maandag 10 februari 2014

Buurvrouw

We zijn dit jaar 45 jaar weg uit Heiloo, waar we met onze buren, net als wij, nieuw in die omgeving een gespreksgroepje opzetten om mensen te leren kennen. De buurvrouw schilderde, ze maakte krijttekeningen van onze kinderen en ze kleurde de poppetjes van ons kerststalletje. Hun kinderen waren van de leeftijd van onze kinderen; ze speelden met elkaar op het braakliggende terrein voor onze deur. Met de buren samen haalden we zand voor onze zandbak in Egmond aan Zee.
Sindsdien hebben een spaarzaam contact met vooral de buurvrouw van toen. Na een jaar of vijf vertelde ze ons telefonisch dat ze lesbisch was. Het was vanuit haar katholieke achtergrond een moeizame 'coming-out'. Dat ze ons belde had er onder meer te maken dat wij op dat moment in Breda op een veilige afstand woonden. Onze toen vroegere buren bleven voor de kinderen bij elkaar en slaagden erin met elkaar een leefbare situatie op te bouwen (voor zover wij konden beoordelen).
Een enkele maal bezochten we elkaar, met verjaardagen werden en worden er kaarten uitgewisseld. Inmiddels zijn ze toch al achttien jaar gescheiden en woont zij al even lang in een huis in Hilversum.
Deze week bezochten we haar voor het eerst in dat huis, wat laat zien hoe spaarzaam ons contact is. Ze was in haar gezicht weinig veranderd. De lijnen waren wat scherper geworden, maar ik herkende nog de felle dynamische vrouw die ze ooit was. Haar lopen was moeizaam, ze liep op een curieuze manier krom: met de kromming in de heup, maar een vrijwel rechte rug. Ze ademde opvallend, met ieder ogenblik een pufje - het leek nog het meest op de ademhalingsoefeningen bij de zwangerschap.
Toen ze ons thee had ingeschonken vertelde ze dat ze geen auto meer reed, haar ogen waren te slecht. Ze had vroeger glaucoom gehad en haar oogarts durfde een staaroperatie niet meer aan. Ze las de krant nog wel, maar daar had ze een vergrootglas bij nodig. Een boek daar kwam ze helemaal niet aan toe.
Ze vertelde met monotone stem, zo nu en dan herhalend wat ze al eerder had verteld. Het kostte me moeite de nodige concentratie op te brengen en haar verhaal te volgen.
Naar aanleiding van het feit dat ik een tijdlang heen en weer had gereisd naar mijn zus in Den Haag vertelde ze dat zij de enige was die nog leefde van het gezin van vijf waarin ze was opgegroeid.
Maar zij was er nog, ze wordt volgende week 82. Ze kon nog wel lopen met een rollator, een minuut of twintig; dat probeerde ze wel iedere dag te doen. Met de rollator om het blok heen lopen, dat kostte ongeveer twintig minuten. Ze kreeg haar boodschappen via de SRV die twee keer per week langskwam. Ze kookte niet meer zelf, ze nam eigenlijk van de SRV altijd kant en klaar maaltijden. De dichtstbijzijnde winkel was de apotheek...
Voor het huishouden kreeg ze wel hulp van haar kleinkinderen, maar ze had liever de hulp van de oudste die lette beter op wat nodig was en nam ook stof af van de schilderijen. De jongste die zag dat soort dingen niet.
De kamer hing vol met schilderijen, vermoedelijk eigen werk, ze waren in een stijl die goed bij haar paste. Maar schilderen kon ze ook niet meer: ze kon het niet meer zien.
We kusten elkaar bij het weggaan drie keer op de wangen, zoals dat hoort tegenwoordig. Het is een gebaar dat ondenkbaar was toen we elkaar leerden kennen meer dan vijftig jaar geleden. Toen zeiden we meneer en mevrouw en spraken elkaar aan met u. Het duurde tot we allebei een kind hadden voor die barrière werd geslecht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten