vrijdag 5 juli 2013

Zorghotel

Het zorghotel is gevestigd in het gebouw waar in vroeger tijden de Gemeentelijke Gezondheidsdienst zat met als een soort geneesheer-directeur dokter Smulders, een deftig man, overtuigd van het belang van zijn positie en wars van al die laag-bij-de-grondse zaken als het beheer van de dienst. Later kwam daarin de gezondheidsdienst van de stadsregio Breda en nog later verdween dat alles richting Roosendaal. Nu dus een zorghotel, met een moderne receptie. Toen we ons daar meldden was Kees M. blijkbaar onderweg naar de salon/leeskamer, waar we hem begroetten. Hij hijgde van de klaarblijkelijke benauwdheid die samenhing met zijn gezondheid. Hij was blij met ons bezoek en vertelde hoe hij na een paar dagen ziekenhuis op deze plek was gekomen. Het was een verhaal dat we al kenden. Want Kees M. drinkt iedere dag koffie met Wil vR. en die had ons al verteld dat Kees hem had gebeld met hevige benauwdheid en hoe Kees met de ambulance was afgevoerd 's morgens in alle vroegte. Wil wist natuurlijk ook waar Kees nu was, hij vertelde ons voordat we op bezoek gingen dat Kees zich wel eens een beetje aanstelde. 
Terwijl we nog bezig waren de gebruikelijke informatie uit te wisselen kwam Kees B. aanlopen. Kees B. verontschuldigde zich dat hij zich onze namen niet meer herinnerde; door de herseninfarct was er een gat in zijn geheugen. Kees B. zorgde dat we koffie kregen. Hij leek hoofdzakelijk geïnteresseerd in het antwoord op de vraag of de lift volgende week klaar zou zijn. Het gesprek verliep wat moeizaam, want de harde stem van Kees B. galmde kennelijk in het gehoorapparaat van Kees M. die naast hem zat, waardoor deze haast niet kon verstaan wat er gezegd werd. Er voegde zich een dame in een rolstoel bij ons; zij zit tijdelijk in dat hotel vanwege een operatie aan haar voet. Kees M. vertelde dat Wil hem iedere dag op kwam zoeken, maar werd onmiddellijk gecorrigeerd door de dame in de rolstoel: Wil kwam om de dag, in de flat dronk ze de ene dag koffie bij Kees en de andere bij Wil...

De wereld is klein in een zorghotel. Het viel me op dat in het uur dat we daar waren Kees M. geen tekenen van benauwdheid vertoonde. Was dit wat Wil bedoelde met aanstellen? Maar Kees M. is zich plotseling bewust van de eindigheid van het leven. Een man die moeilijk alleen kan zijn. Hij hoopt gauw bij Mammie te zijn, maar vreest toch ook het einde in eenzaamheid. Misschien beneemt de angst voor het einde hem wel de adem...
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten