vrijdag 13 maart 2015

Banken

Ergens in mijn archief bevindt zich nog een boekje met een rekening bij de Rijkspostspaarbank. De rekening werd geopend kort na mijn geboorte op een postkantoor in Amsterdam-Zuid aan de Waalstraat. Enkele jaren later werd de rekening bijgehouden op het postkantoortje Watergraafsmeer aan de Middenweg (zie foto). De eerste storting op het boekje was een bedrag van fl 2,50, een bedrag waarvan ik nu misschien een kwartier kan parkeren op de Kamerlingh Onnesweg. Die Kamerlingh Onnesweg begint op de plaats waar vroeger dat postkantoor(tje) stond. De Rijkspostspaarbank gaf een veilig gevoel, daar werd goed op mijn geld gepast. Na de oorlog groeide mijn spaarsaldo langzaam; dat ging met centen en dubbeltjes. Later, toen ik geld ging verdienen en door mijn werk regelmatig in het buitenland kwam, ried mijn vader me aan dat geld op een rekening te zetten bij de Nederlandse Handelmaatschappij (NHM), een bank met internationale contacten. Zo gezegd zo gedaan. Het spaarbankboekje bij de Rijkspostspaarbank bleef liggen, half vergeten met een saldo van fl 4,85. Toen ik in 1979 de rekening ophief moest er nog vanaf 1955 achterstallige rente op worden bijgeschreven. Het saldo bleek daardoor aangegroeid tot fl 20,70.
Mijn relatie met de NHM heeft niet zolang geduurd, want mijn bank met internationale relaties fuseerde met de Twentsche Bank en werd Algemene Bank Nederland (ABN). Het was inmiddels 1964 geworden en de wereld van de banken veranderde snel. Het chartale geld werd minder belangrijk; alles moest giraal. Voor de banken werd het minder van belang hoe veilig mijn geld werd beheerd, maar hoe groot de bank was in vergelijking met andere banken. Wat dat betreft ging het wel goed: de ABN inmiddels gefuseerd met de Rotterdamse Bank tot de AMRO bank was uitgegroeid tot de 15e in grootte op de wereld. De bank had 110 000 medewerkers (fte's) met 4500 vestigingen in 53 landen. Maar als organisaties groeien wordt het steeds ingewikkelder om ze te leiden en te sturen.
Hoe ingewikkeld zien we in het boek Joris Luijendijk Dit kan niet waar zijn. 
Het verontrustende voor mij is ondertussen niet dat de besturing van de bank ingewikkeld is geworden. Dat wist ik zonder Luijendijk ook wel. Het verontrustende is dat er een bijna volledige scheiding blijkt te bestaan tussen de stuurorganen van de banken (raad van bestuur en CEO's) aan de ene kant en de uitvoerende organen waarin de Quants een dominante rol lijken te spelen aan de andere kant. De Quants zijn de wiskundig genieën die de modellen ontwerpen waarmee de miljoenen en miljarden moeten worden verdiend voor de bank. De Quants spreken en denken in de taal van de modellen en blijken volledig vervreemd van de sociale werkelijkheid. Zij worden niet begrepen door de top van de bank, maar die heeft er veel geld voor over om de beste in dienst te nemen. En de beste is hij die met zijn model het beste resultaat heeft gehad. Hoe ver de Quants van de werkelijkheid waren gekomen mag blijken uit het boek The Quants, De Quants, van wie een aantal inmiddels voor zichzelf was begonnen en grote bedragen verdiende als hoofd van een hedgefonds, zagen volgens dit boek de onverwachte koersdaling die de crisis zou inleiden pas op 7 augustus 2007 en werden daardoor blijkbaar volledig verrast.  Bijna een jaar eerder (in oktober 2006) was PJ Morgan, een van de belangrijkste zakenbanken al begonnen zijn belang in de hypotheken af te stoten. De ervaren bankier Jamie Dimon van Morgan had al gezien dat de huizenmarkt in de reële wereld aan het instorten was.
Verontrustend is tevens dat er ook in de observaties van Luijendijk weinig aanleiding is om aan te nemen dat het in de toekomst anders zal gaan. Het geloof in wiskunde en statistiek is stevig verankerd in onze maatschappij.
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten