donderdag 23 januari 2014

Twintig jaar later

Na de uitvaartdienst verzamelen de bezoekers zich in de koffiekamer van de kerk. Ik ga zitten naast Anneke die inmiddels in gesprek is met iemand uit haar kennissenkring, een ex-militair. In de loop van het gesprek word ik er op attent gemaakt dat de man naast de ex-militair Alkemade heet. Een opvallende naam die me deed vragen waar deze meneer Alkemade vandaan kwam. Uit de Haarlemmermeer geloof ik, zei mijn gesprekspartner.
Hé, vroeg ik, is hij een broer van Dik Alkemade.?
Dat bleek het geval. Ik stond op en schudde de heer Alkemade de hand. Hij keek me een beetje vaag aan: de toelichting van zijn vrouw dat ik zijn broer Dik had gekend verheugde hem.
'Maar,' zei hij, 'die is al jaren dood. Ik heb het niet zo gek gedaan,' voegde hij er aan toe, 'ik heb het gebracht tot generaal majoor.'
De dood van Alkemade had indertijd nogal wat opzien gebaard. Een dramatisch gebeuren, maar voor mij leek het ook toen al een voorbeeld van een 'rijmende dood'. (De rijmende dood, Alfred Kossmann, 1959).
Ik kende Alkemade als chef van de afdeling Volkshuisvesting, een bescheiden jurist, die vaak het gevoel gaf dat hij de wereld om hem heen slechts met moeite kon volgen. Hij was naar ik me herinner getrouwd met een vrouw die aan kanker overleed en hertrouwde met haar zus die na verloop van tijd eveneens aan kanker overleed. Aan het eind van de jaren 70 betrok hij een groot huis in de eerste woonbuurt in de Haagse Beemden. Hij ging met pensioen toen - mede door mijn toedoen - de afdeling Volkshuisvesting werd opgeheven. 
Ik interviewde Alkemade in mei 1994. Hij was toen volgens mij 72 en had één grote wens: een cruise maken en een groot deel van de wereld zien. En inderdaad in het laatste kwartaal van 1994 ging Alkemade scheep met de Achille Lauro, het schip dat in Nederland was gebouwd als de Willem Ruys. Men voer door de Middellandse Zee en het Suez kanaal de Indische Oceaan op en daar, ter hoogte van Somalië, brak brand uit. De Achille Lauro maakte slagzij en zonk. Vrijwel alle opvarenden werden gered; slechts twee Britten en twee Nederlanders gingen met het schip ten onder. Een van de twee Nederlanders was Alkemade. Het verhaal ging, dat Alkemade met alle passagiers aan dek was verzameld en toen men op het punt stond van boord gehaald te worden, om onduidelijke redenen terug ging naar zijn hut. Men heeft hem daarna niet meer terug gezien... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten