zaterdag 7 december 2013

Oorzaken en pech

Bij de liftcontrole was gebleken dat een van de snelheidsbegrenzers ver versleten was. Hij moest worden vervangen. Deze week was het zover. Woensdag kreeg ik een telefoontje met de vraag of de monteur de volgende morgen kon komen.Ik had geen bezwaar en het had weinig zin de andere bewoners naar hun mening te vragen. Dus de volgende morgen stond de monteur op de stoep. Hij had een wagentje met materiaal bij zich dat precies in de lift paste. Ik wees hem de weg. Vervolgens vroeg ik hoe lang hij dacht nodig te hebben. Hij hoopte rond half een klaar te zijn. Dat was later dan ik verwacht had. Eigenlijk had ik dat beter de vorige dag kunnen vragen, dan had ik een briefje op kunnen hangen. En had men er rekening mee kunnen houden. Moest ik nu nog een aankondiging ophangen? Misschien toch maar doen al was dat als mosterd na de maaltijd. De mensen die met de lift wilden merkten vanzelf dat hij buiten bedrijf was. Mijn briefje gaf hooguit twee informaties: dat ik wist dat de lift buiten bedrijf was en waarom. Maar ik voel me als lid van de technische commissie een beetje verantwoordelijk. Dus ik hing toch een briefje op en  volgde de monteur bij zijn werkzaamheden.
Om half een was hij inderdaad klaar. Bij wijze van controle ging hij met de lift naar beneden en vervolgens weer etage voor etage naar boven om de briefjes lift buiten gebruik weer weg te halen. Alles werkte. Gereedschap en overig materiaal werd in het wagentje geladen en de monteur duwde op de 10e etage het wagentje naar de lift en drukte op de knop om delift op te roepen. Ik stond erbij om mee te gaan naar beneden.
'Het duurt wel lang,' zei de monteur na verloop van tijd. Ik moest dat beamen. Na nog even gewacht te hebben, zocht hij een schroevendraaier klom weer naar boven om de storing die er blijkbaar was te verhelpen. Het wagentje bleef op het portaaltje voor de lift staan en ik ging lunchen. Na de lunch was de storing nog niet verholpen. Een tweede monteur was onderweg. Ik werd een paar keer gebeld dat de lift het niet deed. Maar dat wist ik al.
Toen ik om vijf uur weer boven kwam waren ze nog bezig. Tegen de eerste monteur zei ik dat de storing was begonnen toen we het licht in de machinekamer uit deden; hij zei dat dat wel waar was, maar dat dat er niets mee te maken kon hebben. Maar je weet maar nooit.
De tweede monteur stond opmdat moment met een paar relais in de ene hand en zijn mobiel in de andere. Hij was in overleg met het hoofdkwartier en keek tamelijk wanhopig. Hij haalde nog eens een relais van zijn plaats en zette er een andere in. En daar voor mijn ogen voltrok zich het wonder. De liftmotor schakelde in en de lift begon te bewegen. De storing was verholpen. Wat was nu de oorzaak? De monter hield het op een vuil contact. Maar het gebeurde net nadat ik weer binnen was gekomen dus...


vrijdag 29 november 2013

Voorbereiding

Een van de heel fraaie uitdrukkingen die ik in mijn carrière als ambtenaar ben tegen gekomen is er een die ik aan wethouder Broeders toeschrijf. Toen ik hem leerde kennen in 1970 was hij de belangrijkste man in het college. Broeders beheerde de gemeentelijke financiën en ging over onderwijs. Hij liep wat mank en had een opvallende uitspraak van sommige woorden. Zo sprak hij altijd van het collège in plaats van college. Broeders had grote ervaring niet alleen als raadslid en wethouder voor de KVP en later CDA maar ook als vakbondsbestuurder. In de voorstellen die hij moest verdedigen in de gemeenteraad kende hij de dossiers wel zo goed dat hij, zoals hij dat noemde, vaak kon spelen op zien komen. 
Spelen op zien komen. Eigenlijk betekent het dat je naar je vergaderingen en bijeenkomsten afgaat zonder je al te druk te maken over wat je daar te wachten staat. Ik betrap me er vaak op dat in een bijeenkomst blijkt dat ik me te weinig heb voorbereid. Meestal heb ik me niet afgevraagd met welke hersenkronkels mensen mijn ideeën, teksten voorstellen zouden kunnen benaderen. Dat heeft gevolgen. De laatste jaren waarin ik deelnam aan de schaakcompetitie, bleek regelmatig dat ik tegen tegenstanders die zeker niet sterker waren dan ik, al met een slechtere stelling uit de opening kwam. Maar ja ik deed ook weinig of niets aan het bestuderen van de opening.
Gelukkig is ook de voorbereiding in vele gevallen een kwestie van routine. Zorgen dat je laptop werkt, dat je presentatie uitgeprobeerd is, etc. allemaal routine. Maar verder?
Nu de cursus creatief schrijven achter de rug is blijkt een aantal deelnemers zonder cursusleider verder te willen gaan. Er is een locatie vastgesteld, een datum en een tijdstip. Maar verder? In zo'n situatie heb ik de neiging om maar op zien komen te gaan spelen. Voor de hand ligt dat je elkaars verwachtingen probeert te peilen, wat beter te weten zien te komen waar iedereen mee bezig is.
Maar de groep bestaat uit mensen die kennelijk de discussie voor een deel willen structureren. We moeten elkaar feedback geven - overigens een zeer gezonde activiteit - en zo kreeg ik alvast een feedback formulier: op welke punten wil ik feedback. Daar moet ik even over nadenken.
Voorlopig eerst maar eens op zien komen spelen.    

zondag 24 november 2013

Creatief schrijven

De laatste opdracht:
Beschrijf een korte scene in niet meer dan 150 woorden en geef die aan je buurman. 
Ga met de tekst die je zo krijgt aan de slag en beschrijf de scene à la Queneau in twee stijlen.
(Queneau heeft een boekje geschreven Excercises de Style, waarin hij dezelfde scene beschrijft in 99 stijlen. Dat werd vertaald in het Nederlands door Rudy Kousbroek, maar is ook in het Engels verschenen).
Tekst van Sabine












Een kleine ode aan het tuincentrum met kerst

Dra maken we ons weer op
Voor het jaarlijks kerstgebeuren
Maar onbetwist aan de top
Het tuincentrum met zijn kleuren
In sprookjesachtig rood en groen

Het tuincentrum in dit seizoen
Met kerstman en (kunst) engelenhaar
Van spar- en dennengeuren zwaar.
't Is nu advent en gauw het echte feest
Toch bekoort het tuincentrum 't meest.


Of:
Minimalistisch

't Is net een sprookje. Maar hoe mooi het tuincentrum nu ook is ik laat me niet verleiden.
Ik heb genoeg kerstversiering.

Of:
Horror-achtig
Ik krijg nog een gevoel van onbehagen als ik aan het tuincentrum denk waar ik gisteren even rondkeek. Zo'n gevoel of je de haren ten berge rijzen. De grijns van die Kerstman..., maar laat ik niet teveel vooruit lopen. Ik ging dus naar het tuincentrum om eens te kijken of ik nog iets kon vinden als aanvulling op mijn kerstversiering. Nou ze hadden het weer prachtig versierd, de kerstbomen op de juiste plaats het engelenhaar en de slingers en kaarsjes het gaf allemaal de juiste sfeer mooier nog dan vorig jaar. Maar toch was er iets dat niet klopte. Ik vond het benauwd. De geur van dennen was kunstmatig versterkt en gaf, toen ik wat verder het centrum inliep, een drukkende atmosfeer. Er was zoveel uitgestald aan ballen, klokjes, kerstmannetjes en engeltjes dat het me teveel werd. Er ontstond door deze opstelling ook een labyrinthachtig geheel met veel onverwachte, donkere hoekjes, waar dan plotseling een lamp aanging. Het ging allemaal goed en ik stond al op het punt naar de uitgang te lopen, toen ik in zo'n verscholen hoekje tegen een buitenmodel Kerstman aanliep met een levensechte, gemene grijns op zijn gezicht. Het was al donker in deze hoek van de zaak, maar toen ik dit hoekje binnenliep ging plotseling een lamp aan die die Kerstman verlichtte. Ik schrok me lam en draaide me om maar in de verkeerde richting. Toen liep ik tegen die engel aan; die hing daar een beetje laag, maar haar oog loensde een beetje, ronduit griezelig. Maar door dat ik de verkeerde kant was uitgelopen, was ik mijn oriëntatie kwijt en heb ik wel een kwartier rond lopen dwalen voortdurend met dat stomme gebulder van die Kerstman in mijn oren. Ik kreeg het helemaal benauwd. Ik was blij dat ik iemand van het personeel zag die me de weg naar de kassa kon wijzen. Ik heb niets meer gekocht, want ik bedacht dat ik eigenlijk genoeg heb. Maar de grijns van die Kerstman blijft me nog steeds achtervolgen.



zondag 10 november 2013

Veroudering

Voor deze kleine klas is het niet zo moeilijk de reunie bij een van de klasgenoten aan huis te organiseren. Zelfs niet als de partners meekomen. Bovendien was een van de klasgenoten al overleden en een andere was door ziekte verhinderd. En zo bevonden we ons dit keer 10 man sterk in Bilthoven, waar de gastheer zich opvallend moeilijk voortbewoog. Het bleek dat de gewrichten in zijn benen te lijden hadden van artrose, maar de chirurg had aangegeven dat hij niet wilde opereren zolang de pijn niet permanent was. Het zijn de verschijnselen die met de onvermijdelijke veroudering gepaard gaan. De handicap was intussen voor hem wel van dien aard dat hij het oorsronkelijke plan om naarhet museum van Speeldoos tot Pierement wilde opgeven. Immers de binnenstad van Utrecht was door opengebroken straten haast onbereikbaar. De excursie naar het speeldoos museum was vermoedelijk ingegeven door de gemakkelijke overweging dat de vroegere directeur en oprichter van het museum, een van de klasgenoten was. Het voorstel had desondanks wel wat verwondering gewekt. De klas was al eens in het museum geweest. Maar Jan Jaap had niet geprotesteerd en zijn relaties aangesproken om van dit bezoek iets bijzonders te maken. De afspraken hiervoor te laten vallen was heel erg lastig. Jan Jaap Haspels is een bijzondere figuur. Als zoon van een dominee in Groenlo had hij al van heel jong een grote belangstelling gehad voor speeldozen, klokken en muziek. Een carriere in de muziek was niet geheel dat wat zijn vader wilde aanmoedigen. Jan Jaap studeerde Engels, maar promoveerde in de muziekgeschiedenis. Hij verzamelde en bouwde muziekdozen, die hij tentoonstelde op zijn kamer in Utrecht. Hij maakte een bordje museum en liet kaartjes drukken met dr. Haspels, directeur. Bij een vorige reunie had hij ons al eens door het museum  en de binnenstad van Utrecht geleid. En door zijn aanstekelijke manier van vertellen had hij als een modern soort rattenvanger van Hamelen, in de kortste keren een heel gezelschap achter zich aan gekregen.
Het museum en Jan Jaap hadden een wereldwijde bekendheid gekregen.
Bij deze gelegenheid had Jan Jaap ervoor gezorgd dat er enkele speciale stukken uit de collectie werden klaargezet. Maar hij voelde zich wat onzeker over zijn vermogen het verhaal goed te vertellen en een van de medewerkers gevraagd ons rond te leiden. Die medewerker kwam echter nauwelijks aan het woord. De gaten in het geheugen van Jan Jaap waren niet voldoende om de magie uit zijn verhaal te halen. Het pronkstuk uit de collectie was het spinet dat Jan Jaap vroeger zelf had gebouwd. Over het maken, draaien afwerken van de onderdelen, had hij drie jaar gedaan. Elk onderdeel had hij zelf getekend. Maar nu stond hij erbij en voelde zich onzeker over hoe hij het spinet, waarin enkele melodieen waren geprogrammeerd moest bedienen. Na de demonstratie werd het spinet weer zorgvuldig weg gezet.

donderdag 7 november 2013

Creatief schrijven


Ik volg de cursus creatief schrijven en kreeg als opdracht een beeldverhaal bij een van de aangeboden afbeeldingen. Hier is de afbeelding die ik koos en het verhaal erbij.


Kapper Peter
Het is een van die kleine winkeltjes langs de gracht. Ingeklemd tussen de herenhuizen zijn er nog een paar overgebleven. De meeste zijn dichtgespijkerd en verkeren in bouwvallige staat. Een paar huizen verderop was vroeger in zo'n huisje een snoepwinkeltje, Daar kwam ik vaak als kind. Dat winkeltje is ook al lang over de kop. Maar in dit huisje zit mijn kapper. Kapper Peter. Hij zit hier al jaren en ik kom hier ook al jaren. Eens in de zes weken houdt Peter mijn haar in de vorm. Hoe vaak zou ik hier nu al niet geweest zijn? Acht keer, negen keer per jaar? Het is geen bijzonder kapsel, want op mijn leeftijd hoeft ik geen modieuze bewerkingen meer op mijn hoofd. Het is goed zoals het is. En op een dag als deze is de kleine kapperszaak voor mij een rustgevende omgeving. Het is mooi weer in de nog vroege zomer. Aan de overkant van de gracht strijkt het zonlicht langs de gevel en kan ik nog net het groen zien van de bomen die daar staan. De deur van de kapperszaak staat open. Van de straat klinken de geluiden die bij deze omgeving horen. Wat me iedere keer weer verbaast is dat de kade aan de overkant zo hoog is boven het water. Maar dat zullen ze wel uitgezocht hebben.
Gelukkig mag ik van Peter onder deze omstandigheden rustig mijn sigaartje roken terwijl ik zit te wachten tot ik aan de beurt ben. Eigenlijk weet ik niet zoveel van Peter. Ach maar waarom ook. Ik kom hier voor een half uurtje, een uurtje rust; niet voor gesprekken over zijn familie. Wel heb ik gehoord dat zijn vrouw er vandoor is met een andere man. Maar dat is tegenwoordig nauwelijks abnormaal. Huwelijken worden gesloten en ze vallen weer uit elkaar. En eigenlijk is het een wonder dat als ik straks thuis kom, mijn vrouw er nog is. Wat zou ik doen als bleek dat ze weg was?
Hé, ik schrik ervan, was ik even echt in slaap gevallen? Wat moet dat ongure type daar in de deuropening? Die vent met die pet en die zonnebril. Eigenlijk heb ik de pest aan dat soort figuren. Kijk hem daar nou staan met dat leren jasje. Zou het een drugsdealer zijn? Dat zou zo maar kunnen in deze buurt. Er lopen meer van die figuren rond in deze omgeving. Peter zal toch niet aan de drugs zijn? Je weet het maar nooit. Maar als dat zo is moet ik er nog eens over na denken of ik hier nog weer terug zal komen. Volgens mij komt die vent uit die auto die daar tegen de gracht geparkeerd staat. Het valt me mee het is maar een Volkswagen en niet zo'n protserige BMW.
Peter lijkt die vent te kennen. Dat lijkt helemaal verdacht.
Wat zegt die vent nu? Hij komt de auto van Peter terugbrengen? Hij heeft hem laten repareren bij de garage? Nou zie ik het pas. Hij heeft de autosleutel van Peter in zijn hand. Zie je wel, er is niets aan de hand. Dat heb ik aldoor al gedacht. Natuurlijk kon Peter niet zelf naar de garage. Ik heb me er aldoor al over verwonderd dat zijn auto er niet stond. Oh, dat was zijn zwager?

Nou, ik kan nog net mijn sigaartje oproken, gelukkig is dat niet uitgegaan.  

woensdag 30 oktober 2013

De Friese klok

Vermoedelijk weet niemand hoe de klok in het bezit is gekomen van Willem Frederik Harwig, de bakker aan de Meddosestraat in Winterswijk. Het lijkt wel zeker dat Opoe hem uit het huis heeft meegenomen toen bleek dat de bakkerij failliet zou gaan. Ook tante Jo wist niet veel beter dan dat die klok in haar ouderlijk huis had gehangen en zij was blij dat de klok uiteindelijk bij mijn ouders terecht was gekomen. Omdat de bakkerij in 1899 of 1900 failliet ging konden we alvast vast stellen dat hij nu in 2013 al wel 120 jaar oud moet zijn.
De klok ondertussen tikte rustig door, hij overleefde al tikkende niet alleen Willem Frederik, maar ook Opoe en onze ouders. Hij overleefde de verhuizing van de Meddosestraat, naar de Govert Flinck in Amsterdam, weer terug naar de Morgenzonweg, opnieuw naar Amsterdam nu naar de Linnaeusparkweg, naar Doesburg, vandaar naar Teteringen en uiteindelijk naar Breda. Hij overleefde twee wereldoorlogen en tikte rustig verder terwijl de techniek om hem heen veranderde. De klok sloeg de hele uren voluit en de halve uren 1 keer, en hij had de onhebbelijke gewoonte juist te slaan als de mensen om hem heen aan het telefoneren waren. De waardering voor de klok was verschillend, de waarde ook. Vooral Vader had er weinig belangstelling voor, totdat bleek dat een keer de waarde bepaald werd op een moment dat die hoog was. Sindsdien gebruikte hij twee handen om het klokgewicht 's avonds op te trekken. Want dat was wel nodig: met de beschikbare lengte van de ketting en de hoogte waarop de klok was opgehangen kon de klok bijna 24 uur tikken. Behalve het grote gewicht was er altijd een klein gewicht, dat nooit gebruikt werd en waarvan de functie me nooit duidelijk was geworden. Dat bleek te dienen voor de wekker, want de klok kon ook gebruikt worden als wekker, zij het dat het mechanisme weinig nauwkeurig was, het moest bediend worden door de kleine wijzer van de klok.      
Maar deze week hield hij er mee op.
We besloten een klokkenmaker erbij te halen. Die constateerde dat de klok moest zijn gebouwd tussen 1830 en 1850, omdat men in die tijd probeerde eikenhout met behulp van meekrap op mahonie te laten lijken. Maar hij constateerde ook dat de ketting minstens eenmaal vernieuwd was geworden en dat het gewicht wel erg zwaar was voor een klok van dit type. Zo'n gewicht paste beter bij een stoeltjesklok. Het was waarschijnlijk dat het gewicht verzwaard was om de slijtage van de onderdelen te compenseren. Nu was me al eerder opgevallen dat het gewicht hing aan een gewone omgebogen draadnagel. Vermoedelijk heeft de klok dan ook meer aanpassingen ondergaan dan wij kunnen bevroeden.
De man die ons de technische details van de klok verklaarde, moest vast stellen dat zijn digitale horloge niet werkte. Dat was een satelliet gestuurd horloge. Maar dat had hij al meer dan twintig jaar, een aardige tijd voor zo'n horloge.
Onze Friese klok zou - als hij het kon - daarvoor zijn schouders ophalen: wat is nou twintig jaar op het leven van een klok...  

zondag 6 oktober 2013

Rare ideeën

Mijn leraar Engels op de middelbare school gaf zijn leerlingen vanaf de tweede klas - toen ons onderwijs in het Engels begon - iedere week een citaat en een aantal woorden die in het dagelijks Engels van die tijd werden gebruikt. Een aantal van die citaten zoemt zo nu en dan nog rond in mijn hoofd, zoals:
  He was in logic a great critic
  Profoundly skilled in analytic
  He could distinguish and divide
  A hair 'twixt south and south west side.
Ik was vergeten wie het had geschreven, maar het schrift waarin het genoteerd werd heb ik nog. Het blijkt een stukje te zijn uit Hudibraes van William Butler en stamt uit de 2e helft van de 17e eeuw. Die datering is niet geheel zonder betekenis, want de 17e eeuw is de periode waarin het wetenschappelijk denken van analyse en enkelvoudige oorzaak en gevolg relaties van de grond kwam, dat de basis vormt van onze huidige kennis en welvaart. Sindsdien vinden we het steeds meer vanzelfsprekend dat we onze wereld kunnen zien als opgebouwd uit allemaal kant klare blokjes met een eigen zelfstandigheid.
Ik moest aan Hudibraes denken naar aanleiding van het artikel in BNDeStem over de vraag of familie een grotere rol zou kunnen spelen in de zorg. Het blijkt een revolutionaire gedachte in een wereld die gebaseerd is op het scheiden en onderscheiden (zoals Butler zegt: tussen de zuid- en de zuidwest kant van een haar).
Scheiden en onderscheiden wordt als principe ook gebruikt bij het inrichten van organisaties. Het is immers van belang de taken binnen een organisatie duidelijk te verdelen, zodat we precies weten wie wat moet doen en wie waarvoor dus verantwoordelijk is. En zo maken we ook onderscheid tussen ons en die ander. Heel nadrukkelijk maken we onderscheid tussen ons en de overheid. Wie daarover een beetje gaat zitten nadenken zou eigenlijk tot de conclusie kunnen komen dat de overheid onze overheid is. Het is een overheid die door ons is aangesteld om dingen te doen namens ons. Sommigen onder ons noemen dat zelfs democratie. Als onze overheid dingen doet die inconsequent zijn of stom, zouden we zelfs kunnen concluderen, dat de overheid ons onvermogen weerspiegelt om met elkaar tot overeenstemming te komen over de dingen die gedaan moeten worden. We hebben dan ook een beetje ambivalente houding tegenover die overheid. Aan de ene kant vinden we dat de overheid zich teveel met ons bemoeit (wij tegenover zij), aan de andere kant vinden we dat de overheid iets moet doen als er iets misgaat in onze omgeving (het is toch onze overheid?). We vinden het eigenlijk vanzelfsprekend dat redelijk veilig onze voordeur uit kunnen stappen, dat we een redelijk vlakke en goed onderhouden weg kunnen gebruiken (in feite wij gaan uit van een goed geordende openbare ruimte als vanzelfsprekend. Een openbare ruimte waarin we ons gratis van de ene plaats naar de andere kunnen bewegen. De openbare ruimte is natuurlijk niet gratis. Het in standhouden en het in redelijke mate veilig houden van de openbare ruimte kost geld en inspanning. Geld en inspanning dat we met zijn allen bijeen brengen via belastingen. Eigenlijk moeten we de tegenwaarde van de kosten van dat onderhoud en die veiligheid zien als ons verborgen inkomen. Het is onze overheid en onze openbare ruimte.
Zo is het natuurlijk ook met de vele zorginstellingen waar mensen de zorg kunnen krijgen die ze behoeven. In situaties die ik van nabij heb meegemaakt is het zo dat veel mantelzorgers (vaak de partners van hen die de zorg behoeven) slechts bereid zijn de zorg over te laten aan een ander als de eigen fysieke mogelijkheden te kort schieten. En in veel gevallen voelen ze zich schuldig dat ze het niet meer aankunnen. En ongetwijfeld zal het vaak zo zijn dat ze opgelucht zijn dat ze de verantwoordelijkheid voor de zorg kunnen delen en overlaten. Maar het lijkt ook niet natuurlijk dat vanaf het moment dat de zorginstelling inspringt de zorg hun zorg niet meer is. Zo eenvoudig is de scheiding tussen wij en zij niet.  
 

donderdag 26 september 2013

Reacties

Ik heb de wellicht onhebbelijke gewoonte volstrekt onbekende mensen aan te spreken bijv. in winkels. Dat leidt soms tot verrassende reacties.
In een modezaak stond een dame een rode omslagdoek te passen terwijl ze zichzelf in de spiegel bekeek. Ik kon het niet nalaten:
die doek staat u veel beter als u er vriendelijk bij kijkt.
De dame keek me schattend aan: meneer het is een ernstige zaak, want het is crisis. Ik moet op de kleintjes letten.
Het was een tamelijk grote omslagdoek, dat wel.
Bij Waanders in de Broeren in Zwolle kwam een dame naast me staan. Voor ons lag de nieuwe roman van Donna Tartt: Puttertje. De dame pakte het boek taxerend op en legde het toen weer neer. Ik zei:
Eigenlijk is het onverantwoord zulke dikke boeken te schrijven.
Och antwoordde ze:
Als ik zo' n boek koop snij ik het over de rug in twee delen. Dat heb ik ook gedaan met dat boek van Geert Mak: Europa. Toen kon ik de eerste 500 bladzijden gemakkelijk lezen. Daarna de rest. En zo heb ik het ook uitgeleend aan een vriendin. Die vond dat zeer praktisch. Daarna heb ik de twee helften tegen elkaar in de kast gezet.
Het leek mij ook een praktische oplossing, al moet ik nog een drempel overwinnen voor ik een boek moedwillig beschadig. Maar 't Puttertje is inderdaad wel erg dik.

woensdag 25 september 2013

Kleine ongemakken

Zo nu en dan zit het tegen. In het weekend zaten we in Esquelbecq in de caravan. Ik vulde de watertank om in de loop van de dag tot de ontdekking te komen dat het pompje niet meer werkte, zodat er geen water uit de kraan kwam. het was dus behelpen met flessen water. Zondagmorgen deed ik daarom water vanuit de fles in onze waterkoker om thee te maken, wachtte tot het water kookte en goot mijn theekop vol. Een eigenaardige geur steeg op. Meer nauwkeurig: mijn thee stonk. Omdat het de eerste keer was dat me dat overkwam viel mijn verdenking op de fles met water. Maar inspectie leidde tot niets. De fles kon niet de boosdoener zijn. Was die thee te drinken?
Ik rook nog eens, maar het resultaat was het zelfde: die thee stonk. Uiteindelijk keek ik in de waterkoker. De donkere vlek tegen de wand verklaarde veel: dat was vroeger een nachtvlinder geweest. Toen ik de koker omkeerde en omspoelde bleek dat er ook een spin in gezeten had. Ik had thee van of met vlinder en spin, die heb ik niet opgedronken.
Tot de kleine ongemakken behoorde ook de mededeling van buurman Piet. Die vertelde dat hij zijn nagels geknipt had. Dat moest wel eens gebeuren, zei hij. En met zijn kalknagels is dat geen sinecure. En omdat de nagels nogal ver weg zitten: hij had in zijn teen geknipt. Op mijn vraag: en nu?
Ja, bloeden hè. En het doet ook wel een beetje pijn.    
   

zaterdag 14 september 2013

Kunst en kunstwerken

Als we praten over kunst en cultuur denken we al gauw aan beeldende kunst in de vorm van schilderijen en beelden. We denken aan literatuur en grafiek en aan muziek en dans. Het is vooral op deze terreinen dat we veronderstellen dat de menselijke creativiteit zich openbaart, terreinen die met name lijken te dienen voor het opvrolijken, het versieren van ons dagelijks leven. Het is dan ook vooral op deze terreinen dat zich de discussie voordoet of bepaalde uitingen voldoen aan de op dat moment geldende criteria voor kunst. Dat is een heel speciale discussie, waarin de meningen zich groeperen rond smaakmakers: verdwijnt de smaakmaker, dan is het maar de vraag of zijn uiting van creativiteit nog lang erkend wordt.
Men denkt niet zo vaak aan kunst en creativiteit als het gaat over fotografie, hoewel de fotograaf een achtenswaardig, en gewaardeerd beroep heeft ziet men hem zelden als kunstenaar. Hetzelfde geldt voor het werk van de technicus, de weg- en waterbouwer. Hoewel: bij de aanleg van wegen etc. spreekt men wel van kunstwerken, zoal bruggen, viaducten en wat dies meer zij. Maar hoeveel creativiteit wordt er niet gelegd in het maken van oplossingen voor technische problemen?
Neem nu, het tramverkeer in Amsterdam, dat beoogt mensen de mogelijkheid te geven heen en terug te reizen langs dezelfde route. Daarvoor zijn twee tramsporen nodig. In straten al de Utrechtsestraat en de Leidsestraat ontbreekt daartoe de ruimte. De oplossing van enkelspoor met een dubbelspoor op de bruggen over de grachten leidt  tot een elegant lijnenspel gezien vanuit het perspectief van de bestuurder - of dat van de achter hem zittende reiziger - dat niet onderdoet voor dat van een 'modern kunstwerk'. Ik denk dat de creativiteit die gebruikt wordt om oplossingen te vinden voor problemen die gezien worden als louter technisch ten onrechte niet als kunst en cultuur worden gezien.

zaterdag 7 september 2013

Kunst

Ik geef onmiddellijk toe: onder omstandigheden  ben ik een echte cultuurbarbaar. Anders gezegd onder omstandigheden is mijn waardering voor moderne kunst ver onder de maat. Misschien heeft het wel iets te maken met wat Ben ooit zei: kunst heeft iets te maken met kunnen, je moet iets kunnen wat een ander niet kan voordat je kunt spreken van kunst. Hoe het ook zij: na ons bezoek aan het Museum + galerie Van Lien in het voormalige gemeentehuis van Fijnaart was ik niet erg onder de indruk. Het museum stelde op drie verdiepingen het werk ten toon van drie kunstenaars. Schilderijen van Erik Oldenhof die geometrische figuren à la Mondriaan had gemaakt; grafiek van Bob Bonies en André van Lier met objecten; deze laatste waren hoofdzakelijk uitdrukkingen van het hexametrische vouwlijnen systeem: een ellips die met zes lijnen in wisselende objecten van bordkarton was geknipt (of gesneden natuurlijk), De grafiek van Bob Bonies bestond uit schilderijen met horizontale lijnen die door hun onderlinge afstand lichtelijk psychedelische effecten veroorzaakten. Maar toen we drie van die zalen hadden door gelopen kon ik de associatie met de vader van Wallander niet kwijt. De vader schildert iedere dag het zelfde landschap, dag in dag uit jaar in jaar uit, een uiteindelijk zeer ontmoedigend werk. Een grote verscheidenheid aan werk zei een van de dames die een toezichthoudende rol leek te vervullen. Terwijl ik eigenlijk het gevoel had dat het allemaal hetzelfde genre was: geometrische figuren al dan niet in kleur.
En dan dringt zich toch weer de vraag op: wat is kunst? De eis van Ben dat je er iets voor moet kunnen, is dan niet geheel bevredigend. Ik neig ertoe te zeggen dat kunst is, wat als kunst wordt gepresenteerd. De man die zich schuldig verklaarde (sic!) aan deze uitstalling en die de galerie opende vertelde dat hij al vijftig jaar leefde in de wereld van de kunstenaars. Het klonk of dat een argument was voor iets, al is me niet geheel duidelijk voor wat. Maar hij heeft er ongetwijfeld meer verstand van dan ik.    

vrijdag 23 augustus 2013

De Lift

Op dit moment wordt gewerkt aan de lift - de tram - in onze straat. De ploeg is een dag te laat begonnen, omdat een van de monteurs ziek was terug gekomen van vakantie. Deze ploeg heeft een heel andere werkwijze dan de ploeg die de lift aan het andere straatje heeft gedaan. Toen die aan de andere kant twee weken bezig was vroeg iemand op de tweede etage wat die mensen daar eigenlijk deden. Ze bleven alsmaar op de begane grond bezig. Op dat moment waren al zeven van de 11 deuren vervangen. Hij had er niets van gemerkt. Deze ploeg werkt veel luidruchtiger en laat de deuren waar ze mee bezig zijn nadrukkelijk in beeld komen. Maar dat is het technische gezicht van de lift renovatie.
Het sociale gezicht zat in de zorgen die de bewoners zich in wisselende mate maakten over de vraag hoe ze om moesten gaan met het doen van hun boodschappen. Zo bijv. de 92-jarige heer R. op de tiende verdieping die eigenlijk vond dat de eigenaar van zijn woning moest zorgen voor vervangende huisvesting gedurende deze vier weken. Ik betwijfelde of die eigenaar daartoe bereid zou zijn en heb hem toch maar aangeraden zelf een regeling te treffen. Een week voor het werk begon sprak hij er zijn verontwaardiging over uit dat de eigenaar tot dan toe in gebreke was gebleven. Dat is een waardeloos bedrijf zei R., dat er alleen maar op uit was zoveel mogelijk geld aan hem te verdienen, maar dat hij voor de rest nooit zag. 'Maar', zei hij op zo'n manier van samenzwering en triomf, 'ik heb een sleutel van de buren.'
Door die sleutel van de buren kon hij via het balkon en de keukendeur van de buren met de andere lift naar beneden. Met de buren had hij afgesproken dat zij ook via zijn balkon naar beneden konden toen hun lift werd gedaan. Alleen belandden die buren op de dag dat aan de liftoperatie werd begonnen allebei in het ziekenhuis. Dat was vervelend, want nu hoefden zij hem niet lastig te vallen en hij hun wel. De situatie werd nog lastiger toen bleek dat die buren niet meer terug zouden komen en plotseling gingen verhuizen. Vandaar de triomf van de heer R. dat hij er toch in geslaagd was de sleutel van de buren te pakken te krijgen. Maar op de dag dat de lift aan onze kant inderdaad buiten werking ging, belde de heer R. boos op. Die buren waren ook wel zo stom... Die hadden de deur van het balkon op slot gedaan en die sleutel had hij natuurlijk niet. Nu kon hij geen kant heen. Hij dreigde de keukendeur van de buren uit de sponning te lichten en zo naar binnen te komen.
Ik gaf toe dat het niet erg handig was geweest van de buren. Ik was die ochtend zijn hulp al tegen gekomen die dapper haar tocht via de trap naar de tiende verdieping was begonnen en besloot zelf ook maar naar boven te lopen. Ik kreeg de sleutel van de buren, liep daarmee weer naar beneden en ging aan de andere kant met de lift naar boven, opende de voor- en de keukendeur en gaf de sleutel weer terug aan de heer R. Die bedankte me uitbundig en zei: ik ga de sleutel van de keukendeur er uit halen en ergens opbergen.
Ik zei dat ik dat begreep en ging met de lift weer naar beneden.        

donderdag 1 augustus 2013

De dokter

We namen het er een weekje van en vertrokken op woensdag na door onze buren te zijn uitgewuifd naar Benna. Tegen een uur waren we zover gevorderd dat we besloten de lunch in Poperinge te genieten. Ergens op het grote plein dat rondom bezet is met eet- en drinkgelegenheden. Het zag er nog een beetje dreigend uit zodat we neerstreken aan een tafeltje met een parasol. Een man aan een aangrenzend tafeltje keek ons onderzoekend aan en knikte ons toen bij wijze van groet toe. Altijd de vriendelijkheid zelf groette ik terug hoewel ik niet veel bekends zag in het gezicht van de man. Maar terwijl we onze bestelling plaatsten, vroeg de man: u komt toch uit Teteringen? We wilden dit niet ontkennen hoewel Teteringen nu al weer zolang geleden is dat we nog nauwelijks kunnen zeggen dat we uit Teteringen komen. De man stond op en kwam naar ons toe en stelde zich voor als …. van Walsum. De voornaam kon ik niet verstaan, maar de achternaam was heel wat duidelijker. Van Walsum was de huisarts die samen met Van Mierlo, de huisartsenpraktijk in Teteringen dreef. We hadden uit dien hoofde weinig contact met Van Walsum. Maar wat we vanuit de verte waarnamen duidde op een man die zich zeer bedrijvig bewoog  in zijn praktijk alsof hij doktertje speelde. Dat gevoel zijn we eigenlijk nooit kwijt geraakt. Toen Anneke bij hem kwam met een bloedblaar onder haar duimnagel als gevolg van een val dacht hij dat hij de nagel er maar af moest trekken. Toen Anneke protesteerde en vroeg of de wetenschap nog niet meer had voortgebracht dan dit soort barbaarse methoden, besloot hij uiteindelijk een gaatje te boren in de nagel zodat het bloed weg kon. Toch bleek in minstens een geval dat hij als arts adequaat kon reageren. Toen ik me niet goed voelde en we nog net voor vijf uur bij hem terecht konden, nam hij een hartfilmpje en stuurde me onmiddelijk door naar het ziekenhuis voor nadere controle door een cardioloog.   

Van Walsum bewoonde een boerderij aan de Groenstraat. We hadden wel gehoord dat hij was gescheiden, want dat soort dingen hoor je in een dorp, maar veel meer wisten we ook niet van hem. Van Walsum zette zich bij ons aan tafel, bevestigde dat zij n vrouw indertijd bij hem was weg gegaan en vertelde dat hij inmiddels alweer 8 jaar getrouwd was met een Franssprekende vrouw uit Brussel. Hij was zei hij met dit nieuwe huwelijk veranderd. Zo zag hij er ook uit: uiteindelijk hadden we hem niet herkend. Thuis sprak hij Frans en vandaag was hij onderweg naar Wattou, waar de kunstfeesten worden gehouden. Die wilde hij al een hele tijd een keer meemaken. Hij vertrouwde ons toe dat zijn voornaam Cesar was en dat geeft dan weer te denken over zijn ouders.

Nadat we gedrieën onze croque monsieur hadden opgegeten stond Cesar op en nam afscheid om op tijd in Wattou te zijn dat zo’n tien kilometer verder op onze weg naar Esquelbecq ligt.  Toen wij door Wattou kwamen was het daar zwart van de auto’s. Maar we waren niet zo benieuwd naar de kunstfeesten dat we buiten het dorp naar een parkeer plaats gingen zoeken. Die feesten houden we nog te goed. 

zaterdag 13 juli 2013

Culturele diversiteit

Zoals uit het vorige bericht al blijkt waren we een paar dagen in Frankrijk, We begonnen in Esquelbecq, waar op 6 juli een boekenmarkt was georganiseerd. Op het grote plein voor de kerk stond een aantal parytenten opgesteld, waar een verbazend groot aantal regionale schrijvers en schrijfsters hun boeken zat te presenteren en te signeren. Iedereen schrijft tegenwoordig. En de publicatie gaat steeds eenvoudiger.
Uit La Voix du Nord van die morgen bleek dat voor de volgende dag in Wormhout een optocht van reuzen was gepland. De reuzen vormen een apart fenomeen, maar in deze regio heeft iedere plaats zijn eigen reus van Mme Bintje uit Hondschoote tot Kikseki uit Esquelbecq. De optocht was ter gelegenheid van de 80e verjaardag van de tweeling Mitron uit Wormhout, de ene helft van de tweeling is trouwens nog maar twintig. (zoals de krant al uitlegde: je moet hierop geen speculatieve berekeningen toepassen). Het was een vrolijk en folkloristisch gebeuren.

Heel wat anders dan het neo-klassieke hotel waar we in Reims terecht kwamen de volgende dag. Midden in de stad en op loopafstand van de kathedraal, waar we a heel lang niet waren geweest. Heel lang voor ons. Voor de kathedraal was het maar een ogenblik. Het beeldhouwwerk aan de portalen draagt duidelijk de sporen van zijn hoge leeftijd, al stond hij er nog niet toen, volgens een tegel in de vloer op deze plaats Clovis werd gedoopt. Benna had gezegd dat we vast wat champagne in konden slaan voor haar verjaardag, maar het leek ons geen goed idee nog een aantal dagen in tropische temperaturen rond te rijden met een paar dozen champagne. De champagne moet nog even wachten.
De volgende dag naar Epinal, waar Hans mee zou spelen in een concert van CMD, een jaarlijks evenement. We keken rond in de omgeving van de basiliek waar het concert zou plaats vinden en verwonderden ons over de duisternis in de kerk, maar nog meer over de huizen van het kapittel die stonden op de plaats waar voorheen een klooster moet zijn geweest. Het was een kapittel van kanunikessen. Het kapittel is vermoedelijk ten onder gegaan in de gebeurtenissen rond de Franse revolutie, maar het geeft de paar straten waar die huizen staan wel een aparte sfeer. Het is daar goed toeven zoals bleek toen we daar de maaltijd nuttigden.
Voor het eten namen we nog een drankje op een plein twee straten verder. Daar speelde een bandje eigentijdse muziek. Vlak bij de band zat toen we aankwamen een zwerver op de grond. Hij had twee volle en een half lege fles van een of andere drank bij zich. Na verloop van tijd ging hij plat op zijn rug liggen en nog een tijdje later draaide hij op zijn zij. De muziek speelde gewoon door en op het terras vlak naast de zwerver leek niemand onder de indruk van het schouwspel. Na verloop van tijd echter kwam er toch een 'Vehicule de securité et d'assistance aux victimes'. Twee mannen in passende uniformkleding hesen de zwerver van het trottoir. De man wankelde en leek zich maar moeilijk in evenwicht te kunnen houden. Dronken? Of was hij zomaar duizelig door de plotselinge verandering in lichaamshouding? Hij werd afgevoerd in de auto, een van de hulpverleners nam nog een achtergebleven fles drank mee.
Toen we na het concert van - nu klassieke muziek - terug liepen naar de auto liep de zwerver weer op het plein. Hij had een van zijn flessen aan de mond en danste tussen de menigte...
Weer een dag later op de weg terug naar het noorden stapten we af in Metz voor het nieuwe museum Pompidou-Metz. Een complex met wel een geheel andere uitstraling dan het Louvre-Lens en ook met een geheel andere collectie. In Metz gaat het om de verandering van ons wereldbeeld sinds de mens begonnen is met de verovering van het luchtruim en om de invloed daarvan op de kunst. Met een bezoekje aan de kathedraal van Metz stapten we weer terug in het wereldbeeld van vroeger. Het was tijd om naar huis te gaan, het was 11 juli.            
 

zondag 7 juli 2013

Kostenbewust

Dat we in onze moderne wereld met zijn allen veel voedsel verspillen is langzamerhand gemeen goed geworden. In de Waste Makers (1961) schreef Vance Packard dat al. We waren dacht hij toen op weg naar een maatschappij die volledig gericht was op het produceren van overbodige goederen. Dua voorspelde hij bedrijven met twee uitgangen voor de productie die afhankelijk van de economische situatie konden worden gebruikt. Als het goed ging werden de producten naar de markt geleid, maar als het slecht ging zouden de producten rechtstreeks naar een grote afvalberg worden geleid. Het is me niet geheel duidelijk wat er daarna met deze producten moest gebeuren, maar afval was uiteindelijk afval. Packard schreef ook over de verkwisting die inherent was aan de manier waarop onze producten worden verspreid. Zo bevatte een pak yoghurt nadat je het had leeg geschonken nog heel wat yoghurt die werd weg gegooid.
Packard schreef voordat de computer ons leven binnenkwam en voordat de club van Rome ons met de neus op de barre feiten van de ontwikkeling drukte. En er is sinds die dagen veel veranderd. Maar onse productie van afval is door gegaan.
Georges behoort tot de mensen die probeert onnodig afval te voorkomen. Hij eet de ingeslagen voorraden zoveel mogelijk op. En in het geval van een pak yoghurt: hij snijdt het pak open en schraapt het restant van de binnenkant. Vandaag liet hij zien dat garnalen door hun vorm een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het vermijden van onnodig afval. Hij eet de garnalen met mayonaise. Toen de mayonaisefles met spuitdeksel voor het oog leeg was, haalde hij het deksel eraf. Toen bleek dat er in dat deksel nog een restant mayo aanwezig was dus hij likte die van het deksel af en stak toen een garnaal in zijn mond voor de juiste smaak. De volgende garnaal bleek precies de goede vorm te hebben om de mayo uit de hals van de fles te halen.
Een zeer doelmatige aanwending van de garnaal; hij geeft ons te denken over meer en soortgelijke toepassingen.. 

vrijdag 5 juli 2013

Zorghotel

Het zorghotel is gevestigd in het gebouw waar in vroeger tijden de Gemeentelijke Gezondheidsdienst zat met als een soort geneesheer-directeur dokter Smulders, een deftig man, overtuigd van het belang van zijn positie en wars van al die laag-bij-de-grondse zaken als het beheer van de dienst. Later kwam daarin de gezondheidsdienst van de stadsregio Breda en nog later verdween dat alles richting Roosendaal. Nu dus een zorghotel, met een moderne receptie. Toen we ons daar meldden was Kees M. blijkbaar onderweg naar de salon/leeskamer, waar we hem begroetten. Hij hijgde van de klaarblijkelijke benauwdheid die samenhing met zijn gezondheid. Hij was blij met ons bezoek en vertelde hoe hij na een paar dagen ziekenhuis op deze plek was gekomen. Het was een verhaal dat we al kenden. Want Kees M. drinkt iedere dag koffie met Wil vR. en die had ons al verteld dat Kees hem had gebeld met hevige benauwdheid en hoe Kees met de ambulance was afgevoerd 's morgens in alle vroegte. Wil wist natuurlijk ook waar Kees nu was, hij vertelde ons voordat we op bezoek gingen dat Kees zich wel eens een beetje aanstelde. 
Terwijl we nog bezig waren de gebruikelijke informatie uit te wisselen kwam Kees B. aanlopen. Kees B. verontschuldigde zich dat hij zich onze namen niet meer herinnerde; door de herseninfarct was er een gat in zijn geheugen. Kees B. zorgde dat we koffie kregen. Hij leek hoofdzakelijk geïnteresseerd in het antwoord op de vraag of de lift volgende week klaar zou zijn. Het gesprek verliep wat moeizaam, want de harde stem van Kees B. galmde kennelijk in het gehoorapparaat van Kees M. die naast hem zat, waardoor deze haast niet kon verstaan wat er gezegd werd. Er voegde zich een dame in een rolstoel bij ons; zij zit tijdelijk in dat hotel vanwege een operatie aan haar voet. Kees M. vertelde dat Wil hem iedere dag op kwam zoeken, maar werd onmiddellijk gecorrigeerd door de dame in de rolstoel: Wil kwam om de dag, in de flat dronk ze de ene dag koffie bij Kees en de andere bij Wil...

De wereld is klein in een zorghotel. Het viel me op dat in het uur dat we daar waren Kees M. geen tekenen van benauwdheid vertoonde. Was dit wat Wil bedoelde met aanstellen? Maar Kees M. is zich plotseling bewust van de eindigheid van het leven. Een man die moeilijk alleen kan zijn. Hij hoopt gauw bij Mammie te zijn, maar vreest toch ook het einde in eenzaamheid. Misschien beneemt de angst voor het einde hem wel de adem...
  

donderdag 4 juli 2013

Ons dorp

Om de lift te voorzien van automatische schuifdeuren i.p.v. draaideuren (deze laatste hadden verschillende nadelen, maar één ervan was dat de deuren erg zwaar zijn en door een sterke veer worden gesloten), moest hij gedurende vier weken buiten gebruik zijn. De bewoners van straat 1 waren het eerst aan de beurt en hadden verschillende 'oplossingen' om het ongemak te lijf te gaan. Er waren er die een aantal weken naar hun huisje ver weg gingen. Er is ook een stel dat met zijn zeilboot de wereldzeeën bevaart en zeker deze vier weken niet thuiskomt. Er waren er ook die door een fysieke oorzaak werden uitgeschakeld. Zoal Kees B. die een herseninfarct kreeg. Of het daar iets mee te maken had weet ik niet, maar terwijl Kees werd opgenomen kreeg zijn 91-jarige vrouw moeilijkheden met haar hart en ze werd opgenomen om gedotterd te worden. Daar was natuurlijk ook de 90-jarige Ria L. die met gebroken heup in het ziekenhuis terecht kwam en voor wie de revalidatie lang genoeg duurde om de hele lift renovatie te overbruggen. Er waren er ook die het ongemak voor lief namen en de trap namen i.p.v. de lift. Die constateerden halverwege de renovatie dat dat traplopen met de boodschappen toch wel tegenviel.
In straat 2 ondertussen bereidde men zich zo goed mogelijk voor op de renovatie van lift 2 die volgens planning eveneens vier weken buiten gebruik zal zijn. En ondertussen gaan het leven natuurlijk gewoon door. Kees M. (88) werd vorige week opgenomen wegens benauwdheden. De dag tevoren was hij nog bij ons geweest volledig buiten adem om te praten over zijn laptop die in reparatie was gegeven. Hij vertelde dat hij COPD had. Deze week bleek dat Kees M. en Kees B. in hetzelfde zorghotel terecht te zijn gekomen.
Vanmorgen besloten we hen een bezoekje te brengen. 

donderdag 27 juni 2013

Technisch

Voor mijn ontbijt hul ik me gebruikelijk in een trainingspak. Pas als ik mijn cracker op heb kleed ik me dan verder aan. Maar omdat de dakwacht had aangekondigd dat hij vanmorgen om een uur of acht het dak wilde inspecteren had ik me vandaag al voor het ontbijt aangekleed. Om kwart over zeven keek ik uit het raam om te zien of de liftmonteurs al aanwezig waren en zag tot mijn vreugde dat ze een tractieschijf uit hun bestelbusje rolden. Die tractieschijf was - althans voor mij - een beetje een gevoelig punt. Voor het vervangen van de liftdeuren was vier weken uitgetrokken vlak voor de bouwvakvacantie. Het was me niet geheel duidelijk of het vervangen van die tractieschijf nu wel of niet in die vier weken was gepland. Dat hij nu vanmorgen naar binnen werd gebracht betekende vermoedelijk dat hij het schema niet teveel in de war zou sturen. Een aantal mensen heeft maar met moeite een regeling kunnen treffen om voor die vier weken elders te kunnen verblijven.

Ondertussen waren de schilders bezig om het inpandig buitenschilderwerk bij te werken. Ook dat is een omvangrijke klus, waarvoor met iedereen onderhandeld moet worden omdat bij dat schilderwerk ook de balkondeuren horen die daarvoor open moeten. Dat geeft wat problemen, zoals de schilder me vanmorgen uitlegde, want op tien, waar mevr. Br. al een tijd niet meer woont, woont nu met mevr. E. ook een zieke kat. Er moeten speciale maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de kat via het balkon ontsnapt.
Voor de planning was het goed dat het schilderwerk en het werk aan de liften elkaar niet hinderden. Voor het schilderwerk is een hangbrug nodig die in vier stappen over het dak moet worden verplaatst. Ook daarvoor is het van belang dat het werk aan de lift niet al te zeer uitloopt.
Mevr. vdA is verhuisd, maar vertelde dat het geluid dat in haar flat te horen was er nog steeds was of opnieuw was, want het was een tijdlang niet of vrijwel niet te horen geweest. Maar bovendien maakte ze er melding van dat er een kleine lekkage was bij een van haar radiatoren. Het leek me handig om dat maar te laten repareren nu haar appartement toch leeg staat. Dus vanmorgen belde de man van de verwarming of hij er nu bij zou kunnen, dan werd dat werk ingepland. Net als de reparatie van het bellenblok trouwens, die eigenlijk ook vandaag zou moeten gebeuren.
Een typisch rustige dag eigenlijk.

vrijdag 21 juni 2013

Louvre-Lens

DSC01330

Ik had er vooraf geen rekening gehouden, maar ook in musea moeten de nodige veiligheidsmaatregelen worden genomen om het bezoek in goed banen te leiden. Zo dus ook in het splinternieuwe Louvre-Lens, volgens de toelichtingen aan de toegangen een fusie tussen het Louvre en Lens. Lens is bekend om zijn restanten van kolenmijnen; de zwarte bergen die men kan zien liggen vanaf de A1 naar Parijs zijn inmiddels industrieel erfgoed. Vanaf het museum dat ligt op een verlaten kolenmijn kun je die bergen echter niet zien. Maar goed, wij kwamen binnen in de glazen aankomsthal – op de foto en nog voor we een kaartje konden kopen moesten we door het bekende poortje. Ik rinkelde en moest dus mijn zakkenjack leegmaken. Op de tafel  kwamen dus, mijn betaalkaarten, autopapieren, de nodige kassabonnetjes die ik meestal haastig in mijn zak steek, een aantekenboekje, maar ook mijn zakmes dat onmiddellijk werd geannexeerd.

Op de foto is de ontvangsthal te zien in het midden. Op de voorgrond rechts het verzonken kolenspoor, links het hoger liggende grote kolenspoor nu prachtig gestileerd als toegangen tot het museum. De ontvangsthal geeft toegang aan de ene zijde tot de tijdelijke en fraaie tentoonstelling van het werk van Rubens. Veel bekende schilderijen en uit de toelichting bleek dat Rubens de contra-reformatie ondersteunde (vandaar zijn schilderingen van weelderige min of meer ontklede vrouwen in tegenstelling tot de calvinistische soberheid, of ga ik nu iets te snel?). Rubens bleek ook als spion op te treden voor de katholieke vorstenhoven, al begrijp ik dat hem dat niet al te zeer wordt aangerekend.

In een hoek van de ontvangsthal was gelegenheid om na Rubens en Europa een kop koffie te drinken. Vandaar hadden we uitzicht op de speciale picknick ruimte, waarin zich een klas kinderen van de basisschool nestelde, zijn meegebrachte etenswaar uitpakte en gezamenlijk nuttigde. Een nuttige voorziening leek het. Na hun lunch gingen de kinderen op stap naar de tentoonstelling. We troffen hen aan in discussie voor o.m. een tweetal schilderijen van een vrouw met een schedel. We konden hun conclusies niet helemaal volgen. Maar toen we ons omdraaiden stonden we bij een sarcofaag met wat leek een vrouwengezicht op het deksel. De toelichting op het kaartje bevestigde het: het was een sarcofaag met vrouwengezicht. Daarnaast was een grafmonument waarop de beeltenis van een vrouw. Beeld van een onbekende vrouw stond er op het kaartje. Wat ons betreft was die mededeling juist: wij kenden de afgebeelde vrouw ook niet.

Van deze onbekende vrouw liepen we door naar het eind van de grote hal langs de virtuele tijdlijn van oudheid naar moderne tijd, tot we bij de reuzin Iris Clert kwamen, maar dan komen we bij een onderwerp voor een volgende keer: de reuzen van Noord-Frankrijk. 

donderdag 6 juni 2013

Fietsen

Op de foto: het pulpitum, dat Free verwierf uit de erfenis van Tante Jantje en afkomstig was van haar grootvader Steven Mulder
DSC01295
Ik zit een par dagen in Hengelo als deeltijd zorger voor Free. Haar conditie is sterk verbeterd na de eerste van een serie chemokuren. Vanmorgen moet ze naar het ziekenhuis voor de uitslag van het bloedonderzoek, dat dan weer uitzicht op de tweede kuur.
Praten met Free is natuurlijk ook praten over ons gezamenlijk verleden, dat zich hoofdzakelijk afspeelde voor 1954. De oorlog en de eerste jaren daarna. Zoals bekend waren fietsen schaars in die tijd. Het verhaal gaat dat de Duitsers veel fietsen in beslag hadden genomen. Maar al met stonden er onmiddellijk na de oorlog nog twee fietsen denk ik voor algemeen gebruik op de veranda van ons huis aan de Linnaeusparkweg. Algemeen gebruik: dat betekende dat Moeder er op reed, of Gees en Ben natuurlijk. Maar de jongere kinderen zoals Free en ik kregen niet veel gelegenheid om te leren fietsen. Zo kreeg ik mijn eerste lessen in fietsen van Moeder in 1948. We fietsten naar Schellingwoude, waar in verband met de troonswisseling van Wilhelmina een vlootschouw was. In de drukte langs de dijk tussen Schellingwoude en Durgerdam moest ik leren op en af te stappen. Free heeft soortgelijke ervaringen. De ultieme uitdaging voor haar fietsen was natuurlijk in Winterswijk waar ze door Opa aan de Morgenzonweg op een herenfiets werd gezet. Ze kreeg een duwtje en moest toen maar zien hoe ze verder kwam. Ze reed dus linksaf de Javastraat in kwam op de Groenloseweg uit tegenover de Harmonie, waar een feestje was. Free in doodsangst tussen de mensen door manoeuvrerend kwam uiteindelijk weer terug op de Morgenzonweg. Ze wist natuurlijk niet hoe ze weer van de fiets af moest komen en Opa was allang weer naar binnen. Gelukkig, zegt Free, kwam Cobie te voorschijn en die hielp haar van de fiets af. In Winterswijk in die dagen waren alleen de hoofdwegen verhard. De andere wegen tussen buurtschappen en boerderijen waren karresporen die door het mulle zand van de Achterhoek langs de eindeloze bolle akkers liepen. Omdat wij daar meestal in de zomervakantie kwamen stonden de tarwe en de rogge al een flink stuk boven de grond. Korenbloemen en klaprozen stonden in bloei, net als de bramen. 
Langs de karresporen was meestal een voetpad, dat als fietspad werd gebruikt en naar mijn herinnering niet veel breder dan 50 cm zal zijn geweest. Uit ons zelf zouden we daar niet veel hebben gefietst, maar Opa had daar als jonge man de post rondgebracht en kende al die wegen op zijn  duimpje. En nu, gepensioneerd, bracht hij nog steeds de VPRO-gids rond. Wij kleinkinderen mochten dan met hem mee en achter hem aanrijden over die zandpaden met aan de ene kant het karrespoor en aan de andere kant de sloot. Achter Opa aan die geen enkele keer omkeek geroutineerd alle onregelmatigheden en kuilen in het pad vermijdend. Wij probeerden dan hem bij te houden en te voorkomen dat we in de sloot terecht kwamen. Opa stak wel een hand uit als we een hoek om moesten, maar meestal was de afstand tussen hem en het kind dat volgde zo groot dat je al vanuit de verte kon zien dat hij de hoek omging. Van alle herinneringen aan de Achterhoek blijft het fietsen langs die zandwegen het belangrijkste, naar het schijnt ook voor Free. 

maandag 20 mei 2013

Sociaal

Social media is de term tegenwoordig. Ik probeer zo goed mogelijk te volgen wat er om me heen gebeurt. En met meer dan 70 vrienden op facebook gebeurt er heel wat. Het mooie is dat ik nog nooit zoveel gelukwensen heb gehad met mijn verjaardag als nu, nu ik op facebook bereikbaar ben. Facebook is een groot goed. En ik heb contacten over de hele wereld. Ik ben natuurlijk niet de enige. Iedereen op facebook heeft een groot aantal contacten.
Facebook is ook een geweldige plaats om je foto's op te zetten: te delen is het toverwoord van vandaag. Als ik zo door de foto's van mijn vrienden blader woon ik in een gelukkige wereld. Toegegeven: het merendeel van mijn vrienden is een generatie jonger dan ik. De foto's wijzen op een gelukkige generatie. Het zijn vooral lachende gezichten van mensen die op een feestje bij elkaar komen. Is dat de wereld van vandaag: een lachende gelukkige wereld vol jonge mensen? Geen verdriet, geen zorgen, geen crisis. 
En ook hier: ik moet toegeven, dat veel foto's worden genomen op het moment dat mensen die ver van elkaar wonen, elkaar weer zien na (al dan niet) lange tijd. De blijdschap van de ontmoeting, waard om te behouden voor het nageslacht. Want hoe zit het met de buurman of buurvrouw die ik dagelijks op straat, op de trap, in de lift tegenkom? Als ik er eens over na denk heb ik in mijn verzameling nauwelijks een foto van hen. Hoe is het eigenlijk met die mensen dichtbij?
Gistermorgen zat ik met Georges bij mooi weer, dat wel, een kop koffie te drinken. Er stak een gevlekte hond zijn kop om de hoek, en op mijn vraag van wie is die hond? moest Georges het antwoord schuldig blijven. Ik denk van de buurman zei hij, maar misschien ook wel van die andere. Heb je wel eens contact met die buurman? Nou eigenlijk niet, we steken wel eens een hand op als we elkaar zien, maar een praatje maken is er niet bij.
Wellicht in Frankrijk nog sterker dan in Nederland wonen mensen steeds meer op zichzelf. Contacten worden steeds meer schaars, men maakt de contacten elders. Maar hoe werkt dat met die vrienden op afstand? Kan ik ook een beroep op hen doen als ik in moeilijkheden zit?
Of is het oude spreekwoord nog steeds van kracht en is een goede buur beter dan een verre vriend (zelfs als hij op facebook bereikbaar is?)      

zondag 14 april 2013

Padden

In 1993 werd Whitmore gedwongen ontslag te nemen bij Kodak, na een aantal jaren van ontslagen van personeel…

tot zover was ik gekomen toen een pad zijn kop om de tafelpoot stak en me aankeek. Ik keek terug en hij bleef een hele tijd zitten toen draaide hij zich om en ging naar een andere tafelpoot.

Ik volgde hem met de ogen en zag een andere pad aankomen. Kennelijk zag pad 1 hem ook en ging er met – voor een pad – grote snelheid op af. Hij probeerde op de rug van pad 2 te klimmen. Maar die had daar kennelijk geen zin in en gooide hem er af. Kennelijk was pad 1 zo geil dat hij geen onderscheid kon maken tussen een mannetje en een vrouwtje. Maar zijn teleurstelling duurde niet lang, want daar kwam een stelletje aan vrouwtje met mannetje op haar rug. Pad 1 ging er onverdroten op af en sprong erbij, maar pad nummer drie was daar niet van gediend en gooide hem er net zo hard weer af. Na twee keer gaf pad 1 het op. Het vrouwtje ging dapper verder. Ze moest naar het water om eitjes te leggen die dan door het mannetje zouden moeten worden bevrucht.

Zo lijkt het sexleven van padden ook niet zonder complicaties. Het vrouwtje moet zien dat ze heelhuids bij het water komt en neemt daarbij de zaadgever maar mee, dan is die tenminste bij de hand. Maar het is een zware tocht met bijna haar eigen gewicht op de rug. Maar voor het mannetje is het ook niet eenvoudig Hij moet op de een of andere manier een vrouwtje zien te vinden, en pakt blijkbaar alles wat voorbij komt. IK volgde het paartje op hun weg naar het water: zeker nog 30 meter en zag hoe onderweg nog drie andere padden probeerden haar partner te verdringen, maar die hield dapper stand.

Het paartje haalde de rand van de plas tegenover mijn huisje en tuimelde toen in het water.    

zaterdag 13 april 2013

Voorjaar

Een week in retraite in Coldenhove. Ons is beloofd een weekend met oplopende temperaturen. Een weekend voor de natuur om te ontwaken.  

DSC01158

En terwijl ik de tekst die ik tot dusver heb geschreven (oef die valt nog niet mee) zat te lezen, bewoog zich iets langs de rand van mijn gezichtsveld. Een pad met haar mannetje op de rug. Alsof ze zeggen wilde: Zie je wel, paartijd.

Ze wandelde over mijn erf en verdween aan de andere kant tussen de bomen. En zo zag ik in de loop van de dag al een konijn, kool- en pimpelmezen, een roodborstje, merels en zelfs een specht.

zondag 10 maart 2013

Carnaval in Bergues?

P3100082

Uiteindelijk kwam ik niet in Bergues. Na de chapelles bij Alain, Olivier en le Pot Dingue hield ik het wel voor gezien. Om een uur of tien verschenen er twee naar mijn gevoel jonge mannen die met ons mee zouden gaan. Ze keken vol belangstelling toe hoe eerst Georges en toen Beena werden opgemaakt en vervolgens mijn baard rood gespoten. Later bleek dat de een in scheiding lag omdat hij zijn homofiele gevoelens voor de ander had ontdekt.  Vervolgens trokken ze hun olifantenpakken aan, waardoor ze een tamelijk dikke huid kregen.

En was het wel een chapelle bij Alain? Het zag er niet naar uit dat Alain (de broer van Georges) en Odile ergens op gerekend hadden. Maar ze schonken wel op dit uur al bier – het was tegen half twaalf. Maar de stemming was goed dus maakte het niet echt veel uit. Van Alain in Wormhout naar Olivier in Hoymille. Olivier die altijd kijkt of hij de last van de wereld torst was wel voorbereid en had zelfs een bandje in huis, waari hij zelf de trompet meeblies. Kletsen, dansen, eten (chips, etc) en drinken: Carnaval in dit gebied.

Ken je deze mensen vroeg ik. Welnee, zei Benna. Ja, Olivier en dat is Patrick, maar verder ken ik ook niemand.

Omdat het eten zich beperkte tot de chips etc. vond Benna dat we best Bergues in konden gaan en daar een frietje eten. Maar terwijl we daar nog over delibereerden had ze een beter idee: in Bergues is voorlopig toch  nog niets te doen; we kunnen wel naar de Pot Dingue in Le Petit Mille Brugghes, een restaurant waar vrienden van Benna en Georges de scepter zwaaien. Het is een restaurant aan het kanaal langs de route de Watten. Daar was de tafel uitgebreid gedekt. Toen we daar weer een uur hadden doorgebracht gingen we terug naar Bergues. Het leek voor mij een geschikt moment om afscheid te nemen van de anderen. Terwijl Benna en Georges Bergues ingingen, reed ik terug naar Esquelbecq.

vrijdag 8 maart 2013

Langs de weg

 

P3090059

Ik vertrok bijtijds vanmorgen met de gehuurde Ford Ka, maar ik was nog niet lang op weg toen ik me afvroeg of ik wel de groene kaart bij me had. Ik stopte aan de Baronielaan en belde de garage. Ja zie de man die me had geholpen. We hebben er niet bij stilgestaan dat u het land zou verlaten. Weet u wat: ik scan hem wel in en dan stuur ik hem per e-mail. Zo gaat dat met de techniek van tegenwoordig.

Ik stond op de Baronielaan tamelijk gunstig want ik bedacht dat ik ook geen apparaatjes voor alcohol testen bij me had. Die moest ik bij de ANWB kunnen krijgen. Bij de Baronielaan om de hoek. Alleen de ANWB is aan her verbouwen. Nou ja, die dingen kan ik vermoedelijk ook wel onderweg bij een benzinepomp krijgen. Ik stelde de TomTom in. Niet dat ik die nodig heb voor deze reis, maar ik vind het niet erg om al die aanwijzingen te krijgen die ik opvolg wanneer ik daarin zin heb. Na de wat trage tocht door de tunnel bij Antwerpen kon ik bij Kalken – onze vertrouwde stopplaats – inderdaad alcoholtesters verkrijgen. Ik besloot in Poperinge te stoppen en te lunchen. Maar na de afslag bij Moorsele begon Bonny aanwijzingen te geven dat ik van de weg af moest en naar links. Dat was vreemd maar ik besloot haar aanwijzingen te volgen. Misschien was er wel een voor mij verborgen weg naar Esquelbecq. Het duurde even, ik was al in Geluveld, toen ik zag dat Bonny bezig was met een demo traject. Het bleek dat het contact met de sigarenaansteker niet goed was. Op de een of andere manier was Bonnie in de war geraakt. Toen ze weer wist waar we heen moesten duurde het niet lang of we waren weer op de vertrouwde weg om Ieper naar Poperinge. De weg naar het centrum was gedeeltelijk geblokkeerd door de kinderoptocht die juist werd opgesteld en door prins Carnaval met zijn gevolg. Uiteindelijk kwam ik voor de lunch in Watou, vlak tegen de Franse grens. In het Ovenhuis nam ik een croque ovenhuis. De croque bleek van plaatbrood een 30 centimeter in diameter: een volledige maaltijd…

Ik trof Georges bezig met het voorbereiden van het eten. Samen gingen we naar het huis van Richard en Céline, waar Benna vanuit haar werk rechtstreeks heen zou gaan. En daar moest een foto gemaakt worden van vier generaties. twee maal vader dochter. Ik heb wel eens vaker zo’n foto gezien, bijv. van oude Opoe, Opoe, Moeder en Gees, maar dat zag er tamelijk plechtig uit. Die kans kreeg ik met Been in de buurt niet…   

zondag 3 maart 2013

Richard als vader

 

SONY DSC

Zaterdag was een rustdag voor moeder en kind. Maar voor Richard was er niet veel rust. Er waren enige zorgen over Céline, die nog veel te veel vocht had en nauwelijks in staat was om naar haar kind te gaan kijken. Richard bleef in het ziekenhuis, werd (net als Céline trouwens) ieder kwartier gewekt door de apparatuur die de de bloeddruk en hartslag van Céline moest monitoren. Bovendien was zijn bed te kort en de matras niet al te best, zodat hij zaterdag opstond met hoofdpijn en pijn in de rug. Maar omdat hij geen patiënt was kreeg hij van het ziekenhuis geen paracetamol. Bovendien kon hij in het ziekenhuis, behalve het ontbijt niet veel te eten krijgen. Het kwam wel goed uit dat wij naar de Auchan gingen en hem vandaar uitnodigden om samen met ons te lunchen. De Auchan ligt op een paar honderd meter van het ziekenhuis.

Toen Richard zich bij ons voegde zag hij er bleek en afgetrokken uit. De maaltijd deed hem zichtbaar goed. We spraken af dat we als we vandaag naar huis zouden gaan nog even goedendag zouden zeggen in het ziekenhuis. We troffen nu Richard aan terwijl hij bezig was om Rose een nieuwe luier aan te doen. Wij moesten net als hij beschermende kleding dragen tegen besmetting en Richard bovendien nog een mondkapje. Alles om besmetting van de ruimte te voorkomen. Toch kreeg ik de gelegenheid om de bijgaande foto te nemen. Rose heeft de geboorte goed doorstaan blijkbaar. Ze dronk al 15 cc moedermelk. 

vrijdag 1 maart 2013

Een nieuwe situatie

 

DSC01070

Céline was uitgerekend op 10 april a.s. Toen we deze week het bericht kregen dat ze was opgenomen in het ziekenhuis en dat de bevalling aanzienlijk eerder leek te komen, namen we daar met gemengde gevoelens kennis van. Het bleek dat Céline wat hoge bloeddruk had. De dokters in het ziekenhuis namen geen risico’s, het zag er naar uit dat Céline met behulp van de Keizersnee zou worden verlost.

Maar vervolgens werd het stil. Het werd woensdag maar de keizer werd niet gesneden. Onder deze omstandigheden zijn ook de moderne communicatiemiddelen een betrekkelijk genoegen. Is het goed dat je niets hoort of juist niet?

Donderdag bleek dat de keizersnee een dag uitgesteld was. Maar positief was dat de conditie van Céline aan het verbeteren was. Of zou er geen keizersnee worden toegepast toen bleek dat Céline middelen had gekregen om de weeën op te wekken? Vrijdagmorgen nog geen baby.

Telefoon: Céline had om zes uur vijf centimeter ontsluiting. Dat kan nu toch niet lang meer duren. Om half twaalf zei Anneke zullen we toch maar naar Frankrijk gaan. Om kwart over twaalf zaten we in de auto.

SMS-bericht van 12.18: baby geboren om 10 uur. Een reis naar Esquelbecq zonder veel bijzonders, afgezien van de twee lifters die een wedstrijd hadden aangegaan wie het eerst in Parijs zou zijn.

In Esquelbecq bleek ons dat ondanks de pogingen de geboorte op natuurlijke wijze te doen plaats vinden toch een keizersnee was toegepast. De baby had een naam, maar die mochten we nog niet weten: Richard zou dat zelf vertellen. We waren op tijd om nog even naar het ziekenhuis te gaan, waar Céline nog niet aanspreekbaar bleek en bovendien omringd werd door haar eigen zorgzame familie. Wij mochten de baby bekijken maar één persoon tegelijk. En met de nodige maatregelen voor de hygiëne. Handen wassen en een soort schortje aan.

En zo troffen we om de beurt Richard met de baby aan bij de couveuse; ook hij had een hygiënische jas aan. Hij had het kind al meer dan een uur in de armen en hoewel hij een gelukkige indruk maakte begon hij na een paar dagen ziekenhuis toch wat trek te krijgen. Maar hij leek te wachten tot zijn dochter wakker zou worden. 

dinsdag 5 februari 2013

Amerika, sex, drugs, religie

Tijdens de party praatte ik met Naomi; Naomi is geboren in Israel en heeft met haar man Fred veel heen en weer gereisd naar dat land. Ze was in de jaren zestig ook in Nederland geweest. Ze vond de Amerikanen hypocriet in hun houding tegenover sex,  een standpunt dat ik graag ondersteunde. Naomi vertelde dat ze pas in de VS op het strand haar baby een schone luier gaf. Ze werd er op aangesproken dat dat niet kon. Op haar vraag waarom niet, was het antwoord dat de baby bloot was. Dat deed je niet in het openbaar. Maar als je naar die jonge meiden op het strand kijkt die hun borsten voor het grootste deel uit hun bh-tje hebben hangen, wat is dan het probleem. Ik moest denken aan een van de afleveringen van een politieserie die we de afgelopen weken hebben gezien. Ik denk dat er in ieder team van de politie uit oogpunt van non-discriminatie minstens een vrouw en een gekleurde politieman/vrouw moet zitten. In dit geval was de politievrouw in haar appartement onder de douche gegaan en toen ze zich juist wilde afdrogen belde haar partner op dat er bij haar een bom tot ontsteking zou worden gebracht. De bom ontplofte, het hele appartement in lichterlaaie. De partner baande zich met gevaar voor eigen leven een weg door de vlammen om te kijken of ze nog leefde en trof haar aan naakt in de badkuip. Toen zij met veel tegenwoordigheid uit de badkuip omhoog wilde komen en zich realiseerde dat ze naakt was, moest hij zich omkeren om haar naaktheid niet te kunnen zien. Met zijn jasje aan kon ze worden weg gedragen uit het appartement.

Je ziet hier verrassende uitingen van religiositeit, zo zien we in de krant van vanmorgen dat de twee jongens die door hun vader werden vermoord, zeer sterk geloofden dat ze op een dag zouden sterven en door God zouden worden opgehaald, aldus hun tante. God de vader dus.

Ondertussen blijkt in het congres een wet in voorbereiding om wiet legaal te maken. De gedacht is dat wiet dezelfde behandeling moet krijgen als alcohol. Verkopen in  winkels die daarvoor een vergunning moeten hebben; verkopers en gebruikers moeten belasting betalen. Eerste voorzichtige schattingen een opbrengst van 20 miljard die gebruikt kan worden voor het handhaven van de wet en het terugdringen van de staatsschuld!!

maandag 4 februari 2013

Superbowl

Betty was de hele week bezig met het organiseren van de superbowlparty die dit keer hier werd gehouden. De lijst met gasten, wat moet er worden gegeten, schoongemaakt en verplaatst. En in de loop van de week hebben we de verschillende dingen in huis gehaald, chips om te eten, chips om te dippen, bier, wijn, kaas, nieuwe bloemen op het terras, etc. Gisteren was het zover. De wedstrijd zou om een uur of zes beginnen en 's morgens begon Betty met het klaarmaken van de chili. Freerk spoot de patio schoon en zette een tafel klaar als bar, de barbecue werd om het huis heen gereden, kinderstoelen verdwenen uit de kamer. Ballonnen verschenen.
Opmerkelijk genoeg kwamen de gasten vrijwel allemaal in een heel kort tijdsbestek binnen, ze voegden hun eigen hapjes toe aan wat er al op de tafels stond en ze voorzagen zich van drank.
De wedstrijd begon. Hoewel het mooi weer was, was de temperatuur ' s avonds niet erg hoog en iedereen bleef binnen. De patio werd eigenlijk niet gebruikt.
De mannen zetten zich voor de televisie, de dames hielden enige afstand, praatten met elkaar en wierpen zo nu en dan een blik op het verloop van de wedstrijd.
Zo nu en dan werd geconstateerd dat de uitgestalde etenswaren niet zo goed waren voor de lijn. De hapjes verdwenen echter wel geleidelijk en voor een groot deel.
De wedstrijd was niet zo  belangrijk want hij ging tussen twee partijen die hier weinig aanhang hebben. Niet iedereen bleef ook zitten tot het einde. In de loop van de tweede helft ging een aantal gasten weer naar huis.
En zo vormde de wedstrijd eigenlijk alleen maar de aanleiding om elkaar te ontmoeten voor een gezellig feestje.

vrijdag 1 februari 2013

Museum

De grenzen tussen de gemeenten zijn hier - net als in Nederland trouwens - niet steeds even duidelijk. Palm Beach loopt ongemerkt over in West Palm Beach: je steekt de straat over en en het is zover. West Pam Beach ligt overigens ten zuiden van Palm Beach. Het Norton Museum van kunst ligt in West Palm Beach. Er is op dit moment een tentoonstelling van het werk van Annie Leibovitz. De naam zei me niet zoveel, maar het blijkt een fotografe die portretten gemaakt heeft van vele Amerikaanse grootheden zoals Tom Cruise, Leonardo di Caprio en Mick Jagger. Mooie foto' s. En allemaal uit het voor-digitale tijdperk. Behalve deze tentoonstelling is er momenteel ook een tentoonstelling van de schilderijen van Sylvia Plimack Mangold, die een fascinatie heeft ontwikkeld voor bomen en landschappen. Maar toch drie grote zalen met schilderijen van de bomen rond haar huis kunnen maar met moeite de aandacht vasthouden. Ik zag dan ook een van de bezoekers zijn hoofd door de opening naar de derde zaal steken en de zaal scannen, hij ging niet verder de zaal in. Ik was meer geintrigeerd door het werk van Rob Wynne, waarmee de hal van het museum mee was versierd. Insecten en zeedieren (zeesterren en inktvissen met name) gemaakt van minuscule kraaltjes en draadjes in verschillende kleuren. Het museum bestaat uit een aantal zalen die allemaal voorzien zijn van de naam van iemand die kenneijk heeft geholpen het museum mogelijk te maken. Het was er verrassend druk. We begonnen onze rondgang daar met een lunch in het museum cafe, waarvan de bediening ons weinig efficient overkwam. De serveerders en serveersters liepen regelmatig zoekend door de zaal met gerechten in de hand, zich kennelijk afvragend waar ze die nu eens neer zouden zetten. Maar er heerste een genoeglijke sfeer.

donderdag 31 januari 2013

Naar de film

Betty maakt er een gewoonte van om zoveel mogelijk van de voor een Oscar genomineerde films te zien voor de uitreiking van de awards. Bij een vorige gelegenheid ben ik al eens met haar mee geweest naar Broke Back Mountain, een film met naar mijn herinnering een zeer trage handeling en een probleem dat me niet zo bezig hield. Dit keer stonden op de lijst van Betty een paar films over militaire acties. Eigenlijk had ik niet zo veel zin in een film met veel geweld. Uiteindelijk werden we het eens over de film Silver Linings. Dus Anneke en ik gingen dinsdag met Betty naar de bioscoop in Downtown at the Gardens, en naar de bioscoop. Het is traditie om in de filmzaal popcorn en cola (of een ander drankje) mee te nemen. Dus wij gingen naar de popcorn afdeling en kochten een flesje water en een kleine portie popcorn. We dachten dat zo'n klein pak wel genoeg zou zijn. Betty bracht nog een paar hoofdtelefoons mee, om de verstaanbaarheid van de film te verbeteren. De zaal was grotendeels leeg en ik zat in het midden tussen Anneke en Betty in. Ik had dus ook de doos met popcorn op schoot. Tijdens het voorprogramma werd een overzicht gegeven van films to come. In die tijd moest ik behalve het waterflesje van mij ook dat van Anneke open maken. Die doppen zitten soms erg vast. Even een ogenblik waarop mijn aandacht was afgeleid. Op dat moment had de doos met popcorn gewacht. Hij kantelde en voor ik hem weer rechtop had lag de helft van de popcorn op de vloer voor me. De film was een aanrader, al vond ik het geluid veel te hard, maar dat was iets bij te stellen met behulp van de hoofdtelefoons. De hoofdpersoon treft zijn vrouw met een ander aan onder de douche, slaat die ander in elkaar en komt in een psychiatrische inrichting om zijn agressie te leren onderdrukken. Na verloop van tijd wordt hij daaruit ontslagen en moet zijn leven weer proberen in te vullen. We verlieten de zaal met een grote berg op de vloer waar wij hadden gezeten.

maandag 28 januari 2013

Downtown at the gardens

Het dichtstbijzijnde winkelcentrum is Downtown at the Gardens. Daar ontmoerten we elkaar vanmiddag. Er is daar zelfs een draaimolen, zoals blijkt uit deze foto

zondag 27 januari 2013

Dicht bij huis

We zijn ons verblijf hier in Florida begonnen zonder plannen anders dan familiebezoek. Dat heeft tot gevolg dat onze aandacht ook dicht bij huis ligt. Dat is ook niet erg moeilijk. Magnolia Bay is een resort dat door een hek is afgeschermd van zijn omgeving, om er binnen te komen moet je een hek door. Het is een omgeving waar niets bijzonders gebeurt en als je er rond kijkt kan hier ook niets gebeuren. In de gemeente Palm Beach Gardens en daarom heen zijn veel van dit soort resorts. De enige mensen die hier komen zijn de bewoners, hun (bekende) bezoekers en het onderhoudspersoneel. Het is een ideale omgeving voor Anneke om te herstellen. We maken gebruik van de fiets en rijden hier rond in steeds grotere cirkels. In dit weekend logeren ook Spencer en Trent weer hier. Betty en Freerk zijn er op ingesteld. In de huiskamer staan twee kinderstoelen Op de slaapkamers staan twee kinderbedjes. En de vloer is bezaaid met speelgoed. Een van de belangrijkste speelmiddelen van kleine kinderen wordt echter gevormd door sesamstraat - de kineren hebben het voortdurend over Elmo - en de i-pad. Trent weet al aardig goed hoe hij de app met kinderliedjes moet laden. Een groot deel van de dag horen we dus a,b,c,d,e f,g..., en ook van I wish you a happy christmas... Andere tijden andere hulpmiddelen.

vrijdag 25 januari 2013

Dit is met Trent in de lift in de mall

Gaat het goed met Amerika

We moeten in aanmerking nemen dat dat wat in Florida plaatsvindt niet hoeft op te gaan voor de VS. Zo bleek dat de onderwijzerssalarissen per staat worden betaald. Betty vertelde dan ook dat toen zij als docent van de staat New York naar Florida ging ze er flink in salaris op achteruit ging. Leven in de sunshine state kost blijkbaar geld. Dat neemt niet weg dat de Republikeinse gouverneur van Florida twee jaar geleden om de overheidsuitgaven te beperken de salarissen van het onderwijzend personeel met drie procent heeft verlaagd. Daar zouden we nu niet bij stilstaan ware het niet dat dezelfde gouverneur nu aangegeven heeft dat het onderwijzend personeel goed gewerkt heeft en een salarisverhoging verdient. Zoals de krant opmerkt de gouverneur wil volgend jaar worden herkozen. Ondertussen ligt de verkoop van huizen weer op het peil van 2005 het hoogtepunt van de boom. Makelaars doen weer goede zaken, hoewel de prijzen nog wel wat lager liggen dan toen. Inmiddels is - maar dat is al een tijdje gelden en heeft zelfs in Nederland in de krant gestaan - boekhandel Borders verdwenen. Borders was een keten met winkels over het hele land. Men gaat ervan uit dat Borders de overgang naar het digitale tijdperk niet heeft kunnen opvangen. Het is niet helemaal duidelijk hoe boekhandels verder moeten. Zoals ik van de week al zei de aandacht is verschoven naar kookboeken en boeken over lichaamsverzorging en gezondheid. Het onderwerp in de kranten is natuurlijk de wetgeving rond wapentuig. Voor Freerk is het onbegrijpelijk dat mensen kunnen volhouden dat hun veiligheid afhangt van het bezit van aanvalswapens. We zitten hier in een tamelijk afgesloten omgeving en ik heb hier nog geen burger gezien me een vuurwapen in de hand.

donderdag 24 januari 2013

Eten (2)

Dinsdagavond gingen we met zijn achten eten bij BBQ restaurant waar we bij vorige gelegenheden ook al eens waren geweest. Met zijn achten want Trent en Spencer waren ook mee. Anneke nam een starter en nam daarbij een side, een bijgerecht: French fries. Ik nam voor de gelegenheid een halve baby backrib, maar moest toen twee sides nemen. Ik wilde volstaan met ook een portie frites, maar dat was niet geheel naar de zin van de dienster die rustig stond te wachten tot ik tot een beslissing zou zijn gekomen. Neem nog een keer frites suggereerde Freerk, dan kunnen jullie samen doen. Het was hem ontgaan dat Anneke ook zonder mijn bijdrage frites zou krijgen. Enfin we hielden genoeg over. Het behoeft geen verwondering dat veel Amerikanen last hebben van overgewicht - ik zag ergens dat inmiddels meer dan 50 percent ermee worstelt. Gisteren gingen we naar City Place in downtown West Palm Beach en liepen daar natuurlijk ook bij Barnes and Noble binnen. Al scannend langs de bordjes met boekencategorieen viel me op dat de kookboeken als categorie misschien na de fictie de grootste categorie vormden en daarbij de kasten met boeken over dieet methoden niet meegerekend. De volgende belangrijke groepen waren boeken over gezondh leven en godsdienst. De gecombineerde hoeveelheid boeken over management, economie en wetenschap kwam met een bescheiden afdeling daar ver achter. Als je in aanmerking neemt dat de restaurants waar we binnen komen allemaal vol zijn en iedereen, dan vormt die hoeveelheid kookboeken inderdaad een opmerkelijk iets. Een speciale eetkultuur. Nadat we bij Barnes and Noble hadden rondgekeken gingen we zitten bij een thais restaurant dat merkwaardigerwijs niet vol was. We werden geholpen door een meisje dat afkomstig bleek uit Bali. Hier was het goed toeven. En het eten was zeer goed.

dinsdag 22 januari 2013

Eten

De dienster was zeer opgewekt: wat wilt u drinken. Ik vroeg een cola, een kleine graag. We hebben maar een maat, sir. En inderdaad de cola van mij de ijsthee van Betty en Het water van Anneke werden aangevoerd in dezelfde bekers, van naar mijn schatting ongeveer een halve liter. We bevonden ons voor de lunch in het Hurricane Cafe tegen de duinen aan de Atlantische kust. Het was druk in dit cafe. Alle tafels waren bezet en de bediening liep rond met enorme schotels. Nu we eenmaal een besluit hadden genomen omtrent de drank en met enige aarzeling de menukaart bekeken, zei de dienster: zal ik u eerst maar uw drankjes brengen dan kunt u er nog even over nadenken. We dachten er over na. Ik liet ik de gerechten op de lijst in gedachten aan mij voorbij trekken. Uiteindelijk koos ik voor de Hurricane Club sandwich. Anneke koos een entree en Betty een soort croque monsieur. Probleem is dat daar dan nog iets bijhoort, wafelfrites, of spaghetti of zoiets. Aangezien ik geen zin had in de koolsla koos ik net als Betty voor de wafelfrites. Bij de entree van Anneke hoorde geen bijgerecht. Onze dienster die voldoende meegekregen had van onze discussie en al geconstateerd had dat alles hier groot was, kwam onze bestelling met een grote grijns opdienen. Ze liep vervolgens gauw verder. De hurricane club sandwich paste nog net op mijn bord. Hij bestond uit twee halve broden met daartussen ongeveer twee ons vlees en daarnaast een portie wafelfrites. Ik beperkte me tot het vlees en nam een paar frites. Anneke zei dat ze er toch in geslaagd was haar entree bijna geheel op te eten. Betty zat eveneens te worstelen met haar selectie van de dingen die ze wilde opeten. Onze dienster kwam weer langs: of alles naar wens was en of er nog ijsthee of cola bij moest. We zagen daar maar van af. De helft van onze maaltijd ging weer terug. Er moeten mogelijkheden zijn voor een seniorenrestaurant in deze omgeving.

maandag 21 januari 2013

Greatgrandpa

Ik ben overgrootvader, hoewel er geen bloedverwantschap bestaat tussen mij en mijn achterkleinkinderen. Maar de relatie wordt zeer duidelijk als ik Freerk zie opereren als grootvader. De tweeling, Trent en Spencer, was dit weekend hier. De jongens volgden Freerk waar hij ook heen ging en Freerk toonde een eindeloos geduld, een geduld dat ik in andere situaties weleens heb zien ontbreken. Tot de woorden die de kinderen lijken uit te spreken - ze praten nog niet - behoort ook opa. Ons keken de kinderen met gepast wantrouwen aan, Spencer begon zelfs te huilen als ik in de buurt kwam. Maar aan het eind van de dag leek Trent toch zoveel vertrouwen te hebben gekregen dat er weliswaar op afstand een lachje in mijn richting afkon. Voor de lunch van gisteren en voor de nodige beweging van de tweeling gingen we naar de Mall. Daar kunnen de jongens rondlopen zonder onmiddellijk uit het zicht te verdwijnen. En ziet na verloop van tijd en bij een toenemende vermoeidheid liet Trent zich optillen en op mijn schouders zetten. Ik had blijkbaar voldoende vertrouwen gewonnen. De reis naar de Mall liet trouwens zien dat (over)grootvaders maar een ondergeschikte rol vervullen in de wereld die draait om de kinderen. Freerk en ik werden samengeperst achter de achterbank, een ruimt die - nadat de kinderen in hun reisstoeltjes waren geinstalleerd op de achterbank - alleen bereikbaar was via de achterdeur. Armen en benen moesten zorgvuldig opgevouwen worden en dan nog was het comfort zeer beperkt. Maar zoals Freerk constateerde de rol van grootvader heeft het voordeel dat er iedere keer weer een moment komt dat je de verantwoordelijkheid voor de kleinkinderen kunt overdragen aan de ouders.

zaterdag 19 januari 2013

Orlando

We waren al eens eerder in Orlando geweest. Een groot vliegveld, als je op de kaart kijkt dan blijkt het vliegveld vier uitlopers heeft. Dat verklaart min of meer de ervaring van die eerste keer dat je na aankomst met een treintje naar de uitgang wordt gebracht, waar je dan voor de tweede keer je koffers moet zien te pakken te krijgen. Ik hechtte dan ook geen bijzondere betekenis aan de aanduiding op ons vliegticket: Orlando Sanford. Dat zou wel een van de vleugels van het vliegveld zijn. Een kleine misvatting. De reis verliep opvallend voorspoedig. Van Amsterdam tot Groenland hadden we forse wind achter en dat merkten we: we kwamen een uur voor de geplande tijd aan op Sanford. We kwamen vrij gemakkelijk door de immigratie. Er waren 18 loketten open en werden door twee vrouwelijke beambten verdeeld over de verschillende loketten, paspoorten, vingerafdrukken en irissen gecontroleerd en toen door naar de douane die steekproefsgewijze de koffers door de rontgen haalde en onze koffers oversloeg. Om drie uur stonden we buiten. Maar wat nu? We hadden onderweg geen sms kunnen versturen dat we zo vroeg kwamen. En terwijl we voor de deur stonden reageerden Betty en Freerk niet op onze telefoontjes. We zaten, schreef Anneke, in het bezoekerscentrum. Na een drie kwartier kregen we een sms van Betty dat ze op het verkeerde vliegveld waren; na nog enige tijd een telefoontje van Freerk dat ze er inmiddels achter waren waar wij geland waren. Nog een twintig minuten... Toen we eenmaal in de auto zaten bleek dat Sanford zo'n veertig kilometer noordelijker ligt dan het andere vliegveld, de weg terug naar Palm Beach Gardens duurde nu een uur of drie, waarbij we eerst weer door de buitenwijken van Orlando moesten. En blijkbaar moest iedereen op dat moment de weg op. Het was verbazend druk. Toen we thuis kwamen, had Freerk inmiddels 7 uur achter het stuur gezeten en wij? We waren blij dat we over waren.

donderdag 17 januari 2013

Het laatste moment

Als je vaker reist zijn de voorbereidingen niet meer zo bijzonder. Maar iedere keer bedenk je iets dat op het laatste moment nog moet worden geregeld. Dus toen ik gisteravond naar de televisie zat te kijken en bedacht dat het misschien goed was als ik eens de inhoud van mijn koffer zou controleren, riep Anneke met de vraag: hoe krijg ik dat digitale boek van mijn computer op mijn i-pad. Nu is de i-pad een nieuwe aanwinst voor Anneke die ik nauwelijks heb bekeken. En de i-pad heeft wat trekjes die ik niet leuk vind.Een van de meest onduidelijke dingen is wel hoe je van een bepaald scherm weer terug komt naar het voorgaande. Misschien kom ik daar nog wel een keer achter. Maar de eigenlijke moeilijkheid zat in het digitale boek, dat weliswaar via een netwerk-link beschikbaar was, maar dat alleen toegankelijk bleek nadat ik Adobe digital editions had geinstalleerd. Een nieuw programma, een nieuwe gebruikersnaam en een nieuw wachtwoord; maar dat werkte uiteindelijk. Maar nu transponeren naar de i-pad. Enfin, anderhalf uur met de nodige irritaties later stond het op de i-pad. Nu nog leesbaar maken, dat stel ik maar uit tot in Florida. We waren op tijd om naar bed te gaan, want morgen moeten we er bijtijds uit. Om half negen in het ziekenhuis. We hopen maar dat er geen sneeuw valt morgen.

woensdag 9 januari 2013

Technisch

Ik zit in de technische commissie van ons dorp, maar heb me voorgenomen niet tot klusjesman uit te groeien. Als er mankementen zijn aan het gebouw of de installaties erin moet dat de verantwoordelijkheid zijn van de beheerder die de verschillende aannemers inschakelt. Om mijn rol in de technische commissie enigszins vorm te geven loop ik de eerste maandag van de maand met een van mijn buren het hele dorp door en vervangen daar waar het nodig is een lamp en controleren de druk van de centrale verwarming. Die buurman zegt dat hij a-technisch is en met name met mij meeloopt voor morele steun. Nu we hebben aangekondigd dat we voor drie weken naar Florida gaan, maakt de buurman zich wat bezorgd. Hoe moet dat met de techniek in mijn afwezigheid? Het zou goed zijn als er iemand bijkwam die ook minstens kan doen of hij verstand van zaken heeft. maar het is opmerkelijk hoe gemakkelijk de meeste bewoners van ons dorp zich verschuilen achter het feit dat ze a-technisch zijn, om zich te verontschuldigen voor het feit dat ze me niet kunnen helpen. En eigenlijk is het belangrijkste probleem dat optreedt de verwarming van de dames L. Die bellen me vooral aan het begin van het stookseizoen met de klacht dat de radiatoren op hun slaapkamer niet warm worden. Een jaar geleden bleek dat een andere buurman ervaring heeft als klusjesman bij een vereniging. P.B. leek de ideale partner en wat meer is: hij bleek bereid met mij de situatie in het dorp in de gaten te houden. En zo liepen we met zijn drieën de maandelijks ons dorp rond. Het was jammer dat P.B. niet voor niets in ons dorp was komen wonen: hij had last van duizelingen en voelde zich zeer onzeker bij het opklimmen van de trap die naar de CV-installatie voerde. Bovendien bleek dat hij verschijnselen van Alzheimer vertoonde. Hij moest al na korte tijd verstek laten gaan; hij was in behandeling niet alleen bij een geriater, maar ook bij een internist die op zoek was naar de oorzaak van zijn duizelingen. Een deel van dat probleem leek opgelost toen men de medicatie veranderde. P.B. wilde weer gewoon mee de ronde doen, maar bleek inmiddels zo onzeker van zichzelf dat hij er bij mij op aandrong alles op te schrijven van wat er zou kunnen misgaan. Ik besloot de vrouw van P.B. aan te spreken. B.B. keek angstig, want zij was ook a-technisch. Uiteindelijk besloot ze toch mee te gaan al was het alleen maar om haar man bij te staan. Toen we bij de ketels van de centrale verwarming kwamen keek B.B. geïmponeerd naar de installatie van zes verwarmingsketels. Ik wees haar op een dunne koperen pijp vlak tegen de muur die eindigde met een kunststof dopje. Kijk: als de dames L. klagen dat de radiatoren niet warm worden, dan draai je dat dopje een klein beetje los en wacht tot de lucht uit het systeem is. Dat is meestal voldoende. B.B. keek me ongelovig aan en riep opgelucht: Is dat alles?