dinsdag 13 december 2016

Schaken

Op het glazen bijzettafeltje staat mijn zakschaakspel. Ik speel met wit en heb de eerste zet gedaan. D4. Mijn tegenstander heeft nu een week tijd om een antwoord te bedenken. Hij heeft dus de tijd. Dat bord met die ene zet roept nostalgische herinneringen op. Dat houten schaakbordje (van 12,5x12,5 cm) met de kunststof insteekstukjes is inmiddels meer dan zestig jaar in mijn bezit. Het was een geschenk van mijn jongste zus Ankie die vond dat ik voor het afscheid uit Amsterdam een aandenken moest hebben. Sindsdien heeft dat schaakspel me vergezeld over de hele wereld. Ontelbare partijen zijn erop gespeeld en nagespeeld.
Indertijd, in 1955, hielp het me in de eerste correspondentie partij tegen Wouter. Want toen ik goed en wel was ingescheept op de Gadila kreeg ik een brief van hem met de vraag wanneer ik de eerste zet zou gaan doen. De Gadila bleek een oude werkboot die in de oorlog nog had gediend als vliegtuigcarrier. In mijn tijd was het weer een gewone tanker die in de Oost heen en weer voer...
Met Wouter had ik gedurende de vier jaar daarvoor vele malen de degens gekruist. Maar ook hadden we samen gespeeld eerst voor de Derde Vijf (onze HBS) en daarna voor de schaakclub Watergraafsmeer. Voor de Derde Vijf maakten we deel uit van het team dat op het bekende Famos-tournooi de eerste prijs had gewonnen. We scheelden niet veel in sterkte, denk ik.Wouter was beter in combinaties, ik reageerde vaak wat sneller.
De briefwisseling die we voerden ging erg traag. Omdat ik mijn zetten pas kon doen als we in een haven aanlegden en het onduidelijk was welke rout zijn brieven moesten volgen voor ze mij bereikten konden zet en tegenzet gemakkelijk een maand uit elkaar liggen. Ik weet ook niet meer of die eerste partij afgelopen was toen ik na twee en een half jaar met verlof kwam. Maar eigenlijk deed dat er ook niet zoveel toe. Na mijn vaartijd speelden we geen serieuze partijen meer, maar werden het snelschaakpartijen. Vijf minuten per persoon per partij.
Nu staat dat schaakbordje nog steeds op tafel; de laklaag is gedeeltelijk versleten, de lijnen tussen de velden soms nog maar nauwelijks zichtbaar. De witte d-pion staat een beetje verloren midden op het bord in afwachting van de tegenzet. Wouter is er niet meer.
Mijn tegenstander heet nu Richard. Het is mijn kleinzoon.
Als hij een zet doet verandert de stelling op het digitale schaakbord van mijn tablet via het internet gelijktijdig. Real time noemt men dat.
Er is het een en ander veranderd in die jaren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten