dinsdag 8 juli 2014

U moet, zei de dokter

De cardioloog constateerde dat het hart van Anneke uitstekend functioneerde. Dat was natuurlijk een zorg minder, maar gaf geen antwoord op de vraag waarom Anneke zo'n periode van vermoeidheid had gehad, maar misschien was dat een vraagstuk waarvoor je niet een cardioloog in moet schakelen. Wel, zei hij, uw bloeddruk is te hoog, daar moeten we wat aan doen. Daar moeten we wat aan doen. Ik zweeg, maar zit bij deze categorische uitspraken altijd met de vraag: waarom eigenlijk? En ik moest denken aan de opmerkelijke discussie op de 80e verjaardag van Adri. Daar gebeurde dit: (voor hen die de familie niet kennen: Adri, Cobie, Free en Ankie zijn mijn zussen, Ben en Janchris mijn broers).
Het leek een beetje overdreven om deze eerste pinksterdag - het was een curieuze samenloop dat dit jaar Cobie met Pasen, Janchris op Hemelvaart en Adri met Pinksteren jarig was - al om negen uur bij Adri binnen te stappen. Dat had overigens gekund want we hadden de nacht doorgebracht in het Amrath-hotel in Alkmaar en waren dus dichtbij. Het hotel was zo vol dat de gasten werd verzocht om in twee of drie ploegen te ontbijten en Anneke had de vroege ploeg genomen, de ploeg die al om acht uur kon beginnen. Wel zo vroeg was het ontbijt nog niet helemaal klaar, maar desondanks stonden we al voor negen uur op de stoep. Het lag voor de hand om even de de stad Alkmaar in te lopen. Het was maar een paar honderd meter van het hotel naar de grote kerk, maar toen we die afgelegd hadden en om de kerk heen naar de volstrekt lege markt keken zei Anneke: Ik wil eigenlijk nog wel even naar het strand. 
Even later waren we op weg naar Egmond. De weg zelf was niet zo erg druk, maar schijn bedriegt, want vrijwel alle parkeerruimte dicht bij het strand was al bezet. Het was prachtig weer. Trouwens al meer dan een week: we zaten in een hoge druk gebied dat nauwelijks van plaats veranderde en het slechte weer op afstand hield. Het strand liep dan ook al aardig vol. We liepen een stukje langs het strand en zagen hoe de mensen zich hier geleidelijk installeerden met halve tentjes tegen de zon en de wind, zich insmerend met zonnebrandcrême, spelend met de kinderen; koffie, thee, bier en cola drinkend en kletsend met elkaar terwijl ze zich languit op strectchers uitstrekten. Als je mensen ziet aan het strand dan twijfel je nauwelijks meer: de natuurlijke habitat van de mens is het strand, de rand van de zee, een meer of iets dergelijks. We namen een kop koffie, keken een half uur naar de passerende zwemkleding en liepen terug naar de auto. 
We kenden de weg hier nog ook al was het bijna veertig jaar geleden dat we hier met onze kinderen naar het strand kwamen en ook al is de accommodatie voor de strandgangers in de loop van de jaren sterk uitgebreid. Hoewel het nog steeds vroeg was hadden we het gevoel dat we langzamerhand wel bij Adri konden aankomen. Adri toonde zich niet erg verwonderd en constateerde dat ze zelf al heel vroeg was opgestaan. Ze was al om vier uur wakker geworden en had liggen denken wat ze allemaal moest doen om de notentaart die ze in haar hoofd had te bakken. Ze bedacht dat ze in plaats van te liggen denken net zo goed kon opstaan en maar gaan bakken. Dan kon ze daarna nog wel weer gaan slapen. En zo had ze de notentaart voorbereid totdat hij in de oven moest. Voor het bakken had ze twee recepten: het ene zei dat ze een uur moest bakken, het andere 25 minuten. Ze besloot uit te gaan van de minimum tijd, maar was er toen ze na 25 minuten de ovendeur opendeed niet zeker van dat de taart nu goed gaar zou zijn. Ze startte de oven opnieuw voor nog een extra vijf minuten, maar dat werd de taart fataal. Toen ze weer terug kwam bij de oven kwam de rook er uit: de taart was geheel verkoold. 
Wat nu? Adri bedacht dat het weliswaar zondag was maar dat in Egmond op zondag Albert Heijn altijd open zou zijn. Zo kwam het dat ook Adri al om half tien in Egmond rondliep; ze kwam tot de 
ontdekking dat Albert Heijn op 2e pinksterdag open zou zijn en bijgevolg op deze zondag de winkel dicht zou houden. Op de terugweg naar Heiloo schoot het Adri te binnen dat ze vermoedelijk de ingrediënten voor een chocolade taartje in huis had en toen ze weer thuis was ging ze daarmee aan het werk. Inderdaad ze had bijna alles in huis alleen geen koffiepoeder, maar in plaats daarvan kon ze net zo goed nescafé gebruiken. 
Terwijl we luisterden naar de details van het chocoladetaartje viel m'n oog op het bloemstuk op de tafel; het was een groot bloemstuk maar met de opvallende anthuriums kwam het mij over als een boeket dat beter op zijn plaats was bij een begrafenis dan bij een verjaardag; ik besloot voor deze keer mijn mond dicht te houden. Het was inderdaad wel een enorm bloemstuk. Ondertussen stond Anneke op om Adri te helpen met koffiezetten en ging de bel. Bij Adri net als bij ons wordt de voordeur op afstand bediend als de bezoeker is gescreend. Er is altijd een onzeker moment in deze situatie. Ik merk dat bij ons ook. De bel gaat, het kleine schermpje bij de deuropener licht op, de bezoeker wordt zichtbaar en ik druk op de knop om de deur te openen. Dat kan ik nog net zien. Dan verdwijnt met het beeld ook de bezoeker. 
Is de bezoeker nu binnen? Of heeft hij de geopende deur net gemist? Of weet hij niet wat er nu moet gebeuren? Soms gaat dan ook na verloop van tijd de bel nog een keer. Blijkbaar werkt dat soort onzekerheden ook bij Adri. Maar deze bezoeker was bekend met de situatie.
Free kwam binnen. 
Kijk zei Adri, wat vind je van mijn graftak - wijzend op het bloemstuk dat op tafel lag. Blijkbaar had ze dezelfde associatie gehad als ik. 
Die man van de bloemist was heel aardig, hij heeft de bloemen in die schaal gedaan en vervolgens zei hij: mevrouw laat u dat maar aan mij over ik zet hem ook wel op tafel, want die bak is veel te zwaar voor u, maar ik moet hem wel even afvegen want hij is een beetje nat. En zo waren de anthuriums in hun betonnen bak op het tafeltje in het midden van de kamer terecht gekomen. 
Van wie heb je die? vroeg Free.
Van de stichting De Einder, hetgeen enige hilariteit wekte; er zijn van die dingen die je haast niet bedacht kunt krijgen. 
Terwijl wij van koffie werden voorzien en Adri de pakjes uitpakte die ze van Free had gekregen en die een voorbereiding moesten vormen voor vakantie die ze samen zouden houden ging het gesprek 
over sudoku en schilderwerk, wat ze goed samen konden doen. De bel ging weer en Ben kwam binnen en even later kwamen ook Ankie en Gerrrie. 
Het zal nog wel even duren voor Cobie er is, zei Adri, want die moet eerst naar de kerk. 
Het liep ondertussen tegen half twaalf. Adri haalde een map met tekenpapier te voorschijn en liet haar recente schilderwerk zien. Ze had blijkbaar al een dertig jaar les in een schilderclubje, maar had niet het gevoel dat ze veel beter werd. Ben constateerde dat hij het praten over kunst eigenlijk allemaal onzin vond: kunst moest je doen. Adri en Free die allerminst het gevoel hadden dat ze kunst produceerden zeiden dat ze eigenlijk alleen maar schilderden omdat ze het leuk vonden om hun schildersspullen mee te nemen en ergens in het gras te gaan zitten en een tijdlang dingen te schilderen. Daar was Ben het mee eens, hij haalde een envelop met foto's uit zijn zak en liet die zien. Het waren foto's van de kar-kist die hij gemaakt had en die, zei hij, nu geleend kon worden, onder de strikte voorwaarde dat hij weer werd teruggebracht. Adri realiseerde zich onmiddellijk dat Ben wel het uitlenen aan deze voorwaarde kon verbinden, maar dat hij daarmee nog geen garantie had dat de kar ook weer werd terug gebracht. 
Het gesprek kwam weer op de anthuriums want ook Ankie had het gevoel dat deze bloemen niet helemaal bij de gelegenheid pasten. Van de stichting De Einder, zei Adri en als vanzelf kwam de 
discussie op euthanasie. 
Ze zouden, zei Ben, op dat stukje grond vlak bij mijn huis, een fabriek moeten bouwen waar mensen vanaf hun zeventigste zich vrijwillig zouden kunnen aanmelden als ze dood willen. 
Ik vroeg of het niet eenvoudiger zou zijn om mensen toegang te geven tot de pil van Drion. 
Het gezelschap waarmee ik te maken heb zal wel niet representatief zijn, maar ik heb het gevoel dat de oudere mensen die ik ontmoet meestal zelf willen kunnen bepalen op welk moment ze willen sterven. 
Het is gek, zei Ben, we hebben een probleem van overbevolking en tegelijkertijd een minister die vind dat er meer kinderen moeten komen. 
We zijn met zijn allen natuurlijk idioot bezig zei Adri. Ik kwam in het ziekenhuis en daar lag op een afdeling een groep mensen van boven de negentig die een bloedtransfusie kregen om voldoende 
weerstand op te bouwen om de volgende chemokuur te kunnen doorstaan. Waar zijn we nu helemaal mee bezig? We hebben de vrijheid om van alles te doen, we kunnen beslissen om een baan te 
nemen die vanuit milieu-oogpunt volstrekt onverantwoord is. We mogen besluiten om kinderen te krijgen ook al zijn we niet in staat om ze op te voeden. We mogen alles totdat we oud zijn en 
dan wordt er plotseling om volstrekt onbegrijpelijke redenen een grens getrokken: dan mag je niet meer zelf beslissen of je nog verder wilt. 
Ik heb aan mijn huisarts, zei Ben een zelfmoordmethode voorgesteld: ik wacht tot het tien graden vriest en ga dan bloot op een stretcher in mijn tuin liggen. De dokter vond het een beetje vreemd, maar eigenlijk is het enige wat je nodig hebt wat discipline.
Ik denk,zei Ankie, dat het verstandig is dan eerst een slaapmiddel te nemen. 
Niemand leek geschokt door de voorstellen van Ben, maar wel was men van mening dat het wellicht tegenover de huishoudelijke hulp niet zo aardig was als ze Ben op die manier zou vinden. Dat is 
wel waar, dacht Ben, maar als ik doodga wordt ik toch op de een of andere manier gevonden, dus veel verschil zal het niet maken. Cobie kwam binnen. Nadat ze van koffie en taart was voorzien - 
overigens niet een stuk van het chocoladetaartje - zei ze, ik had dit weekend drie begrafenissen, maar ik ben nog steeds bezig met de begrafenis van gisteren: we hadden een man die naakt begraven werd. Dat naakte lijk stond de hele uitvaartdienst voor in de kerk. En ondertussen moesten we zingen van toen wij uit Rotterdam vertrokken. Toen ze vonden dat het lijk ook nog langs het Feijenoord stadion moest worden gevoerd vond ik het eigenlijk wel genoeg. Je maakt tegenwoordig van alles mee. 
Tja, zei ik, ik hoorde van de week dat iemand de as van een vriend in de Mark in Breda had verstrooid. Dat mocht niet, maar ze hadden het stiekum gedaan.
Anneke zei, ze vonden alleen dat er zo veel as was, maar het zal wel zo zijn dat de kist wordt mee verbrand. Eigenlijk is dat ook een sterk milieuvervuilende activiteit. Ach zei Ankie, we hebben 
de as van Dolf op de Lochemerberg uitgestrooid; het kostte wel wat moeite om Arne in te laten stemmen. Die moest zich er eerst van overtuigen dat er geen milieu-kwalijke stoffen in zaten, hij 
zit niet voor niets in het waterbeheer. Maar het was inderdaad een heleboel as. 
Gerrie dacht dat daar wel wat op te vinden moest zijn: je kon bijvoorbeeld werken met een losse bodem van de kist, dan kon je de rest van de kist nog weer gebruiken. Moslims worden ook niet in een kist begraven. 
Ik had het gevoel dat de gesprekken met mijn broers en zussen steeds vaker gaan over doodgaan en de eindigheid van het leven. Ik heb niet de indruk dat men er erg over inzit. En als men ergens over inzit dan vermoedelijk meer over het sterven dan over het dood zijn. Ankie zei: Ik ben van de week naar een regio bijeenkomst geweest van de NVVE, daar kwam ook naar voren dat er veel mensen bang zijn omdat ze het moment van hun dood niet zelf kunnen bepalen. 
De meeste van mijn broers en zussen geloven niet erg in een hiernamaals, of zou Cobie daar wel in geloven? Vermoedelijk minstens voor de vorm. Maar ook van haar krijg ik niet de indruk dat het er veel toe doet. En dus kan men er over lachen hoe mensen zich daarmee bezig houden en zijn de gesprekken in het algemeen luchtig en nuchter. Maar algemeen is de afkeer en wrevel over de rol die de overheid speelt en die uiterst bemoeizuchtig is... 

Anneke kreeg van de cardioloog een pilletje voor geschreven dat ze nu tot het einde van haar dagen moet slikken. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten