donderdag 17 maart 2016

Deze digitale wereld (1)

Dit jaar is het jaar van de digid met bijbehorend wachtwoord. Het blijkt dat er een website is: mijn overheid, waar ik mijn persoonlijke berichten van de overheid terug kan vinden. En er is een website: mijn belastingdienst, waarop ik mijn belastingaangifte kan doen. In deze maand maart is die belasting aangifte het gesprek van de dag; niet iedereen voelt zich geheel op zijn gemak, ook al zijn de meeste gegevens al door de belastingdienst ingevuld. Het kost enige moeite om in het nieuwe formulier de weg te vinden. Veel vragen verschijnen pas als je de betreffende rubriek aanklikt. Gelukkig heb ik een vrij eenvoudige aangifte: meer dan mijn AOW en mijn pensioen hoef ik niet in te vullen. Er is slechts een kleine moeilijkheid: overige bezittingen.
Omdat ik vermoed dat onder overige bezittingen ook mijn aandeel in het reservefonds van de vereniging van eigenaren zal vallen, klik ik op de betreffende regel en ja hoor, het keuzemenu gaf nu ook een regel voor dat reservefonds.
Hoe groot is eigenlijk dat aandeel? In het vorig jaar kregen we daar een overzicht van per brief toegestuurd, maar ook de Vereniging van Eigenaren is digitaal gegaan. Nu wordt die informatie vermeld op de website van de VVE.  Daar moet ik natuurlijk ook een gebruikersnaam en wachtwoord voor hebben: na enig zoeken vind ik inderdaad de nodige gegevens terug.
Alleen toen ik die gegevens gebruikte kreeg ik de boodschap dat de website van de Vereniging een onveilige website was. Zo onveilig dat de betreffende website niet eens getoond werd.
Nu ben ik niet voor een gat gevangen, maar toen ik via mijn laptop en mijn tablet hetzelfde resultaat kreeg, belde ik maar naar de Vereniging. Daar bevestigde men mijn vermoeden dat de website niet goed werkte. Maar men werkte hard om hem weer online te krijgen. In de tussentijd kon ik wel telefonisch vernemen hoe groot mijn aandeel in het reservefonds is.
Het was nu mogelijk mijn aangifte in te vullen en op te sturen. Voor alle zekerheid printte ik de aangifte uit. Dat werkte. 
De volgende dag stond de buurman voor de deur.
'Heb jij je aangifte al gedaan?'
'Ja.'
'Hoe doe je dat met het reservefonds?  Ik kan er niets van terugvinden.'
Wel,... ik legde het hem uit. Enkele uren later stond hij weer voor de deur.
'Hoe weet ik nu dat de aangifte verstuurd is? Ik heb helemaal geen bevestiging gezien.'
De vraag leek niet helemaal onterecht. Bij de vorige aangifte kwam er nog een afzonderlijke bevestiging van de Belastingdienst dat de aangifte was verzonden. Ik zegde toe dat ik de volgende morgen even langs zou komen om de situatie te bekijken. Ik liet hem mijn uitdraai zien. Die begon met: Verzonden... 
De volgende morgen stond de buurman weer voor de deur. Ik hoefde hem niet meer te helpen: op mijn gezag nam hij aan dat als op de uitdraai stond dat de aangifte was verzonden, dat dan ook het geval zou zijn. Maar ondertussen stond bij hem de koffie klaar.
'Ik heb nog niets van de telefoonmaatschappij gehoord,' zei de buurvrouw toen we de koffie voor ons hadden staan. 'Wil je niet even naar mijn mobieltje kijken?'
Aan dat mobieltje zat een heel verhaal, wat er ontdaan van alle franje op neer kwam dat ze een tijdelijk simkaart in het apparaat had die weer vervangen moest worden als de originele simkaart was bijgesteld. 
Ik keek naar haar mobieltje.
'Hij doet het helemaal niet,' zei de buurvrouw.
Ik drukte op de aan/uit knop en het mobieltje ging aan. Ik draaide mijn eigen nummer en dat ging over.
'Volgens mij werkt hij gewoon,' zei ik nadat ik hem weer had uitgezet.
De buurvrouw nam hem aan en drukte op een knop.
'Deze is veel plezieriger dan die andere. Met dat andere mobieltje kan ik helemaal niet uit de voeten,' zei ze.  Het andere mobieltje was een nieuwer model met navenant meer mogelijkheden. Ik legde haar uit welke knop ze moest gebruiken om haar mobieltje aan te zetten.
'Het is allemaal ook zo ingewikkeld,' zei de buurvrouw.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten