woensdag 12 september 2012

Broeken buiten

Terwijl de regen steeds harder begon te vallen wees de gids op de barokke poort van het begijnhof in Diest. Vroeger, zei hij, ging de grote poort dicht en dan moesten de begijnen eventueel 's avonds door het kleine poortje dat werd bewaakt door de poortwachteres. Hij wees naar het getraliede venster waarachter de poortwachteres zich zou hebben bevonden. Overdag liepen er nog wel wat mannelijke werklieden rond op het begijnhof, maar als de zon onderging liep de poortwachteres met een bel door de straatjes en riep met luider stem: Broeken buiten. Dan moesten alle mannen naar buiten. Zelfs de pastoor moest eruit, maar die hoefde niet zover te lopen: zijn woning stond achter ons. We liepen mee door de poort naar binnen en naar de kerk op het begijnhof in de nu stromende regen en over de hobbelige kinderkopjes. 17e eeuwse bestrating. Ad die in afwachting van een heup operatie een rolstoel mee had genomen kon hier niemand vinden die hem kon voortduwen. Hij moest dit stukje lopen of in de regen blijven staan. Hij deed het eerste en de rolstoel werd hem nagedragen. In de kerk hangen, zei onze gids schilderwerken van 17e eeuwse meesters, maar ze waren in erbarmelijke staat net als de kerk zelf. Mooi was wel de barokke preekstoel en de andere gebeeldhouwde figuren. Wellicht dat er dit najaar geld beschikbaar kwam voor de restauratie. We moesten toch weer naar buiten om een blik te werpen op het huis waar pestlijders werden ondergebracht, op het oude ziekenhuis, de bakkerij en de brouwerij. De begijnen bleken recht te hebben op drie liter bier per dag, weliswaar licht bier, maar toch; het was vermoedelijk gezonder dan water. Door de regen werd onze wandeling door dit stratenbegijnhof drastisch ingekort. Er waren zei onze gids ook huisbeeldjes, maar de originelen daarvan werden nu bewaard in het museum. 's Middags in het museum, terwijl de regen langzamerhand ophield, kregen we meer informatie over die huisbeeldjes. Die dienden in feite om de huizen te identificeren; in die tijd bezaten de huizen nog geen huisnummers. Opmerkelijk was het beeld van Dionysius, die met zijn hoofd in zijn handen stond. Het verhaal was dat Dionysius met twee metgezellen werd onthoofd op Montmartre, maar het niet eens was met de plaats waar hij zou worden begraven, hij pakte zijn hoofd op en liep naar Saint Denis, dat was zijn begraafplaats. De gids had regelmatig scholieren op bezoek en dan vroeg hij ze waarom Dionysius daar stond met zijn hoofd in zijn handen. Een opmerkelijk antwoord van een de scholieren was: hij paste anders niet in de nis die voor het beeld was uitgespaard...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten