dinsdag 25 december 2018

Bij de dokter 5

Het darmonderzoek was op 4 december. Het gesprek waarop de uitkomsten zouden worden besproken op de 12e. 's Morgens vroeg, al om tien voor negen. Zoals iedere keer bij deze dokter B. werd ik ook nu redelijk volgens afspraak ontvangen, zij het ook nu niet door de chirurg zelf, maar dit keer door een jonge assistente. Ik maakte daar een opmerking over: Iedere keer een afspraak, op papier met dr. B, zonder dat ik dr. B. te zien kreeg.
De assistente bladerde een beetje besluiteloos door mijn dossier dat inmiddels aardig was gegroeid. Ze vroeg nog wat nadere bijzonderheden en ik constateerde dat inmiddels de pijn in mijn buik, waar het allemaal om begonnen was, vrijwel was verdwenen. We keken naar de uitslag van de CT-scan, waar dr. T. (de radioloog) bij had opgemerkt dat het maagdarmkanaal een uitgesproken diverticulose van het sigmoïd toont met reactieve wand verdikking en multipele divertikels. 
Deze zin doet vermoeden dat de aanduiding diverticulose iets te maken heeft met de aanwezigheid van divertikels. Ik vroeg daarom wat eigenlijk divertikels zijn.
Als ik de uitleg goed begrepen heb kan ik me de dikke darm voorstellen een slang die wel iets heeft van een stofzuigerslag: een flexibele slang met bandjes er omheen. Die bandjes zijn dan de spieren die de beweging van het voedsel door de darm naar de uitgang mogelijk maken. Als de wand tussen de bandjes wat verzwakt is en uitstulpt ontstaat een divertikel. Zo'n divertikel kon ontstoken raken. Het klonk niet alleen plausibel, het herinnerde me ook aan een concreet moment, waarop ik op een ongewoon tijdstip naar de wc had gemoeten en het gevoel had gehad dat er iets was los geschoten. Na dat moment was ook de buikpijn afgenomen. Was er een hard voorwerp uit een divertikel verdwenen?
De assistente verdween zonder zich verder uit te laten over de uitslag. Ze kwam na een paar minuten weer terug met dr. B. die zei:
'Wel hier ben ik dan toch.'
Ik was blij met de kennismaking en prees haar organisatie. Ik ging opnieuw in op mijn twee theorieën, mijn verwondering dat ik bij de afdeling chirurgie terecht was gekomen en dat er nu toch kennelijk alleen naar de organen werd gekeken.
Dr. B vroeg naar mijn achtergrond. Ik vertelde dat ik na mijn vaartijd een aantal jaren als arbeidsanalist had gewerkt en daarbij o.m. een cursus Lichaamshouding en de daarmee verband houdende kwalen had gehad.
Dr. B. die tot dat moment wat nonchalant op haar linkerbil had gezeten met een elleboog als steun op de tafel, schoot rechtop en trok de zitting van haar stoel wat hoger. Ze zei tegen haar assistente:
'Ik weet wel hoe het hoort.'
En na de volgende onderdelen van mijn c.v.  zei ze:
'Zie je wel: van alles wat.'
We kregen het over de weggeknipte poliepjes die kennelijk geen aanleiding hadden gegeven tot zorg. Nee, dat is waar, maar dat zou over een jaar of tien of vijftien misschien nog kunnen komen. Waarop ik vroeg of zij zo oud zou willen worden.
'Kijk,' zei dr B. tegen haar assistente, 'zo raak je nu verzeild in gesprekken die uitlopen.' Ze ging weer terug naar de CT-scan.
'Er is niet zoveel te zien, maar hier (ze wees op een plekje dat er voor mij net zo grijs uitzag als andere grijze plekjes) zit een plekje dat ik graag verder zou onderzoeken.'
Ze bemerkte mijn scepsis bij het onderzoeken van dingen die zo vaag waren.
'Ik zal u een voorstel doen, als we nu een afspraak maken voor over drie maanden. En dan een nieuwe CT-scan maken?'
Het leek me een voorstel waarmee ik kon leven. En zoals dat bij haar afdeling paste werd dat niet in het ongewisse gelaten. Er werd meteen een datum vastgelegd voor een nieuwe CT-scan. En achteraf realiseerde ik me dat ik nog geen diagnose van dr B. had gekregen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten