zondag 6 januari 2019

Harari en het bewustzijn (1)


Homo Deus, het boek van Yuval Noah Harari, vind ik intrigerend. Het houdt me al een tijd bezig. Misschien niet zo vreemd als men in aanmerking neemt dat Harari ons een kleine geschiedenis van de toekomst schetst. Geen geringe ambitie. Maar hij is niet de enige die de lijnen uit het verleden, of dat wat er voor doorgaat, moeiteloos doortrekt naar de toekomst. Zo liet Robbert Dijkgraaf ons zien hoe de mens inmiddels het DNA manipuleert, er stukjes uitknipt en andere inplakt en daarmee ziekten kan voorkomen. Het leidt tot de voor de hand liggende vraag of de mens binnenkort de perfecte baby kan maken? Wat is eigenlijk de perfecte baby? En zou u die op durven voeden?
Maar er zijn meer punten van discussie mogelijk.
Het betoog van Dijkgraaf lijkt het perspectief van de mens als uitgangspunt te nemen. Vanuit het menselijk perspectief zijn ziekten niet goed en gebreken nog erger. Maar moeten we wel redeneren vanuit dat menselijk perspectief? Moeten we niet een wat breder, een ecologisch perspectief hanteren?
We horen bijv. dat er inmiddels bacteriën zijn die immuun zijn voor de beschikbare medicijnen. Wat moeten we daarmee? Mensen en hun eventuele gebreken zijn het resultaat van de evolutie. Maar dat zijn bacteriën ook. Het feit dat bacteriën niet meer bestreden kunnen worden met medicijnen wijst erop dat bacteriën door gaan met evolueren en in een tempo dat hoger ligt dan dat waarmee de mens medicijnen ontwikkelt. We mogen aannemen dat het knippen in het DNA van de mens het natuurlijke evolutieproces omzeilt. Dat wil zeggen dat de mens dapper doorwerkt aan de perfecte mens, terwijl de mensonvriendelijke virussen en bacteriën rustig doorgaan te evolueren en de vijandigheid van de omgeving in stand houden. Hoe zal deze race aflopen?
Een soortgelijke vernauwing van perspectief tot het perspectief van de mens zien we, denk ik, bij Harari. Dat is dan voor mij aanleiding bij enkele punten stil te staan die minstens voor discussie vatbaar zijn. Niet omdat ik er op uit ben Harari af te breken. Ik heb grote bewondering voor zijn werk. En tegelijkertijd rijzen er bij ieder hoofdstuk weer nieuwe vragen.
In het woord vooraf zien we hoe de menselijke agenda aan het veranderen is. De traditionele problemen: honger, ziekte en oorlog hebben die agenda eeuwenlang bepaald. De laatste eeuw echter lijkt die problemen grotendeels achterhaald. In de eerste plaats door eenvoudige hygiënische maatregelen. Daar wees ook Dijkgraaf op. Een steeds groter deel van de wereldbevolking ontworstelt zich aan honger en armoede.
De algemene trend vanaf het midden van de 19e eeuw, toen de gemiddelde levensverwachting in ons deel van Europa in de buurt van de 40 jaar lag, was een stijging van de levensverwachting tot waar hij nu is, in de buurt van de tachtig jaar. Een geweldige vooruitgang. Een overeenkomstige ontwikkeling zien we in andere delen van de wereld. Overal worden de besmettelijke ziekten terug gedrongen en als ergens een nieuwe uitbraak plaatsvindt staan overal ter wereld de reddingsploegen klaar om het gevaar in te dammen en de kop in te drukken.
En toch: weliswaar is de gemiddelde levensverwachting ongeveer verdubbeld, maar de hoogste leeftijd van de individuele mens lijkt nauwelijks verhoogd. Het proces van verou­dering dat inherent is aan het leven wordt door alle wetenschappelijke proeven niet of nauwelijks beïnvloed.
De vooruitgang gaat niet voor niets. We zien dan ook een andere trend: Gelet op de bijdrage die schoon drinkwater aan onze gezondheid heeft toegevoegd, mogen we de investeringen in drinkwater en drinkwater voorzieningen zonder meer zien als investeringen in onze gezondheid en bijdragen aan de kosten van de gezondheidszorg. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de kosten van rioleringen en afval verwerking. Naast de investeringen moeten natuurlijk ook de kosten van onderhoud van waterleiding, riolering en de zuivering van afvalwater als kosten van de gezondheidszorg worden aangemerkt.
Bij deze basale kosten van de gezondheidszorg moeten we verder rekening houden met de meer opvallende kosten van de gezondheidszorg: research afdelingen, ziekenhuizen, medici, verzorgers. Als we naar de ontwikkeling van de kosten van de gezondheidszorg kijken en die leggen naast de ontwikkeling van de levensverwachting zien we dat de stijging van de kosten sneller is dan die van de levensverwachting. Ze nemen een steeds groter deel van ons Bruto Binnenlands Product in beslag. Gaan we naar een situatie waarin ons hele nationaal product moet worden besteed aan de gezondheidszorg?
En waar blijft dan het geld dat nodig is om de nieuwe menselijke agenda voor de 21e eeuw te betalen. Want volgens Harari zal de mens in de 21e eeuw streven naar on­sterfelijkheid.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten