vrijdag 28 december 2012

Regen

La grande Place, het centrale plein in Esquelbecq, heeft vier uitgangen: de Rue de la gare, de Rue de Bergues, een voetpad langs het kasteel en de Rue de Wormhout. De Rue de Wormhout kruist op een meter of vijftig van het grote plein met een weinig opvallende brug de IJzer, beroemde rivier en deel van de Belgische waterlinie. De IJzer ontspringt niet ver hier vandaan en is meestal een tamelijk smal riviertje, maar de afgelopen drie maanden is er meer regen gevallen in deze streek dan anders in een jaar. Volgens de Voix du Nord van vanmorgen is nu een kritische drempel bereikt. De krant toont foto's van overstromingen in de hele streek. Volgens Benna is de IJzer zo gezwollen dat hij over de brug is gestroomd. Dat was vanmorgen niet meer het geval, de brug lag nu weer zo'n anderhalve meter boven het water. De brug is naar mijn schatting het laagste punt in het dorp. Vandaar af gaat de Rue de Wormhout omhoog en als je vanaf de Rue de Wormhout de Rue d'Arneke ingaat stijgt de weg zeker nog twee meter voor je bij het huis van Benna bent. Hier beperkt de overlast door de regen zich tot een tamelijk vochtig erf, waar zich een dikke modderlaag heeft gevormd. De auto's veroorzaken banden sporen, waardoor mijn tocht naar de caravan er steeds een is van voorzichtig manoeuvreren. Wel we weten er inmiddels alles van want toen we hier eind augustus waren had regen de vlonders voor de caravan zodanig glad gemaakt dat we naar huis konden met een gebroken knie bij ons. Anneke heeft nu het dringende advies niet naar de caravan te gaan. Sinds gisteravond is het droog, maar op het programma roept Benna optimistisch staat nog meer regen.

zaterdag 15 december 2012

1e hulp

Woensdag, na de kerstboom en de lunch maakten we ons klaar om nog wat inkopen te doen voor de kerst toen de telefoon ging. Fred: zijn oom was gevallen en kon niet meer overeind komen. Of ik even kon gaan kijken, aangezien ik de sleutel had. Hijzelf zou vanuit Rotterdam over een drie kwartier ook in Breda kunnen zijn. Anneke en ik gingen naar boven en openden de deur. R. lag bij de toegang tot de huiskamer op zijn linkerzij. Ik probeerde hem op te tillen, maar zag er al gauw vanaf, hij had duidelijk hevige pijn en we beperkten ons ertoe een kussen onder zijn hoofd te leggen. R. voelde zich duidelijk zielig. Daar lag hij nou, bijna 92 jaar. Hij was gevallen in zijn hobbykamer en toen hem bleek dat hij niet meer overeind kon komen was hij de ca 8 meter over de grond gekropen naar de telefoon. Het telefoonnummer van zijn huisarts stond - zei hij desgevraagd - in een klein zwart boekje dat op een tafel in de huiskamer lag. In afwachting van de huisarts vroegen we of hij een kaartje van de verzekering had, want als hij naar het ziekenhuis moest was dat het eerste waar men naar zou vragen. Dat kaartje zat zei hij in de portefeuille die bij dat boekje met het telefoonnummer. De huisarts kwam binnen en bekeek de situatie, ze schatte dat de heup van R. zou zijn beschadigd, er moest een foto van worden genomen. Ze nam contact op met het ziekenhuis en de ambulance en liet een briefje achter waarop zei ze, alle medicijnen stonden die R. gebruikte. Toen ze weg was zei R. dat op die lijst nog één medicijn ontbrak. Hij was kennelijk klaar wakker en helder. De ambulancedienst kwam binnen, R. kreeg een infuus en een pijnstiller. En toen kwam Fred, die verder de begeleiding van R. naar het ziekenhuis op zich nam. Aan het eind van de middag bleek dat R. zijn bovenbeen had gebroken, er zou een heup prothese worden aangebracht. En nog weer later bleek dat de operatie nog dezelfde avond plaatsvond. De volgende dag brachten we R. een bezoekje in het ziekenhuis en troffen daar Fred ook aan. Terwijl Fred ons even alleen liet met R. en ging praten met de verzorging, maakte R. de opmerking dat hij nu toch wel met het laatste stukje bezig was. We spraken het niet tegen. Fred vertelde even later dat R. donderdagmorgen toch even buiten bewustzijn was geweest. En Fred vroeg aan zijn oom of hij, indien zich de situatie voordeed, gereanimeerd wilde worden. Het was een vraag waarmee R. zich kennelijk nog niet had bezig gehouden.

donderdag 13 december 2012

De lift

Voor ons dorp met zijn vergrijzende bevolking is de lift een onmisbare voorziening. Storingen sluiten mensen op de hogere etages af van de wereld. En zij die op de lagere etages wonen verzuchten van tijd tot tijd dat ze blij zijn dat ze zo laag wonen, want zij kunnen eventueel nog te voet naar beneden en de straat op. Liftonderhoud en het voorkomen van storingen is dan ook iets waar niemand bezwaar tegen maakt. Aan mij om te zorgen dat de dorpelingen tijdig gewaarschuwd worden. Ik doe dat met een briefje, opgeplakt tegen de wand van de liftcabine. Gisteren was het weer zover. Om half negen meldde de onderhoudsmonteur zich. We praatten even over de planning van zijn aktiviteiten van het volgend jaar. En passant vertelde hij dat er volgend jaar misschien een andere monteur komt want ook bij zijn bedrijf moet bezuinigd worden. Er moet een monteur uit. (Hijzelf niet trouwens). Mevr. R. (van 8) kwam tijdens dat gesprekje met de lift naar beneden en vroeg ongerust hoe lang de lift buiten dienst zou zijn, want zij kreeg om kwart over tien 10 dames op bezoek. De monteur maakte een geruststellende opmerking. Mevr R. stapte weer in de lift en de lift ging op en de lift ging weer neer en Anneke stapte uit op weg naar de fysiotherapeut. Als ze terugkwam zou ze met mevr. dJ de kerstboom optuigen. De heer dJ. zou die tegen die tijd klaar zetten. De liftmonteur ging aan het werk en begon met op alle etages een sticker op de deur te plakken dat de lift buiten dienst was. Ik ging met hem mee en stapte bij mij voor de deur weer uit en ging verder met de tekst waarop ik zat te broeden. Toen ik die als bijlage had weg gestuurd ging de telefoon: Mevr. M.: hoe dat nu moest met de lift. Ze had afgesproken dat ze mee zou helpen de kerstboom op te tuigen. Maar kon Anneke wel beneden komen met haar krukken? Ik keek naar buiten en zei tegen de telefoon: als je nu naar buiten kijkt dan zie je Anneke aankomen. En inderdaad Anneke was op dat moment bezig de straat over te steken. Even later ging de telefoon: Mevr. dJ: Jaap kom je een kop koffie drinken? Piet heeft de verkeerde doos met kerstversiering uit de berging gehaald. Nu gingen ze eerst maar koffie drinken. Ik kwam een kop koffie drinken. De heer dJ uitte zijn verbazing/ongerustheid/zorg over het feit dat zijn computer steeds wisselde van router, tegelijkertijd uitte mevr dJ. haar tevredenheid over de manier waarop ze nu met haar e-mail kon omgaan, ze moest alleen nog... Ik probeerde de twee verhalen te synchroniseren, gelukkig heeft een mens twee oren. Ik vroeg me ondertussen terwijl ik op de klok keek af of de gasten van mevr R. al van de lift gebruik konden maken. Ik ging eens kijken, de briefjes waren van de liftdeuren, de liftschacht was donker, ik ging met de lift naar beneden, maar de monteur was nergens te bekennen. Hij was vermoedelijk al naar de andere lift. Ondertussen kwamen de gasten van mevr. R. geleidelijk aan binnen. Ik liep naar de andere lift. De heer dJ liep met me mee om nu de goede kerstversiering op te zoeken. Omdat de monteur hier niet te zien was hielp ik de heer dJ om de doos met kerstballen terug te vinden. Mevr. dJ kwam aanhollen: er was liftstoring, want de lift bleef halverwege de verdieping hangen. Ik liep weer terug naar de lift van ons straatje, waar zich een inmiddels een aantal bezoekers van mevr. R aan het verzamelen was. Wat was er met de lift? De lift kwam naar beneden en de monteur stapte uit. Hij had de sleutel van de machinekamer weer terug gehangen en had daarvoor de lift even halverwege de etage laten stoppen. De monteur ging naar de andere lift en ik stapte in met enkele gasten van mevr R., terwijl de kerstboom verder werd opgetuigd...

maandag 10 december 2012

Obsolescense programmée

Georges en Anthony maakten zich vrolijk, of waren min of meer verbijsterd door het filmpje op Youtube over obsolescense programmée (geplande levensduur). Het duurde even voor het tot me doordrong waar het op sloeg en wat het betekende. Toen besefte ik dat het eigenlijk ging het probleem dat Vance Packard had aangekaart in de "Waste Makers", het feit dat producenten van producten bewust de bruikbare levensduur van hun producten verkorten om de afzet ervan te vergroten en de consument te noodzaken een nieuw product aan te schaffen. De Waste Makers, is inmiddels meer dan 50 jaar oud, niets nieuws dus. Het enige nieuwe nu is dat de techniek is voortgeschreden en vrijwel alle apparaten voorzien zijn chips, die het mogelijk maken een levensduur in te programmeren. We praatten er nog wat over door in de sauna, maar we gingen daarna weer over tot de orde van de dag... Waar zetten we die olifant neer, vroeg Anneke vanmorgen. De olifant is een huiskamer fontein compleet met pompje en gedemineraliseerd water, dat ze in het weekend van sinterklaas had gekregen. Na enige discussie vonden we een plaats die voldoende dicht was bij een stopcontact - want het pompje wordt aangedreven door elektriciteit en is voorzien van een transformator (alweer één), waarmee de netspanning wordt terug gebracht tot de pompspanning. En hoewel we bij de inrichting van deze flat met opzet overal stopcontacten hebben laten plaatsen, groeit het aantal apparaten dat daarvan gebruik moet maken onevenredig. Tegelijkertijd vullen de kasten en planken die in het zicht zitten zich met spullen die we niet nodig hebben, maar die we krijgen bij diverse gelegenheden en na 50 jaar huwelijk zijn er heel wat gelegenheden om van familie en vrienden en andere relaties iets te krijgen. We aanvaarden die dingen in dankbaarheid en proberen ze een plaats te geven in ons huis. De vrije ruimte neemt daardoor snel af. En dan rijst de vraag: hoelang moet je iets bewaren? Zoals gezegd het gaat vaak om dingen die leuk zijn, maar die je eigenlijk niet gebruikt, of om dingen die hun nuttige leeftijd allang achter de rug hebben. Zoals de speciale bierglazen die ik cadeau kreeg bij de slijter toen ik nog wel eens een Duvel dronk. Eigenlijk zouden we bij de dingen die we geven en die we krijgen een bruikbare levensduur moeten afspreken. Een geplande levensduur: we moeten doen aan obsolescense programmée eigenlijk. Vanmorgen komt K. zei Anneke. K. bleek zich zorgen te maken over zijn vrouw, van wie hij het gevoel had dat het niet helemaal goed ging. In de loop van het gesprek kwam naar voren dat hij overwoog (of zij overwogen) toch hun huidige woning te verlaten en te verhuizen naar een woning die minder bewerkelijk is. En de wijsneus in me kon niet nalaten op te merken dat dat kenmerk is van onze leeftijd: leren omgaan met het loslaten van de dingen die vroeger belangrijk waren. Dingen die nu hun belang gaan verliezen of minder urgent zijn geworden of soms de dingen die we niet meer kunnen. Dingen dus die obsoleet worden. Het handigst is het als je het moment waarop je ze als obsoleet beschouwt zelf kunt bepalen. Obsolescence programmée eigenlijk. Misschien zijn de waste makers zo gek nog niet. Ze helpen ons bij het proces van onthechting.