zaterdag 24 maart 2018

Een oude man

Het lijdt geen twijfel. Ik ben een oude man, voor velen misschien wel een vieze oude man, maar daarover wil ik vandaag geen discussie voeren.
Het eigenaardige van het feit dat je een oude man bent (voor oude vrouwen geldt dat trouwens evenzeer) is dat je verleden zo lang is. En dan kan het gebeuren dat er beelden bij je boven komen met het gevoel: er was toch... Zo belde mijn moeder een keer op toen ze 94 was (naar aanleiding van een discussie in het zorg centrum waar ze verbleef) met de vraag:
'Er was toch in het begin van de twintigste eeuw ook een periode dat we zomer en wintertijd hadden? Kijk dat eens voor me na.'
Ik keek en ze had gelijk. In 1916 werd ook in Nederland de zomertijd ingevoerd.
Dat gevoel van er was toch overkomt me tegenwoordig ook zo nu en dan als ik boeken van deze tijd lees.
Zo'n gevoel krijg ik ook als ik het boek van Thierry Baudet (De aanval op de Natiestaat) lees. Thierry betoogt dat de Europese elite vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw met een groot complot bezig is de natiestaat te ontmantelen. Dat kan natuurlijk al geloof ik niet zozeer in een dergelijk complot. Daarvoor is de politiek ter wisselvallig. Maar ik mis in het betoog wel iets.
Wat ontbreekt is de politieke, economische en militaire situatie(s) die bestonden in die tweede helft van de twintigste eeuw.
Toen in 1945 de oorlog met Duitsland eindigde, werd Duitsland verdeeld in vier bezettingszones, een Amerikaanse, een Russische, een Engelse en een Franse.
In die tijd werd de communistische dreiging in Nederland nog serieus genomen, er werd een nieuwe verdedigingslinie aangelegd: de IJssellinie. En voordat ik in 1964 een baan aan kon nemen bij het Rijk moest ikzelf en mijn hele familie onderzocht worden op communistische sympathieën. Toen ik in 1958 voor de eerste keer in de VS zou komen kreeg ik van mijn baas het dringende advies om in mijn paspoort niet te laten zetten dat ik geen kerk aanhing. Mijn identiteit werd bij binnenkomst in de VS vastgelegd op een formulier met een afdruk van alle tien mijn vingers. Van deze politieke werkelijkheid vinden we bij Baudet geen woord terug.
Van de militaire situatie met de wapenrace tussen Rusland en de VS die zijn hoogtepunt vond in de Cuba crisis (ik kan me nog het gevoel van opluchting herinneren, ik voer  toen in de Caraïbische Zee, toen Rusland besloot zijn raketten van Cuba terug te trekken.) vinden we bij Baudet niets terug. Die militaire werkelijkheid bracht onder meer met zich mee dat het nog in 2005 nieuws was dat Amerika een aantal Amerikaanse bases in Duitsland sloot.   
Ook van de val van de Muur tussen Oost- en West-Berlijn lijkt Baudet geen weet te hebben, noch ook van het feit dat met die val opnieuw een nieuwe politieke realiteit ontstond met onder meer de vraag hoe wordt de relatie tussen Frankrijk en Duitsland zou moeten worden, hoe gaan we om met die landen die plotseling het gevoel kwijt waren onder de druk van Moskou te leven. 
Voor Baudet lijkt het woord staat een abstracte, juridische werkelijkheid ontstaan ergens in de 17e eeuw toen een goed kanon een kogel over een afstand van 3,5 km kon laten inslaan. Het lijkt erop dat voor Baudet de wereld sindsdien niet veranderd is en dat dat dus ook geen gevolgen heeft voor zijn beeld van het begrip staat.
Tegenover het boek van Baudet over de Aanval op de Natiestaat (2012) staat het Engelse boek van Alan S. Milward The European Rescue of the Nation State (2000). (Hoe Europa de Natiestaat Redde) dat wel ingaat zowel op de feitelijke omstandigheden in Europa als op de ontwikkeling van het begrip staat. (dit boek wordt niet genoemd in de bibliografie bij het boek van Baudet.)
Het grote vergeten van het verleden vinden we niet alleen bij Baudet. In The Dumbest Generation betoogt Mark Bauerlein dat de algemene kennis van de wereld bij de Amerikaanse jongeren onrustbarend afneemt met name door het toenemend beeldscherm gebruik. (computers, tablets, games, televisie). Misschien een demonstratie van zijn observaties vinden we bij Koen de Leus (Winnaarseconomie):
'Gedurende meer dan vijftigduizend jaar modderden de mensen maar wat aan en konden ze amper in levensonderhoud voorzien.'
Inderdaad het wereldbeeld van een onbenul.
En dat komt allemaal voorbij als je ouder wordt. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten