maandag 1 juni 2009

Minneapolis

Fred en Jeanie kijken met enige zorg naar de ontwikkelingen in het noorden van de VS. Het uiterst conservatieve North Dakota is sterk aan het verouderen. Wat er aan jongeren nog woont zoekt als het even kan zijn opleidingsmogelijkheden in Minnesota, maar het is niet steeds de intelllectuele elite die hierheen komt. Daardoor is ook de ontwikkeling in Minnesota niet erg florissant. Fred noemde een paar gemeenten in Minnesota waar inteelt van de plaatselijke bevolking zo sterk is dat de overheid heeft moeten ingrijpen.
Het was, gelet op de manier waarop religie hier beleefd wordt, wellicht niet zo handig van Anneke om tegen de man die haar zijn kaartje gaf te zeggen dat zij, net als hij, dominee is. De man in kwestie, Bruce Schoeman, had ons aangesproken omdat hij hoorde dat wij Nederlands spraken. Hij was hier met een groot gezelschap om vandaag een bruiloft te vieren. Maar hij hoopte dat wij kennis zouden kunnen maken met zijn schoonmoeder die van Friese afkomst was. De schoonmoeder hebben we nu (zondagavond) nog niet gezien, maar bij het ontbijt kwam Bruce naar ons toe. WaarAnneke dominee was? en vervolgens wat zij dacht van Jezus. Anneke reageerde voorzichtig, en vervolgens was ik aan de beurt. Wat ik er van vond? Ik wilde de zondagochtend plezierig houden en zei dat hij dat maar beter niet kon vragen. Het werd toch een gesprek dat afgebroken werd toen Bruce met de familie mee moest naar het feest.
Toch is het een opmerkelijk feit dat mensen zich Nederlander kunnen voelen ook na drie generaties. Toen we daarover spraken met Jeanie en Kathryn zeiden die ook dat ze in de VS altijd aangaven dat ze Nederlanders waren.
En zo heb ik een tweetal elementen overgehouden aan deze reis door dit stukje Amerika: Mensen willen hun roots kennen en zich daaraan identificeren en mensen hebben het nodig ergens bij te horen. Dat ergens bij horen wordt in dit lege land inhoud gegeven door de diverse kerkgemeenschappen, want daarvan zijn er vele. Baptisten, mennonisten, kerken van Jezus en kerken van God, noem maar op. In het centrum van Minneapolis, waar we vanmorgen waren, kom je ze tegen in soorten en maten.
We moeten zei Anneke nog even naar die kerk daar aan het eind van de straat, Een prachtig gebouw, met gebrandschilderde gotische ramen. Toen we dichterbij kwamen bleek dat hier een ander soort gemeenschap zat: het was een kantoor van de ING.
Het centrum van Minneapolis viel in zoverre wat tegen dat we er veel te vroeg waren: alles was nog dicht. En op zo'n moment moet ik natuurlijk even naar de wc. We liepen straat in, straat uit maar nergens een gelegenheid waar een toilet kon worden verwacht. Totdat we zagen dat de openbare bibliotheek open was. Overigens een prachtig gebouw, met een coffeeshop er aan. Dit keer geen Starbucks.
Tussen de grote gebouwen in de binnenstad die allemaal erg ontoegankelijk waren, voelden we ons toch een beetje alleen. We gingen naar het volgende punt van onze agenda: The American Mall. Volgens velen de grootste in zijn soort in de VS, gebouwd als een carré. In de ruimte in het midden was een pretpark ingericht, compleet met 8-baan, reuzenwip en wat dies meer zij.
We liepen een zijde van het carré en passeerden twee keer een open ruimte, waar stoelen stonden opgesteld voor toeschouwers. In de ene ruimte was een koor in klederdracht bezig en in de andere was een klein basketbalveldje ingericht. Toen wij iets hadden gegeten gingen we maar een verdieping lager waar een enorme boekhandel van Barnes and Noble is gevestigd. En het is daar toch wel weer aardig om te zien hoe naast de bijbel een boek staat met de veelbelovende titel: goddank dat er evolutie is.
En zo gaan we onze laatste nacht in. Morgenochtend bijtijds naar het vliegveld en dan weer naar huis. In Nederland is het trouwens al morgenochtend. Het lijkt wel of men daar niet kan wachten op onze terugkeer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten