vrijdag 12 februari 2016

Twintig-tachtig

Men zou kunnen veronderstellen dat ik, nu ik de tachtig nader, onder deze titel ga zitten filosoferen over de tijd dat ik nog twintig was. Misschien zou ik me dan met Poggio de Florentijn kunnen afvragen of een oude man moest trouwen, al is die vraag voor mij niet zo relevant.
Maar nee, daarover gaat het vandaag niet. Vandaag gaat het om de twintig-tachtig regel (meestal andersom met de tachtig-twintig regel benoemd), een bekend fenomeen uit de bedrijfsvoering, wellicht meer een ervaringsregel dan een wiskundige bewezen stelling.
De regel kwam weer boven bij het krantenbericht in BNDeStem, dat een aantal buslijnen gaat verdwijnen. De twintig -tachtig regel zegt bijvoorbeeld dat 20% van de producten van een bedrijf 80% van de omzet leveren, de overige 80% van de producten zijn verantwoordelijk voor de overige 20% van de omzet.
Ik vertel daarmee voor bedrijfsleiders niets nieuws.
En toch staat men er denk ik te weinig bij stil.
Zoals een van de veel te weinig gelezen schrijvers uiteenzette, door het toepassen van de twintig-tachtig regel had het openbaar vervoer in Groot Brittanniƫ een zeer praktisch instrument van zelfvernietiging gevonden.
Want ook in het openbaar vervoer geldt de twintig tachtig regel: 20 % van de lijnen in het openbaar vervoer regelen 80% van het (personen)vervoer. De overige 80% van de lijnen verzorgen de rest. De bedrijfsleiding constateert dat de meeste van de 80% van de lijnen onrendabel zijn en besluit daarom deze lijnen af te stoten en zich te concentreren op de 20% rendabele lijnen.
Maar het gekke is dat, als men na het afstoten van de onrendabele lijnen, eens de stand opmaakt de twintig - tachtig regel nog steeds van kracht blijkt. Nog steeds blijkt dat 20% van de lijnen, 80% van het reizigersvervoer voor zijn rekening neemt. De overige 80% van de lijnen die nog maar twintig procent verzorgen van het vervoer blijken wederom grotendeels onrendabel.
Een goede op rendement gerichte bedrijfsleiding stoot ook deze de onrendabele lijnen af.
En u begrijpt het al: wat overblijft is opnieuw een vervoerssysteem waar de twintig tachtig regel geldt.
En een bedrijfsleiding die standvastig het beleid blijft uitvoeren en de onrendabele lijnen afstoot, breekt geleidelijk maar wel systematisch zijn hele vervoerssysteem af. En zo kunnen we verwachten dat Arriva bezig is het hele bussysteem in Breda af te breken als het de lijn doorzet de onrendabele lijnen van de stadsbus op te heffen.
De fout die daar bij gemaakt wordt is dat de afzonderlijke lijnen worden gezien als onafhankelijk van elkaar. Men kan het zo zien: wie niet meer gebruik kan maken van de onrendabele lijn om een eind verder in het netwerk op een rendabele lijn te kunnen stappen, zal dat laatste ook niet meer doen maar onmiddellijk in de auto stappen en naar de eindbestemming rijden.