zaterdag 15 mei 2010

Puget-Théniers

Eén van mijn handicaps is mijn hoogtevrees. Al een oud gegeven. Ik herinner me dat ik in mijn HBS-tijd wel met klasgenoten ging zwemmen in het Amsterdam-Rijnkanaal in de omgeving van de hoogspanningsmasten. Het was een sport om in die masten te klimmen, maar niet voor mij. Als ik drie meter boven de grond durfde ik al niet verder. Het is dan ook niet verbazend dat ik me niet op mijn gemak voel in de bergen en zeker niet in een auto op een smalle wegen met scherpe bochten naar links of naar rechts. Dan stijgt de spanning, en wordt mijn greep op het stuur krampachtiger. De rit naar dit oord was dan ook niet erg aanlokkend. Maar dat heeft me toto nog toe niet weerhouden om aan een dergelijke rit te beginnen. Zo ook vandaag. We vertrokken uit Nice, waar we heerlijk in de zon op een terrasje aan de Promenade des Anglais hadden gegeten, terwijl boven de toppen van de bergen zich zwarte wolken aan het verzamelen waren. Maar voorlopig ging alles goed. Eenmaal op de weg naar het noorden ging de weg slechts heel langzaam omhoog. Alleen aan het feit dat het riviertje naast de weg snel stroomde was te merken dat er toch een behoorlijk hoogteverschil moest zijn. Tot mijn verrassing bleef dat zo de hele 45 kilometer lange weg lang. We slingerden weliswaar om de berg heen maar daar bleef het dan ook bij.
We kwamen zonder problemen in Puget aan tussen de bergen. In de verte zagen we de sneeuw op de alpen liggen, teken dat het weer nog steeds te koud was. De spanning was geleidelijk weggeëbd. Maar ik juichte te vroeg. Van Puget naar dit terrein steeg de weg zeer snel, was zo smal dat tegenliggers onmogelijk konden passeren. Maar we kwamen aan bij het terrein. Daar heb ik uiteindelijk het stuur aan Anneke gegeven, voor de laatste paar honderd meter. Het was een heel gemakkelijke weg zei men bij de receptie. Maar wat is gemakkelijk als je hoogtevrees hebt?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten