zondag 9 oktober 2011

Altijd in het weekend

De begrafenis van Toon was op zaterdag om half elf. Tijd genoeg om eerst de wekelijkse boodschappen te doen. Dus toen ik tegen half tien de auto weer had geparkeerd, ging ik naar boven om me om te kleden. Er was tijd genoeg, maar rekening houdend met de mogelijkheid dat het druk zou zijn in Teteringen en daardoor het vinden van een parkeerplaats moeilijk, gingen we om tien voor tien naar beneden, stapten in de auto en ik startte de motor, althans dat was de bedoeling. Maar al wat er kwam was een gierend geluid. Dat bleef zo, ook toen ik met een geleerd gezicht onder de motorkap keek en zag dat de v-snaren er in ieder geval goed uitzagen. Het kwam ongelukkig uit, want maandag had ik een afspraak in Loosdrecht. Als de auto niet voor het weekend werd gerepareerd, moest daar ook iets aan gedaan worden. Gelukkig was de buurman thuis en die bracht ons naar Teteringen, met de belofte klaar te staan als we hem belden. Dit had het bijkomende voordeel dat we geen parkeerplaats hoefden te zoeken. We konden rustig de kerk inlopen, het condoleance register tekenen en aanschuiven in de banken die langzamerhand gevuld werden. Het werd een traditionele mis, met koor. Ook verder was de traditie in ere gehouden. De dragers van de kist waren de buren uit het buurtje Hoeveneind-Stidstraat. Er zou een heleboel te zeggen zijn over de de levensloop van Toon en de tegenslagen die hij met zijn gezondheid had gehad, maar dat is een apart verhaal. Het had zijn geloof niet aangetast en zoals in de rouwkaart was aangegeven: hij hoopte Nel aan gene zijde weer te zien. De kerkgangers liepen na de dienst achter de kist naar het kerkhof aan de overkant van de straat in de stromende regen, zodat het moeilijk was om de paraplu's uit elkaar te houden. En terwijl we van het kerkhof naar de dorpsherberg liepen bedacht ik dat ik toch op de een of andere manier contact moest zien te krijgen met de Hyundai hulpdienst. Mijn telefoon stond uit, het eerste werk was dan ook om die weer aan te zetten en het daarvoor geschikte nummer te bellen. Het was inmiddels kwart over twaalf, zodat ik de hulpdienst nog even tot kalmte moest manen, anders had die al binnen een half uur voor mijn deur gestaan, we spraken af om ongeveer half twee. Terwijl ik de telefoon wilde wegstoppen kreeg ik een voice-mail bericht binnen, dat mijn afspraak voor maandag werd verzet. De buurman was op tijd, maar had na ons telfoontje ruim een half uur werk gehad om naar de dorpsherberg te komen. De Oosterhoutse weg was één grote file in de richting Oosterhout. De hulpdienst kwam niet om half twee, maar om kwart voor drie. Iedereen leek wel in de auto te zitten. Toen de hulpdienst zich meldde had ik even een jack aangeschoten en was naar beneden gegaan. De man van de hulpdienst bekeek de situatie en keek net als ik gedaan had onder de motorkap. Hij nam een hamer en sloeg een paar keer tegen de startmotor, maar dat hielp niet erg veel. Of mijn dealer nog open was. Ik belde en kreeg te horen, dat men daar juist stond te overwegen de deuren dicht te doen. Maar als ik er in slaagde de auto daar voor de deur te zetten kon ik nog een vervangende auto meenemen. Ik vroeg de hulpdienstman om me naar de garage te brengen, maar zijn taak was zei hij om de auto weer op gang te brengen. Hij besloot de auto op zijn wegsleep wagen te trekken en hem er dan door zijn eigen gewicht weer af te laten lopen in de hoop dat dan de motor bij het opkomen van de koppeling aan zou slaan. Dat lukte. Nu kunt u naar de garage rijden zei hij en vertrok weer naar zijn volgende klus (of naar huis). Ik stapte in en belde de garage dat ik er aankwam. Nu mocht die motor niet meer afslaan... Op de singel stond ondertussen een file van een kleine kilometer die door de stoplichten goed in stand werd gehouden. Maar alles ging goed. Bij de garage werd ik geholpen aan een vervangende auto van hetzelfde type als die van ons. Ik kon zo wegrijden. Maar toen ik de parkeerplaats afdraaide zag ik dat het lampje met de benzinepomp brandde en dat de benzinemeter helemaal op nul stond. Dat ontbrak er nog maar aan dat ergens op de Beverweg de motor af zou slaan en ik de auto duwend naar de eerstvolgende pomp moest duwen. Had de vorige eigenaar hem helemaal leeg gereden? Had ik eigenlijk wel geld bij me? Door de acties van de hulpdienst was ik zonder autopapieren en zonder betaalpassen naar de garage gereden. En in mijn portemonnee? Daar zat niet veel meer in dan een of twee twee-eurostukken. Maar ook nu had ik geluk. Ik kwam bij de benzinepomp vlak bij ons huis, zette daar de auto neer en ging lopend naar huis om geld te halen. Ik liet de tank gedeeltelijk vullen en reed het laatste stuk naar huis. Alleen: door het afzeggen van mijn afspraak van maandag was de noodzaak om met de auto op pad te gaan eigenlijk verdwenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten