zaterdag 24 november 2018

De dokter 3

Ik was de 23e al vroeg in het ziekenhuis. Tegen kwart over twaalf meldde ik me bij de receptie en ging volgens verwachting (en de informatie van Daphne) naar unit 21. Daar werd ik in een ontvangstkamertje gezet, nadat ik mijn geboortedatum had genoemd. Gelukkig wist ik die nog.
De verzorgster die me ontving had ook weer een HP-laptop op wieltjes en vulde de nodige gegevens in. Ze constateerde dat ik een niet-reanimeren verklaring had.
Ze bond een bandje om mijn pols met mijn naam en geboortedatum. Ik werd naar een vierpersoonskamer geleid en kreeg een bed aangewezen. U kunt dat blauwe jasje aantrekken.
Ik deed het, zij het andersom dan anderen. Ik verwachtte de punctie aan de voorzijde en liet dan ook de slippen aan de voorzijde openvallen. Dat gaf overigens geen aanleiding tot commentaar.
Het was tien voor een.
Er kwam een zuster langs die me vertelde dat ik precies om half twee zou worden geprikt, maar voor die tijd moest ik nog wat bloed afstaan om de stollingsfactor te bepalen. Dit was het derde buisje bloed.
Inderdaad om half twee werd ik door de vervoerploeg van de kamer gereden met de lift weer naar beneden en naar de röntgenafdeling. In wachtruimte twee werd ik achter gelaten.
Ik had nu even de tijd om de situatie op me in te laten werken. De opmerking over de reanimatie hield me wel een ogenblik bezig. Stel je voor dat er met die punctie iets mis zou gaan en de radioloog aan het eind van de dag naar huis zou bellen met de mededeling: het spijt me uw man is jammer genoeg overleden. Wat zou Ineke zeggen.
Het duurde twintig minuten voor de assistente van radioloog me uit wachtruimte 2 naar binnen reed. Onderweg merkte ze dat ze niet was uitgenodigd voor het afscheidsfeestje van een collega met wie ze jaren had samengewerkt. Dat zat haar - begrijpelijk - flink dwars. Het kostte enig moeite de aandacht weer bij de patiënt te krijgen.
Mijn buik werd ontbloot. De radioloog pakte een handscanner en smeerde er een soort zalf aan.
Ik zei: ik ben benieuwd wat u gaat doen en waarom daar.
Ik ga voorlopig niets doen, zei de radioloog, ik ga eerst eens kijken hoe uw buik eruit ziet. Hij streek met de scanner aan de rechter kant en vervolgens aan de linkerkant van mijn buik.
Ik wees hem op de lordose en de mechanische theorie.
De radioloog zei: ik stop ermee. Er is te weinig overleg geweest over wat er u precies moet gebeuren.
Hij veegde de overtollige zalf van mijn buik en reed me samen met de assistente de rontgenkamer weer uit naar de gang.
Daar stond ik. Na nog een kwartier werd ik met bed en al weer op de afdeling afgeleverd.
We zullen de zuster waarschuwen dat u er weer bent.   
Ik zei ik denk dat ik me maar weer aankleed.
Dat deed ik en de zuster die me had ontvangen kwam een beetje geschrokken aanlopen.
Wat is er gebeurd?
Er is eigenlijk niets gebeurd. De punctie is niet doorgegaan.
Oh ik zal even bellen wat er nu moet gebeuren.
Inmiddels was ik weer aangekleed en had ik mijn spullen weer bij elkaar gezocht. Mijn kamergenoten zagen lachend het gebeuren aan.
Wilt u wat eten? vroeg een andere zuster.
Ik kreeg een boterham met kaas.
    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten