïne is een imposant element in het landschap. De kerk met het klooster werden afgebroken – vernietigd – tijdens de Franse revolutie. Van wat overbleef stortte in 1947 nog een toren in. Maar ook nu als je rond de ruïne wandelt kom je onder de indruk. Maar tegelijkertijd herken ik het gevoel van de macht die van dit soort vestingen uitstraalt. De macht die in de 18e eeuwse verlichting stond voor alles wat arrogant en corrupt was en stond voor uitbuiting en misbruik. Je kunt ze haast voelen de opgekropte woede van de menigte die geen enkele redelijkheid kende.

Rond 1840 was de volkswoede allang weer bedaard en vond men het eigenlijk jammer dat het klooster was verdwenen, en is men begonnen met de ruïnes te conserveren. Dat deed een nieuwe generatie machthebbers. Inmiddels staat in de stad een kathedraal ook al weer een enorme kerk. Hoewel opgetrokken in gotische stijl zijn de versieringen van de portalen opvallend sober. De kerk ademt tch een wat bijzondere sfeer. Eigenlijk een beetje rare kerk vond Georges. Maar in de kerk hangt ook een tabel met alle bisschoppen die St Omer heeft gekend vanaf de oprichting. Wat in die tabel opvalt is dat de bisschopszetel voorafgaand aan St Omer (Audamar) gedurende 80 jaar niet bezet was.

maandag 27 juli 2015

Titel

We waren net voor de zware zomerstorm in Laren bij het Singermuseum. Daar was een tentoonstrlling Van Ensor tot Magritte; minstens twee bekende namen, al blijft de vraag wat de twee met elkaar verbindt.
Aardiger lijkt de verbinding St. Martens Latem met Laren, twee kunstenaarsdorpen. In ieder geval hing op deze tentoonstelling een fors aantal doeken van de kunstenaars uit St Martens Latem. Niet vreemd. Tijdens de eerste wereld oorlog trok een aantal schilders vanuit St Martens Latem naar Laren.
Een van de dingen die me het meest intrigeren in een museum bij de presentatie van schilderwerken is de titel die de kunstenaar aan het schilderij meegeeft.
Naakt met ketting, las ik en inderdaad op het schilderij ontwaarde ik een vrouwenfiguur zonder kleren en ze had een halssnoer om.
Meer intrigerend is een schilderij van Rick Wouters met de titel: zittende vrouw aan het venster of Portret van Nel Duerinckx, de vrouw van de kunstenaar. Het zijn twee mogelijkheden die elkaar niet eens uitsluiten, maar wordt nu de keus voor wat het is aan mij gelaten?

 Ook de bijgaande afbeelding trof me: het is een afbeelding van een schilderij van Paul Delvaux. Het heet De Trap 
Het is een titel waar ik zelf nooit op zou zijn gekomen.
Maar inderdaad er is een trap afgebeeld op het schilderij.
En toch: het lijkt me meer iets om te benoemen met naakt van voren en naakt van achteren.

De trap: zo leer ik iedere keer wat in een museum.



zaterdag 27 juni 2015

Parkeren

Het is inmiddels min of meer vanzelfsprekend dat je moet betalen voor het parkeren in het centrum van vrijwel alle steden.  Doesburg vormt daar bij geen uitzondering. Toen we dan ook uitstapten op het parkeerterrein achter een bekende grootgrutter was het eerste waar ik naar keek een parkeerautomaat. Die zag ik staan op een afstand van ongeveer 25 meter. Op deze afstand leek het erop dat het bedienpaneel aan de achterkant van de paal was, maar toen ik dichterbij kwam zag ik dat het bedienpaneel was afgedekt met een metalen plaat. Op de plaat was een briefje geplakt, waarvan ik de tekst pas kon ontcijferen toen ik op leesafstand was.
Het parkeerbeheer deelde mee dat er problemen waren met een aantal parkeermeters. Men was over de problemen nog in overleg. Zolang de problemen niet waren opgelost was het parkeren gratis. Ons als parkeerders werden verontschuldigingen aangeboden voor de ontstane situatie.
Het leek me dat er maar weinig mensen zouden zijn die de ontstane situatie als een bezwaar zouden ervaren. Wie heeft bezwaar tegen gratis parkeren?

woensdag 10 juni 2015

Elementair

We kwamen terug van vakantie en werden met open armen ontvangen door de buurman. Hij bracht ons op de hoogte van de belangrijke gebeurtenissen van de afgelopen periode: de nieuwe brievenbussen waren aangebracht, al moest de afwerking nog plaatsvinden; er waren een paar lampen kapot gegaan, enz. Ook was het water gedurende enige tijd onderbroken geweest. De belangrijkste mededeling echter was dat zijn douche het daarna niet meer deed. Ik beloofde te komen kijken. De buurman leek niet erg aangeslagen. Hij zei, we hebben ons maar droog afgestoft.
Toen ik maandag de ronde deed en ook eens keek wat er met de waterleiding zou kunnen zijn gebeurd bleek de druk bij de ketel voor het warme water een beetje laag. Zou dat een rol hebben gespeeld? Maar het bleef gek dat alleen de buurman daar last van zou hebben.
Op de badkamer van de buurman bleek dat de kraan boven de wastafel het wel deed en normaal water gaf, maar de mengkraan met thermostaat boven de douche geen druppel doorliet. Het kon haast niet anders dan dat de mengkraan was geblokkeerd.
De klusjesman werd benaderd. Die vond het maar een raar verhaal, maar googlede naar de mogelijke gebreken van mengkranen van dit type. Hij kwam met een even rare oplossing. De mengkraan moest open gezet worden, de hoofdkraan dicht en dan weer open. En dan kon het zijn dat hij het weer deed. We controleerden voor alle zekerheid door het losdraaien van de mengkraan dat daar wel degelijk water op stond. toen de hoofdkraan dicht, de douche slang losgekoppeld, de mengkraan van de muur gehaald en bekeken. Er leek slechts een mogelijkheid: de mengkraan vervangen, want er zat nog garantie op. Misschien toch nog even die rare oplossing proberen? De mengkraan werd weer gemonteerd, de hoofdkraan geopend en ja hoor de mengkraan liet weer water door. Het euvel was hersteld. Dat spaarde toch al gauw €250 uit.
Nu de doucheslang er weer aan. Een demonstratie voor de verbouwereerde buurman: mengkraan open: geen water. Het was duidelijk er was iets met de slang en/of de douchekop. Nu hebben douchekoppen de neiging dicht te gaan zitten met kalk of met meegenomen vuil. Al was dat in dit geval niet zo duidelijk te zien. Ook de klusjesman had de neiging om aan te nemen dat er met het aanzetten van de waterleiding wat vuil was mee gekomen. De slang bleek schoon: het water van de nu gewoon werkende mengkraan kwam met volle kracht naar buiten. Dus de douchekop verstopt. Inderdaad toen ik die onder de kraan hield kwam er geen druppel water door.
Nou ja, een douchekop is (als je een nieuwe moet hebben) nog geen mengkraan. Bij toeval draaide ik aan de kunststof kap van de douchekop en hield hem ondertussen onder de kraan. Er kwam plotseling water door. Nog een keer gekeken: het hele probleem was nu wel duidelijk. De douchekop heeft drie standen: dicht, normale douche en geconcentreerde straal. Kennelijk had de buurman of zijn vrouw onbewust de douchekop dicht gedraaid op de dag dat de waterleidingmaatschappij de waterleiding even had afgesloten...
Zo sterk was de suggestie van het afsluiten van de waterleiding door de waterleidingmaatschappij geweest, dat een van de meest elementaire stappen: losdraaien van de douchekop in eerste instantie was overgeslagen en onmiddellijk was gekeken naar de mogelijke boosdoener: de mengkraan.

vrijdag 5 juni 2015

Sanitair

Op reis is sanitair - zeg maar het toilet - een permanente bron van verbazing. In openbare gelegenheden in Nederland zowel als daarbuiten blijkt keer op keer dat de capaciteit van de damestoiletten kleiner is dan die van de herentoiletten, als men tenminste afgaat op de rijen wachtenden die zich voor de streng gescheiden ruimtes verzamelen. Soms zie je wel eens een dame of vrouw die de etikette doorbreekt en in nood de 'verkeerde' deur binnengaat onder het motto: thuis doen we het ook met een.
In Frankrijk vertoont men een opmerkelijke onverschilligheid ten opzichte van de scheiding der geslachten,  althans op dit punt. Het is dan ook niet ongewoon dat er in cafés en restaurants maar een toiletruimte is voor mannen en vrouwen met een wc en twee open  urinoirs. Vrouwen die nodig moeten, moeten dan ook  niet zelden langs plassende mannen. Een gemoedelijke ongemakkelijkheid, gelet  op de strenge scheiding elders.
Toch verraste ons de situatie bij het café tegenover de kerk in La Grande Verrerie een beetje. In de gelagkamer zaten een zestal mensen met glaasjes rode vloeistof, waarvan we de samenstelling niet hebben nagevraagd. De waardin van onbestemde leeftijd liep van tijd tot tijd met de fles rond en schonk bij waar nodig. Onze koffie kwam ook niet uit het gebruikelijke koffiezetapparaat maar uit een kan die ergens in het café was opgeborgen.
En het toilet? Toen ik er naar vroeg keek de waardin me taxerend aan en wees me toen de weg naar buiten. Daar tegen de muur van het café was een toiletruimte gebouwd, waar wel een closetpot met waterspoeling stond, maar de waterleiding was niet aangesloten. Naast de wc stond een grote lampetkan  van een model dat ik lang niet gezien had en er zat water in. Mijn indruk was dat afgaand op het gras er voor, deze ruimte niet intensief wordt gebruikt.

donderdag 28 mei 2015

Arbeider

Volgens de verhalen zorgde de Schneiderdynastie goed voor zijn arbeiders. Ze kregen een woning, een inkomen en een opleiding. Wie in Le Creusot bij het familiebedrijf werkte was voor het leven verzorgd.
Hetgeen niet wegneemt dat er verschil was. De Schneiderdynastie die de voormalige kristalfabriek van  Marie-Antoinette kochten (Marie- Antoinette onthoofd onder de guillotine had er niet veel meer aan) was schatrijk en verbouwde het pand tot woning. Het pand was groot genoeg om er de groten der aarde te ontvangen. Een van de laatste sprekende namen was die van Nikita Chroestsjow.
Wat er over is van de oorspronkelijke arbeiderswoningen is nu een monument in La Combe des Miniers, ver weg van de woning van Schneider.  De danig vervallen woningen hebben nu weer een woonbestemming, geschikt gemaakt voor verschillende  gezinsgrootten. Dat vertelde tenminste de man die een van die huisjes bewoont; zijn witte baard wees er op dat hij niet zo jong meer was. Toen hij ons door het doodlopende straatje zag lopen, terwijl we de woninkjes monsterden, sprong hij op en zei dat we nog niet alles hadden gezien. Hij nam ons mee naar een deur naast het laatste huis in de rij en bracht ons naar een overdekte gang die achter alle huizen doorliep. Hij kon ons niet duidelijk maken wat de functie van de gang was geweest, maar wel dat hij de woningen goed isoleerde. Een tamelijk overbodige isolatie lijkt me, waar de gang was uitgespaard in de berghelling.
Vermoedelijk gaf de gang ooit rechtstreeks toegang tot het fabrieksterrein. De man die ons de gang toonde was zelf geen afstammeling van een mijnwerker. 

Cultuur

Wellicht overdrijf ik, maar de twee steden Montçeau-les-Mines en Le Creusot lijken me de perfecte combinatie van steden om een boek over te schrijven. Nauwelijks twintig kilometer van elkaar, ongeveer even groot  (30 000 inwoners) en beide groot geworden in de mijnbouw. Maar terwijl de inwoners van Le Creusot een petitie indienden om hun stad maar Schneiderville te noemen naar hun weldoende werkgever, liepen in Montçeau-les-Mines de arbeiders te hoop tegen hun uitbuitende baas in een van de eerste stakingen in de mijnbouw. Een  groter contrast is haast niet denkbaar.
We liepen dan ook vol vertrouwen binnen bij het Office de Tourisme in Montçeau-les-Mines  met de vraag naar informatie over de geschiedenis van de mijnbouw in deze streek. Maar de juffrouw achter de balie moest erkennen dat ze die niet had. Of ze ons dan de weg kon wijzen naar een boekhandel?
'Nee er is geen boekhandel.'
Haar antwoord was zo categorisch dat ik even dacht dat mijn buitenlands accent verkeerd was gevallen. Maar toen we de stad inliepen bleek dat ook vriendelijke inwoners geen boekhandel wisten. Geen boekhandel in de stad. Dat het niet goed gaat met de boeken is wel duidelijk, maar helemaal geen boeken, zelfs geen papeterie?
In Le Creusot is wel een boekhandel, de juffrouw daar wist te vertellen dat de boekhandel in Montçeau-les-Mines inderdaad was verdwenen. Opgeslokt door het cultureel centrum, zei ze.
Maar ook in Le Creusot was geen geschiedenis van de mijnbouw in Bourgondië. Hoe moet het met onze beschaving als we onze geschiedenis niet meer kunnen terug vinden? 
In Montçeau-les-Mines had ik overigens wel het gevoel dat er veel kapperszaken zijn. Een schrale troost.

woensdag 27 mei 2015

Luzy

We zijn terug in Luzy, op het terrein van Dominee de la Gagère. Wat opvalt is de stilte, vanaf de camping zelf dringt haast geen geluid tot hier door. Dat wil zeggen, ik hoor wel wat: het onafgebroken gezoem in mijn oren aangevuld met wat  hogere tonen alsof er een vogeltje in de buurt is. Het zijn de 'geluiden' die horen bij beginnende doofheid, naar het schijnt.
Op deze  eerste  Pinksterdag  is het mooi weer, maar de temperatuur is nog niet  aangenaam. Het uitzicht is hier vandaan prachtig. Het dal  ligt in de  zon. Alle bomen zijn nu volop in blad. En kleine hagedis komt ons balkon op en kijkt me keurend aan. 'Zijn jullie de nieuwe bewoners?' Ik knik bevestigend en hij loopt aan de andere kant het balkon weer af. Zijn we goedgekeurd?
Voor deze week zal hij het er mee moeten doen.

zondag 10 mei 2015

Duidelijk

Het boek van Joris Luyendijk: Het kan niet waar zijn, laat maar al te duidelijk zien hoe waar het is. Maar als ik het probleem van Luyendijk op mijn manier samenvat is het dat de techniek ons steeds meer de baas wordt. De mens acteert steeds meer als de tovenaarsleerling van Goethe. U kent het verhaal nog? De tovenaarsleerling moest de werkplaats schoonmaken, terwijl de tovenaar weg was.
De leerling vond het maar niets, maar hij kende wel een spreuk om de bezem tot leven te brengen, zodat de bezem uit zichzelf de werkplaats zou schoonmaken. Dat werkte perfect: de bezem haalde water en veegde, en haalde water en veegde, tot de werkplaats onder water stond.
De leerling wist echter niet welke spreuk hij moest toepassen om de bezem te stoppen. Hij had nog wel een andere spreuk, maar die werkte niet helemaal bevredigend: in plaats van een bezem had hij er nu twee die water haalden en de werkplaats veegden....

Zo was het dat de buurman deze week aanbelde, hij had een e-mail ontvangen en wist niet goed wat hij er mee aanmoest. Het ging over e-mail en het zou dus wel over computers gaan en dus werd ik ingeschakeld. Terwijl we met zijn vieren aan het gebak en de koffie zaten - want de buurvrouw had juist gehoord dat ze gezond was - las ik het betreffende e-mail bericht. In mijn woorden kwa het er op neer dat de KPN een tijdje moeite had gehad met het gebruik van poort 25 voor het verzenden van e-mailberichten. Daarvoor had de KPN een noodoplossing gemaakt. Maar nu waren de problemen achter de rug en konden gebruikers weer gebruik maken van poort 25. Daarvoor moes men de DNS-server opnieuw instellen en een bepaalde regel uit het instellings bestand verwijderen. Per 15 juni zou de noodoplossing niet meer werken.
Naar mijn gevoel en dat zei ik ook zouden er veel mensen zijn die een dergelijk e-mail bericht niet zouden begrijpen. Ik bood aan om te helpen het probleem op te lossen. De buurman haalde opgelucht adem. Vooral toen ik er aan toevoegde, dat er naar mijn mening voor 15 juni niets nhoefde te gebeuren.
Ik snap er niets van, zei hij. Maar dat had ik inmiddels begrepen. 

donderdag 7 mei 2015

Het klooster

De bus brengt ons moeiteloos en op tijd naar Tegelen. maar we hebben geluk, want tussen Eindhoven en Weert zijn twee vrachtwagens op elkaar gereden en de ravage veroorzaakt een eindeloze file van vooral vrachtwagens. Het is verbazend hoeveel vrachtwagens er langs die route blijken te rijden. Maar wij zien het aan, want het is aan de andere kant van de vangrail en het deert ons niet. 
In Tegelen stoppen we midden in de straat tegenover ons eerste doel: het atelier van Sjaak. Sjaak blijkt een kunstenaar met een voorliefde voor vogels (want hij heeft altijd willen vliegen), brons en glas (het donkere en het lichte vertegenwoordigend), goed en kwaad (waarvoor zijn vogels vier ogen hebben) en toch ook met beide benen op de grond (waarom zijn vogels mensenvoeten hebben). Het enthousiasme van Sjaak over zijn werk is aanstekelijk, vooral als blijkt dat hij ook nog gedichten schrijft. Zijn gedichten zitten in een bundel naar 92. Want dat is de leeftijd die hij wil bereiken. Dan wil hij naar bed gaan en voor de laatste keer met het touwtje van de trekschakelaar het licht voor de laatste keer uitdoen. Hij is nu net 60 geworden.
Het is een aardige overgang als Sjaak ook vertelt over Arnoldus Janssen die uiteindelijk vanaf 1875 in Steyl een drietal klooster congregaties opricht. In Steyl, omdat Bismarck met zijn Kulturkampf dat in Duitsland onmogelijk had gemaakt. Janssen had een groot succes, want in zijn bloeiperiode hadden de drie kloostergemeenschappen (missiepaters, de blauwe missiezusters en de rose zusters (Dienaressen vaan de Heilige Geest van de Altijddurende Aanbidding) gezamenlijk zo'n 7000 monniken en nonnen. De kloostercomplexen (toen goeddeels zelfsupporting) domineren nog steeds het beeld van Steyl.
Zoals gezegd, het verhaal Sjaak was een aardige overgang, want ons volgende bezoek was aan de restanten van de oude drukkerij van het klooster, met daarin nog 'de religieuze stoommachine'. Een spectaculaire machine die indertijd voor gelijkstroom zorgde voor alle drie de kloosters.
Het is vergane glorie, de religieuze stoommachine wordt in conditie gehouden door vrijwilligers. Van de ooit 659 missiemonninken zijn er nu nog 28 over; er moeten nog een honderd blauwe zusters zijn en een onbekend aantal rose.
Ik was eigenlijk wel benieuwd naar die rose zusters, want ik was hier al eens geweest. Dat was in 1952, d.w.z. nog voor de geboorte van Sjaak, toen ik met m'n broer Freerk een trektocht maakte door Nederland langs de jeugdherbergen. Ook toen vertrokken we uit Breda. Omdat we voorzagen dat het een lange fietstocht was, hadden we ons corvee al op de avond voor ons vertrek kunnen doen. Op de fiets, met de fietsatlas van King als wegwijzer reden we via Gilze, Hilvarenbeek, Oorschot, Geldrop etc., al kan ik me al de plaatsen van toen niet goed meer voor de geest halen. We kwamen uiteindelijk aan bij Ben Harwig, waar we enkele nachten bleven.
Ben bracht ons ook naar het klooster van de rose nonnen, waar we vanaf het orgel naar beneden in de kerkruimte keken en daar een heel koor van nonnen konden zien, door een soort hek gescheiden van de mogelijke leken in de kerk. Ik moet bekennen dat Freerk en ik niet erg eerbiedig reageerden. We kregen de slappe lach en verlieten haastig de kerkruimte, maar dat was toen.
Nu maakten we, vanaf het theehuis met uitzicht op de Maas een wandeling naar de kapel bij het klooster van de rose nonnen. De situatie was anders dan in mijn herinnering. Was dit de zelfde kerk? Wat wel overeenkwam wel was het hek voor in de kapel dat de leken en de nonnen scheidde en van ons uit gezien achter het hek één non, naar het uiterlijk in gebed. Zou ze er iets van merken dat wij stonden te kijken? Ze liet het niet merken.
Vlak voor we de kapel weer verlieten, werd ze afgelost. Een andere non nam het gebed over, want dat gaat zonder onderbreking door 7/24 zoals we dat ook van benzine pompen zeggen. Hier is godsdienst een kijkspel geworden: artefact van een haast vergeten verleden.



zondag 3 mei 2015

Big brother

In Financieel Dagblad van 2 mei schetst Joost Steins Bisschop een verontrustend beeld van China's sociaalkredietcode. De Chinese regering ontwikkelt een systeem om burgers en bedrijven te beoordelen op hun betrouwbaarheid en kredietwaardigheid, het doel is de samenleving beter te maken.Gelet op de digitale mogelijkheden van het moment kan het systeem zeer ver reiken. Want het gaat niet alleen om het betaalgedrag, maar ook over het sociaal gedrag, zowel van de gevolgde burger als van de mensen met wie zij omgaan. Dit alles bepaalt voor welke functies mensen in aanmerking komen. Een luguber vooruitzicht: Big Brother in optima forma.
Toch roept dat beeld ook herinneringen op. Toen ik in het begin van de jaren zestig bij de rijksoverheid solliciteerde werd niet alleen ik maar mijn hele familie gescreend op communistische sympathieën. Zouden die gebleken zijn dat zou ik ongetwijfeld niet voor de functie in aanmerking zijn gekomen. In diezelfde tijd al werd de sociale omgeving van medewerkers voor grote bedrijven als IBM zorgvuldig onderzocht. Paste de echtgenote van de nieuwe medewerker wel in het gewenste profiel.
En nog veel verder terug: De lang vergeten genocide van de Saksen door Karel de Grote. Het kostte Karel zo'n dertig jaar om de Saksen niet alleen te verslaan, maar ook om hen te overtuigen van het belang christen te worden. Tussen 772 en 804 werden de saksische, relatief democratische structuren vernietigd en vervangen door de Frankische. Een drakonisch wettelijk systeem 'de Capitularia de partibus Saxoniae' uit 785 zette de doodstraf o.m. op: inbraak in -, diefstal uit -, of in brand steken van een kerkgebouw, het niet in acht nemen van de vastentijd door het nuttigen van vlees, op het niet gedoopt zijn en op het weigeren van dit sacrament, op het cremeren van een stoffelijk overschot naar heidens gebruik. En dit alles in samenhang met een verfijnd systeem van door of namens de keizer benoemde spionnen.
Karel de Grote zag zichzelf graag als de opvolger van David die twee op de drie overwonnen Moabieten vermoordde of van Saul die de Amalekieten (mannen, vrouwen en hun kinderen en veestapel) uitmoordde.

Eigenlijk is er niet veel nieuws in het gedrag van de Chinese overheid. Alleen de beschikbare technologie is iets verbeterd. Nog steeds gaat het er om de maatschappij te verbeteren. Op weg naar een ideaalbeeld dat alleen bestaat in de ogen van de machthebbers. O ja, is IS niet ook bezig met het verbeteren van de maatschappij? 

maandag 27 april 2015

Horen

De geleidelijke aftakeling van de ouder wordende mens gaat gepaard met hulpmiddelen die de achteruitgang zo goe mogelijk moeten compenseren. De nieuwe hulpmiddelen leiden daarbij weer tot nieuwe gesprekken. Zo is de erkenning dat ik een gehoor apparaat heb al gauw goed voor een paar vragen: bij wie ben je geweest? En helpt het? Of gôh, je ziet er niets van. Hoe groot is die van jou? De mijne is veel groter (of kleiner), maar blijkt bij nader inzien toch even groot.
Ja, zei mevrouw M., maar je kunt ook weer rare dingen meemaken. Een vriendin heeft ook een gehoorapparaat, maarmerkte toen ze in bed stapte dat ze vergeten had het uit haar oor te halen. Ze had geen zin meer om weer uit bed te gaan en legde de beide apparaatjes in een hoekje op het nachtkastje van haar bed. De volgende morgen bleken de beide apparaatjes te zijn verdwenen. Na enig zoeken werden ze terug gevonden op de vloer. Het ene apparaatje was inmiddels zonder batterij.
Het bleek dat de kat ze in de loop van de nacht had ontvreemd, want zei de vriendin: katten zijn gek op oorsmeer.

Subsidies

De voorzitter van de Vrienden van de Kamermuziek vertelde dat het bestuur die middag had besloten de vereniging op te heffen. Weliswaar ontbrak het quorum voor een definitief besluit, zodat er een nieuwe vergadering nodig zou zijn. Maar er was weinig aanleiding om aan te nemen dat de opheffing niet door zou gaan. De vereniging was opgericht in 2005, om te voorkomen dat het besluit van de gemeente om de subsidie aan de kamermuziek te beëindigen zou worden doorgevoerd. De lobby was succesvol geweest en de vereniging had kunnen doorgaan met gesubsidieerd muziek maken. In 2012 was echter de Nieuwe Veste verzelfstandigd en via afspraken met de Nieuwe Veste was er een redelijke mate van zekerheid verkregen dat de Kamermuziek ook in de toekomst mogelijk zou blijven. De vereniging verloor daarmee zijn taak en kon worden opgeheven. Het verhaal maakte duidelijk dat lobbyen bij de gemeente succes kan hebben. Maar onduidelijk was, op grond van welke motieven de gemeente in eerste instantie de subsidie had ingetrokken en in tweede instantie weer had toegekend.
D66 stelt zich op als de voorvechter van een transparant openbaar bestuur en had er daarom op aangedrongen dat er een subsidie register zou komen. Dat register is er inmiddels en het geeft een overzicht van alle subsidies die door de gemeente worden uitgekeerd gerangschikt naar doelstelling. Niet alle doelstellingen zijn even duidelijk, zo leek me de doelstelling "Fonds Cultuur en Erfgoed" nogal vaag: wat zou eigenlijk bereikt moeten worden?
Daarnaast kun je je afvragen wat de winst is van het in een overzicht plaatsen van de doelstelling Toeristische informatie met de doelstelling Stapsgewijze realisatie van evenredige maatschappelijke en/of economische participatie.
Wordt de wereld hiermee transparanter? Wat gaan we eingelijk doen als we die informatie hebben? Mijn vraag was: wie houdt dat bij en wat kost dat aan tijd?
Het antwoord was eenvoudig: De ambtenaren en weinig.
Er ontstond enige correspondentie met leden van de fractie over hoe eenvoudig de aanvraag van een subsidie in de huidige tijd is. De stelling: het gaat allemaal digitaal bleek niet geheel juist, toen ik besloot om de eenvoud te testen een subsidie aan te vragen voor een fictieve Stichting voor Ouderen in Flatgebouwen met als doelstelling flatneurose bij ouderen boven 75 te verminderen. Het leek me een doelstelling die perfect past in de doelstellingin het subsidieregister: het percentage burgers dat last heeft van geestelijke gezondheidsproblemen (depressie, verslaving) is afgenomen.
De leden van de fractie hielden vol (en zo hoort het ook) dat een subsidieregister nuttig was en de transparantie bevorderde. Men nam ondertussen naar het schijnt mijn subsidie aanvraag serieus, al waren de gelden voor 2015 op. Om voor 2016 in aanmerking te komen moest ik een nieuwe aanvraag indienen voor 1 oktober.

donderdag 9 april 2015

Op de keper beschouwd: niet nodig

Er was een lekkage in de flat. Een van de leidingen die alle flats verbond was door geroest. Misschien zou ik moeten zeggen gecorrodeerd, maar het effect was hetzelfde: de flat waar het plaats vond liep geleidelijk onder, net zoals de flat eronder. Omdat voor de reparatie de waterleiding moest worden afgezet, was mijn aanwezigheid thuis gewenst, althans naar mijn inschatting.
Terwijl, het water was afgesloten en de loodgieter bezig, besloot ik iets te doen wat ik al een tijd van plan was. Een lamp verwisselen in mijn werkkamer. Het was de lamp in een plafonnière die bediend wordt door de schakelaar bij de deur. De lamp die er in zat was een spaarlamp. Wat die lamp precies spaarde is me niet geheel duidelijk, maar hij begon na inschakelen altijd op zijn dooie gemak en verspreidde pas zijn volledige licht na verloop van heel geruime tijd en was er dan nog zuinig mee. Geen echt probleem eigenlijk; gewoon een lamp van een ander type indraaien. Ik klom dus op de trap, draaide de kap van de plafonnière, vervolgens de zittende lamp er uit en de nieuwe erin. Even kijken of hij werkte; dat was vervelend, hij werkte niet. Niet ver genoeg aangedraaid? Even aandraaien, geen resultaat. Nog eens, nog wat strakker.
Plop!
Dat geluid kwam van de schakelaar. Die bleek niet meer te bewegen. Ik hoefde niet naar de meterkast om vast te stellen dat er kortsluiting was. Dus: hele plafonnière er af, en de schakelaar uitgebouwd.
Inmiddels eens kijken hoever de loodgieter was. Zijn karwei duurde iets langer dan was voorzien en nam een groot deel van de middag in beslag.
Het was tegen half vijf voor het water weer liep en ik op stap kon voor mijn plafonnière en een schakelaar. Na enige discussie met de baas van de lampenwinkel schatten we gezamenlijk in dat reparatie van een plafonnière duurder zou zijn dan vervanging, zodat ik met een nieuwe plafonnière de zaak weer verliet.
Een nieuwe schakelaar had hij niet, maar kon hij bestellen; dat leek me toch wat te ingewikkeld. Ik zou ervoor naar een bouwmarkt moeten. Dat gebeurde een dag later.
Bevestigen van de plafonnière bleek ook al weer niet zo eenvoudig met boutjes die eigenlijk anderhalve gang te kort waren als je maar twee handen hebt. Boven je hoofd heb je de zwaartekracht tegen. Trouwens ook het vastzetten van de draad was minder voor de hand liggend dan ik dacht, omdat schroeven waarmee de draden worden vastgezet tegenwoordig alle mogelijke fantasie koppen hebben. Je mag van geluk spreken als je ze met de schroevendraaier überhaupt kunt aandraaien.
Maar uiteindelijk zaten lamp en schakelaar zoals het hoort en werkte alles weer.
En op de keper beschouwd, als ik maar tevreden was geweest met het licht van de spaarlamp, was de hele operatie niet nodig geweest.  


 

dinsdag 7 april 2015

Oude liefde

In het tijdschrift Europe Echecs verwijst de schrijver (Yves Marek) naar Jacques Chardonne, de schrijver van Bonheur à Barbezieux. Chardonne, zegt Marek, heeft het niet zoals de meeste schrijvers, over de heftige liefde, over de romantische passie die zoals door sommigen wordt beweerd nooit langer duurt dan 3 jaar. Chardonne prijst de hele gewone liefde tussen oude koppels, de liefde die zichzelf versterkt in het gewoontegebaar, in de herhaling, in de verveling ook, en in de alledaagse, haast onmerkbare verandering. "Je weet nooit met wie je trouwt," zegt Chardonne, "het huwelijk leert je dat op den duur."
Het schaakspel, zegt Marek, kent ook van die oude koppels. En dan moet je niet denken aan de tweekampen van de kampioenen die met veel geweld en emotie gepaard gaan. Je moet denken aan de vele naamloze schakers die elkaar dag in dag uit, en jaar in jaar uit op een bankje in het park treffen. Los van de clubs spelen ze hun spel, een ritueel dat volstrekt los staat van de werkelijkheid om hen heen. Hun vriendschap heeft wel wat weg van de liefde van oude koppels.
Het zal u wellicht niet zoveel zeggen. Maar ik moest denken aan de schaakclub waarvan ik lid was, totdat ik, door mijn werk gedwongen, mijn prioriteiten moest verleggen. Vijftien jaar later trof ik de schaakclub weer, nu in een gemeenschapshuis hier in de buurt. Het was een wonderlijke ervaring, deze schakers - u zult hun namen niet tegenkomen in de tijdschriften - tegenover elkaar te zien zitten alsof ze de afgelopen vijftien jaar niet weg waren geweest. En dat was waarschijnlijk ook zo, al waren ze duidelijk ouder geworden; hun onderlinge sterkte zal in die tijd niet veranderd zijn. En ongetwijfeld zou een aantal van hen nog op de schaakopeningen studeren. Maar dat maakte niet zoveel uit. Achter het bord was het moeilijk te onthouden wat de vijfde zet was in juist deze variant. Er hoefde niets meer aangetoond te worden. Aan het eind van het seizoen zou de stand worden opgemaakt en die zou dan nauwelijks afwijken van die van vorig jaar. Ze kenden elkaars sterke en zwakke zijden. Ze wisten vermoedelijk welke opening ieder zou spelen en welke variant van die opening.
Nog verder terug gingen mijn gedachten. Ik zag weer als jongen van een jaar of tien mijn vader spelen, meestal op zaterdagmiddag tegen een vriend die een paar jaar ouder was en geplaagd door artritis. Hij, de vriend, droeg schoenen met verdikte zolen en de vingers van zijn handen waren vreemd gekromd en op de gwrichten opgezwollen. Ze rookten samen grote sigaren, waarvan het topje werd afgeknipt met een speciaal schaartje. Mijn vader was in mijn ogen een deftig man in een driedelig pak met een ketting over het vest waaraan, dat wist ik, een horloge zat. Van tijd tot tijd werd het horloge met de ketting uit een zakje van het vest getrokken om te kijken hoe laat het was. Een overbodig gebaar denk ik want op nauwelijks twee meter van hen vandaan stond een pendule op de schoorsteen. Tussen deze twee mannen in stond het schaakbord en daarop speelde zich het schaakspel af. Een tijdloos gebeuren; ik heb er geen idee van wie van beiden de sterkste was, of wat er gebeurde als een van hen won. Vermoedelijk werd een afspraak gemaakt voor de volgende ontmoeting. De eeuwigdurende dialoog tussen twee mensen.
Ik kan me wel iets voorstellen bij de liefde tussen oude koppels en de door Marek geschetste pendant ervan tussen twee schakers.      

maandag 23 maart 2015

Toilet

Misschien zijn onbemande schepen onder omstandigheden toch niet zo gek. De reeds eerder genoemde facebooksite van Shell Tankers maakte melding van het volgende voorval.
De (Duitse) onderzeeër U-1206 werd in bedrijf genomen in maart 1944. De bemanning oefende gedurende de rest van 1944 met deze boot, om in april 1945 te gaan patrouilleren in de Noordzee. Het werd een korte en de enige patrouille van deze boot.
Aan boord was n.l. een nieuw type toilet ingericht, dat het mogelijk moest maken ook op grotere diepten te worden gebruikt. Het toilet was zodanig gecompliceerd dat een van de bemanningsleden (men neemt aan de kapitein) die daarop een grote boodschap moest doen een fout maakte. Er moest een machinist aan te pas komen om het toilet te repareren, maar deze vergiste zich opende de verkeerde afsluiter. Hierdoor stroomde water de boot binnen en in de accuruimte. Het zeewater in combinatie met het accuzuur veroorzaakte chloorgas, een zeer vervelend gas.
Er zat maar een ding op: de boot moest naar de oppervlakte, maar bevond zich op dat moment dicht onder de Engelse kust. Terwijl de bemanning druk bezig was het chloorgas te verdijven werden ze gespot en beschoten.
De boot was niet meer te redden; bemanning werd gevangen genomen en de onderzeeër verdween naar de bodem van de Noordzee. (Daar werd hij later terug gevonden bij de aanleg van een kabel).
Er is reden om aan te nemen dat dit ongeluk niet zou zijn gebeurd als de bemanning had bestaan uit robots.
    

Afzonderlijke berichten

Op de faceboek pagina van Shell Tankers werd een foto geplaatst van de schepen van de toekomst. Schepen die automatisch worden aangestuurd en varen zonder bemanning. Nog niet alle moeilijkheden zijn overwonnen, maar over twintig jaar...
Hoeveel mensen zullen nog werk vinden in de scheepvaart als alle transport is geautomatiseerd? Je moet niet pessimistisch zijn in die dingen. Het antwoord zit denk ik in de wet van behoud van ellende. Vermoedelijk zullen er zoveel robots gebreken vertonen of gehackt worden dat dat op zichzelf een uitgebreide staf van deskundigen en veiligheidsexperts vereist, al dan niet aan boord. En vermoedelijk zullen veel militairen aan boord moeten zijn om de piratierij op onbemande, maar wel gehackte schepen te beteugelen. 

In het Financieel dagblad las ik dat men in de biotechniek inmiddels zover is gevorderd dat steeds meer zieke lichaamsdelen kunnen worden vervangen door gezonde exemplaren. Het artikel sloot met de opmerking dat de dood tot nu onvermijdelijk binnen afzienbare tijd steeds meer een kwestie van keuze zal zijn. De kosten van de geondheidszorg zullen zeker nog omhoog moeten om dat te kunnen bereiken.

Piketty laat zien dat de tendens van de laatste dertig jaar is dat de inkomensverdeling steeds schever wordt. Een gevolg van het feit dat de opbrengst van kapitaal hoger is dan die van arbeid. Hij is niet de enige, Het verschijnsel van de steeds schevere inkomensverdeling wordt inmiddels door velen gesignaleerd. Zo zegt Stiglitz dat van de economische groei (datgene wat we per jaar meer krijgen) 93% gaat naar de rijkste 1% van de bevolking (maar dat is Amerika; in Nederland zijn we nog niet zover). De gevolgen van de scheve inkomensverdeling zijn niet echt aantrekkelijk, ze drukken zich uit in hogere criminaliteit, duurdere gezondheidszorg, kortere levensverwachting. Er zijn maar weinigen die zich daarover opwinden.

Piketty constateert ook dat de wereld bevolkingsgroei nu kan worden geschat op 0,8%, wat betekent dat er jaarlijks de bevolking van een land als Frankrijk (ca 65 miljoen mensen) bijkomt op deze wereld.
Vraagje: hoeveel mensen van de ongeveer 8 miljard mensen die rond 2030 op deze aarde kunnen worden verwacht, kunnen genieten van de keus om niet dood te gaan?



  

zaterdag 21 maart 2015

Schakers

Als ik op zaterdag in de auto zit staat gewoonlijk de radio aan met het programma van radio1. Vanmorgen vielen we in het programma de Taalstaat. Iemand - maar dat is het kenmerkende van de autoradio: je valt in een programma en je valt er weer uit, afhankelijk van de lengte van je rit - vertelde zijn roman van 149 woorden, een verhaal over twee russische schakers met onuitspreekbare namen. Een roman van 149 woorden is nog te overzien en aan te horen, zelfs als je in je auto maar een korte rit maakt. Maar in dit geval was ik maar voor de helft met mijn gedachten erbij. Want terwijl ik iets hoorde over iemand die een van de schakers met het schaakbord te lijf ging, gingen mijn gedachten weer terug in de tijd; de tijd dat ik zelf nog tegen een Russische grootmeester schaakte. Het was denk ik 1954. In Amsterdam vond de tweekamp plaats tussen Botwinnik, regerend wereldkampioen en Smyslov, zijn uitdager. Allebei Rus, maar met in ieder geval gemakkelijk uitspreekbare namen. De wedstrijd over 24 partijen eindigde in 12-12, waardoor Botwinnik zijn titel behield.
In de marge van de titelstrijd gaven de beide spelers en enkele topspelers uit Nederland simultaanséances. En zo kwam ik samen met een groot aantal anderen tegenover Smyslov. Het gebeurde in de galerij aan het Oosteinde. De galerij zou later worden afgebroken om plaats te maken voor de Nederlandse Bank. Zoals simultaanspelen gebruikelijk speelde Smyslov met wit en moest ik mijn zet doen als hij weer bij mijn bord kwam. Dat gaat altijd te snel. Als je een beetje stelling hebt opgebouwd heb je enige tijd nodig om een behoorlijke zet te vinden. Ik zat dan ook met een oog op mijn bord en een ander in de richting van Smyslov die van rechts naderde. Ik wist dat als ik hoorde dat mijn buurman zijn zet deed, ik weer aan de beurt was. Bovendien moest ik voor de geschiedenis mijn partij noteren en deed dat met een vulpen, wat toen niet ongebruikelijk was (de ballpuntpen was nog maar nauwelijks geïntroduceerd in Nederland en duur). De vulpen had een ander nadeel: hij lekte gemakkelijk. Het was altijd een bijzonder beeld al die schakers achter hun bord, starend naar de stelling met hun vulpen in de hand, terwijl ze gespannen, maar gedachteloos het dopje op en af schroefden.
Ik had geen schijn van kans tegen Smyslov en gaf op na een zet of twintig. Maar ik had wel een andere kans; ik vroeg hem zijn handtekening te zetten op het notatie blad. Wel, dat vragen ging in gebarentaal: ik reikte hem mijn notatiepapiertje aan met de ene hand en mijn vulpen met de andere hand. Het dopje eraf: hij kon meteen schrijven. In mijn onhandigheid gaf ik hem de vulpen met het schrijvende deel naar hem toe. Hij greep - hij was vermoedelijk ook met zijn gedachten maar voor de helft bij de situatie - en had zijn hand vol inkt. Er was enige consternatie voor de inkt weer was afgeveegd. Maar toen kreeg ik toch zijn handtekening. Een aardige man die Smyslov.