Volgens de verhalen zorgde de Schneiderdynastie goed voor zijn arbeiders. Ze kregen een woning, een inkomen en een opleiding. Wie in Le Creusot bij het familiebedrijf werkte was voor het leven verzorgd.
Hetgeen niet wegneemt dat er verschil was. De Schneiderdynastie die de voormalige kristalfabriek van Marie-Antoinette kochten (Marie- Antoinette onthoofd onder de guillotine had er niet veel meer aan) was schatrijk en verbouwde het pand tot woning. Het pand was groot genoeg om er de groten der aarde te ontvangen. Een van de laatste sprekende namen was die van Nikita Chroestsjow.
Wat er over is van de oorspronkelijke arbeiderswoningen is nu een monument in La Combe des Miniers, ver weg van de woning van Schneider. De danig vervallen woningen hebben nu weer een woonbestemming, geschikt gemaakt voor verschillende gezinsgrootten. Dat vertelde tenminste de man die een van die huisjes bewoont; zijn witte baard wees er op dat hij niet zo jong meer was. Toen hij ons door het doodlopende straatje zag lopen, terwijl we de woninkjes monsterden, sprong hij op en zei dat we nog niet alles hadden gezien. Hij nam ons mee naar een deur naast het laatste huis in de rij en bracht ons naar een overdekte gang die achter alle huizen doorliep. Hij kon ons niet duidelijk maken wat de functie van de gang was geweest, maar wel dat hij de woningen goed isoleerde. Een tamelijk overbodige isolatie lijkt me, waar de gang was uitgespaard in de berghelling.
Vermoedelijk gaf de gang ooit rechtstreeks toegang tot het fabrieksterrein. De man die ons de gang toonde was zelf geen afstammeling van een mijnwerker.
donderdag 28 mei 2015
Arbeider
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten