vrijdag 28 december 2012
Regen
zaterdag 15 december 2012
1e hulp
donderdag 13 december 2012
De lift
maandag 10 december 2012
Obsolescense programmée
donderdag 29 november 2012
In the cloud
vrijdag 23 november 2012
Kruk
maandag 29 oktober 2012
Murphy (2)
donderdag 25 oktober 2012
Murphy
donderdag 27 september 2012
Vrouwenprobleem
vrijdag 21 september 2012
In 't holst van de nacht
dinsdag 18 september 2012
Buren
woensdag 12 september 2012
Broeken buiten
vrijdag 7 september 2012
Botten en benen
woensdag 5 september 2012
Een kwestie van sleutels
Toen ik maandag terugkwam uit Frankrijk had ik een flinke was bij me. En nog voordat ik de auto geparkeerd had besloot ik met de was naar boven te gaan en alvast een lading in de wasmachine te gooien. En zo gebeurde. Ik zette de wasmachine op bonte was, veranderde de wastemperatuur in 40 graden en startte de machine. Vervolgens ging ik terug naar beneden haalde de rest van de bagage uit de auto, ging naar boven en zette een kop koffie alvorens de post te bekijken. Toen ik na verloop van tijd de wasmachine bekeek stond hij op 1 resterende minuut. Maar omdat die minuut me te lang duurde schakelde ik de knop naar uit en trok vergeefs aan de deur. Die was geblokkeerd. Na enig geprobeer de machine nog maar eens laten draaien met een snel en gemengd programma. Dat werkte naar verwachting. En al was de wastijd daardoor tamelijk lang, hij was vermoedelijk wel schoon. De was ging in de droger en een nieuwe lading in de wasmachine. Daarbij ook mijn broek, die ik weer lang genoeg had gedragen. Opnieuw koos ik de bonte was en een temperatuur van 40 graden. En opnieuw bleef de machine hangen op 1 minuut. Het was een herhaling van zetten. Was de wasmachine kapot? Of deed ik iets niet goed?
Omdat de koelkast al kapot was kon ik maar weinig eetbaars tegelijk halen. Ik ging naar de winkel om de hoek en constateerde en passant dat ik de autosleutel miste in mijn achterzak. Had ik die zeer ongewoon op het bureau laten liggen? Toen ik weer boven kwam bleek dat de sleutel nog in de achterzak van de juist gewassen broek. Hij was nu ook en zeer langdurig gewassen. Wel de sleutel kwam heelhuids uit mijn broek, maar de afstand bediening werkte niet meer. Een gesprekje met de garage leerde dat men verwachtte dat de sleutel wel weer zou werken als hij droog was. Het beste was een dag wachten.
IK wachtte een dag. Vanmorgen naar beneden, om de krant op te halen en de sleutel te proberen. Met de afstandbediening op de auto gewezen en ja hoor het licht ging aan en uit. Terug in de lift vond ik een sleuteletui met een set sleutels. Even moest ik denken aan de sleutels van mevr. M. Maar ik wilde ze niet hier in de lift laten liggen en nam ze mee naar binnen. Ik legde mijn eigen sleutels op de plaats waar ik ze normaal bewaar en liep met de gevonden sleutels weer naar buiten. Toen ik de deur achter me dicht had getrokken realiseerde ik me dat ik mijn eigen deur niet meer in kon… Al traplopend had ik al gauw gevonden dat de gevonden sleutels van mevr. R op 8 waren; maar zij bleek niet thuis. Dus ik naar de heer dJ. die een sleutel heeft van ons huis en ik leende onze eigen sleutel, waarmee ik weer binnen kon komen. Nu maar een briefje in de lift gehangen dat ik een set sleutels had gevonden en afwachten wat er zou gebeuren. Mevr. R. kwam terug van de kerk en haalde haar sleutels op.
NU met de auto naar de mediplus om te zien of ze een rolstoel hadden voor Anneke. Maar mijn autosleutel werkte niet. Dat is vervelend, want ik kan de auto wel in zonder afstand bediening, maar dan gaat het alarm af en bovendien start de auto niet. Ik besloot op de fiets te stappen en naar de garage te gaan om te zien of ze de afstand bediening weer aan de gang konden krijgen. Na verloop van een half uur verteld de man van de garage dat hij er niet in slaagde. Maar er was een manier om de auto ook met sleutel te openen, te starten en te sluiten…
zondag 2 september 2012
Uitstel
Tussen het moment dat Anneke het ziekenhuis werd binnengebracht en het moment dat Steve en ik daar aankwamen had Anneke in ieder geval bezoek gehad van de chirurg die haar zou opereren. De man maakte een heel onzekere haast mensenschuwe indruk. Hij keek eigenlijk niemand aan en na de diagnose zei dat hij zou proberen Anneke die vrijdag nog te opereren en anders zaterdagmorgen. Nu bleek zaterdagmorgen een rekbaar begrip. De operatie zou plaats vinden tussen 8:00 en 14:00. Niemand kon zeggen wanneer precies, het was uiteindelijk de afdeling spoedgevallen en ieder volgend geval kon meer spoed hebben dan het vorige. Aan de andere kant voor het bezoek doet men ook niet moeilijk. Er is een doorlopende mogelijkheid van bezoek tussen 11:00 en 20:00. Zaterdag, terwijl de familie zich langzamerhand bij Benna verzamelde, was het even afwachten wat er nu precies zou gebeuren. Nu was het plezierig dat Céline in dit ziekenhuis werkt. Zij kende de mensen en belde een poosje heen en weer. Uiteindelijk bleek dat Anneke tegen elf uur zou worden geopereerd. En Anneke belde zelf met de mededeling dat ze verwachtte om een uur of twee wel weer uit de narcose bij te zullen komen. Toen Céline om een uur of twee nog eens poolshoogte nam, bleek de operatie achter de rug, maar Anneke zou nog wel tot half vier op de uitslaap kamer liggen.
Toen wij Céline en Richard, Ieneke en ik om goed vier uur aankwamen lag Anneke nog steeds op de uitslaapkamer. Eindelijk om half vijf kwam ze boven op haar kamer – Céline had uitgezocht welke dat was – en wonder boven wonder de arts kwam ook even kijken. Hij bleek zeer bereidwillig de resultaten van de operatie te laten zien en ook de toestand van het been van Anneke. Hij dacht dat Anneke wel tot dinsdag of woensdag zou moeten blijven. Dat betekent woensdag zeiden de verplegers die hem kennen. Maandag zou het gips worden vervangen door een lichter harnas van kunsthars, maar toen we vanmiddag kwamen kijken bleek dat ook weer een dag te zijn uitgesteld.
zaterdag 1 september 2012
Geen goed been
Steve en ik reden op een tamelijk ingewikkelde manier van Breda, waar Steve me had opgehaald naar Esquelbecq. Toen we vertrokken was het ongeveer elf uur en Steve had er al de trip van Nijmegen naar Breda op zitten. Het was duidelijk dat we onderweg iets zouden proberen te nuttigen. Al bij St Job in ‘t Goor raakten we in de file. Een harmonicafile die zoals we via de radio vernamen zou duren tot Antwerpen Borgerhout. We besloten toen we uiteindelijk zover waren de Liefkenshoektunnel te nemen, asl we dan al niet veel zouden winnen in tijd hadden we in ieder geval het gevoel dat het opschoot. De ring om Antwerpen geeft na de tunnel de mogelijkheid te kiezen voor de richting Antwerpen of voor de richting Brugge. We kozen voor de richting Brugge hoewel ik wist dat er langs die weg geen enkel restaurant ligt (of staat). Maar toen we eenmaal de weg naar Aalter waren ingeslagen stond er bij een stoplicht een drietal bordjes met restaurant namen. We sloegen linksaf en reden kilometer na kilometer maar de restaurants waren ver weg en bleken dan gesloten. Uiteindelijk troffen we een uitspanning de Jagershof, waar men ons welwillend een croque-monsieur voorzette. Toen we weer op de weg zaten bleek dat we niet ver meer van Aalter af waren. Vandaar wees de weg zich min of meer vanzelf. Steve reed en ik dommelde langzaam weg. Tot (we waren al een eind voorbij het kruispunt Jabbeke) de telefoon ging; dat was Benna die de telefoon al gauw doorgaf aan Anneke. De verbinding was slecht, maar ik verstond gebroken knie en ziekenhuis Rosendael. Wie heeft een gebroken knie? Ik zei Anneke. Benna is hier, die wordt straks wel thuis gebracht door Céline.
Een gebroken knie kwam wel erg slecht uit voor het familieweekend. Maar Steve realiseerde zich – een geluk bij een ongeluk – dat we door de weg die we hadden gekozen nu vlak langs dat ziekenhuis zouden komen. Dat ziekenhuis is overigens een centre hospitalier. Een enorm gebouw. We parkeerden de auto van Steve en liepen naar binnen, waar we werden doorverwezen naar de spoedopname afdeling, want daar was Anneke nog. Het duurde nog een kwartier tot één van ons werd toegelaten. En zo kwam ik bij het bed van Anneke in een heel klein kamertje. Ze lag er wel opgewekt bij maar haar wangen waren iets te rood, ze lag aan een infuus met paracetamol en wilde in de eerste plaats haar avontuur vertellen. Ze was gewoon de vorige avond om half elf naar de caravan gegaan met de nodige spullen, voor de caravan was ze blijkbaar uitgegleden over de houten vlonders die daar liggen. Gelukkig had ze haar mobieltje en de tegenwoordigheid van geest om Benna te bellen. Die had haar samen met Georges opgetild en in bed gelegd. De nacht was Benna bij haar gebleven, maar ‘s morgens bleek wel dat het niet vanzelf over zou gaan. Nu lag ze in bed en liet me haar linkerbeen zien dat zwaar was opgezwollen. Maar weer haar linkerbeen. Aan dat been was ze begonnen met de MacMurry-operatie, vervolgens tien jaar later een nieuwe heup, weer tien jaar later een breuk vlak boven de enkel en nu dus een breuk in wat werd genoemd het tibia plateau.
Het was afwachten wat de chirurg zou doen, die had beloofd een operatie uit te voeren misschien vrijdag nog en anders zaterdag…
woensdag 22 augustus 2012
Masochisme
vrijdag 10 augustus 2012
Duurzaam
dinsdag 7 augustus 2012
Ons dorp
donderdag 2 augustus 2012
Pas op voor de meeuwen
We gingen naar Den Haag met de trein die dit keer op tijd reed en een tram die zo leeg was dat we verschillende haltes konden overslaan. Cobie zat te kijken naar de televisie, maar zette die uit toen we binnen kwamen. We vroegen hoe het ging en Cobie informeerde naar onze gezondheid. Een gewoon bezoekje dus. Alleen: om ongeveer elf uur moest Cobie nodig en ze drukte dus op haar alarmhorloge. Na verloop van tijd kwam de stem van Graciella, ook wel weer een bijzondere naam die op de melding van Cobie dat ze naar de w.c. moest, antwoordde dat het personeel bezig was met de overdracht, dus Cobie moest nog maar even wachten. Omdat het gezicht van Cobie toch enige zorg uitdrukte hebben wij haar geholpen. Maar na een half uur was er van de toegezegde hulp nog steeds niemand. Ik raak in die situaties altijd een beetje geïrriteerd. Toen we weg gingen hebben we er Graciella op aangesproken. Die erkende onmiddellijk schuld, maar vond overigens dat ze het wel erg druk had met de overdracht en de voorbereiding vna de lunch en…
Meestal maken we van ons bezoek in Den Haag gebruik voor een bezoekje aan Garoeda aan de Kneuterdijk, maar dit keer hadden we het eten over gebleven van gisteren al klaar staan en we besloten wel op de Kneuterdijk uit te stappen, maar dit keer de andere kant uit te lopen naar de viskraam naast het Binnenhof voor een broodje paling. Terwijl ik in de rij stond hoorde ik de visboer al iemand waarschuwen voor de meeuwen. Ik keek eens om me heen en zag een aantal zilvermeeuwen bedrijvig heen en weer lopen, grote vogels met een snavel van ca. 5 cm. Toen ik mijn broodjes met paling had en er mee weg wilde lopen, zei de visboer opnieuw: pas op voor de meeuwen. Dus ik bracht die boodschap over aan Anneke. Anneke vroeg: zei die visboer dat, en op mijn bevestigend antwoord. Ik ga hier toch even zitten. Er stonden een stuk of tien tuinstoelen met de rug naar de hofvijver. Ik ging naast haar zitten. Op dat moment waren er eigenlijk geen meeuwen in zicht, alleen duiven liepen er rond te scharrelen. Al die vogels zijn gewend aan de mensen om hen heen en zo brutaal als wat. We namen een hap en keken om ons heen naar de mensen die van en naar het Binnenhof liepen. Plotseling hoorde ik een geluid en voelde een heftige beweging naast me. Toen ik die kant op keek was Anneke haar broodje met paling kwijt en voor ons liepen drie of vier meeuwen de buit te verdelen. Een van hen had in een duikvlucht komende van achter ons haar broodje gestolen. Gelukkig had ik al een groot deel op zei Anneke…
Van de schrik hebben we aan de Korte Poten toen maar een kop koffie genomen.
vrijdag 27 juli 2012
Opa
dinsdag 24 juli 2012
Frans
maandag 23 juli 2012
Verhuizen
We hadden er eigenlijk niet veel mee te maken, maar omdat we toch in Frankrijk waren mochten we mee gaan kijken en helpen. Odile zou verhuizen naar het huis dat Alain inmiddels gehuurd had in Wormhout. We gingen om negen uur naar het appartement van Odile. Georges had een busje van de zaak geregeld. Wij reden met Benna mee en toen we het busje hadden opgehaald reed Georges achter ons aan. Het was toen wel wat later dan negen uur, maar in het appartement van Odile was niemand.
Weet je wel zekere dat we hier moeten zijn vroeg Georges. Bel ze eens.
Benna belde, maar kreeg een voicemail; ze controleerde het telefoonnummer en belde nog eens. Nu kreeg ze contact: Alain was in aantocht en verscheen ook na korte tijd. De deur van het appartement ging open en bood een chaotische uitstalling van meubilair, dozen pakjes en losse voorwerpen. Het maakte niet de indruk dat Odile zorgvuldig had vooruitgekeken. Maar er stond een pot koffie op de koelkast die nog werkte naast de vrieskast die ook nog werkte.
Na enig beraad begonnen de broers van Georges op te pakken en uit te ruimen wat voor de hand lag. Op die manier maakten ze ook de weg vrij naar de zaken die daar achter stonden en lagen. Ik besloot een paar stoelen naar beneden te brengen. Stoelen hebben het voordeel dat ze niet zo zwaar zijn (meestal) en veel ruimte in nemen, maar het nadeel dat ze zo’n onhandig formaat hebben dat je er niet meer dan twee tegelijk kunt vervoeren. Het appartement van Odile ligt op de derde etage van een gebouw zonder lift. Ieder stuk van de inboedel moest dus drie trappen afgedragen worden. Toen ik dat drie keer gedaan had en al aardig buiten adem was vond Benna dat het tijd werd dat we eens gingen kijken naar de plaats waar het meubilair heen moest. Toen we daar aankwamen – het was toen half twaalf geworden en Benna had wat boodschappen gedaan – vonden we een huis waarvan de openslaande achterdeuren open stonden, maar er was niemand in huis. Er stonden stoelen genoeg en het weer was niet slecht, zodat we er maar bij gingen zitten. Na verloop van tijd verscheen Odile met de nodige sleutels. Ze deed de garagedeur open en even later kwam het busje met Georges en Jean-Bernard. Het busje was om half een uitgeladen – maar ik ben benieuwd of Odile haar spullen weer kan terugvinden, want afgezien van de stoelen en de tafel waren alle dozen en pakken naar boven gebracht - waarna iedereen er bij ging zitten: het was tijd voor het aperitief.
Of toch niet; het wachten was nog op het tweede busje, waarin Alain ook brood etc. voor de lunch zou meenemen. Om twee uur werd zelfs Georges een beetje ongeduldig; hij belde zijn broer; die schatte zijn aankomst over drie kwartier. En inderdaad tegen drieën kwam Alain met de lunch en de rest van het verhuispersoneel. We zaten nu met dertien man om de tafel. Een zeer ontspannen gezelschap. Verhuizen is in zo’n situatie een gezelschapsspel. Tegen kwart voor vier ging het gezelschap weer op stap voor een volgende lading en de rest.
Wij gingen weer naar huis, zoals gezegd eigenlijk hadden we er niet rechtstreeks mee te maken. Dus hoe het verder gegaan is weet ik niet, vermoedelijk was aan het eind van de dag toch de inboedel van Odile verplaatst. Georges was tegen negen uur weer thuis.
donderdag 12 juli 2012
Hoogtevrees
woensdag 4 juli 2012
Galliërs
Het is moeilijk een goed beeld te krijgen van de wereld van de Galliërs. Mijn neiging was voortdurend het begin van de romanisering van het gebied min of meer te laten samen vallen met de gewapende bezetting door Caesar die zoals bekend in 52 vC in de slag bij Alésia Vercingetorix versloeg. Die slag en de omstandigheden ervan worden met de modernste hulpmiddelen weergegeven in het splinternieuwe Muséoparc bij Alésia. (zie de foto linksboven.
Maar mijn beeld van de wereld van de Galliërs werd wel wat onderuit gehaald, o.a. door de vaas van Vix. Het is een bronzen vaas van 1m 60 hoog en hij staat op een sokkel van 75 cm diameter. Hij is kennelijk gebruikt voor wijn en kan daarvan zo’n 1100 liter bevatten. Je kunt er eigenlijk wel een bad in nemen. De vaas werd (in 1953) gevonden in de buurt van Mosson waar wij verbleven Maar het bijzondere is dat deze ‘vaas’ al 2500 jaar oud is, dat wil zeggen zo’n 400 jaar ouder dan de trektocht van Caesar. Hij – de vaas – schijnt gemaakt te zijn in Zuid-Italië in brons volgens de verloren wasmethode. Volgens welke maatstaf dan ook: een dergelijke vaas (de grootste die ooit in West-Europa werd gevonden) vertegenwoordigt een vermogen. En dat wil zeggen dat er in die tijd een uitgebreide handel moet zijn geweest tussen het gebied van de Galliërs en het gebied rond de Middellandse Zee. Het gebied rond Chatillon sur Seine en Mosson lag op een route waarlangs tin werd vervoerd vanuit Engeland en (blijkbaar) wijn en andere dingen de andere kant uit. Met dergelijke handelsbetrekkingen moet de romanisering van Gallië al veel eerder zijn begonnen dan ik dacht.
Tempeliers
Onze gastheer voor het weekend in Mosson is geïnteresseerd in het lot van de Tempeliers en stelde – nadat hij ons verteld had dat de Tempeliers in 1314 hadden opgehouden te bestaan - een tocht voor door de streek opzoek naar de sporen die ze hadden achtergelaten. We kwamen uiteindelijk terecht in Bure-les-Templiers. Als de Tempeliers niets anders hebben achtergelaten dan is in ieder geval de naam overgebleven. In Bure moet een commanderij geweest zijn. Onze voorbereiding was niet geheel perfect, want volgens de folder die we hadden – maar natuurlijk slechts gedeeltelijk gelezen, want waar heb je een reisleider voor? – zou wat er over was van de commanderij om half drie open zijn voor bezichtiging en wij kwamen om kwart over 12. We hadden geluk want uit de ruïne kwam een jongeman die weliswaar bedenkelijk naar zijn horloge keek (voor hem was het waarschijnlijk ook lunchtijd) maar ons desondanks een rondleiding gaf door het complex. We stonden opdat moment voor een kerkje uit de 11e eeuw met voor ons rechts een aanbouw uit de 14e. Aan de andere kant – dus links – was de gerestaureerde gevel van wat eens de commanderij moet zijn geweest. Het hele complex was gekocht en opgeknapt in 1516 door Jacques Aymer de la Chevallerie, lid van een familie die het geheel lange tijd in zijn bezit heeft gehad, maar uiteindelijk was het geheel toch vervallen. Maar nu was het cultureel erfgoed en hadden de inwoners van Bure er de schouders onder gezet om het weer in toonbare toestand te krijgen. Er wonen in Bure ook nog geen tweehonderd gezinnen, zodat de gemeentelijke bijdrage van ruim € 800 000 alleen voor de kerk toch een geweldige opgaaf lijkt.
In onze moderne tijd echter hangt er rond de tempeliers een sfeer van geheimzinnigheid die wordt onderstund door verhalen als de Da Vinci –code. In ieder geval heeft in 1958 nog iemand een stuk van het complex opgeblazen op zoek naar de schat van de tempeliers die toch ergens moest zijn. Na de explosie zag het complex er min of meer uit als op de foto. Het betekent een hoop extra werk voor de mensen die de zaak proberen te herstellen.
vrijdag 29 juni 2012
Het weer
Op dinsdag waren onze Engelse buren alweer verdwenen, sindsdien staat hun huisje leeg. Op woensdag was er een Indonesische maaltijd in het restaurant van de camping. Tijdens deze maaltijd waarvan 58 mensen mee-aten maakten we wat beter kennis met onze buren: Piet en Thea uit het huisje naast ons en Peter en Diane die met een caravan een eindje verderop staan. Piet hoopt nog eens helemaal met de fiets de camping in te rijden maar het is hem tot nog toe niet gelukt door de steile helling van het laatste stuk.
Gisteravond tegen zeven uur was ik bezig met de voorbereiding van de maaltijd toen uit de donkergrijze wolken die steeds dichterbij kwamen gerommel weerklonk. Er was een onweer in aantocht, maar de temperatuur was hoog en er was geen wind; we konden gewoon toekijken hoe het onweer over het dal voor ons langs trok. Het bleef zelfs nagenoeg droog. Ondertussen was al wel te zien dat na de blauwe lucht die volgde op de onweersbui een nieuwe bui zich aan het vormen was, of misschien was hij er al wel en was hij alleen nog maar ver weg. Terwijl we nog naar de lucht stonden te kijken kwam een man langs om bij ons eens polshoogte te nemen, voor als de volgende bui echt hevig zou worden. Hij constateerde dat het huisje naast ons leeg stond, zodat hij met zijn partner daar wel op het balkon kon schuilen als het nodig was. Hij bivakkeerde in een lage tent.
Enfin een goed uur later bereikte de bui onze heuvel met wat meer geweld dan de eerste. Hij werd zelfs vergezeld door een hagelbui. En hoewel sommige hagelkorrels al aardige afmetingen hadden, was er niets om ons zorgen te maken. En terwijl de bui verder trok kwamen de bewoners van de huisjes weer naar buiten en verzamelden hagelstenen om te laten zien hoe groot ze wel waren. Ondertussen scheen de maan in het eerste kwartier door het nieuwe gat in de wolken. Een ieder liep nog steeds bloot en er was geen wind. Het was duidelijk nog steeds warm.
Aan de wolken achter het gat was overigens wel te zien dat er nog meer buien op ons af kwamen. En inderdaad weer een uur later het was inmiddels elf uur en we stonden op het punt naar bed te gaan. Begon het onweer opnieuw, nu met een vrijwel onafgebroken ontlading van lichtflitsen. Op het dak van ons huisje harde klappen: alsof iemand met stenen gooide. Wel dat was ook zo, alleen was er niet iemand. Het was het weer. Het weer smeet nu met echt grote hagelstenen. Toen ook deze bui voorbij was zaten er vele butsen in het dak van de auto. Op de foto hierboven een van de stenen die op onze veranda terecht kwam.
Vanmorgen bleek natuurlijk dat de meeste auto’s schade hadden opgelopen. Op die van mij zie je het beter omdat die licht zei Piet. Onderweg naar de ingang passeerden we de caravan van Peter en Diane: hebben jullie nog schade? Ja er is een hagelsteen dwars door de ruit van de caravan heen gegaan. We bewonderden de schade en zagen ondertussen om ons heen dat hun caravan niet de enige was met moeilijkheden.
woensdag 27 juni 2012
Montceau-les-Mines
Van oudsher is deze streek rijk aan delfstoffen. Zo zagen we in het museum van Bibracte dat de Galliërs hier al goud wonnen. Dat moet een moeizaam proces zijn geweest. Het erts zoals wij het zagen bevatte minieme korreltjes goud, je zag hier en daar een glinstering. Maar in de 18e en 19e eeuw werd Bourgondië een belangrijke mijnstreek die zich concentreerde rond Le Creusot en Montceau-les-Mines. Ik was al verscheidene malen in Le Creusot geweest. Daar had de familie Schneider –afkomstig uit de Elzas - een wereldbedrijf gesticht, dat vooral bekend was in de 19e eeuw door de wapenfabricage. De bevolking van Le Creusot werkte voor Schneider, werd opgeleid door Schneider en kreeg pensioen van Schneider. Er is zelfs een petitie ingediend om Le Creusot te hernoemen tot Schneiderville. Het is er niet van gekomen. De Schneiders leefden in wat eens de kristalfabriek van Marie-Antoinette was geweest: een Versailles in het klein. Die fabriek is er nog steeds, nu als museum.
In Montceau-les Mines was ook een staalbedrijf, maar sociaal gezien het tegendeel van dat van de Schneiders. De arbeiders werden spreekwoordelijk uitgebuit. Het bedrijf heeft niet zo’n goede naam gekregen. Ik was eigenlijk benieuwd wat er nog over was in Montceau uit die tijd. De gids geeft weinig bijzonderheden over Montceau. Er is een mijnbouwmuseum dat ‘s middags open is. Montceau ligt een kleine 50 kilometer hiervandaan dus toen wij daar aankwamen liep het tegen twaalven (we vertrokken pas om kwart voor elf). We namen dus een lunch in een brasserie waarvan ik de naam niet heb onthouden, maar waarvan ik zou zeggen: de keuken was niet Haute Cuisine. Na de lunch dus naar het museum dat niet in Montceau zelf staat, maar in het aangrenzende Blanzy. We vonden het museum maar bleven voor de deur staan: het is inderdaad ‘s middags open , maar alleen op zaterdag en zondag en feestdagen. Of voor groepen op afspraak.
Montceau is wel de plaats voor de monumenten voor de mijnwerkers. Het beeld hierboven staat voor de fabriek.
dinsdag 26 juni 2012
Uchon
Er zou zondag een brocante zijn in Uchon. Dus wij op pad. Uchon is een dorp van niets; Bonny – onze tomtom – liet zien dat in het centrum van Uchon zeker twee huizen stonden. De weg naar Uchon toe is licht stijgend, met een gemiddelde helling van ca 10% vanaf Estang sur Arroux, en navenant s-bochten die onderweg een prachtig uitzicht boden over het dal. Typisch mijn soort weg. Toen Bonny vond dat we onze bestemming bereikt hadden stonden daar drie gebouwen en een van de drie was de kerk. Maar voor de brocante moesten we verder naar boven. In de verwachting dat de brocante onmogelijk ver weg kon zijn, parkeerden we de auto en gingen te voet verder omhoog. Na een goede twintig minuten waren we op een soort plateau, een kruispunt van wegen. Langs de weg omhoog waren we geen bebouwing van betekenis tegengekomen; wel was er een soort klooster, maar dat was gesloten en zou pas in de loop van de middag open gaan. De brocante was nog verder: vanaf het kruispunt naar rechts. Anneke ging er even bij zitten en ik ging maar terug om de auto op te halen. Toen we samen weer verder gingen ging de weg ook weer verder omhoog.
Maar uiteindelijk kwamen we op een punt waar rechts van de weg een weiland was ingericht als parkeerterrein en links van de weg de beloofde brocante. Een interessante uitstalling van objecten waar mensen kennelijk vanaf wilden. Maar wel uitgebreid. Nadat we een welverdiende koffie hadden genoten, liepen we de kraampjes langs. Maar er was niets van onze gading. Het was typisch spul dat van de ene zolder verhuist naar de andere.
Maar later in de buurt van Autun, zagen we aankondigingen die in dat opzicht duidelijker waren: Vide grenier.
zondag 24 juni 2012
Janus
Autun is al een oude plaats. Men zegt dat Autun gesticht is nadat Vercingetorix was verslagen door de troepen van Cesar. Autun moest in de plaats komen van Bibracte. Bibracte is dus nog ouder, maar leeft voort in de naam van Mont Beuvray. Voor de toerist zijn alleen de oude dingen van belang; we zagen het reeds aan de kerk in Digoin die niet voorkomt in de gids. Daarom is de tempel van Janus, net buiten de Porte d’Arroux bij Autun zeker interessant. Zoals te zien op de foto is het een kolossaal bouwwerk, maar misschien vooral indrukwekkend omdat het helemaal vrij staat. We kennen Janus als de god met de twee gezichten. Maar achteraf blijkt de tempel van Janus niets met Janus te maken te hebben en ook al geen tempel te zijn. Volgens de huidige inzichten is het gebouw van Gallische makelij al lijkt de metseltechniek afgekeken van de Romeinen. Waartoe het gebouw wel gediend heeft is niet duidelijk. Wel lijkt het dat er rondom een galerij is geweest op de begane grond. We zijn er omheen gelopen en waren gepast onder de indruk.
De tempel van Janus laat weer eens zien hoe weinig we eigenlijk weten van het verleden. Om de een of andere reden moet ik nu denken aan de Etna. In 1963 probeerde ik lucht te verkopen en kwam daarbij ook in Breda bij de gieterij van de Etna, een bekend bedrijf in die dagen. Toen we in 1970 in Breda kwamen was de gieterij al ter ziele – nee niet door mijn lucht. Nu moet je al ouder zij dan veertig om nog te weten dat daar ooit een gieterij heeft gestaan. Nu is de Etna voer voor archeologen.
Digoin en zaterdag
Digoin ligt aan de Loire; het is als plaats de moeite waard vanwege het aquaduct met sluis over de Loire heen. Het Canal du Centre kruist hier de rivier. De kerk van Digoin word in geen gids genoemd, hij is dan ook niet zo oud: de bouw startte in het laatste kwart van de 19e eeuw en de laatste toren werd er pas in het midden van de 20e aan toegevoegd. Toch leek me de kerk architectonisch opvallend: volgens de informatie in de kerk zelf, Neo-romaans – Byzantijns. Het gebouw deed me nog het meest denken aan het Alhambra in Granada.
Zaterdag is de dag van de wisseling van bewoners. Dat is logisch want deze huisjes worden per week ingaande zaterdag verhuurd. Van het rijtje van zes waarin wij verblijven zijn er vanmorgen drie verlaten en inmiddels zijn ze weer bewoond. n nu zijn dus onze Belgische buren vervangen door Engels(sprekende).
vrijdag 22 juni 2012
De ochtend en de avond
Hier twee foto’s vanaf ongeveer hetzelfde punt genomen – de veranda van ons chalet – links in de ochtend, de opening gevormd door de takken van de boom rechts en de struiken eronder valt nauwelijks op. Rechts in de avond met de zon als tegenlicht waardoor de struiken onder een verlichte krans vormen en de opening los komt van de bomen op de achtergrond. Vandaag – toen de foto’s genomen werden stond er vrij wat wind. In de loop van de middag kwam een stevige onweersbui met zware windvlagen over, zo hevig dat we door de regen het dal niet meer konden zien, dat de takken van de bomen werden gerukt en de hagelstenen op ons dak vielen (en niet alleen daar natuurlijk). Dat duurde al met al drie kwartier. Toen we daarna weer buitenkwamen, zei de buurvrouw: vandaag begint de zomer.
Eerder deze week toen we een zonnige maar vrijwel windstille avond hadden kon ik binnen de omlijsting van de opening op de foto insecten heen en weer zien vliegen. Dor de verschillende bewegingen die ze maakten leek me toe dat het ook verschillende insecten moeten zijn geweest: snelle die het hele vlak in een keer doorkruisten, maar ook langzame die bijna op hun plaats bleven licht op en neer dansend, alsof je door de ruit van een aquarium keek naar watervlooien. Zo’n beeld laat mensen mijmeren. Vroeger misschien zou ik dichterbij zijn gegaan om de verschillende insecten te identificeren. Nu vergenoeg ik me ermee er naar te kijken.
donderdag 21 juni 2012
Nevers
Nevers is hier toch zo’n 80 km vandaan, niet direct de naaste omgeving van Luzy; bovendien heeft Nevers maar een beperkt aantal curiositeiten. Een daarvan is zeker de kathedraal gesticht ter ere van St Cyr en Ste Julitt. Die heeft een romaans koor en een gotisch koor. Op de foto is het gotisch koor te zien. En rechts is zelfs een preekstoel te zien. Dat geeft mij, als scepticus, te denken. In feite zou je hier drie kerkdiensten tegelijk kunnen houden, maar vermoedelijk zou dat aanleiding geven tot een Babylonische spraakverwarring. Meer bijzonder is het eigentijdse (d.w.z. uit onze tijd) glas in lood, dat op de foto niet zo goed uitkomt, maar een bijzonder effect heeft. De kerk was enigszins beschadigd na een bombardement per vergissing in 1944.
En natuurlijk heeft Nevers ook Bernadette. Men zegt dat Bernadette heeft ontdekt dat Maria onbevlekt was ontvangen en dat heeft de paus toen overgenomen. Ze ligt overigens niet in de kathedraal.
Met de Place Carnot heeft Nevers vervolgens een leuk plekje om wat te drinken.
woensdag 20 juni 2012
Luzy (gewoonten)
Gecondoleerd, zei de man die Duits en Frans sprak op de Mont Beuvray. Op de Mont Beuvray waren we om nog eens naar Bibracte te kijken, het Keltische oppidum. We waren daar overigens niet voor het eerst en zagen dat het museum flink is uitgebreid. Er is veel archeologisch onderzoek gedaan, wat veel nieuws heeft gebracht over de leefwijze van de Kelten. Vanaf het museum waren we verder gegaan naar de top van de berg, vanwaar we een prachtig uitzicht zouden hebben gehad als het weer helder was geweest, zelfs de Mont Blanc zou daarvandaan gezien moeten kunnen worden. Toen het gesprek plaatsvond stonden we bij oratoire gewijd aan St Martinus. Op de pilaar was nog te zien hoe hij de helft van zijn mantel aan een bedelaar gaf. Het duurde enkele seconden voor het tot me door drong dat de man naast me het over voetbal had. De wedstrijd tegen Portugal was alweer een paar dagen geleden en ik was al niet optimistisch toen hij begon. Ik was niet alert genoeg om hem te feliciteren met de plaatsing van Duitsland. Hij ging overigens allervriendelijkst verder en constateerde dat 90% van de bezetting van de Franse campings bestaat uit Nederlanders. Zijn er nu nog Nederlanders in Amsterdam? Nee, daar zitten nu de Duitsers en de Amerikanen.
Het is natuurlijk slechts een onbetekenend detail, maar nationaliteiten van mensen blijken toch herkenbaar aan heel kleine dingen. En zo kun je op de foto zien dat het huisje naast het onze – het derde huisje van rechts – wordt gebruikt door Belgen. Het is het enige van de zes huisjes (inderdaad de vijf andere worden bezet door Nederlanders), waarvan de luiken ‘s nachts dicht gaan. Heeft iemand een idee waarom je juist in Nederland ‘s avonds in iedere huiskamer kunt kijken?
dinsdag 19 juni 2012
Autun
Maar eigenlijk gaat het om het tympaan met een dominante Jezus boven de ingang die opmerkelijk genoeg slechts een paar meter van het cafe ertegenover is. Gelukkig is het portaal vrij diep. anders was het tympaan nauwelijks te bekijken geweest.
En verder zijn de meer dan honderd kapitelen bezienswaardig, zij het dat die zo hoog zitten dat je ze in het half donker van deze kerk die in Romaanse stijl werd begonnen en later Gothisch uitgebreid, maar met moeite kunt bekijken. Toch een imposant bouwwerk, waarvan we nog na konden genieten op het grote plein in het centrum onder het genot van een blonde Grimbergen en een eenvoudige lunch. Maar het bier en de zon werken slaapverwekkend.
zondag 17 juni 2012
Luzy
Toen we weer terug gingen viel het op dat we nu al drie maal het weggetje naar de camping hebben gereden zonder tegenliggers tegen te komen. Dat weggetje is drie kilometer lang en op sommige stukken vraag je je af wat te doen als er wel iemand van de andere kant komt. Enfin toen we bij ons chaletje waren we mooi op tijd om de zon te zien doorbreken. En tegelijkertijd kwamen alle bewoners naar buiten.
Luzy
Gisteren was het prachtig weer. Om uren in de zon te zitten. Vanmorgen is het weer anders.
zaterdag 16 juni 2012
Frankrijk
Ons hotel is dicht bij de fontein in de rue Gambetta. Een rustige omgeving. Het restaurant er tegenover is wel aardig, maar de kwaliteit is niet om over naar buis te schrijven. Dat doe ik dan ook maar niet.
dinsdag 5 juni 2012
Ons dorp (vervolg)
Ik liep terug naar de voordeur en kwam onderweg een van de mensen tegen die aan de gevel hadden gewerkt, Hij was bezig de overgebleven stenen te af te voeren. We naderen het eind van het karwei. Nu weer naar binnen en naar boven naar de tiende verdieping en een halve verdieping naar beneden waar een ruit was ingeslagen. In de sponning zat nog een aantal scherven, een venijnige waarschuwing. Wat gaat er in je om als je van die plaats zo'n sprong maakt?
Terug beneden kwam ik M tegen, die me vertelde dat hij de hele nacht niet had geslapen,ieder ogenblik weer dat beeld van die vrouw uitgestrekt op de stenen... Het bleek dat hij de klap ook gehoord had, want hij was op zijn balkon en wilde juist weer naar binnen gaan toen het gebeurde... Hij was onmiddellijk naar beneden gegaan en had de situatie bekeken, maar het was hem al gauw duidelijk dat hulp hier niet meer zou helpen. De vrouw lag daar met open ogen en haar gezicht vertoonde volgens M. een serene rust.
Ik probeerde contact te krijgen met onze beheerder om zo snel mogelijk het raam gerepareerd te krijgen, maar dat kostte toch veel moeite.
In de loop van de ochtend kreeg ik een telefoontje van mw K. Haar zoon werkt bij de politie en inmiddels was bekend wie de vrouw was. Het was geen familie van iemand in ons dorp. Vraag was alleen hoe ze het gebouw binnen had kunnen komen. De afspraak is dat onbekenden niet worden toegelaten.
Ook op die vraag kwam in de loop van de dag een antwoord: vermoedelijk was ze binnengekomen met de apotheker die medicijnen had afgeleverd. En zo kwamen stap voor stap meer details naar voren.
's Middags kwam de glaszetter een het gat voorlopig afdichten. Een definitieve ruit zou in de loop van de volgende week worden geplaatst.
De volgende week is inmiddels al weer een eind op streek. Maandagmorgen vroeg kwam ik de leidster van de schoonmaakploeg tegen.
– Wat een toestand hè, zei ze.
– Ja, maar wij waren in Nijmegen en hebben er pas achteraf van gehoord.
– Het was een vriendin van mij, zei ze, het is toch wel gek om nu hier rond te lopen als je dat weet...
Het is opmerkelijk hoe dicht bij zo'n gebeurtenis plotseling kan komen. Een uur later stond de glaszetter voor de deur met het definitieve glas. En terwijl hij de restanten van het gebroken glas verwijderde vroeg hij hoe het gebeurd was. Hij was altijd benieuwd hoe mensen dachten die zoiets deden. Mijn moeder, zei hij, heeft ook zelfmoord gepleegd.
zaterdag 2 juni 2012
Consternatie in ons dorp
– Als we nu eens binnendoor naar Nijmegen gaan opperde Anneke. Steve is toch niet thuis voor half vijf.
Wel, binnendoor is een rekbaar begrip. Maar Bonnie ging ijverig aan het zoeken naar een route die de snelwegen vermeed. Het leidde tot een tocht die via de buitenwijken van Leiden naar Bodegraven leidde. Daar was het bijna één uur en tijd voor de lunch. Om half twee gingen we verder en ruim drie uur later nadat we een groot deel van de reis over de kronkelige dijken van het rivierengebied hadden gereden, kwamen we inderdaad bij Steve aan. Hij liet vol trots de nieuwe inrichting van zijn kamer zien met de comfortabele fauteuil en het dressoir die hij beide op straat had gevonden. Na het voortreffelijke eten en een spelletje Afrikaans tarot gingen we weer naar Breda in een stromende regen. Al met al een vermoeiende dag; ik verheugde me erop mijn kleren uit te trekken, mijn benen op een stoel te leggen en een drankje te nemen. Het was tegen kwart voor tien toen we onze auto parkeerden.
– Kom eens even, riep de heer dJ. met veel nadruk vanaf zijn balkon. Kom eens even.
Wij kwamen even.
– Ik zag jullie aankomen. Ik moet je iets vertellen.
Het leek erop dat hij op onze thuiskomst had zitten wachten. Hij stak dan ook onmiddellijk van wal zonder – en dat was zeer ongebruikelijk – ons een drankje aan te bieden. Mw dJ zat met haar benen omhoog in een stoel. Ze had haar ledematen kennelijk wat geforceerd in de loop van de dag.
- Ik stond vanmiddag mijn auto te wassen, zei dJ, en toen ik daar bijna mee klaar was, kwamen er een heleboel glasscherven met veel lawaai naar beneden, dus ik dacht: ik zet mijn auto maar in de garage. De garage stond nog open. Maar ik was nog niet ver toen ik een doffe klap hoorde; toen ik opkeek lag er een vrouw op haar rug op de grond. Terwijl ik nog stond te kijken kwam de heer M. aangerend die voelde aan haar pols. Ik ben naar binnen gegaan en heb 112 gebeld. Maar ja er was al niets meer aan te doen, ze was al dood.
– Willen jullie iets te drinken?
– Ja, geef ons nu maar een borrel.
De eerste opwinding was er af en toen we onze borrel hadden ging dJ weer door.
– Terwijl we op de politie wachtten heb ik haar shirt wat naar beneden getrokken, want haar buik was bloot. De politie kwam na een paar minuten en daarna de ambulance.
– Ik heb nog gekeken of ik moest reanimeren, vulde mevr dJ aan, maar dat had weinig zin.
– Het hele stuk werd afgezet met dat rood witte lint. De mensen van de ambulance legden een wit laken over haar heen. Na twee uur werd het lichaam afgevoerd met de ambulance.
– Weten we om wie het gaat? Maar dat bleek niet het geval, de dode vrouw was vooralsnog een onbekende. Maar de politie was alle flats langs geweest om een verklaring te vinden voor het feit dat de vrouw het trappenhuis had kunnen binnenkomen.
– Toen de ambulance weg was hebben we met een aantal mensen de glasscherven opgeruimd. Ik heb, zei mw dJ het glas op de tiende verdieping opgeruimd. Daar is een raam kapot. Dat was natuurlijk het raam waardoor de vrouw naar buiten moest zijn gesprongen.
Afgezien van het bloed op de handen van de dode vrouw was er opmerkelijk weinig bloed geweest.
Het gesprek liep door. Meneer dJ. was nog duidelijk geëmotioneerd en geschokt door de gebeurtenis, waar hij wel vlak naast had gestaan.
Een uur en nog een borrel later besloten we maar naar bed te gaan. Morgen zou er wel meer bekend worden. Dan kon ik ook iets gaan doen aan het herstel van het gebroken glas...
vrijdag 1 juni 2012
Oorzaak en gevolg (3)
In deze tijd begint de opvatting te overheersen dat een opvatting waarbij je de waarnemer en dat wat hij waarneemt los van elkaar kunt zien verouderd is en geen recht doet aan de werkelijkheid. Men beseft steeds meer dat alles met alles samenhangt. Het overlijden van meneer Pietersen hangt nauw samen met de dronkenschap van meneer Jansen, maar ook met de distributie van de sigarettenverkoop en dus met de winkelsluitingstijden. Dat laatste hangt dan weer samen met onze opvattingen over de gevolgen van roken en onze opvattingen over de gezondheid in het algemeen. Enfin, een eindeloze reeks samenhangen.
Dat is niet leuk voor de mensen, want die willen misstanden onmiddellijk uit de weg ruimen. Zij verlangen naar de tijden van vroeger toen alles nog eenvoudig leek. Toen Nederland nog Nederland leek en Frankrijk Frankrijk.
Zij zien met lede ogen hoe het opheffen van de bepaling dat handelsbanken niet ook investeringsbanken mochten zijn in Amerika, leidt tot een financiële crisis is Europa.
Het is jammer dat veel politici de neiging hebben net te doen alsof de wereld nog zo eenvoudig is als ze denken dat hij vroeger was.