donderdag 5 oktober 2017

Oude mensen en hun digitale sores

Het is al weer een tijd geleden dat onze 7-jarige kleinzoon uit Frankrijk bij ons aankwam en uit de auto van zijn ouders stapte met de kreet:
J'ai un SEGA!!!
Het riep alleen wat vraagtekens op: wat zou een SEGA kunnen zijn?
SEGA bleek een Franse uitvoering van een spelcomputer te zijn. Het was aanleiding voor mijn vrouw, Anneke, om zich ook bezig te gaan houden met computerspelletjes, ze wilde zo goed ogelijk bijblijven met de moderne tijd. Ze ging met zoon Freerk naar de de stad en kocht Super Mario op een diskette.
'En nu?'
Freerk die dat natuurlijk allang wist, had rustig de confrontatie met de werkelijkheid afgewacht
'Ja, nu moet je nog een console hebben waar je de diskette in kunt doen.'
'Ok.'
De console - in feite een kleine computer - was heel wat duurder dan het spel. Ze werd enthousiast ontvangen door onze kleinzoon, want zijn SEGA werkte niet op onze televisie.
Ter toelichting: SuperMario moet om in het spel verder te komen een aantal hindernissen overwinnen en als dat gelukt is gaat hij naar niveau 2 waar een soortgelijke hindernisbaan is uitgezet. Het is allemaal een kwestie van oog-hand coördinatie: als het gevaar nadert, of als er punten te verdienen zijn, moet Mario springen.
En terwijl onze kleinzoon met zijn zeven jaar van niveau naar niveau sprong en rende, bleef Anneke steken op niveau 1. Ze slaagde er niet in de eindstreep te halen.
Een ding is duidelijk: Met de leeftijd gaat het vermogen om snel te reageren op bewegingen achteruit. Er is niet veel zo ontluisterend als te proberen het leervermogen van je kinderen of kleinkinderen te evenaren.
Je kunt het ook anders zeggen: voor volwassenen is de leercurve voor computerspelletjes (maar daar niet alleen; hebt u al eens geprobeerd Memory te spelen met uw kleinkinderen?) veel en veel steiler dan voor kinderen.

Mijn gedachten gaan terug naar de jaren tachtig (ja, van de vorige eeuw). De personal computer was net ingevoerd. Een hele verandering vergeleken met de al dan niet elektrische schrijfmachine.
Ik beschikte over een apparaat met een geheugen van 256 kB (k van kilo, oftewel 1000 en B van Byte, de eenheid waarin geheugen wordt uitgedrukt. Een Byte is 8 bits en ieder bit heeft twee mogelijkheden 0 of 1. Met een Byte kun je, voor een tekst verwerker, 128 tekens weergeven).
Zo'n computer kon met een tekstverwerker werken die slechts beperkte mogelijkheden had. maar we gingen dapper aan het werk. Iedereen kreeg een pc en doorliep de leercurve die nodig was om zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Een van de eerste dingen waaraan je moest wennen bij de tekstverwerker was dat je niet aan het eind van de regel hoefde aan te geven dat een nieuwe regel begon. Dat regelde de machine voor je. Als je in die tijd de teksten zag die via de computer uit de printer kwamen dan bleek iedere regel een einde regelcode te bevatten, zoals dat op de schrijfmachine gebeurde: na iedere regel werd de wagen terug gehaald. In de nieuwe situatie betekende een einde regelcode dat een nieuwe alinea begon.
 
Een jaar later bleek die computer met een geheugen van 256 kB volstrekt verouderd. De nieuwe versie met een geheugen van wel 512 kB, bezat een tekstverwerker met meer mogelijkheden; het was bijv. mogelijk standaard brieven te maken met ruimte voor namen en adressen. Om dat handig toe te passen moest je eigenlijk gebruik kunnen maken van een adresbestand. Daarvoor bleek het rekenblad (beter bekend als spreadsheet) uitermate geschikt. Door deze nieuwigheden moest het tekstverwerkingsprogramma een wat andere indeling hebben. De leercurve die iedereen door moest was nu iets minder steil. Een aantal dingen was nu immers al bekend.

En zo, terwijl de mogelijkheden van de computer snel groeiden met zijn grotere opslagmogelijkheden, betere grafische mogelijkheden en zijn betere mogelijkheden op het gebied van muziek, bleek men naast zijn werk ieder jaar weer een nieuwe leercurve door te moeten, want ondertussen verdwenen de oude mogelijkheden geleidelijk.
De schrijfmachine is nog maar heel moeilijk te krijgen, de cassette recorder is verdwenen, het rolfilmpje is er niet meer. De gramofoonplaat vind je niet meer terug en inmiddels is de videorecorder een artikel voor de antiquair. Wie nu nog zijn oude hobbies wil beoefenen moet iedere keer weer een leercurve doorlopen.
Niet iedereen houdt die race vol. Zo deed onze fietsenmaker zijn rijwielzaak over aan zijn zoon, mede omdat de omscholing naar de digitale elementen in de nieuwe fietsen hem te zwaar werd. En veel collega's stapten uit het proces van voortdurende her- en bijscholing in de hoop dat het hun tijd wel zou duren.
Helaas. In deze periode zijn er cursussen voor mensen die zich genoodzaakt voelen over te stappen op het gebruik van tablet of smartphone. 
Een nieuwe generatie zit daar niet mee. Die treft een stand van de techniek aan alsof die nooit zal veranderen.
Maar die nieuwe generatie weet ook een aantal dingen niet - of is zich daar nauwelijks van bewust....

  
    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten