maandag 17 maart 2014

God

Met het optreden van celliste Anna Katarina Grote was het concert een groot succes. We zaten nog wat na te praten met een drankje.
Het haar van Nettie werd bewonderd. Ze was blij zei ze, dat ze er nog was. Het had een tijd geduurd voor de dokters hadden vastgesteld dat ze inderdaad kanker had. Toen de diagnose was gesteld was ze woedend de kerk ingelopen tot voor het altaar en had daar hardop geroepen "Godverdomme", daarna was ze de kerk weer uitgelopen. Buiten had ze zich bedacht en was weer terug gegaan de kerk in. Bij het altaar had ze gezegd: "Neem me niet kwalijk, maar u weet wat ik bedoel." Het was haar manier van communiceren met god.
Ze was genezen, maar nu nog onder controle; inmiddels was ze zeer tevreden over het herstel van haar haargroei. Ze had god gevraagd om mooie lange wimpers, maar ze kreeg nu net zulke dunne wimpers als vroeger. Daar had god bij haar genezing zeker niet aan gedacht.
Nettie geloofde in een leven na dit leven, ze had ook een boek met die titel, van een Amerikaanse professor die een aantal weken in coma had gelegen en had opgeschreven wat hij had meegemaakt. Ze was nu echter nog maar net begonnen met haar tirade tegen het belangrijkste onrecht in deze wereld: de behandeling van de vrouw. Dat begon al, zei ze,  als een vrouw een jaar of veertien was, dan kwamen de maandstonden (ik denk dat er niet veel mensen meer zijn die deze term nog gebruiken); dat was natuurlijk vervelend, maar dan een paar jaar later kwamen de kinderen, dan werd je als vrouw steeds lelijker en je man steeds mooier. Als je als vrouw helemaal misvormd was dan had de man een prachtig gedistingeerd voorkomen. Dat was pas echt onrechtvaardig. Maar als klap op de vuurpijl, als je dan vijftig, vijf- en vijftig was kwam de overgang, dan kreeg je opvliegers en ging je zweten. Dat was volledig overbodig. Dus als zij eindelijk dood zou gaan zou ze god eens flink bij zijn baard grijpen.
Heeft god een baard?
Ja, natuurlijk heeft god een baard. Ze zou hem niet meer loslaten voor hij de overgang had afgeschaft.
'Ik geloof niet dat er een leven na de dood is,' zei mijn buurvrouw voorzichtig, 'kom ik dan al die mensen van vroeger weer tegen?' Ik was vermoedelijk de enige die het hoorde en beaamde dat dat ook een van mijn grootste zorgen zou zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten